Bibliotheken gaan door lobby op 20 mei open. Musea en theaters niet. Hoe hebben ze hun zaak bepleit?

Bibliotheken zijn net als musea en theaters zogenaamde ‘doorstroomlocaties’. In het geleidelijk opheffen van de maatregelen ter bestrijding van de COVID-19 pandemie was aanvankelijk het plan om de doorstroomlocaties vanwege tegenvallende cijfers nog gesloten te houden.

De Tweede Kamer was het daar voor wat de bibliotheken betreft niet mee eens ‘omdat de maatschappelijke functie te groot is’, met als gevolg dat op 20 mei de bibliotheken weer open mogen mits de cijfers dat toelaten. Daar lijkt het op dit moment op. Uit deze stellingname valt af te leiden dat de leden van de Tweede Kamer de maatschappelijk functie van musea en theaters minder groot achten en ze volgens hen een minder urgente maatschappelijke functie dan bibliotheken hebben.

Directeur Dirk Nijdam van Forum Groningen zegt over de opening van de bibliotheken het volgende: ‘Dat is een hele goede ontwikkeling. Ik had er een beetje op gehoopt en er was ook een lobby in gang gezet, landelijk, om de bibliotheken zo snel mogelijk open te doen. Het kan ook gewoon heel goed, gereguleerd, dus ja hartstikke mooi’. Hoe het gaat met cursussen en een expositie in het gebouw is volgens Nijdam nog even afwachten. Hij verwacht dat dit op korte termijn ook weer mogelijk is.

Nijdams woorden houden in dat door een goede lobby van de bibliotheeksector bij de Tweede Kamer de bibliotheken nu open mogen gaan als de cijfers dat toestaan. Dat roept de vraag op of een lobby van de museum- en theatersector zich afgelopen weken ook bij de Tweede Keer gemeld heeft om opening te bepleiten. En als die lobby er was, dan heeft die gezien het uitblijven van resultaat blijkbaar minder succesvol geopereerd dan de bibliotheeksector. Waarom dat verschil? Zegt dat iets over het professioneel opereren van museum- en theatersector?

Defensieve domheid van petitie ‘Sterke ondersteuning voor een vitale cultuursector’ gooit boel op slot en verdedigt eigen posities

Aldus het slot van de petitie ‘Sterke ondersteuning voor een vitale cultuursector’ op de site van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie Amateurkunst (LKCA) dat liefst 58 medewerkers telt. Alleen dit feit alleen al verklaart de petitie. De eigen positie wordt verdedigd. Er mogen geen nieuwe instituten in het leven geroepen worden. In de economie heet dat kartelvorming of oligarchie. De overheid bestrijdt dat, maar vreemd genoeg niet in de cultuursector waar klustering en stilstand worden bevorderd. Omdat het toch maar kunst is? Concurrentie voor overheidssubsidie wordt uitgeschakeld. Oogluikend wordt toegestaan door overheden dat enkele sectorinstituten de culturele markt verdelen, in bezit nemen en met een vals beroep op het publiek via deze petitie positief in de publiciteit brengen. De eigen pluim wordt via deze petitie nog mooier opgeschikt dan die echt is. De petitie getuigt van een onnoemelijke kortzichtigheid, onverdraagzaamheid en domheid.

Wijbrand Schaap van het Cultureel Persbureau zette me via een artikel op zijn site op het spoor van deze petitie. Hij leest de petitie zo: ‘De bestaande ondersteuningsinstituten in de cultuursector dringen er daarin namelijk bij de Tweede Kamer op aan om geen geld te steken in nieuwe ondersteuningsinstituten. Daarmee steken clubs als het Landelijk Kennniscentrum Amateurkunst (LKCA), Cultuur+Ondernemen, en de Boekmanstichting een kleine, doch wel tamelijk welgemikte dolk in de rug van hen die aan het lobbyen zijn voor een terugkeer – in enige vorm – van het Sectorinstituut Theater (TIN) en het Muziekcentrum Nederland (MCN) die door Halbe Zijlstra in 2012 de nek zijn omgedraaid.’ Schaap heeft gelijk. Waar is de solidariteit in deze gesubsidieerde cultuursector? Schaap: ‘De petitie kan niet anders gelezen worden dan als een signaal dat de gevestigde orde geen nieuwkomers wil. Zeker niet als dat ten koste gaat van diezelfde gevestigde orde.’ Een toevallig ontstane situatie wordt gefixeerd en gelegitimeerd met het argument dat het historisch gegroeid is. Zoals alles historisch gegroeid is. Mijn reactie op de FB-pagina van Wijbrand Schaap bij dit onderwerp:

Er is geen solidariteit binnen disciplines en evenmin tussen disciplines. Ieder vecht voor de eigen toko en hypotheek. Zo zagen we ook de gezaghebbende en unieke bibliotheek van het Tropeninstituut ontmanteld worden ten koste van steun aan een reeks van misbare en middelmatige instellingen. Het is de schande van zowel het veld als van de politieke besluitvormers dat ze dat billijkten. Waar was het overkoepelende Deltaplan voor de Kunsten dat unieke waarde vooropstelt zonder te ontaarden in paleiskunst door topinstellingen die hun kunstjes vertonen voor de macht? De culturele basisinfrastructuur waar de Raad voor Cultuur over adviseert is dat niet omdat er allerlei politieke, cultuurpolitieke en regionale belangen in gemengd zijn. Het Nieuwe Instituut is inderdaad zo’n instelling die op z’n best als middelmatig kan worden gekenmerkt. Op z’n slechtst als frauduleus en overbodig. Trouwens hoe dan is het nog steeds een raadsel waarom het ooit in de huidige vorm van de grond werd getild. Wie wordt niet moe van die kunstbobootjes die uitblinken in kortzichtigheid en het schrijven van beleidsstukken onder het mom ‘eigen instelling eerst’? De voorspelbare reactie is dat het brede publiek de schouders ophaalt over zoveel opportunisme en gebrek aan solidariteit, en geen begrip opbrengt voor de kunstsector. Dat lijkt nog niets eens onterecht.

Foto: Schermafbeelding van deel petitie ‘Sterke ondersteuning voor een vitale cultuursector’, november 2018.

PVV Overijssel is tegen overheidssubsidie voor kunst en cultuur

Volgens Rafael de Wit van PVV Overijssel is zijn partij ‘principieel niet tegen kunst of cultuur‘, maar wel tegen overheidssubsidie ervoor. Dat omvat ook bibliotheken, muziekscholen, talentontwikkeling of cultuureducatie. De Wit is in Overijssel verantwoordelijk voor onder meer de portefeuille Cultuur en Sociaal. Hij meent dat elke onderneming of culturele instelling ‘innovatief moet zijn’ en ‘zijn geld bij derden dient te halen en zijn handje niet op te houden bij de provincie’. De Wit concludeert  ‘Er is geen probleem. Want het probleem ligt bij de subsidie op zich’. De kwestie waar het over gaat is het noodlijdende Kermis- en Circus Museum in Steenwijk.

De PVV is niet principieel tegen overheidssubsidie. Zo concludeerde NRC in 2013 in een bericht dat de partij 80.000 euro subsidie in strijd met de regels had besteed: ‘De PVV krijgt subsidie voor fractieondersteuning, jaarlijks tussen de 1,5 en 2 miljoen euro.’ Dit benadrukt de vraag op waarom de PVV tegen overheidssubsidie voor kunst en cultuur is, terwijl het niet tegen overheidssubsidie voor de PVV is. De PVV als partij is blijkbaar niet innovatief om voor het eigen functioneren geld bij derden op te halen. Dat duidt op onzuivere principes.

Of het mogelijk is om principieel tegen kunst en cultuur te zijn zou een vervolgvraag kunnen zijn. Want als onder cultuur wordt verstaan alles wat de mens schept, inclusief de woonomgeving en fabrieksproducten, dan is iemand die tegen kunst en cultuur is iemand die is tegen wat de mens schept. Dat zet de economie in een klap stil. Een onhoudbaar standpunt. Daarnaast blijft het een raadsel waarom de PVV die hamert op nationale identiteit, de positie van de Nederlandse taal en de Nederlandse eigenheid dat deel van de Nederlandse kunst en cultuur dat de Nederlandse identiteit zou kunnen helpen versterken niet actief wenst te ondersteunen.

Petitie ‘Rustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ vraagt om gebedsruimte. Uiting van truttigheid, verwendheid en behoudzucht

AP

Hedendaags subgenre van de petitie is het verzoek om een gebedsruimte op hogescholen of universiteiten. Zoals hier in Den Haag of hier in Rotterdam. Nu is er de petitieRustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ op de locatie Campus Spoor Noord te Antwerpen. Dat het hier om een verzoek van islamitische studenten gaat wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar valt af te leiden uit de steunbetuiging met vele handtekeningen met Arabische namen. Samia Kasmi is de initiatiefnemer. Opnieuw is het opvallend dat de petitie zo omfloerst en omhullend is. Ook dat past bij dit subgenre. Initiatiefnemers zijn heimelijk over hun beweegreden.

De petitie is tegenstrijdig. Enerzijds wordt gezegd dat de ‘gebouwen zijn voorzien van alle moderne studentenfaciliteiten: een aantrekkelijk en moderne studentenrestaurant, een uitgebreide bibliotheek’, maar anderzijds wordt gevraagd om een rustruimte, ofwel ‘een ruimte waar elk individu terecht kan om tot rust te komen’. Ondanks het aantrekkelijke studentenrestaurant en de uitgebreide bibliotheek wordt gesuggereerd dat zo’n ruimte ontbreekt. De toelichting van de hogeschool gaat verder: ‘In beide gebouwen vormen een groene patio en binnentuin de centrale ruimtes die dienen als ontmoetingsplek voor studenten.’ De directe omgeving van de hogeschool is in de beschrijving van de Cargo Zomerbar ‘Een groene oase in de stad’.

In de petitie wordt de rustruimte omschreven als een ruimte ‘Van yoga, bidden, een boek lezen tot rusten, ontstressen of gewoon genieten van de stilte’. In de uitgebreide bibliotheek kunnen blijkbaar geen boeken gelezen worden. Zoals te verwachten valt bij dit subgenre komt de aap uit de mouw door dat ‘bidden’. Dat is de kern waar de petitie om draait, maar die niet te prominent genoemd wordt. Al het andere dient als omhulsel om hieraan dekking te geven. Daarom ook de ongelijkheid en de ongerijmdheid  in de opsomming. Wie haalt het in het hoofd om te veronderstellen dat studenten naar school gaan om te rusten? En dat nog naast het feit dat er binnen en in de directe omgeving van de school al zulke faciliteiten aanwezig zijn.

De petitie krijgt een extra onbegrijpelijke laag als de ‘pluralistische visie’ van ‘onze Hogeschool‘ wordt bekritiseerd. Het is een verwijzing naar de missie van de hogeschool die door een fusie is gevormd: ‘Het doel van de hogescholen is hoger onderwijs verstrekken in een pluralistisch perspectief, gericht op een actieve erkenning en waardering van de verschillende ideologische, filosofische en godsdienstige strekkingen, en met de bestuurlijke autonomie als grondslag.’ Uit de petitie kan niet anders dan afgeleid worden dat door het willen veranderen van de ‘pluralistische visie’ die visie wordt verworpen. Door wat dat pluralistisch perspectief met erkenning en waardering voor verschillende ‘strekkingen‘ dan vervangen moet worden blijft de vraag.

In deze vestiging van de AP-Hogeschool zijn voldoende gemeenschappelijke ruimten en ontmoetingsplekken om tot rust te komen en te ontspannen. Het is geen functie van een school om te voorzien in religieuze ruimten. Of die nou rustruimte, stilteruimte of gebedsruimte worden genoemd. Bijkomend probleem is dat de vele functies in zo’n rustruimte lastig zijn te combineren en nieuwe problemen oproepen. Want wie beslist welke groep op welk tijdstip de rustruimte mag gebruiken? Niets let de studenten om buiten collegetijd te bidden of tot rust te komen. De Hogeschool biedt daarvoor vele speciaal op studenten gerichte voorzieningen.

Het subgenre van de petitie tekent de truttigheid, verwendheid en behoudzucht van een generatie studenten die haaks staat op academische ruimdenkendheid. Ieder heeft recht op eigen religiositeit, maar het is niet de academische instelling die daarin moet voorzien. Studenten dienen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Foto: Schermafbeelding van petitieRustruimte op de Artesis Plantijn Hogeschool’ op petities24.com.

Enschede geeft FC Twente garantstelling van 32 miljoen. Is dat in proportie?

Update 9 april 2019: De raad van Enschede scheldt een lening van 14 miljoen euro aan FC Twente kwijt. Het argument van de Enschedese wethouder Eelco Eerenberg (D66) van Financiën is dat de gemeente wel moet bijspringen omdat het verlies anders nog groter wordt. Zo loopt het college weer met open ogen de fuik in.

Update 28 juni 2018: Bij de gemeente heeft Twente al een lening van 17 miljoen lopen en Enschede staat ook al voor 8,4 miljoen garant. Bij een bankroet van de club moet de stad dus 25,4 miljoen afschrijven. Dit roept de vraag op hoe verantwoord de garantiestelling was ‘met de kennis van toen’. Volgens een bericht in Tubantia dreigt de club nu met het aanvragen van het faillissement als het gemeentebestuur geen nieuwe garantstelling van 7 miljoen euro wil afgeven. De gemeentepolitiek reageert hier afwijzend op. Een en ander roept vooral vragen op waarom het toenmalige college aan een commerciële voetbalclub een garantie en lening van tientallen miljoenen afgaf. Is het onderhand geen tijd voor een gemeentelijke raadsenquête die reconstrueert hoe de lokale politiek van Enschede in het dossier FC Twente zo heeft kunnen ontsporen?

De Enschedese gemeenteraad stemde deze zomer in met het voorstel van het college over een ‘Geactualiseerd cultuurplan in uitvoering’ om door aanpassingen 1,2 miljoen euro te bezuinigen op de Openbare Bibliotheek en Museum Twense Welle, en te bezuinigen op de grote podia in Hengelo en Enschede. Dit staat in contrast met de steun in de vorm van een garantstelling van 32 miljoen euro voor de professionele voetbalclub FC Twente. De wethouder Financiën laat zich chanteren en praat trots over zijn clubliefde. Na hem de zondvloed, hij schuift de problemen door naar zijn opvolgers. Zoals zijn voorgangers de problemen doorschoven naar hem. Het wordt er nog eens extra potsierlijk op doordat de voorstemmers zich beroepen op zakelijkheid en het aftimmeren van de voorwaarden, maar verder de fuik van onzakelijkheid en emotie inzwemmen.

Professioneel voetbal wordt als uitlaatklep getolereerd voor fanatieke supporters die voetbal nodig hebben om stoom af te blazen en door identificatie ermee een identiteit op te bouwen. Dat is niet verboden, maar het maakt verschil of de samenleving dat juichend omarmt of met misnoegen accepteert. Zoals de politiek sinds 2010 de kunsten in de hoek heeft getrapt. Het professionele voetbal is als globaliserende bedrijfstak waar miljoenen omgaan steeds meer los komen te staan van de wereld van de gewone mensen.  Feitelijk is het voetbal deze supporters ontstolen en zoeken ze iets wat allang niet meer bestaat. Voetbal verbindt bij uitzondering en verdeelt met regelmaat. Het is beter om dat toe te geven dan het betaald voetbal anders voor te blijven stellen dan het is. Omdat de gemeenteraad van Enschede daarin meegaat speelt het een kwalijke rol.

Toen de Enschedese raad haar besluit nam was het ervan op de hoogte dat FC Twente voor drie seizoenen werd uitgesloten om deel te nemen aan Europese competities vanwege contracten met Doyen Sports. Onder een vorig bestuur maakte de club met deze investeringsmaatschappij verboden afspraken. De New York Times besteedde op 15 december in een achtergrondartikel aandacht aan de Portugese website Football Leaks dat met meerdere onthullingen kwam over de vermenging van professionele voetbalclubs met Doyen Sports, waaronder ook een overkomst met FC Twente. Wegens een deal van 5 miljoen euro trad FC Twente-voorzitter Aldo van der Laan in november af. Het gaat om TPO (Third Party Ownership), ofwel de handel in spelers via een club die eigendom van een derde partij zijn. Sinds kort is die praktijk verboden door de FIFA. Die handel in spelers liep niet altijd gelijk op met het sportieve belang van de club. Een verhaal over emoties, regionale trots, clubliefde, een garantstelling van 17 miljoen als chantagemiddel en de angst voor voetbalsupporters.

Woord ‘krimp’ van hogerhand verboden in Zeeland. Tegen beter weten in

ZB

Conny van Gremberghe zet me op het spoor met een column over ‘De verboden woorden in Zeeland’: ‘We verbieden vanaf heden het gebruik van woorden en begrippen als expulsiegebied, krimp, ontgroening, vergrijzing, negatief migratiesaldo, ontkerkelijking, ontpoldering, ontheemden, oud en minder en Delta, zodat al die negatieve connaties tot het verleden behoren.’ In variatie op Ockhams scheermes is dit het Zeeuwse scheermes. Wegscheren van negatieve connotaties om bij de politiek correcte verklaring uit te komen.

Aanleiding is een bericht in de PZC over ZB-directeur Perry Moree die door Gedeputeerde Staten op het matje is geroepen over het item ‘Krimp in Zeeland: de ouderen blijven over’ in Nieuwsuur van 14 augustus 2015. Daarin voorspelt Dick van der Wouw van Planbureau Zeeland dat Zeeland tot ‘zeker 2040’ verder zal krimpen en de bevolking met 20.000 tot 360.000 zal afnemen. PZC citeert Moree: ‘Het verleidde Moree tot deze ‘anekdote’. “Na een uitzending van Nieuwsuur (..) moest ik op gesprek komen bij twee gedeputeerden. Zij hadden zich gestoord aan de toonzetting. Ik heb daarna bij ons het woord krimp verboden. Dat is nu het K-woord. Wie het nog gebruikt, krijgt met mij te maken.” Dat laatste klinkt akelig dreigend van Moree.

Maar door een term te verbieden is het verschijnsel nog niet weg. Moree reageert bij het bericht in de PZC en krijgt hoon over zich heen van onder meer journalist Bob Lagaaij die zegt: ‘In wolken van mist – en dito taalgebruik – verdwijnt de heer Moree uit het zicht. ,,Krimp hoeft niet perse een negatieve connotatie te hebben”. Nou dan: gebruik het woord gewoon.’ Moree maakt het ook wel onnodig pijnlijk door zowel zijn taalgebruik als zijn manier van redeneren: ‘Na een goed gesprek met diverse Gedeputeerden naar aanleiding van het programma Nieuwsuur (onderwerp: Krimp in Zeeland) heb ik zelf intern in ZB de lijn ingezet dat krimp niet per se een negatieve connotatie hoeft te hebben. De onafwendbare demografische verandering (minder jeugd, meer senioren), die in Zeeland heftiger plaatsvindt dan op andere plaatsen, biedt juist ook veel kansen op de verdere ontwikkeling van de kwaliteitsprovincie Zeeland, waar het goed wonen, studeren en werken is.

Verklaring voor deze woordenstrijd en het verbieden van het woord krimp is het karakter van ZB waarvan Moree directeur is. ZB dat staat voor Planbureau en Bibliotheek van Zeeland afficheert zichzelf als ‘de grootste culturele instelling in de provincie Zeeland en is één van de toonaangevende bibliotheken in Nederland.’ Dus Planbureau Zeeland is onderdeel van een culturele instelling. In Zeeland is planologie en demografie geen wetenschappelijke reflectie op de ruimtelijke planning of de samenstelling van de bevolking, maar afgeleide van menselijk handelen. In dit geval door wat Gedeputeerde Staten verordonneert en de ZB-directeur opvolgt.

Foto: Schermafbeelding van ‘Over ZB’.

Vlissingen wil fors snijden in cultuur. Herziening gevraagd

vlis

Vlissingen is de afgelopen jaren slecht bestuurd. De artikel-12 status lijkt onvermijdelijk, zo zegt de PZC. Want: ‘Vlissingen heeft torenhoge schulden, er is te weinig geld voor onderhoud – wat op termijn voor extra kosten zorgt -, er is geen geld meer om tegenvallers op te vangen en Vlissingen heeft veel grond in eigendom. Het ziet er niet naar uit dat die op korte termijn verkocht wordt.’ Maar ook een waarschuwing vanuit Den Haag: ‘Als Vlissingen voorzieningen heeft die andere gemeenten niet hebben, wordt daarin gesneden, voorspelde Van den Berg‘. Hij is een artikel-12 inspecteur van het ministerie van Binnenlandse Zaken die Vlissingen helpt schoon schip te maken. ‘Opvallend was zijn pleidooi voor cultuur. “Als je dat de nek omdraait, mis je ook bepaalde inkomsten. Er wordt kritisch gekeken, maar niet tot een niveau waarop schade ontstaat.” Waarschijnlijk komt Vlissingen onder preventief toezicht van de provincie Zeeland.

Maar het college van lokale partijen, D66 en SP luistert niet -of onvoldoende- naar Van den Berg. In een motie vraagt een oppositie van VVD, SGP en PvdA om de voorgenomen bezuinigingen op culturele activiteiten te herzien, inclusief  de voorgenomen bezuiniging van liefst 50% op bibliotheek en maritiem museum muZEEum. De laatste stelt: ‘Beeldende kunst, de muziekschool en cultuureducatie verdwijnen geheel. Voor de 5 bestaande festivals en nieuwe festivals blijft alleen nog een ‘aanjaagfonds’ over. Het muZEEum vindt dat de gemeente hiermee het kunst- en cultuurklimaat van Vlissingen volledig afbreekt.’

Politieke cirkelredenering en prietpraat van het Vlissingse college kleurt de Deelnota’s Cultuur: ‘Vlissingen kent een mooi museum, vooruitstrevend in de wijze van presenteren van de collectie. Door de bezuinigingen op cultuur en daarmee een lagere subsidie vanuit de gemeente, is de noodzaak aanwezig om de ambities voor het MuZEEum te verlagen. Nu al is het MuZEEum op een punt aangekomen dat alleen de basis van het werk nog kan worden uitgevoerd: het tentoonstellen van de collectie.’ Dit leest niet zozeer als het failliet van de Zeeuwse cultuur, maar vooral van het denken van de lokale politiekTekenen van de petitie kan hier.

Over de bestemming van het voormalige postkantoor op de Neude

ImageGen.ashx

Ik wil graag begrijpen. Noem het m’n ‘Joy of Understanding’. Waar gaat het om? In Utrecht staat sinds 2011 het voormalige hoofdpostkantoor op de Neude leeg. Een rijksmonument uit 1924 van architect J. Crouwel jr. Het gebouw bevat beelden en ornamenten in de stijl van de Amsterdamse School. Streng van karakter, zo omschreef in 2008 Ben de Vries van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten het.

ASR is eigenaar en verhuurt het tot eind 2015 aan KPN. Deze vroegere eigenaar heeft zicht op verlenging van de huur van een deel van het gebouw voor driemaal een jaar. Omdat er nog traditionele kabels en apparatuur in het gebouw aanwezig zijn blijft KPN betrokken. ASR wil er na 2015 een hotel, winkels en horeca huisvesten.

Ik wil graag begrijpen waarom onderverhuurder KPN de centrale hal tot november 2015 verhuurt aan het vooral van sportprojecten bekende evenementenbureau Shivers voor de interactieve tentoonstelling ‘Da Vinci – The Joy of Understanding’ over het werk en het leven van Leonardo da Vinci. Een ingekochte overname van Grande Exhibitions dat tentoonstellingen voor een breed publiek ontwikkelt en wereldwijd in de markt zet. Grande Exhibitions liegt er niet om: ’55 steden, 6 continenten, meer dan 5 miljoen bezoekers’. In de turbotaal van de hedendaagse marketing vervangt succes de inhoud. Vragen over de relevantie en de inhoud van de blockbuster worden met publicitair geweld geblokkeerd. Het genre van de blockbuster volgt eigen wetten.

Ik wil graag begrijpen waarom Imre van Leeuwen van Shivers zegt: ‘Wij zijn blij de inwoners van Utrecht en omgeving met een educatieve en interactieve expositie over het werk en de denkwijze van Leonardo da Vinci weer toegang te kunnen bieden tot dit prachtige gebouw’. Wat er te zien is, hoe zinvol en relevant dat is en wat dat voor Utrecht betekent wordt ondergeschikt gemaakt aan het feit dat er iets te zien is. Toenmalig cultuurwethouder Frits Lintmeijer gebruikte hetzelfde argument voor huisvesting van het voormalige Armando Museum in rijksmonument Oud Amelisweerd. Ik omschreef de procedure in 2010 als dubieus. In Utrecht is actie, steun en een uitgewerkt plan om de gemeentebibliotheek in het voormalige postkantoor te huisvesten. Ik begrijp niet waarom betrokkenen soms lichtzinnig met de bestemming van rijksmonumenten omspringen.

1024px-HoofdpostkantoorUrecht

Foto 1: Artistiek ontwerp van vastgoedontwikkelaar ASR voor het hoofdpostkantoor op de Neude.

Foto 2: Centrale hal van het Hoofdpostkantoor Utrecht op de Neude, 2010.

Huis voor Cultuur en Bestuur in Hoogezand-Sappemeer

Hoogezand-Sappemeer. De raad heeft op 13 januari ‘het definitief ontwerp van het cultuurdeel van het Huis voor Cultuur en Bestuur goedgekeurd.‘ Naar eigen zeggen wordt het ‘Een vitaal wervend, compact en goed bereikbaar stadshart dat sneller gaat kloppen, meer reuring biedt en waar het fijn winkelen en verblijven is komt steeds dichterbij!‘ De schrik slaat om het hart bij deze taal die de nuchterheid achter zich laat. Als dat maar niet eindigt met een hartaanval. De grondhouding van de regio is toch wat Ede Staal in ‘Zalstoe altied bie mie blieven‘ zingt: ‘Veul te voak nuchter,/ Veul te voak zat./ Mor t leven gaait deur,/ En wotter…blift nat.’

Hoogezand-Sappemeer slaat blijkbaar de schrik om het hart dat het achterblijft. Het bouwt voor zo’n 13 miljoen aan de toekomst. Het gemeentehuis, theater en kunstencentrum Kielzog en de bibliotheek moeten een onderdeel vinden in het Huis voor Cultuur en Bestuur. Verrassend en hoogst origineel is dat pas na de gemeentelijke herindeling duidelijk wordt ‘welk deel van de nieuwe gemeentelijke organisatie in Hoogezand wordt gehuisvest.‘ Dus misschien wordt het toch gewoon een Huis voor Cultuur en Winkelen.

hs

Foto: Schermafbeelding van het bericht ‘Cultuurdeel Huis voor Cultuur en Bestuur gaat van start!’ op de gemeentesite van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, 14 januari 2014.

Utrecht stemt tegen project bibliotheek-filmhuis. Gemiste kansen

bibliotheque_nationale

Omdat gisteren in de Utrechtse raad het lid van het CDA Cees Bos tegen het voorstel stemde voor de Bieb++ bij het stationsgebied kan dat plan dat de uitkomst is van een jarenlange discussie in de stad in de vuilnisbak. Een meerderheid van een stem van D66, PvdA, CU en CDA verkeerde in een minderheid met een meerderheid voor GroenLinks, VVD, SP, LU, GroenRechts en de CDA’er Bos. Die van z’n partij niet meer terug mag keren na de komende verkiezingen en zich zo kon onttrekken aan de fractiediscipline. Bieb++ zou nieuwbouw zijn met een combinatie van bibliotheek, filmhuis (‘Artplex‘), woningen en fietsenstalling die op het Smakkelaarsveld gerealiseerd zou worden. De tegenstanders liepen te hoop tegen de kosten van 76 miljoen. Een plan van GroenLinks om te zoeken naar voor alternatieve locaties haalde het wel. De haalbaarheid wordt onderzocht.

Afgelopen jaren hebben betrokkenen zich in open brieven laten horen en hun gewicht in de schaal gelegd. Dat voedt de plannen en tegenplannen. Bioscoop-exploitant Jos Stelling en het oudste Nederlandse filmhuis ’t Hoogt verkeren al jaren op voet van oorlog met elkaar. ’t Hoogt is beoogd exploitant van het Artplex. Stelling is als de dood voor concurrentievervalsing: ‘Dit betekent, gezien de directe of indirecte subsidie/steun die ’t Hoogt/ Artplex van de Gemeente Utrecht ontvangt, concurrentievervalsing (..)‘. Hierop reageerde de voorzitter van de Raad van Toezicht van ’t Hoogt Pieter Broertjes in een open brief: ‘ ’t Hoogt/ Artplex is een stichting zonder winstoogmerk. Het inhoudelijk profiel is duidelijk onderscheidend van andere aanbieders en daardoor niet marktverstorend.‘ Het beeld wordt nog complexer omdat de Utrechtse bioscoop-exploitant Wolff Bioscopen een contract getekend heeft voor 15 zalen op het terrein van de Jaarbeurs, de Multiplex.

Moeten de inwoners van Utrecht blij zijn ben met het afblazen van de nieuwbouw van Bieb++? Het hangt er vanaf hoe realistisch de alternatieven zijn die GroenLinks onderzoekt. Er is een risico dat die er niet zijn. De vraag blijft liggen op welke gronden zo’n besluit over een kunstencluster als Bieb++ nou eigenlijk genomen wordt. De partijpolitiek gaat grotendeels aan de inhoudelijke discussie voorbij omdat de eigen profilering en continuering leidend zijn. Nu al groeien de functies van bibliotheek en filmtheater naar elkaar toe. Alles wordt gedigitaliseerd, de boeken verdwijnen uit de bibliotheek en het celluloid uit de bioscoop. Binnen afzienbare tijd zullen de functies naar verwachting zo goed als samenvallen. Dus dat pleit voor de volledige integratie in functie en organisatie van bibliotheek en film. In elk geval met de niet-commerciële cinema.

Het valt de Utrechtse politiek te verwijten dat het in een jarenlang proces de eigen marges zo klein heeft gemaakt dat het voor een project van 75 miljoen afhankelijk werd van een dissidente CDA’er. Dat noodlot had met een meerderheid van slechts een stem ook van elders kunnen komen. De Utrechtse politiek had de afgelopen 10 jaar beter kunnen benutten om in de stad draagvlak te creëren en in samenwerking met deskundigen op het gebied van integratie van woord, beeld en geluid en niet-commerciële marktpartijen een multidisciplinair bibliotheek-filmhuis op te zetten dat zijn tijd vooruit was. Dat niet meer uitging van bestaande posities en organisaties uit het verleden, maar het oog op de toekomst gericht had. Utrecht heeft een kans gemist om zichzelf te overtreffen en niet in gekissebis ten onder te gaan. Jammer voor de inwoners.

Foto: ‘The dream of a library (in a variety of configurations) that would bring together all accumulated knowledge and all the books ever written can be found throughout the history of Western civilization. It underlay the constitution of great princely, ecclesiastical, and private ‘libraries’; it justified a tenacious search for rare books, lost editions, and texts that had disappeared; it commanded architectural projects to construct edifices capable of welcoming the worlds’ memory.”