In gesprek met Jan Verheul, LibertyFlea en Hugo Jansen over de Russische Federatie en het voorbijgaan van oude wereldbeelden

NRC-journalist Wilmer Heck publiceerde op 24 april een artikelPro-Russische krant blijkt betaald door Brabantse bioboer die strijdt tegen ‘joodse elite’’. Het ging om Hugo Jansen die de pro-Putin publicatie De Andere Krant financieel steunt en onder meer als ‘Jan Verheul’ op zijn blog in een mission statement zegt:

Ik probeer te begrijpen wat Hugo Jansen bezielt en waarom hij redeneert zoals hij redeneert. Hoe komt hij tot zijn standpunten en waar komen ze vandaan? In een eerdere reactie op zijn blog merkte ik op: ‘Wat een vreemd commentaar op het artikel van NRC. U zegt onder meer: ‘Toch niet zo vreemd dat ik Putin steun, lijkt mij. Putin wordt al jaren zwart gemaakt, omdat Amerika alléén baas in de wereld wil zijn. Dat blijkt helder uit hun documenten.’ Daar kwam een reactie van LibertyFlea op van wie ik aanneem dat het een alias van Hugo Jansen is. Die reactie was niet onvriendelijk en begon zo: ‘Met respect voor uw wel zeer balancerend, onpartijdig commentaar moet ik toch kwijt dat hier niet alleen op Putin vs het Westen gaat.’ Daarna wordt veel overhoop gehaald. Daar reageer ik weer op en die reactie plaats ik hieronder. Nogmaals, ik probeer niet te veroordelen, maar te begrijpen. En in het voorbijgaan enkele misverstanden uit de weg te ruimen:

Laten we ons aan de feiten houden. Het is nooit aangetoond dat toenmalig secretaris-generaal Gorbatsjov en de toenmalige Westerse leiders rond 1990 hebben afgesproken dat de NATO zich niet naar het Oosten richting grens van de Sovjet-Unie zou uitbreiden. Gorbatjsov heeft later juist gezegd dat hij dit onderwerp op het hoogste niveau nooit naar voren heeft gebracht, laat staan dat afspraken over die uitbreiding  in een officieel document zou zijn geformaliseerd. Alleen over de stationering van Westerse troepen in de toenmalige DDR zijn afspraken gemaakt.

Het is om meerdere redenen ook niet logisch dat die afspraken gemaakt zouden zijn. Ten eerste lag de Soviet-Unie rond 1990 economisch en politiek op de rug en was het niet in de positie om concessies af te dwingen bij Westerse leiders. Ten tweede had de Sovjet-Unie internationale verdragen zoals de Helsinki Akkoorden 1975 actief gesteund en was er zelfs een initiator van. Erin werden de soevereiniteit en het zelfbeschikkingsrecht van staten gegarandeerd (‘Soevereine gelijkheid, respect voor de rechten die inherent zijn aan soevereiniteit’). Gezien hun 20ste eeuwse geschiedenis waren het de Centraal-Europesee landen zelf die aansluiting zochten bij de NATO om daar bescherming te vinden.

Ik ben het met u eens dat er in het Westen een vijandige beeldvorming over het bewind van president Putin bestaat. Zoals er overigens vanuit het Kremlin een vijandig beeld van het Westen wordt opgebouwd. Maar ik ben het met u oneens dat er in het Westen een vijandig beeld over de Russische Federatie en het Russische volk bestaat, of moeite wordt gedaan om dat beeld te vestigen. Laten we daarom beseffen tegen wie dat vijandbeeld gericht is. Ja, tegen de leiders in het Kremlin en de kring van zakenvrienden, oligarchen en functionarissen van Putin, maar nee, tegen de Russische Federatie en de volkeren en nationaliteiten van die federatie.

Het is me niet ontgaan dat president Putin in verband wordt gebracht met de gifgasaanval op Sergei Skripal en diens dochter in het Britse Salisbury. Het onderzoek is bij mijn weten nog niet afgerond, maar het meest waarschijnlijke scenario is dat het zenuwgas novichok, het motief en de omstandigheden erop wijzen dat het een Russische operatie was die in opdracht van de politieke leiding van de Russische Federatie is uitgevoerd.

Putin wordt in het Westen niet als een monster afgeschilderd, maar als een berekenend leider die met relatief goedkope middelen (cyberwarfare, omkoping van Europese radicaal-rechtse en radicaal-linkse politici, inperking van de persvrijheid en gelijkschakeling van de Russische media, op het westen gerichte propaganda) verdeeldheid probeert te zaaien in het Westen en zich vastklemt aan de macht. Hoewel dat laatste ook uitgelegd kan worden als het ontbreken van een voor alle partijen in het Kremlin aanvaardbare exit-strategie van Putin. Putin gijzelt met zijn vertrouwelingen de Russische Federatie, maar tegelijk wordt hijzelf ook gegijzeld en kan niet opstappen. Dat is overigens een fundamenteel verschil met Westerse democratieën waar machtsoverdracht in wetten geregeld is en niet zoals in de Russische Federatie een sprong in het duister.

Syrië en ISIS is weer een ander onderwerp. Laat ik volstaan met de constatering dat het om een gemengd beeld gaat met allerlei claims en beschuldigingen over en weer. Wat er in een oorlog gebeurt is niet per definitie identiek met wat de nieuwsconsument erover verteld wordt. Zowel in het Westen als in de Russische Federatie. Maar er bestaat wel overeenstemming over het feit dat het regime van Assad afgelopen jaren ISIS relatief met rust heeft gelaten.

Tekenend voor dat verwarrende beeld was de aanval van een door de VS geleide coalitie op 7 februari bij Deir al-Zour waar naar verluidt 200 Russische door het Russische leger  ondersteunde huurlingen van de Wagner Groep werden gedood. Het Kremlin houdt dat stil, zoals het ook sinds 2014 zwijgt over de in de Russisch-Oekraïense oorlog in Oost-Oekraïne gevallen Russische militairen, ‘toeristen’ en huurlingen. Warlords die voor de eigen portemonnee gaan en vaak haaks opereren op het officiële beleid van hun land vertroebelen verder het beeld van een oorlog met een duidelijk einddoel. Hoewel het verlengen van een oorlog ook een doel kan zijn en kan dienen om andere landen in de wielen te rijden en te verzwakken.

Ik ben het niet oneens met sommige van uw observaties over de VS en NATO, maar nogmaals, dat poetst de daden van Putin niet schoon. Dat gaat dan niet eens zozeer over de tegen het Westen gerichte acties omdat het Westen genoeg politieke en militaire macht heeft om zich teweer te stellen. Hoewel die macht overigens tot nu toe nauwelijks ingezet wordt. Dat gaat over het Russische volk dat weliswaar zweert bij een tsaar, maar in dat stilzwijgend afgesloten sociale contract tegelijk ook verlangt naar stabiliteit, welzijn, ontwikkeling van hun land, toepassing van de rechtsstaat en bestrijding van de corruptie. Dat alles levert Putin op dit moment onvoldoende en sociale onvrede is een risico voor hem. Ofschoon hij de urgentie goed beseft en nu zegt in te gaan zetten op de vergroting van de budgetten voor onderwijs, gezondheid en infrastructuur. Het Russische volk vraagt de urgentie die het verlangt en het is de vraag of het Kremlin daarin tijdig kan voorzien.

De paradox is dat de expansie van de Russische Federatie in het Westen die verder gaat dan de ‘normale’ verdediging van de eigen soevereiniteit en territoriale integriteit samen met het opbouwen van een binnenlandse nationale identiteit, wellicht het zelfbeeld van inwoners van de Russische Federatie versterkt en zo op dit moment de macht van Putin versterkt, maar voor de lange termijn ondermijnt dat juist de positie van machtscentrum en staat omdat het zich ermee internationaal isoleert en dit wegens gebrek aan macht en capaciteit economisch niet vol kan houden.

Een wereldbeeld dat uit de schuld van de een de onschuld van de ander laat volgen is onhoudbaar. Des te meer omdat de wereld sinds het eind van de koude oorlog is gefragmenteerd. Nieuwe landen als China zijn in opkomst, niet-statelijke actoren als Al Qaida die over grenzen opereren hebben aan belang gewonnen en Westerse en niet-Westerse multinationals Facebook, Alibaba, Google of Goldman Sachs  onttrekken zich door de economisering van de politiek hoe dan ook grotendeels aan de macht van staten (hoewel de bandbreedte per land verschillend is). De Russische Federatie en het Westen zijn niet langer communicerende vaten, waarbij een actie van de een direct 1 op 1 gevolg heeft bij de ander. En het een direct uit het ander af te leiden is, en omgekeerd.

Zo’n redenering is achterhaald en verklaart de huidige wereld niet meer. Of in elk geval onvoldoende. Het past bij een vorige fase van onze geschiedenis tot 1991 die wel verregaand dualistisch was. Maar nu leven we in een multipolaire wereld. Waarschijnlijk heeft de inzet van zo’n vroegere focus te maken met de achtergrond en de generatie van de beschouwer die opgegroeid is tijdens de koude oorlog. Daarom is het verleidelijk daarin te blijven hangen. Het is via een omweg niet zozeer een bevestiging van het eigen gelijk, maar van het eigen levensverhaal.

Met als complicatie dat hardliners in Moskou en Washington er belang bij hebben (hun nationale veiligheidsindustrie, hun legitimatie van de macht) om dat oude vijandbeeld in stand te houden, of zelfs opnieuw uit de kast te halen en weer glanzend op te poetsen. Maar als wij in onze eigen tijd willen leven en daar zinvol op willen reflecteren, moeten we juist voorbijgaan aan oude vijandbeelden. Niet omdat nostalgie niet mag, maar omdat het het zicht ontneemt op de uitdagingen en problemen van nu. Die willen we toch begrijpen om ze vervolgens in een debat met elkaar te bespreken?

Foto 1: Militair van de 2e Infanteriedivisie van de VS en Duitse krijgsgevangenen in de stad Leipzig, 19 april 1945.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘mission statement’ op het blogxevolutie.blogspot.nl’ van Jan Verheul (= Hugo Jansen).

Advertentie

DDS zet kruistocht tegen NRC voort en misbruikt CDA’er Pieter Omtzigt, de nabestaanden van de MH17 en de journalistiek

Rechtse media en politici raken niet uitgesproken over wat CDA-kamerlid Pieter Omtzigt zou zijn aangedaan door NRC. Feitelijk is Omtzigt begin november op een bijeenkomst over de MH17 door Andreas Kouwenhoven en Wilmer Heck op een onzorgvuldigheid betrapt, heeft hij daarover zijn spijt betuigd en is de zaak daarmee afgedaan. Maar in navolging van de continue aanvallen van president Trump op de gevestigde media (op onder meer CNN, Morning Joe/MSNBC, The Washington Post) prent alternatief rechts van Nederland zich in dat aanvallen op de zogenaamde mainstream media lonen. Ook en juist indien ze geen enkele grond in de werkelijkheid hebben. DDS klopt deze kwestie voor eigen politiek gewin op. Pieter Omtzigt wordt zo voor een karretje gespannen waarvan het de vraag is of hij daarmee gediend is. DDS voert in een artikel de ‘voormalig Telegraaf-journaliste’ Jolande van der Graaf  op die de aanval op NRC mag openen. Mijn reactie bij het artikel:

Het is niet de taak van media om politiek te bedrijven. Daar is de oppositie voor. Dat geldt in gelijke mate voor NRC, Jolande van der Graaf of DDS. Ze moeten het voeren van oppositie overlaten aan de oppositie. Wat media zeker niet moeten doen is politiek stelling nemen en denken dat ze een soort politieke partij zijn en daar vervolgens naar moeten handelen. Dat ondermijnt de geloofwaardigheid van de media. Media moeten het nieuws verslaan.

Het is de vraag of beide journalisten van NRC in de kwestie Omtzigt-MH17 hun boekje te buiten zijn gegaan. En het is ook de vraag of in hun reactie Jolande van der Graaf of DDS hun boekje te buiten zijn gegaan.

Feit is dat Pieter Omtzigt in een FB-bericht van 13 november naar aanleiding van de berichten in NRC schreef: ‘Na de berichtgeving heb ik zaterdag aangegeven dat ik op deze bijeenkomst onzorgvuldig heb gehandeld, en dat ik dat betreur.’ Omtzigt gaf ook aan zijn woordvoerderschap over de MH17 ‘de komende tijd’ neer te leggen. Fractieleider Buma voegde hieraan toe dat Omtzigt fouten heeft gemaakt en ‘onzorgvuldig’ heeft gehandeld.

Kortom, Omtzigt heeft aangegeven onzorgvuldig in deze kwestie te hebben gehandeld. Dat staat haaks op wat Jolande van der Graaf of DDS er een maand later van maken. Waarschijnlijk uit politieke bedoelingen. Zoals gezegd is dat geen functie van de journalistiek.

Van der Graaf schuift de NRC-journalisten van alles in de schoenen dat niet in lijn is met de gang van zaken. Zo spreekt ze erover dat ze Omtzigt ervan hebben beticht ‘bewust Russisch nepnieuws te verspreiden’. Dat zuigt ze uit haar duim.

Het verwijt dat Omtzigt treft is dat hij naïef en onzorgvuldig is geweest -wat hij zelf toegeeft- en door mee te werken aan speculaties de nabestaanden onnodig in verwarring heeft gebracht. Het was de ‘getuige’ Alexandr die helemaal geen getuige bleek te zijn die zich liet kennen als een verspreider van nepnieuws. Omtzigt had afstand tot deze nepgetuige moeten houden en zich niet met hem in moeten laten. Achteraf betreurt Omtzigt dat.

NRC heeft verslag gedaan en onthult dat Omtzigt onzorgvuldig heeft gehandeld op genoemde bijeenkomt waar Alexandr sprak. Dat is normale journalistiek waar niks mis mee is. Als Omtzigt zich inzake deze kwestie benadeeld voelt door de verslaggeving van NRC, dan kan hij uiteraard een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek. Dan worden de zaak in detail bekeken. Het is aan Omtzigt om daarover te beslissen. Hij heeft er weinig aan dat hij door politieke activisten die zich journalist noemen tegen zijn wil in gebruikt wordt in hun kruistocht tegen de gevestigde media.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelVoormalig Telegraaf-journaliste: ‘Pieter Omtzigt moet NRC voor de Raad voor Journalistiek slepen én aangifte doen van smaad en laster’’ van Micheal van der Galien op DDS, 12 december 2017.

Waarom beoordeelt NRC onwaarschijnlijke bewering van Thierry Baudet als ‘niet te checken’? Wie beoordeelt de fact checker?

aamsterdam_rokin_002_2sep2011_e_v_eis

Wie check de fact-checker? Een voorbeeld van wat het inhoudt geeft PolitiFact dat beweringen van politici tegen het licht houdt en van een oordeel voorziet. In navolging ervan heeft NRC sinds enkele jaren een rubriek Fact Check. Vandaag besteedt Wilmer Heck in een artikel aandacht aan een bewering van Thierry Baudet. Deze tegenstander van de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne die qua politieke kleur tegen Wilders’ PVV aanleunt kreeg op 22 juli een item van 10 minuten in actualiteitenprogramma Een Vandaag. Hij  beweerde het volgende (na 13’24’’): ‘De Oekraïense geheime dienst had een pand gehuurd op het Rokin waar ze 50 man fulltime in dienst had om te trollen om .. te dingen. Daar was veel meer gaande dan men heeft gezien.’

Deze bewering wordt door geen enkele andere bron bevestigd. Desgevraagd zeiden de AIVD en de Nationale Politie tegen Een Vandaag dat ze niet op de bewering van Baudet wilden reageren. Heck heeft contact gezocht om Baudet te vragen waarop hij zijn bewering gebaseerd heeft, maar Baudet heeft niet gereageerd op verzoeken om het toe te lichten. Heck heeft instanties gebeld, maar heeft nergens een bevestiging kunnen vinden van Baudets bewering. Volgens Heck gaat het niet om de Oekraïense geheime dienst SBOe, maar om eem mediacentrum: ‘Het lijkt onwaarschijnlijk dat de SBU met vijftig man aanwezig was op het Rokin. Het lijkt waarschijnlijker dat Baudet doelde op het Ukranian Crisis Media Center (UCMC). Dat zat namelijk wél tijdelijk in Amsterdam. In Oekraïne telt deze ngo volgens medeoprichter Vasyl Mirosjnitsjenko zo’n 50 medewerkers. Twee van hen zaten tijdens de referendumcampagne in Amsterdam, onder wie Mirosjnitsjenko zelf.

Het is nogal een verschil. Een buitenlandse geheime dienst die 50 fulltime medewerkers onderbrengt in een gehuurd pand in het centrum van Amsterdam of een mediacentrum met twee medewerkers. Dat eerste is onlogisch en onwaarschijnlijk. Want een geheime dienst opereert liever in de anonimiteit en niet vanuit een gehuurd pand waar het 50 medewerkers bij elkaar onderbrengt die daarmee direct navolgbaar zijn. Dat Oekraïne in het centrum van Amsterdam tijdens het referendum een mediacentrum met twee medewerkers inrichtte is goed voor te stellen. Voor Oekraïne is die inzet gezien de middelen en het belang redelijk.

Heck besluit zijn verder vlekkeloze artikel met een conclusie die teleurstellend is: ‘Omdat hij niet meewerkt aan deze rubriek valt ook niet honderd procent uit te sluiten dat Baudet via een onbekende bron wel degelijk weet heeft van de massale aanwezigheid van de Oekraïense geheime dienst tijdens de referendumcampagne op het Rokin. Daarom beoordelen we de bewering van Baudet als niet te checken.’ Dat is een onnodig voorzichtig oordeel. Als Heck consequent zijn eigen journalistieke principes had gevolgd, dan was hij op zoek gegaan naar een tweede bron. Die heeft hij niet gevonden. Dat rechtvaardigt het oordeel dat de bewering van Baudet onjuist is. Mede door de onwaarschijnlijkheid dat een buitenlandse dienst vanuit een adres in het centrum van Amsterdam 50 geheime agenten laat opereren en de weigering van Baudet voor een toelichting.

Mij verbaast het steeds meer waarom types als Trump, Baudet, Farage, Boris Johnson of Wilders zoveel aandacht in de establishment pers krijgen. Van elke oprisping wordt verslag gedaan. En zo bouwen ze hun aanhang op. Waarom is dat? Welk beleid van deze media ligt daaraan ten grondslag? Het is goed dat NRC dit checkt –Een Vandaag heeft Baudets oprisping aandacht gegeven- maar het oordeel van Heck dat de bewering van Baudet niet te checken valt is naar mijn idee opvallend ontwijkend. En houdt Baudets leugen in stand.

Komt het door de traditionele journalistieke code van enerzijds-anderzijds, woord en weerwoord? Soms een verworvenheid, maar vaak een blok aan het been van goede journalistiek. Volgens het boekje herschrijft een type journalisten de eigen mening tot objectiviteit. Wat het niet alleen langdradig maakt, maar ook verkeerde meningen die aantoonbaar zijn gefundeerd op foute feiten in hetzelfde kader plaatst als meningen die op de juiste feiten gebaseerd zijn. Dat deed Een Vandaag met Baudet die door een item van 10 minuten voor een breed publiek aan autoriteit wint. Waarom doet Een Vandaag dat? Dat NRC dat niet afwijst is een teken aan de wand. Heck en andere journalisten die hun vak professioneel willen uitoefenen zitten verstrikt in de codes van hun vak en zijn op hun dood om door hun chef, hoofdredacteur of het lezerspubliek ervan beschuldigd te worden activistisch te zijn. In die kringen een doodzonde. Dan gewoon liever de Code van Bordeaux uit 1954 voor de zoveelste keer afgestoft. Alhoewel die ontstond in een andere wereld met andere media.

Foto: Rokin, Amsterdam.

De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is ontbrand. Bij een boekbespreking in NRC over Pepijn van Houwelingen

vortrag-burmeister-i-407x600

Het is leerzaam om de tweets van het Burgercomité-EU te lezen, één van de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum dat op 6 april werd gehouden. De sfeer die eruit oprijst is die van verbolgenheid, het zich tekort gedaan voelen, aangedaan onrecht en projectie over wat het volk is en wil. Het leest als een socio-psychologisch verslag van een collectieve dispositie zoals Siegfried Kracauer dat beschreef in From Caligari To Hitler over de Duitse film. Men waant zich verplaatst naar de vroege jaren 1930 van de Weimar-republiek. Alles wordt zonder nuancering of onderbouwing gezegd. Radicale partijen breken vanaf de flanken ieder op hun eigen manier de democratie af. Centrumpartijen worden naar elkaar gejaagd, zodat zelfs GroenLinks of de VVD gematigd lijken. De EU is de boosdoener en vijanden ervan zoals het Kremlin zijn de begenadigden.

Dit trappen tegen de democratie, de democratische instituties en vertegenwoordigers van de democratie wil niet zeggen dat de democratie weerloos en verloren is. Verre van dat. Het besef dat een democratie zich moet verdedigen tegen krachten die de democratie willen ondermijnen zoals die door het Burgercomité, het Forum voor Democratie, GeenPeil, de PVV, de SP of talloze malcontente columnisten worden verwoord is aanwezig. De bewustwording over de weerbaarheid kan nog wel wat worden vergroot. Dat besef breekt langzaam door.

Nieuw is dus dat het centrum wakker is geworden en beseft dat het zich in de publiciteit moet verdedigen tegen de aanvallen vanaf de flanken op de democratie. Dat ontwaken gaat uitermate langzaam en gaat nog niet gepaard met tegenaanvallen die even hard zijn als de aanvallen door de radicalen. Maar het begin is er, zoals een boekbespreking in NRC verduidelijkt. Radicalen hebben niet langer het rijk alleen in het publieke debat. Reacties op Twitter waren voorspelbaar en wijzen erop dat de schoppers tegen de EU en de democratie het nog niet gewend zijn te worden tegengesproken en verantwoordelijk te worden gesteld voor hun uitspraken, in dezelfde mate als zij zelf de vertegenwoordigers van de democratie verantwoordelijk stellen.

De boekbespreking gaat over de roman ‘Oneigentijds’ van Vossius uit 2010. Een pseudoniem waarachter een bestuurslid van het Burgercomité schuilgaat: Pepijn van Houwelingen die met Arjan van Dixhoorn in een interview in NRC stelde: ‘Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen, dat moet u begrijpen’. Deze door Wilmer Heck opgetekende uitspraak werd aanleiding voor het verkennen van een aanklacht door Gerard Spong tegen het Burgercomité op grond van artikel 98 van de Referendumwet dat spreekt over ‘valse voorwendsels’. Als ideeënroman doet het boek denken aan het Gesprek op den Drachenfels (1963) van Geel en Brandt Corstius.

Hecks tekent met Derk Stokmans op dat Van Houwelingen’s roman eerder leest als een politiek essay dan een roman: ‘Sommige uitlatingen van Vossius lijken op een sterk geradicaliseerde versie van de standpunten van zijn geestesvader Van Houwelingen. En er zijn momenten dat Van Houwelingen en zijn personage samenvallen.’ Van Houwelingen houdt de lezer geen spiegel voor, maar doet aan programmatische literatuur met een politiek doel. Met overlappingen met zijn opinie-artikelen en politieke stellingname. Dat is meer dan de oude discussie over literatuur of de mening van een romanpersonage samenvalt met die van de auteur. Dit is politiek in de vorm van literatuur die geen verbolgenheid moet veinzen als het een weerwoord oproept.

De persoon ‘Vossius’ die deels samenvalt met Van Houwelingen wil volgens Hecks en Stokmans de democratie afbreken: ‘In het boek staat ook dat Europa verziekt en verzwakt is door „het mekkeren” over mensenrechten als vrijheid en gelijkheid. En er staat ook dat het Derde Rijk te verkiezen is boven onze samenleving, omdat het, hoe grotesk ook, tenminste nog een hoger doel diende, en daarmee vitaliteit en kracht losmaakte.’

De hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Arjan van Dixhoorn, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze met een beroep op ‘het volk’ weg in een fictieve rol, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De boekbespreking maar ook een artikel van Thijs Kleinpaste in De Groene over GeenPeil is het teken ervan dat dit verandert. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is definitief ontbrand. Het centrum moet zich wapenen en kan er niet op vertrouwen dat aanvallen vanaf de flanken de democratie niet ondermijnen.

Foto: Dada.

Evaluatie Oekraïne-referendum: festival van fouten en projecties

maoist-film-hebei-projection-21nhbr4

Update 9 februari 2017: Een opmerkelijk bericht van RTL Nieuws met een veelzeggende titel: ‘Twijfel aan geldigheid handtekeningen onder aanvraag Oekraïne-referendum’. Minister Plasterk schrijft op een WOB-verzoek dat er geen zekerheid bestaat over de geldigheid van de 427.000 ondersteuningsverklaringen die zijn opgehaald voor het Oekraïne-referendum. Politici reageren verrast, of suggereren dat ze verrast zijn. Maar dat kunnen ze in werkelijkheid niet zijn. De twijfel aan ‘de vereisten van toezicht en betrouwbaarheid’ over de wijze van indiening van verklaringen zoals artikel 31, lid 2 van de Wet Raadplegend Referendum die stelt werd al in april 2016 in de openbaarheid besproken. Jeroen de Kreek diende protest in, maar werd niet ontvankelijk verklaard omdat hij geen belanghebbende zou zijn. De procedure van de indiening van de verklaringen is nooit inhoudelijk getoetst. Dat is opmerkelijk, maar nogmaals, geen nieuw feit. Het was 10 maanden geleden al onderwerp van publiek debat. Inmiddels zijn de verklaringen vernietigd, zo zegt het bericht van RTL Nieuws. Onduidelijk is welke details er in het proces-verbaal staan dat volgens artikel 37 WRR moet worden opgemaakt. In de wettekst staat trouwens geen verplichting om de lijsten met ondersteuningsverklaringen te vernietigen als er een referendum komt. Integendeel volgens artikel 36 moeten de lijsten in een pak gedaan worden. Maar in artikel 39 wordt geen verplichting opgelegd voor de vernietiging van het pakket als het referendum doorgaat. Het is dan ook de vraag af artikel 39 WRR juridisch correct is toegepast. Zowel naar de letter als de geest van de wet. Wie heeft steken laten vallen? Minister Plasterk, de kamer, de Raad van State of de Kiesraad die had dienen toe te zien op de procedure, maar dat door onkunde of onverschilligheid naliet? 

Het stof is neergedaald na de schermutselingen over het Oekraïne-referendum die vanaf augustus 2015 Nederland gijzelden. Vooral op sociale media. Tijd voor een evaluatie. Was het een succes of een mislukking?

De opkomst van 32,2 % wijst erop dat meer dan twee van elke drie kiezers is thuisgebleven. Van degenen die gingen stemmen was 61,1 % tegen, 38,1 % voor, stemde 0,8 % blanco en 0,9% ongeldig. Het referendum in 2005 over de Europese grondwet had een opkomst van 63,3%. Bijna tweemaal hoger dan bij het Oekraïne-referendum. Toen stemde iets meer dan nu tegen: 61,5%. In 2005 stemde drie dagen eerder ook Frankrijk tegen, nu staat Nederland alleen. Beide kampen kunnen hun gelijk claimen. Het was geldig en voldeed aan de in de referendumwet gestelde voorwaarden, maar was ook een mislukking omdat vele kiezers redeneerden in de trant van ‘het is me onduidelijk waar het nou echt over gaat’, ‘ik weiger fout te zijn in deze mediaoorlog’ of ‘een stem in een schertsvertoning wil ik per se vermijden’. Zo werd het zogenaamde feest van de democratie voor de tegenstemmers een zelfverklaard succes en voor anderen een mislukking bij gebrek aan democratie.

Beide kanten hebben fouten gemaakt. In het NEE-kamp lieten de bestuursleden van het Burgercomité EU in een geruchtmakend interview dat op 31 maart in NRC verscheen plompverloren weten: ‘Oekraïne kan ons niets schelen’. Het schept verwarring als een van de drie initiatiefnemers -naast weblog Geen Stijl en het Forum voor Democratie van Thierry Baudet- zegt dat een referendum over een associatie van Oekraïne met de EU niet over Oekraïne gaat. In een uitzending (vanaf 5’45’’) van Pauw kondigde advocaat Gerard Spong aan namens een cliënt te onderzoeken of er perspectief is voor een strafzaak op grond van artikel 98 van de Wet raadgevend referendum. Ondersteuningsverklaringen zouden onder valse voorwendselen zijn verzameld.

Daarnaast is er kritiek op ‘de vereisten van toezicht en betrouwbaarheid’ volgens artikel 31 van de Wet. Want weliswaar mogen met een algemene maatregel van bestuur handtekeningen elektronisch verzameld worden, maar slechts onder strikte voorwaarden. Jeroen de Kreek ging namens betrokkenen tegen het verzamelen van de  ondersteuningsverklaringen in beroep omdat het onjuiste en onvolledige gegevens zou bevatten. Een persbericht van de Kiesraad zegt: ‘Zo zouden elektronische formulieren die via geenpeil.nl zijn ingevuld, geen geldige handtekeningen hebben’. Maar omdat De Kreek door de Raad van State niet ontvankelijk werd verklaard omdat hij geen belanghebbende zou zijn is het nooit tot een inhoudelijke toetsing gekomen van dit aspect. Michiel Trimpe concludeert in een commentaar: ‘Al met al blijkt dus dat dit referendum, dit ‘feest voor de democratie,’ tot stand is gekomen met dank aan stemfraude op grote schaal en een dubieuze rechter.’ 

Ook het JA-kamp maakte grote fouten. De VVD was bijna onzichtbaar in de campagne en liet D66 en enkele PvdA-ers de kolen uit het vuur slepen. Toen uit kiezersonderzoek van IPSOS bleek dat de VVD-achterban de enige kiezersgroep was die het standpunt van de eigen partij niet volgde en met 62% tegenstemde, riep dat de vraag op of de VVD uit angst voor de eigen achterban was weggedoken of dat het uit lamlendigheid niet eens was toegekomen aan het overtuigen van die achterban. Het past in een patroon want ook de werkgevers van VNO en MKB voerden terughoudender campagne dan gezien hun eigenbelang verwacht kon worden. Was het het korte termijn denken over de corruptie in Oekraïne die werkgevers ervan weerhield om zich ferm te uiten in het publieke debat? Achteraf huilde VNO-voorzitter Hans de Boer krokodillentranen. Dan was er nog de averechts werkende inmenging van EC-voorzitter Jean-Claude Juncker die waarschuwde voor ‘een grote continentale crisis’ bij een Nederlands nee. En allen die vanwege binnenlandse redenen zeiden dat het om een EU-lidmaatschap van Oekraïne ging en het zo de voorstanders van associatie in Nederland moeilijk maakten.

Wat heeft het referendum ons opgeleverd? Een hoop discussie met oneigenlijke argumenten. Het debat beperkte zich niet tot de associatie-overeenkomst met een Europees land, maar waaierde alle kanten uit. Bewust vanwege partijpolitieke doeleinden en onbewust vanwege gebrek aan politieke kennis en besef van democratie. Het ging over het functioneren van de EU, de vermeende agressie van president Putin in Oost-Europa, de populariteit van het kabinet Rutte en het ongenoegen van sociale achterblijvers in de samenleving die het referendum aangrepen om hun groeiende onvrede te uiten over wat ze als bedreiging zien, zoals hoogleraar Cok Vreeman samenvat: ‘de economische verschillen, de elite, Europa.’ Het referendum werd gekaapt door belanghebbenden voor eigen amusement en het tonen van onvrede, economisch of politiek belang. Het referendum ging overal en nergens over. Het was een succes en een mislukking. Het was zo pluriform als Nederland geworden is en werd tot een filmscherm waar iedereen eigen fragmenten op kon projecteren. Scherp stellen gaat niet meer bij die diversiteit aan meningen, intenties, emoties en agenda’s.

Foto: ‘Film projection unit in Hebei‘, China. 23 september 1955.

Het Oekraïne-referendum: Stem maar, er staat niet wat er staat

resolve

De gemoederen lopen hoog op over het Oekraïne-referendum. Komende woensdag 6 april mag Nederland antwoord geven op de vraag: ‘Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?’ Het referendum is geldig bij een uitkomst van meer dan 30%. Met de uitslag kan het nog alle kanten op, maar de tegenstanders lijken de grootste kans te maken om te winnen. Beslissend zal zijn welk percentage van de potentiële voorstemmers opkomt. Dan kan de JA-stem winnen. Anders niet, want het NEE-kamp loopt zich al sinds augustus 2015 warm. En is intussen zo verhit geraakt dat argumenten niet meer aankomen. De JA-stemmers zijn over het algemeen te vinden onder de aanhang van de middenpartijen (PvdA, VVD, CDA, D66) en de NEE-stemmers onder de aanhang van radicale partijen (PVV, SP).

De beste verklaring voor de hoog opgelopen emoties en het gebrek aan belang van argumenten gaf naar mijn idee een artikel in NRC van Petra de Koning over inkomensverschillen en de sociale achterblijvers aan de onderkant van de maatschappij: ‘De ‘sociale achterblijvers’ hebben weinig mogelijkheden om het beter te krijgen en de groeiende onvrede in Nederland vind je vooral in díé groep: over de economische verschillen, de elite, Europa. En ook over de normen, waarden en de religie van migranten.’ De Utrechtse hoogleraar Cok Vrooman vindt dat de achterblijvers ook reden om te klagen hebben. Maar kan ingevoegd worden, Europa lijkt toch vergeleken bij economische verschillen en de toestroom van migranten een ver-van-mijn-bed show die niet direct het dagelijks leven van de achterblijvers raakt. Dus vooral iets dat toegevoegd en opgeroepen wordt. Het sentiment over Europa is exact het speerpunt van de SP en PVV om zich te onderscheiden van de middenpartijen. Daartoe worden de sociale achterblijvers gemobiliseerd zonder dat ze het zelf doorhebben.

Een kijkje in de keuken van het NEE-kamp gaf de reactie op een interview in NRC van Wilmer Heck met de bestuursleden van Burgercomité EU. Initiatiefnemer van het referendum. Achteraf betichtte het Burgercomité Heck van onzorgvuldigheid. In een bericht op Facebook ontkende Heck dat en bood hij aan de tapes online te zetten: ‘Zoals jullie weten heb ik alles opgenomen en van mij mogen deze opnames online. Ik ben benieuwd of jullie daarmee instemmen, want zoals jullie weten hebben jullie nog wel verstrekkendere uitspraken gedaan, die ik op jullie verzoek nog uit het interview heb gelaten. Dus kom nu niet aan met de bewering dat jullie negatief worden geframed. Wees gewoon sportief en sta voor de uitspraken die je hebt gedaan’. Het Burgercomité antwoordde niet direct op Heck, maar stapelde er op Facebook nieuwe berichten uit het eigen kamp met het eigen gelijk overheen. Dat is uiteraard geen publiek debat, maar juist het ontwijken ervan.

De boodschapper van het nieuws wordt zo tot partij gemaakt in een woordenstrijd waarin geen neutrale positie meer lijkt te bestaan. Dit bracht mij tot een reactie aan Arjan van Dixhoorn en Pepijn van Houwelingen: ‘In media die gelieerd zijn aan de Telegraaf Media Groep hebben jullie gedurende 10 maanden alle ruimte en medewerking gekregen. Er klonk vanuit deze jullie welgezinde media geen kritisch woord over jullie beweegredenen, jullie persoonlijk belang en jullie samenwerking met die media die weer hun commercieel belang hadden om jullie te steunen. Of dachten jullie in een economisch en politiek vacuüm te opereren?

En als voor het eerst een kritisch interview met jullie wordt gehouden, kunnen jullie dat overduidelijk niet aan. Het kan zijn dat jullie meer van het achterste van jullie tong hebben laten zien dan je eigenlijk wilden. Maar dat valt Wilmer Heck niet te verwijten. In zijn rol van journalist wil hij weten waar het jullie uiteindelijk om te doen is. (..). Jullie zijn het over dit onderwerp blijkbaar ontwend om je te verantwoorden en om kritische vragen te krijgen. Maar om vervolgens de boodschapper van het slechte nieuws de schuld van jullie ontsporing te geven is niet alleen kortzichtig, maar vooral kinderachtig en onsportief. (..) Jullie denken lekker wat aan te kunnen klooien in de hoop dat niemand daar kritiek op heeft. Want de roze loper is toch voor jullie uitgerold en de malcontenten die jullie eerst met behulp van die media gemobiliseerd hebben steunen jullie toch? En het volk heeft toch gelijk? En jullie spreken toch namens het volk? Zo suggereren jullie.’

Hoe het referendum de geschiedenis zal ingaan valt nog niet te voorzien. Het verschil met verkiezingen is dat zowel voor- als tegenstanders zeggen dat de uitkomst er niet toe doet. Duidelijk is dat de betekenis ervan indirect opgevat moet worden en dat het niet gaat om de goedkeuring van een associatie-overeenkomst. Zo zeggen VVD-politici die zich nauwelijks met de campagne hebben beziggehouden omdat ze tegen referenda zijn dat het kabinet een NEE-stem naast zich neer moet leggen. En het NEE-kamp zegt dat het er alleen om te doen was om de vermeende almacht van de EU aan te tonen en de weerstand tegen de EU te vergroten. Het referendum is een containerbegrip geworden waarin ieder zijn geestelijke rotzooi kwijt kan. Het wordt gevuld met projecties van onvrede, politieke stellingname, commerciële belangen en persoonlijke aspiraties.

Foto: ‘BUSSUM – EEN SCENE UIT HET T.V.-SPEL “GELOOFT U IN SPOKEN MEVROUW” VAN LEO DERKSEN, DAT DONDERDAGAVOND DOOR DE AVRO-TELEVISIE WORDT UITGEZONDEN ON DER REGIE VAN WAL TER V.D. KAMP. V.L.N.R. PETRA LASEUR ALS MARIAN HEILIGERS, BERT V.D. LINDEN ALS BART HILITROP EN LIES DE WIND ALS ELLEN HEILIGERS.’ 1963.

Informatievoorziening over Oekraïne-referendum is beneden peil. Gevraagd media-educatie en beter geschiedenisonderwijs

Nrc1

In de aanloop naar het Oekraïne-referendum op 6 april wordt Nederland overspoeld met hotemetoten, tweets, rapporten, meningen, opinieartikelen, satire, debatten, bijlagen, argumenten en emoties over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Het is vermakelijk en irritant tegelijk. Maar vooral veelzeggend over de stand van Nederland. Bijna altijd gaat het over de handelsbetrekkingen. Daar wordt de kiezer op 6 april geen uitspraak over gevraagd. Handelsbetrekkingen vallen wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie en daar heeft de Nederlandse kiezer geen invloed op. Media, opinieleiders en organisaties doen net alsof ze dit niet weten en houden niet op het over de voor- en nadelen van de handelsbetrekkingen te hebben. Om moedeloos van te worden. De waarheid over de strekking van de overeenkomst is definitief ondergesneeuwd in een lange koude winter vol geestelijke armoede. En een fundamenteel gebrek aan historisch besef.

Een interview door Wilmer Heck in NRC met drie initiatiefnemers en bestuursleden van het Burgercomité EU valt in die toch al misplaatste toonzetting nog eens extra uit de toon. Burgercomité EU is met het Forum voor Democratie van Thierry Baudet initiatiefnemer van het referendum. Voorzitter Arjan van Dixhoorn, penningmeester Pepijn van Houwelingen en Beata Supheert (digitale communicatie en website) vertellen dat Oekraïne hun niets kan schelen. Ze geven toe dat het hun er om te doen is om de EU kapot te maken of ‘Nederland uit de EU te drijven’. Ze grijpen de associatie-overeenkomst met Oekraïne aan, maar interesseren zich niet voor dat land. Pepijn van Houwelingen kan gezien worden als geestelijke vader van het referendum.

Historicus Arjen van Dixhoorn draait in zijn  argumentatie moeiteloos oorzaak en gevolg om. Hoewel bekend is dat president Putin al in april 2008 hintte op het opdelen van Oekraïne houdt hij vol dat de annexatie van de Krim door de Russen in maart 2014 een gevolg van de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU was. In 1991 trok de Oekraïense regering de stekker uit de Sovjet-Unie en verklaarde zich in een referendum met 90% van de stemmen eensgezind voor onafhankelijkheid. Dat draagt Putin vanuit een houding van revanchisme Oekraïne nu na, hoewel de echte oorzaak voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie elders ligt. Maar in april 2008 dreigde president Putin er al mee de Krim in te nemen voordat er gesproken werd over een associatie. Verkennende gesprekken over associatie van de EU en Oekraïne begonnen pas in september 2008.

Gebrek aan historisch besef van historicus Van Dixhoorn is tekenend voor het slechte begrip van de actuele geschiedenis. Dat is weer een gevolg van het lage niveau van het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Een gebrek aan historisch besef in combinatie met de relatief eenvoudige mobilisatie via sociale media van een groep makkelijk te beïnvloeden en op het verkeerde been te zetten malcontenten die altijd in een samenleving bestaan heeft Nederland het referendum opgeleverd. Conclusie? Het geschiedenisonderwijs moet verbeterd worden zodat elk individu in staat wordt gesteld onzinargumenten te ontmaskeren. Media-educatie dient er daarnaast voor te zorgen dat informatie beter op waarde geschat wordt. De burger moet geholpen worden zich te wapenen tegen misleiding. En tegen valse profeten. Nederland verdient goed geïnformeerde burgers.

nrc2

Foto: Twee passages uit interview van Wilmer Heck met bestuursleden van het Burgercomité EU Arjan van Dixhoorn, Pepijn van Houwelingen en Beata Supheert in de NRC, 31 maart 2016.

Britse Blocking Blitz: aanval op file-sharing door muziekindustrie

In het Verenigd Koninkrijk wordt gratis downloaden van muziek straks onmogelijk. Als het aan de industrie ligt. Deze heeft 25 downloaddiensten op de korrel en legt die aan de rechter voor. Met het verzoek ze te blokkeren. Zoals in Nederland de Stichting Brein de belangen van de amusementsindustrie beschermt. Vraag is of Britse rechters even weinig van internet begrijpen als Nederlandse rechters. Hoewel ze het wellicht wel begrijpen, maar net doen alsof dat niet zo is. In Nederland zijn de belangen van advocaten, rechters, rechter-plaatsvervangers, raadsheer-plaatsvervangers en juridische wetenschappers vermengd en roept dit de schijn van belangenverstrengeling op. Het Britse juridische systeem kent meer interne tegenspraak en is opener.

De Britse piraat Loz Kaye wijst op bestaande rechten in de samenleving. Zoals andere piratenpartijen wijst-ie het principe van auteursrechten en patenten op muziek, film of geneesmiddelen niet af. Hij zoekt wel een redelijke balans die het musici of kunstenaars mogelijk maakt om geld van hun werk te maken en die de internetvrijheid schappelijk in stand laat. Een mogelijkheid is om de looptijd van auteursrechten terug te brengen. Onderliggend is het debat wie er profiteren van auteursrechten en patenten: de kunstenaars en ontwerpers, of het conglomeraat van belangenbehartigers, advocatenkantoren en communicatiebedrijven. Vanuit de basisdemocratie gunnen de Piratenpartijen de makers hun winst, maar zijn ze kritisch op de amusements- en geneesmiddelenindustrie die vanwege de economische belangen met brute kracht juridische middelen inzet. En looptijden oprekt. Dat radicaliseert de consument waarmee ook de industrie niets opschiet.

sharing-is-caring2

Foto: Pirate Party UK: ‘Sharing Is Caring‘.

Nrc.next checkt feiten van Piratenpartij over gezondheidszorg verkeerd

Update 18 maart 2013: Consumentenprogramma Radar van de Tros besteedt aandacht aan de trucs van de geneesmiddelenfabrikanten om de prijs van medicijnen hoog te houden. En de winst te optimaliseren. Ze gebruiken octrooien oneigenlijk. Niet voor onderzoek, maar voor marketing. Huub Schellekens, hoogleraar medische biotechnologie aan de universiteit Utrecht meent na onderzoek dat wereldwijd jaarlijks 800 miljard euro op octrooien van geneesmiddelen bespaard kan worden. Zonder dat medicijnen aan kwaliteit inboeten. Toenmalig lijsttrekker van de Piratenpartij en arts Dirk Poot beweerde in augustus 2012 hetzelfde. Nrc.next legde zijn beweringen ‘objectief’ langs de meetlat en meende het beter te weten. Maar nam zoals vaker de farmaceutische industrie in bescherming en gaf het programma van Poot en de Piratenpartij verkeerd weer.

Toevallig kwam ik erachter dat nrc.next een rubriek heeft die next.check heet. Feiten worden gecheckt. Soms van programma’s van politieke partijen. De rubriek is een echo van Amerikaanse sites als Politifact.com, TheFactChecker of FactCheck.org die het waarheidsgehalte van beweringen van politici checkt. Een nuttige toevoeging, en zelfs correctie van het publieke debat als het zorgvuldig gebeurt. Maar onzinnig als het blijft hangen in het format en vrij willekeurig enkele feiten uit een omvangrijk programma worden geselecteerd.

De rubriek roept bij mij de vraag op wie de fact checker checkt. In de Angelsaksische pers bestaat de functie van fact checker die door de opkomst van het internet overigens veranderd is. De opmerking van Virginia Heffernan dat feiten op internet vooral retoriek worden, I suspect that facts on the Web are now more rhetorical devices than identifiable objects, is van toepassing op hoe nrc.next feiten ziet. En slordig checkt.

Wilmer Heck checkt drie feiten over gezondheidszorg, Europa en patenten uit het partijprogramma van de Piratenpartij. Zijn oordeel is respectievelijk ongefundeerdhalf waar en waar. Geen representatieve steekproef omdat kernpunten die het bestaansrecht van de partij vormen (privacy, databeheer, burgerrechten, transparante overheid, informatievrijheid en auteursrecht) buiten schot blijven. Ik pik er de bewering over de gezondheidszorg uit: ‘Dit jaar wordt er zo’n 1,1 miljard uitgegeven voor 10 miljoen aan medicijnen’. 

Heck heeft gelijk dat de uit de context gelichte zin cryptisch overkomt. Er wordt bedoeld dat medicijnen die nu 1,1 miljard kosten ook 10 miljoen zouden kunnen kosten. Een actuele discussie nu het College voor Zorgverzekeringen dure medicijnen niet langer wil vergoeden in het basispakket. Heck noemt de bewering dat medicijnen soms wel 100 keer zo goedkoop worden als patenten vervallen. Maar hij beoordeelt zo’n stelling als ongefundeerd omdat de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) zegt dat dit niet voor alle medicijnen geldt, zoals groeihormonen voor kinderen. De FSK en de KNMP zijn op hetzelfde adres gevestigd.

Medicus en lijsttrekker Dirk Poot reageert verbaasd op het oordeel van Heck. Hij zegt dat de Piratenpartij al jaren op de hoge kosten van de farmaceutische industrie wijst en dat juist nu het debat aan snelheid wint nrc.next voor de geneesmiddelenfabrikanten in de bres springt. Hecks tegenargument doet Poot af als onbelangrijk omdat aan groeihormonen voor kinderen in 2010 slechts 55 miljoen is uitgegeven. Poot blijft bij zijn stelling dat patenten medicijnen nodeloos duur maken. Poot is tevens verbaasd dat zijn onderbouwing van de stelling dat de farmaceutische industrie slechts 15% aan onderzoek besteedt niet is geplaatst.

Het artikel ‘next.checkt: het partijprogramma van de Piratenpartij‘ bevat onjuiste beweringen over de kosten van medicijnen en het programma van de Piratenpartij. De auteur laat de gegevens die de SFK hem verstrekte zwaarder wegen dan de kritiek op de farmaceutische industrie. De timing van Wilmer Heck is ongelukkig nu het debat over dure medicijnen en patenten op stoom komt. Hij kan het rechtzetten door aan de redactie economie te vragen hoe hoog de winstgevendheid van de farmaceutische industrie is. Die verklaart de feiten.

Foto: ‘Ongefundeerd‘ in nrc.next