De Appel: Advies commissie Swaab in tegenspraak met advies Raad voor Cultuur

app

Verbazingwekkend aan het rapport ‘Bevindingen en advies commissie Swaab inzake De Appel arts centre’ van 3 december 2015 is niet dat het haaks staat op de standpunten van de door het bestuur in een gerechtelijke procedure ontslagen directeur Lorenzo Benedetti of medestanders (tutors en kunstenaars), maar dat het haaks staat op de door het ministerie van OCW gevolgde evaluatie van De Appel in het advies van de Raad voor Cultuur Slagen in Cultuur; culturele basisinfrastructuur 2013-2016‘ van mei 2012. Dat leverde De Appel 500.000 euro subsidie op. Omdat de adviezen elkaar vooral over de zakelijke leiding en het ondernemerschap tegenspreken kunnen niet zowel het advies van de commissie Swaab als dat van de Raad voor Cultuur gelijk hebben. Eén ervan heeft de zaken verkeerd voorgesteld, en alles duidt erop dat dat de Raad voor Cultuur is.

De commissie Swaab met voorzitter Els Swaab, Axel Rüger en Hester Alberdingk Thijm had als opdracht: ‘Het verrichten van een onafhankelijk onderzoek naar het beleid en de handelwijze van het bestuur van De Appel in relatie tot de arbeidsovereenkomst met de heer Benedetti en de ontbinding van deze overeenkomst. Het onderzoek gaat niet over de artistieke prestaties van De Appel.’ De commissie heeft met iedereen gesproken behalve met Benedetti die een gesprek weigerde omdat hij twijfelde aan ‘de onpartijdigheid van de commissie en dan met name over de positie van mevrouw Swaab.’ De gemeente Amsterdam zei wel vertrouwen te hebben in ‘de onpartijdigheid van de commissie en het advies.

Conclusie is dat ‘de heer Benedetti al vanaf eind 2014 op de hoogte was van de klachten ten aanzien van zijn functioneren en dat hij zich sindsdien kon realiseren dat verbetering noodzakelijk was’. Maar ook het bestuur van De Appel heeft steken laten vallen in een cultuur waarin de ‘open Appelmanier’ zakelijke afspraken in de weg stond: ‘Niet geformaliseerd, niet duidelijk gesteld met een ultiem gevolg, ontslag als mogelijke uitkomst.’ Uiteindelijk kende deze kwestie met goedwillende betrokkenen alleen maar verliezers: algemeen directeur, personeel, bestuur en tutoren. De oorzaak voor het disfunctioneren van Benedetti was terug te brengen tot ‘het ontbreken van een formele organisatiestructuur en de open bedrijfscultuur van de Appel.’

Het is het ontbreken van zakelijkheid en organisatie dat de Raad voor Cultuur niet als negatieve, maar als positieve eigenschap van De Appel wenste te beschouwen. Hoewel dat onder een andere algemene directeur Ann Demeester was, maakte dat de mate van organisatie en zakelijkheid niet anders: ‘De Appel geniet ruime internationale bekendheid, niet alleen door de lange staat van dienst, maar vooral door de niet aflatende stroom van inspirerende ideeën die in nauwe samenwerking met partners in binnen- en buitenland verder worden ontwikkeld.’ Wie beide adviezen naast elkaar legt kan niet anders dan concluderen dat de Raad voor Cultuur van Venus komt en de commissie Swaab van Mars. Ze evalueren dezelfde presentatie-instelling, maar hebben een volkomen verschillend perspectief en toetsingskader. Goede bedoelingen, wensdenken en creatieve ambitie tegenover zakelijkheid, bestuurlijkheid en organisatorische degelijkheid. Het kan verkeren.

Foto: Schermafbeelding van deel advies van de Raad voor Cultuur Slagen in Cultuur; culturele basisinfrastructuur 2013-2016’ (p. 342), mei 2012.

Een schijnoplossing van GroenLinks: grenzen aan politieke kunst

VVD2

‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor  € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.

Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.

Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.

Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.

De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.

Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.

IPO dicht cultuurbeleid Bussemaker stabiliteit en kwaliteit toe

ipo

Hoe ‘spin’ werkt maakt dit verslag van het IPO duidelijk. Het Interprovinciaal Overleg behartigt gezamenlijke belangen van de provincies in ‘Den Haag’ en ‘Brussel’. In de kop zegt het dat in het cultuurbeleid van minister Bussemaker kwaliteit en stabiliteit vooropstaan. Maar da’s de claim van de minister en haar ambtenaren en volgens vele critici van het cultuurbeleid niet de reële stand van zaken. Hoewel het verslag ruimte biedt aan Jasper van Dijk (SP) en critici die menen dat er in de toekomst meer cultuurinstellingen gaan omvallen dekt de kop de lading niet. Het cultuurbeleid van minister Bussemaker biedt hooguit de stabiliteit van het kerkhof.

romoss

Foto 1: Schermafbeelding van ‘Stabiliteit en kwaliteit voorop in nieuw cultuurbeleid Bussemaker’ op IPO, 26 juni 2015.

Foto 2: Tweet van Romy Ossel, 26 juni 2015.

Overpeinzingen bij een hoorzitting over het cultuurbeleid

7rudiklumpkens

Afgelopen woensdag was op initiatief van Vera Bergkamp (D66) een hoorzitting van de vaste kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het cultuurbeleid van het kabinet waar het culturele veld aan het woord kwam. Directeur van Orkater Marc van Warmerdam omschreef volgens NRC waarom cultuurminister Jet Bussemaker het moet doen met goede bedoelingen en een vriendelijke toon, maar zonder financiële armslag de kaalslag van Halbe Zijlstra niet ongedaan kan maken: ‘De vorige staatssecretaris kan zich niet, mág zich niet vergist hebben. Dus mag er geen dubbeltje bij. En dus zijn we blij met de toon.’ Het ontbreekt de PvdA aan zowel de macht als de wil om zich sterk te maken voor cultuur. Daarnaast is Bussemaker een minister die niet tot de kerngroep behoort waar de besluiten vallen. Jet Bussemaker kan Zijlstra’s beleid niet corrigeren.

Het beeld dat de kunstsector schetst van de eigen situatie is anders dan de optimistische toon die Bussemaker aanslaat. In de voorstelling van het kabinet gaat het om perspectief en hervorming, maar de sector meent zelf dat het door toedoen van de bezuinigingen volledig uit het lood is komen staan. Die bovengemiddeld waren, te snel uitgevoerd werden en evenmin voldoende voorzagen in beleidsinstrumenten die instellingen de kans boden om de stap naar de markt te zetten. Vele kunstenaars en medewerkers in kunstinstellingen worden onderbetaald en talentontwikkeling, innovatie en experimenten staan onder druk. In een solidaire sector worden met kunstgrepen eindjes aan elkaar geknoopt, maar achter de façade van de kunstinstellingen heerst armoede en stort het kunstgebouw in elkaar. Het vlees is van de botten en de reserves zijn definitief op.

Omdat de kunstsector verdeeld is in top- en basisinstellingen, disciplines, groepen, individuen en generaties weet de sector geen stem te vinden die spreekt namens de hele sector. Het kabinet heeft dat verdeel- en heers handig aangepakt door topinstellingen als het Rijksmuseum, de Nederlandse Opera of het Nederlands Dans Theater te sparen waardoor de kunstsector uit elkaar werd gespeeld. En dan zijn er nog de verschillen tussen generaties die van alle tijden zijn. Naar aanleiding van de hoorzitting schreven de initiatiefnemers van De Agenda van De Theaterkrant met onder meer theatercriticus Simon van den Berg een opinie-artikel omdat ze vonden dat de samenstelling van de lijst met vertegenwoordigers van de culturele sector niet representatief was omdat de jongere generatie ondervertegenwoordigd was. Zo gebruikt een jonge generatie een conflict tussen kabinet en kunstsector om de eigen positie te versterken. Het kabinet heeft onvermoede partners.

Foto: ‘De kunstenaars Paulien Barbas en Paulien Föllings worden door directeur Ranti Tjan (rechts) rondgeleid in het EKWC.’ (Zoek in browser: ‘De ongekende mogelijkheden van keramiek’). FD, 20 juni 2015.  (‘Het stopzetten van de subsidie door staatssecretaris Zijlstra van Cultuur kwam destijds als een totale verrassing. Uit informele signalen bleek dat de Raad voor Cultuur een positief advies had gegeven. Tjan had het liever allemaal niet meegemaakt. ‘Het betekende dat we 14 van de 25 medewerkers moesten ontslaan: daarmee gooi je een karrenvracht aan kennis overboord. Dat we zelf de verantwoordelijkheid hebben genomen voor het vinden van een nieuwe kip met gouden eieren zegt veel over onze veerkracht.’)

Advies Raad voor Cultuur: Stedelijke regio centraal in cultuurbeleid

Volgens het vandaag aan minister Jet Bussemaker aangeboden advies Stedelijke regio’s meer centraal in cultuurbeleid van de Raad voor Cultuur zijn stedelijke regio’s ‘de natuurlijke brandpunten’ in het culturele aanbod en verdienen ze daarom een centrale rol. Meer maatwerk en onderscheid wordt zo mogelijk meent de raad. Dat klinkt tegenstrijdig omdat het een herverdeling van middelen is waarbij men op zijn best mag hopen dat de middelen niet worden verminderd. Is het inboeken van doelmatigheid hier ook al de boekhoudkundige truc? In een reeds tot op het bot uitgebeende sector. Hoe dat tot kwaliteitsverbetering leidt is de vraag.

Positief in het advies is de herwaardering voor talentontwikkeling dat in het advies ‘Slagen in Cultuur‘ (2012) aangekondigd werd, maar toen niet gerepareerd kon worden wegens onvoldoende geld. In een kamerbrief van augustus 2014 deed minister Bussemaker een halfslachtige poging door geschuif met middelen om geld vrij te maken voor talentontwikkeling. Nu wordt dit hopelijk krachtdadig en meer dan kosmetisch aangepakt.

De raad vraagt 29,5 miljoen euro extra voor een in afgelopen jaren uitgeholde cultuursector: ‘De afgelopen jaren is er zwaar bezuinigd op de cultuursector. De minister heeft zich ingespannen om een aantal nijpende knelpunten weg te nemen, maar deze maatregelen hebben vaak geen structurele dekking. De raad maakt zich zorgen over een verdere uitholling van de rijksbegroting en roept op de financiering van cultuursector op peil te houden.’ Het advies is vooral een beroep op fatsoen bij de politiek. Is dat nog voldoende aanwezig?

Bussemaker maakt geld vrij voor talentontwikkeling. Een reparatie

clay-08

Op de laatste pagina van de kamerbrief van minister Jet Bussemaker (OCW) komt de aap uit de mouw: ‘In de periode 2014-2016 maakt het kabinet in totaal 5 miljoen euro vrij voor talentontwikkeling. Deze middelen zijn afkomstig uit de post Specifiek cultuurbeleid.’ Daarnaast is er drie miljoen euro dat beschikbaar komt ‘voor een revolverend fonds voor kleine laagrentende leningen aan talenten’. Dat is afkomstig uit ‘het budget dat binnen het frictiebudget was gereserveerd voor flankerend arbeidsmarktbeleid.’ Er komt dus geen cent bij voor talentontwikkeling, het geld wordt van de ene post binnen de begroting naar de andere doorgeschoven.

Toch is het zinvol dat het accent op talentontwikkeling wordt gelegd. In het advies ‘Slagen in Cultuur’ van mei 2012 over de culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016 had de Raad van Cultuur al forse kritiek op die talentontwikkeling omdat de overheid deze in de basisinfrastructuur nog onvoldoende steunde. Opzet is nu om dat meer dan twee jaar later te repareren. Minister Bussemaker had dat in haar beleidsbrief ‘Cultuur beweegt’ van juni 2013 al aangekondigd: ‘Talentontwikkeling is een investering in onze samenleving. Professioneel talent komt niet altijd vanzelf bovendrijven. (..) Vervolgens kan talent niet zonder training en scholing om tot bloei en volle wasdom te komen.’ Kortom, noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud.

Foto: De Nederlandse kunstenaars Olivier van Herpt maakt keramiek met een 3-D printer. Zie ook hier.

Gelukkig is hedendaagse kunst niet zelfgenoegzaam. Wie weet dat?

M’n toevallig oog viel op een artikel over hedendaagse beeldende kunst, of liever gezegd de kloof tussen massa en elite van Willem Jan Hilderink voor Dagelijkse Standaard. De titel ‘Gelukkig is hedendaagse kunst niet belerend’ is ongelukkig. Die meent te zeggen dat het publiek zich niet de les laat lezen, maar da’s wat anders. Ik viel vooral over de volgende passage: ‘Wat pas echt wringt, wat echt vervreemdt, is de drang die kunstenaars voelen het klootjesvolk op te leiden, te confronteren, de maat te nemen, belachelijk te maken.’

Dit is een aanname die de auteur niet onderbouwt en die slechts voor 25% juist is. Het is klinkklare onzin dat kunstenaars de drang voelen om de burgers op te leiden, de maat te nemen of belachelijk te maken. Op hoeveel waarnemingen, uitspraken en kunstwerken baseert Hilderink dat? Het is wel juist dat kunstenaars de samenleving een spiegel voorhouden en burgers confronteren. Logisch, want da’s exact de functie van kunst.

Eigenlijk is het precies omgekeerd aan wat Hilderink suggereert. Niet de kunstenaars maken het klootjesvolk belachelijk, maar het klootjesvolk -daartoe aangevoerd door politici van de VVD, gevolgd door die van de PVV en alle andere politici rond het Binnenhof- maken kunst en kunstenaars belachelijk. Met een moeilijk woord wordt dat dédain genoemd. Ofwel, de minachting, de neerbuigendheid en het gebrek aan respect dat de kunstenaars van delen van de samenleving krijgen. Vaak ook nog eens met een trap na.

Het is ten dele waar dat de hedendaagse beeldende kunst het contact met de massa verloren heeft. Hoewel dat wel meevalt voor wie de bezoekcijfers van de kunstmusea ziet en daar langs een oneindig schuifelende grijze golf moet slalommen. Maar het is waar dat de experimentele, grensverleggende kunsten het relatief slecht doen. Dat geldt overigens voor alle disciplines, ook voor dans, film, literatuur, muziek of theater.

Is dat erg? Ja en nee. Het is nu eenmaal een wetmatigheid dat minder behaagzieke kunsten op minder waardering en begrip kunnen rekenen bij het brede publiek. Da’s iets van alle tijden. Pas als kunstenaars de kloof groter en onoverbrugbaarder maken dan nodig is, dan doen ze iets fundamenteel verkeerd. Eerder niet.

Hilderink laat ongenoemd dat musea met educatieve programma’s moeite doen om ‘moeilijke‘ kunst aan het publiek uit te leggen. Het is niet zo dat kunstenaars of musea vanuit een arrogante houding kunst ‘droppen‘. Zo heeft Wim T. Schippers voor Museum Boijmans meer dan 500 vragen per video beantwoord over z’n pindakaasvloer. Iets waarin Hilderink geen kunst kan zien omdat hij het niet begrijpt. Toch de juiste manier om het publiek bij kunst te betrekken die op het eerste gezicht afstoot, vreemd is en onbegrijpelijk lijkt.

Hilderink gaat ook voorbij aan al die beeldende kunstenaars die in wijken, bij manifestaties, op beurzen of in hun atelier tijdens atelierroutes moeite doen om hun kunst telkens weer uit te leggen aan een breed publiek. Kunstenaars die daar ondergemiddeld mee verdienen en doorgaans lange uren maken. En, niet iedereen hoeft geïnteresseerd te zijn in hedendaagse (beeldende) kunst. Zoals ook niet iedereen geïnteresseerd is in voetbal, schaatsen, Big Brother of Dave Roelvink. Ook voor mij nu bekend door Hans Beerekamp. Laat dat zo blijven in de pluriforme Nederlandse samenleving. Gespeeld onbegrip over zowel het een als het ander is ongepast.

Korten op kunst presenteert VVD als beschaving. Is dat verdorven?

NL1012_0

Een inleiding over Cultureel ondernemerschap en beschaving kondigt een symposium aan op Erasmus Academie op 8, 9 en 10 september. Met medewerking van Arjo Klamer en Slawek Magala. Niet als eerste merkt de inleider op dat de VVD victorie kraait over de cultuurbezuinigingen en meent dat op de markt het cultureel ondernemerschap kan bloeien. Waar dat optimisme op is gebaseerd maakt de VVD niet concreet. Op een haperende economie? Op teruglopende sponsoring door bedrijven of op liberaal wensdenken? Naar verwachting zullen naast de landelijke bezuinigingen en een ingekrompen basisinfrastructuur de lagere overheden in vergelijking met 2011 zo’n half miljard euro op kunst bezuinigen. Volop ontwikkelingen waarop overheden en zogenaamde cultuurondernemers moeten inspelen wil de cultuur in Nederland overleven.

De Erasmus Academie concludeert: ‘Uiteindelijk zal de beschaving best blijven bestaan, zoals de VVD beweert, ook zonder cultuursubsidies. Het is alleen even de vraag welke beschaving.’ Ofwel, welke cultuurpolitiek wordt ontwikkeld om welke kunst te laten bestaan? Kunst die behaagt, kunst die status geeft of kunst die tegendraads is? Da’s een keuze die de politiek maakt. De nog steeds niet geluwde woede van de kunstsector over het bestaande cultuurbeleid balt zich samen in de poster van Loesje. Subsidies aan ABN AMRO hebben de belastingbetaler zo’n 30 miljard euro gekost, zodat ook de kunstsector gedwongen moest inleveren. Welke kunst VVD en PvdA voorop zetten is duidelijk: bankje kijken. Om te kunnen zien hoe de bonussen toenemen op kosten van de staatssteun. In haar vlegelachtigheid heeft de VVD de branie om dat beschaving te noemen.

Foto: Loesje, Cultuurbezuinigingen, 2013.

De parallelle wereld van Daan Samson

daan

‘Ik ben nog nooit een politicus tegengekomen met belangstelling voor cultuur. Ze zijn er bang voor, dat is het enige.’ Aldus de Spaanse schrijver Juan Marsé in een interview met Arjen Fortuin dat op 18 januari 2013 in NRC verscheen. Hoe anders lijkt beeldend kunstenaar Daan Samson zich te verhouden tegenover politici. Vooral die van rechts-liberale snit, zoals Halbe Zijlstra of Frits Bolkestein. Hij omarmt ze en drukt ze aan z’n borst. Ze lijken niet bang of onwennig voor zijn kunst en Samson toont geen wantrouwen tegenover hen. Maar schijn bedriegt. Uit angst kunnen politici ook het podium opvluchten. Als een stotteraar die gaat zingen of toneelspelen om het praten te ontlopen. En wat beoogt Samsom met zijn artistieke mimicry?

Samsons project ‘Holiday Trouvé’ laat zien hoe de kunstenaar met Corendon naar een resort vliegt, het ‘Corendon Premier Solto Hotel‘ in Alaçatı, Turkije. Samen met een 52-jarige kunsttoeschouwer. Dat werd op 17 juni weer gepresenteerd in het Rotterdamse TENT: ‘TENT presenteert de videoregistratie van kunstenaar Daan Samson’s experiment voor een nieuwe manier van kunstbeleving: op vakantie gaan met een bezoeker van TENT naar de ‘Caraïben van Turkije’, Alaçati en dat volledig gesponsord door Correndon Vliegvakanties.’ Is een beschouwer van het consumentisme of het ‘moderne levensgevoel’ nou eerder een pleitbezorger of een criticus ervan? Die vraag blijft hangen bij alles wat Samson doet. Het antwoord hangt af van de toeschouwer.

Samson zoekt het ultieme Droste-effect als een spitse Orson Welles die verdwaalt in het spiegelpaleis op de kermis. Samson spiegelt en spiegelt. Om zich niet te laten vangen en zijn blik te verruimen. Zonder zich in z’n kaarten te laten kijken. Hij biedt ons een lege plek in het gras. De Daan Samson van vlees en bloed wil niet in de weg staan en maakt zich tot de constructie ‘Daan Samson’. Het nauwgezet vormgeven van de extreme relativering van waarden met inzet van zichzelf is zijn kunst. Zo wordt op twee manieren het idee van een parallelle wereld opgeroepen die naast de bestaande bestaat. Onhoudbaar, maar voldoende voor kunst die een podium zoekt. De kunstenaar verdwijnt in het kunstwerk en het kunstwerk verdwijnt in de kunstenaar.

orsonmirror123

Foto 1: Still uit Holiday Trouvé’  van Daan Samson, 2014.

Foto 2: Still uit het slot van The Lady from Shanghai (1947) van regisseur Orson Welles.

Terug naar een nu al archaïsch lijkend Nederland zonder Newspeak van VVD’er Zijlstra die in 2012 de kunstwereld op z’n kop zette

1-Stephanie-Bracciano

Ongewild grappige en foutieve, maar toch gepaste nieuwsberichten glipten vannacht via rsscockpit.com door de logica van de tijd. Terugblik via een verkeerd openstaand deurtje van een muizengat. Achter de spiegel van Wonderland in de parallelle wereld waar alles anders is. Berichten die weemoedig zijn als het leven zelf door niet ingeloste verwachtingen, pretentieus door mannetjesmakerij van cultuurbobootjes en hun catastrofale vlucht vooruit en droevig door de kijk in het verleden van een nu al archaïsch lijkend Nederland zonder Newspeak van VVD’er Halbe Zijlstra die in 2012 de kunstwereld op z’n kop zette. En zonder tegenspraak van zijn collega’s in de politiek nog goede sier kon maken met z’n gebrek aan compassie. En dat trouwens nog steeds doet. Als de tovenaar die iedereen zijn eigen normen oplegt en dat normaal vindt omdat hij het doet.

De agenda van de actualiteit die dus de verkeerd teruggehaalde actualiteit van 2012 is verwijst ook naar de opening van een tentoonstelling in 2012 die toepasselijk ‘The Future that Was’ heet. Met Gabriel Lester. Aan archeologische lagen van de cultuurpolitiek voegt rsscockpit.com nieuw bezinksel toe dat oude lagen voedt. Culturele aardmolm. De zwanenzang van Smart Project Space en Thomas Peutz wordt ineens op 16 juli 2014 onnatuurlijk verlengd. Voor even. Net lang genoeg om ook al weer binnen te halen hoe het was. Twee jaar terug, het lijkt nu al een eeuwigheid geleden. Alleen verbeelding kan dat overbruggen. Zie ook hier en hier.

abstract-mobile-chart

Foto 1: Stephanie Bracciano, Down the Rabbit Hole, 2010.

Foto 2: It’s all about balance. Uit: Popular Science, 1954. Zie ook: ‘Gedachten bij diefstal in de politiek. Naar een nieuw evenwicht in de lokale democratie’.