Plasterk voegt zich opnieuw met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikel ‘Ronald Plasterk ziet D66 als bedreiging voor de democratie in Nederland’ van Mark Jongeneel op DDS, 20 januari 2023.

In het commentaarPlasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag‘ van 4 juli 2021 schreef ik over Telegraaf-columnist Ronald Plasterk:

Schermafbeelding van deel commentaar ‘Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag’ van 4 juli 2021.

Plasterk is losgeslagen van zijn sociaal-democratische ankers en in rechts vaarwater terecht gekomen. Daar is niks mis mee. Maar welke oude rekeningen heeft deze voormalige minister nog openstaan? Waarom uit hij zich herhaaldelijk negatief over D66 en partijleider Sigrid Kaag?

Zoals in zijn Telegraaf-column ‘Veruit de grootste bedreiging voor vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting is D66‘ van 19 januari 2023 (achter betaalmuur). Plasterk suggereert dat D66 een grotere bedreiging voor de democratie is dan FvD.

Van Plasterk is bekend dat hij als minister publiciteitsgeil was. Nu zoekt hij in rechtse kringen publiciteit. Verslaafd aan aandacht, terwijl zijn politieke carrière is geëindigd. Hij wil spreken als pundit die nog steeds serieus wordt genomen en relevant is voor het politieke debat. Mijn reactie bij bovenstaand artikel van DDS:

Plasterk slaat de plank mis als hij D66 wil verbinden met linkse politiek. Want D66 is geen linkse partij. Zoals Plasterk zelf evenmin nog een links denkend ex-politicus is. 

Op Plasterks argumenten valt wat af te dingen. Een democratie die zich weerbaar opstelt moet uit zelfbehoud partijen die de democratie praktisch omver willen werpen kunnen verbieden. Men kan niet van een democratie vragen dat die zelfmoord pleegt door geen actie te ondernemen tegen partijen die de democratie willen begraven. 

Vraag is of TK-kamerleden van FvD Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren een gedachtenspel spelen en alleen uit zijn op publicitaire aandacht of werkelijk als doel het einde van de democratie hebben. Als ze op hun grensoverschrijdend gedrag, zoals het bedreigen van mede-kamerleden, aangesproken worden verdedigen ze zich vaak door ironie of de afzwakking van hun gedrag. 

Het debat over de weerbaarheid van de democratie moet in een open samenleving gevoerd kunnen worden. Partijen moeten verboden kunnen worden als ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze bewust de democratie ten grave willen dragen. Maar dat verbod moet door de hogere rechtscolleges uitgevaardigd worden en niet door concurrerende politieke partijen die bij zo’n verbod eigenbelang kunnen hebben. 

Dat is geen makkelijk debat omdat kamerleden van politieke partijen zowel de taak hebben om de regering te controleren als niet buiten de regels van de rechtsstaat mogen treden. Van Houwelingen en Van Meijeren zoeken bewust de grens op en schieten er af en toe overheen. Maar wat zegt dat en roept welke tegenreactie op? 

Het gedrag van deze FvD’ers kan provocerend worden genoemd. Hoe serieus kunnen we deze kamerleden nemen die niet echt uitkomen voor hun mening en deel uitmaken van een partij waarvan de partijleider zegt dat hij het zelf ook niet meer weet? 

Wanneer is het middel om partijen te verbieden erger dan de kwaal? Dat weten we niet. Maar in een weerbare democratie die niet naïef of te betuttelend wil zijn moet dat debat gevoerd kunnen worden. Het is daarom goed dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Meer dan dat is het niet. 

Plasterk blaast het op en blaast er zichzelf mee op.

Willem Treur legt ultra-rechtse omvolkingstheorie langs lat van satire

Satire is het beste middel om de leugens van ultra-rechts aan te pakken. Want als met feiten en argumenten de rechtse achterban niet meer bereikt wordt, dan is humor nog het enige middel. Zo lijkt het. Wie diep verscholen zit in rechts-radicale mentale bunkers vol leugens koestert de eigen bunkermentaliteit als kwaliteit om niet te veranderen.

In de ultra-rechtse bunkers blijft de complottheorie over omvolking populair. Die steeds weer opgepoetste complottheorie van Bat Ye’or, pseudoniem van Gisèle Littman, die claimt dat een witte, christelijke, conservatieve wereld vervangen wordt door moslims die naar Europa worden gehaald is al vele malen weerlegd. Maar weerlegging lijkt in rechtse kringen geen verschil te maken.

Omvolking is volgens complotdenkers het masterplan van progressieven die in een opmerkelijke eensgezindheid achter de schermen aan alle touwtjes zouden trekken.

De paradox is echter dat niet vermeende manipulatoren als George Soros, maar de complotdenkers Europa willen verzwakken. Dat geven deze complotdenkers niet publiekelijk toe. Ze claimen het volk te versterken, maar doen dat door aan te haken bij de vijanden van dat volk die de landen waar dat volk woont willen verzwakken. Hoe ongerijmd kan de leugen zijn?

Omvolkingstheorie over Europa is onzin. Het is een verdienmodel en een cliché achtige stijlfiguur van ultra-rechtse opinieleiders om de eigen achterban te misleiden en aan zich te binden. Zonder nadenken of origineel te hoeven zijn trekken deze opinieleiders in een automatisme telkens deze clichés uit de kast. Zodat deze opinieleiders meer macht naar zich toe kunnen trekken. Het is eerder platte machtsuitoefening en marketing, dan een welgemeende analyse van een politieke of demografische ontwikkeling.

Statistieken van het CBS zeggen dat het aandeel moslims dat de islam aanhangt in Nederland al sinds 2010 stabiel is: 5% van de bevolking. Er vindt nog steeds immigratie van moslims naar Nederland plaats, maar tegelijkertijd ontwikkelt een groot deel van de in Nederland wonende moslims zich zoals alle Nederlanders: ze emanciperen en nemen afstand van het geloof.

TPO’er Willem Treur is in een tweet van 15 mei 2022 positief over een tweet van Sander Schimmelpenninck die kritisch is op de ruimte die complotdenkers als Filip Dewinter en Raisa Blommestijn in de publieke opinie krijgen zonder dat ze worden tegengesproken. Hoe gevaarlijk dat is blijkt uit de recente moord van de 18-jarige Payton Gendron op 10 Afro-Amerikanen in een zwarte buurt in Buffalo.

Tweet van Willem Treur, 15 mei 2022.

In de VS hebben ultra-rechtse politici als Elise Stefanik en radicaal-rechtse omroepen als Fox News deze racistische moord jarenlang helpen voorbereiden door hun omarming van complottheorieën. Dat maakt zo’n moord sociaal acceptabel voor degenen die meegaan in zo’n complottheorie. In Nederland zijn politici als Thierry Baudet en de beginnende omroep Ongehoord Nederland minder invloedrijk, maar toch kunnen ze zonder veel tegenspraak doorgaan met het verspreiden van complottheorieën. Ook over omvolking. Dat is niet ongevaarlijk. De kans op een massamoord uit de ultra-rechtse achterban wordt er groter door.

Wat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om ultra-rechtse opinieleiders in de publieke opinie zonder tegenspraak ruimte te geven om de democratie, de rechtstaat en de waarheid aan te vallen? Wat als ook satire niet helpt tegen dit beschamende en beschadigende radicalisme van ultra-rechtse opinieleiders?

Op welk moment dient een democratie op te treden tegen vijanden als de weerbaarheid ervan ondermijnd wordt? In de VS lijkt dat moment genaderd. In Nederland gebeurt alles later, maar de garantie dat hier de complottheorieën van ultra-rechtse opinieleiders niet tot een massamoord zullen leiden bestaat niet. Nauwlettendheid van ultra-rechts is geboden. Hun complottheorieën zijn niet vrijblijvend.

Er schort iets aan de vieringen van 4 en 5 mei. Die draaien te veel om handhaving van de gevestigde orde en te weinig om versterking van de democratie

Ruïne van kerk na oorlogshandelingen met op de voorgrond viering van de bevrijding‘, 1945. Doesburg. Collectie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Natuurlijk weten we hoe belangrijk vrijheid is. Natuurlijk weten we wat voor paradijs Nederland is. Natuurlijk weten we hoe autoritaire leiders niks geven om rechten. Natuurlijk weten we dat we alert moeten zijn omdat het mogelijk is dat ons de vrijheid ontstolen wordt. Met een vingerknip.

Maar laat ons dat individueel doordenken, beseffen en herinneren. Het collectivisme van zowel de dodenherdenking van 4 mei als de bevrijding van 5 mei begint me steeds meer tegen te staan. Niet omdat de rituelen uitgesleten raken en voorspelbaar worden, maar omdat de herdenking en viering niet zijn wat ze zeggen te zijn. Vrijheid wordt een leeg begrip als het niet direct verbonden worden met de versterking van de democratie

Herdenking en viering worden duidelijk van bovenaf opgelegd. Dat is geen viering van vrijheid, dat is viering van de gevestigde orde.

Ik vermoed dat ik in die twijfel niet de enige ben. Is het niet zo dat 4 en 5 mei steeds minder aansluiten bij hoe hedendaagse burgers met de doden die gevallen zijn voor onze vrijheid en dat begrip vrijheid zelf om willen gaan? Dat collectivisme waar we twee dagen lang mee geconfronteerd worden begint steeds meer een ongewenste dwangbuis te worden.

We hebben een sterke staat nodig om de vrijheid te garanderen en ons te verdedigen tegen aanvallen van buiten. Een land heeft ook een zekere mate van eensgezindheid en nationalisme nodig, dat laatste liefst in afgezwakte vorm. Symboliek en bombast kunnen zinvol zijn om dat aan de bevolking over te brengen.

Maar die symboliek moet zo aangewend worden dat het uitsluitend de democratische instituties en het abstracte idee van vrijheid versterkt die onze democratie weerbaar en flexibel houdt. Individuen als een staatshoofd, politici en legerleiders representeren deels hun functie, maar hebben deels ook belangen die niet altijd gelijk op lopen met de versterking van de democratie. Hun belang is niet in alle gevallen het verdedigen van de vrijheid. Dan worden de rituelen vals en ongeloofwaardig.

Dat verschil tussen schijn en wezen van de vieringen schrijnt. En schrijnt steeds meer. De vieringen dienen gedemocratiseerd te worden en op een andere leest te worden geschoeid. Laat ons daar in ons individualisme collectief over debatteren om de vrijheid fundamenteel anders te gaan vieren.

Vrijheid is te belangrijk om op te sluiten in rituelen én belangen van representanten van de gevestigde orde.

In Nederland wint laffe journalistiek het van weerbare journalistiek

Thierry Baudet (FvD) en Geert Wilders (PVV) tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. Foto Bart Maat / ANP. 2021.

Het is niks nieuws om het te zeggen en ik heb het de afgelopen jaren in blogposten, al voor de opkomst van Donald Trump, herhaaldelijk gezegd, de media zijn niet links, maar rechts. Toen moest het ergste nog komen. De media hebben in de VS de opkomst van Donald Trump mogelijk gemaakt. Zie mijn commentaar uit 2015.

De redenen daarvoor waren divers: gebrek aan historisch besef en intellectuele denkkracht bij journalisten, gemakzucht en lui denken van journalisten, en opportunisme en eenzijdige prioriteit voor het eigen economische belang bij de gevestigde (‘establishment’) media. Het excuus daarvoor is dat ze vechten om te overleven en daarom geen keuze hebben. Maar de vraag is wat dat soort media nog waard is en maatschappelijk toevoegt.

Journalisten en media hebben gefaald. Ze hebben de ultrarechtse politici in de VS en in Europa niet even kritisch benaderd als ze dat deden bij politici van centrumpartijen of de gematigd linkse politiek.

Het meest opvallende is dat de journalistiek nog steeds niet tot het inzicht is gekomen dat het niet alleen terughoudend en slordig heeft gehandeld, maar een noodzakelijke rol heeft gespeeld in de normalisering van ultrarechts. Van Trump, van Wilders, van Baudet.

De fout die journalisten van De Volkskrant, NRC en Trouw blijven maken ontspruit vanuit het verkeerde idee dat bij elke hoor wederhoor past. Als dat gaat om mening A tegenover mening B, dan klopt dat. Maar niet als het gaat om een democratische overtuiging tegenover een anti-democratische overtuiging. Journalisten verschuilen zich achter hun beroepscode en menen vanuit eigen perspectief op veilig te spelen, maar bereiken voor het geheel het omgekeerde: onveiligheid voor de democratie.

Het feilen van de gevestigde media is dat ze dit onderscheid niet willen of kunnen maken. Ook dat ze achteraf hun gemaakte fout niet willen toegeven en van die fout weinig hebben geleerd toont niet de sterkte, maar de essentiële zwakte van de journalistiek. De ethiek en het democratisch besef zijn ondergeschikt aan persoonlijke en economische overwegingen.

Als er een verantwoordelijke, volwassen journalistiek zou bestaan, dan zouden media en journalisten dagelijks het ultrarechtse gedachtengoed van een partij als FVD signaleren. Maar dat laten ze na, hoewel ze wel een kritische houding zijn gaan aannemen. Dat is echter niet structureel, maar incidenteel.

Tot op de dag van vandaag normaliseren Nederlandse media het ultrarechtse gedachtengoed. Tot mijn verbijstering gaf in december 2021 omroep 1Twente Enschede het ultrarechtse Fvd-Kamerlid Pepijn van Houwelingen die de democratie en de rechtsstaat wil ontmantelen volop publiciteit. Deze omroep is ziende blind en het zou nog tot daar aan toe zijn als dit de uitzondering was. Maar dat is niet zo.

In een commentaar omschreef ik dat als volgt: ‘Het is de hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze weg, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is wellicht ontbrand, maar niet bij 1Twente Enschede.’

Pas nadat de ultrarechtse politici door de journalistiek en de gevestigde media op het schild werden gehesen zonder dat aan hen een strobreed in de weg werd gelegd is in de journalistiek een aarzelend besef ontstaan dat het daar mede voor verantwoordelijk is. Maar zelfs dat heeft nauwelijks geleid tot zelfreflectie, laat staan zelfinzicht van individuele journalisten en directeuren van media-organisaties. De durf, mentaliteit en grootmoedigheid om dat publiekelijk toe te geven ontbreekt. Zo ziet weerbare en verantwoordelijke journalistiek er niet uit, maar laffe journalistiek wel.

De journalistiek wil zich niet de maat laten nemen en kruipt steeds weer weg voor het nemen van verantwoordelijkheid. Zo is het niet in staat om een nieuwe start te maken door te werken aan het herstellen van de eigen geloofwaardigheid en het weggezakte publieke vertrouwen. Er is geen weerwoord voor het verwijt dat de journalistiek verantwoordelijk is voor het eigen falen. Daarom zwijgt het achteraf. Een mea culpa is de vloek in de redactieruimte. De meerderheid van het publiek ziet met lede ogen de kortzichtigheid van de journalistiek aan.

NRC en Kiza Magendane balanceren op de rand van naïviteit en het gebrek aan urgentie om de democratie weerbaar te helpen maken

Schermafbeelding van deel columnBalanceren op de coronascheidslijn‘ van Kiza Magendane in NRC, 1 oktober 2021.

Als lezer van NRC laat ik de columns van Kiza Magendane aan me voorbijgaan. Dat is niet erg, je hoeft niet alles te lezen. Maar de kop van de recente columnBalanceren op de coronascheidslijn‘ van 1 oktober 2021 zette me aan tot lezing. Wat is dat voor balanceren? Ik ben het hartgrondig oneens met deze column en heb onderstaande reactie geplaatst op de FB-pagina van NRC bij deze column. Ik hoop dat mijn reactie eraan meehelpt om het debat binnen de redacties van NRC over de eigen rol in de versterking van de democratie op een hoger peil te brengen:

Vreemd artikel dat iets wat cultureel is probeert te reduceren tot het persoonlijke. De bedoeling ervan is ongetwijfeld een poging om te verbinden, maar het artikel bereikt het omgekeerde. Kiza Magendane slaat de plank mis. Zijn poging pakt averechts uit omdat zijn horizon niet breed genoeg is. 

Hij mist wat hij voor zijn ogen ziet: een culturele oorlog. Hij bespeurt niet dat fanatieke anti-vaxxers en hun meelopers in een sekte-achtige omgeving zijn beland waar ze mentaal gevangen worden gehouden en niet meer na kunnen denken. Magendane mist niet alleen deze ontwikkeling, maar keert het om en oppert dat de nadenkende Nederlanders niet nadenken, maar gevangen worden gehouden in hun frame die door politiek en big pharma wordt opgelegd. 

Magendane relativeert alles kapot. Het klinkt wijs, maar is dom. Hij helpt eraan mee de tegenkracht te ontmantelen die de beste weerstand biedt aan de ontregelaars die van binnenuit en van buitenaf om politieke redenen zand in de motor van de Nederlandse democratie strooien. 

COVID-19 is geen nieuwe politieke scheidslijn in Nederland zoals hij suggereert. Het is een oude scheidslijn die tegenstanders van de bestrijding van de pandemie aanwenden om aan invloed te winnen. In andere omstandigheden hadden ze met hetzelfde effect een andere aanleiding gevonden. Bijvoorbeeld het klimaat, de immigratie of de EU. 

Deze enerzijds-anderzijds column van Magendane die geen stelling neemt en de kool en de geit lijkt te willen sparen maakt somber. Dat zo’n relativerende, pseudo-humanistische column wordt geschreven is begrijpelijk, maar waarom NRC het in deze vorm plaatst is onbegrijpelijk. Het houdt in dat de serieuze media nog steeds onvoldoende beseffen wat hun rol is in het versterken van de weerbaarheid van de democratie. 

De plaatsing van deze column geeft aan dat de Nederlandse media nog steeds niet beseffen in welk risicovol stadium Nederland is aangeland. De anti-vaxx beweging is een min of meer toevallig breekijzer om de Nederlandse democratie te beschadigen. Het is een internationale beweging die door anti-democratische landen en organisaties wordt gevoed waarvan het Nederlandse filiaal wellicht nu nog tamelijk terughoudend opereert, maar die internationale dimensie geeft de potentie weer tot wat het kan uitgroeien. Daar zit het gevaar. 

Deze auteur gaat zelfs nog een stapje verder als hij zich afvraagt of ‘sceptici en dwarse denkers gelijk hebben’. Hij keert de waarden om. Deze column staat wat betreft auteur en NRC-redactie die dit plaatst voor het gebrek aan urgentie over de eigen rol van de Nederlandse media. 

Het is ongetwijfeld zo dat de meeste anti-vaxxers in hun sekte-achtige omgeving niet meer met feiten overtuigd kunnen worden, want ze zijn al te ver afgedwaald van de realiteit. Ze moeten daarom niet met feiten benaderd worden. Daar zit Magendane op het goede spoor. Maar dat moet wel gebeuren vanuit een richtinggevend en duidelijk omlijnd idee dat de democratie het waard is om voor te vechten. Dat is de bedding om de sceptici en dwarsdenkers er weer bij te trekken. Dat idee geeft Magendane echter weg zonder er iets voor terug te vragen. Dit is defaitisme met een verkeerd blikveld. 

Desinformatie van Russische Federatie en China moet bestreden worden door breed pakket van maatregelen

Reporters Without Borders (RSF) is publishing a gallery of grim portraits, those of 37 heads of state or government who crack down massively on press freedom.’ RSF, 2 juli 2021.

Hoeveel soorten tegenstanders van vaccinatie zijn er eigenlijk? In grote lijnen twee soorten. Degenen die geloven dat vaccineren schadelijk, onnodig of deel van een complot is en degenen die daar niks van geloven, maar dat ongenoegen van anderen gebruiken voor hun politieke doelen. Deze laatste categorie is het meest interessant omdat die de argelozen een bepaalde richting opduwen. Zonder deze laatste categorie had de eerste categorie niet kunnen groeien.

Dat begint met de kleine krabbelaars die na een mislukte carrière als dansleraar, journalist of een misgelopen prestigieus hoogleraarschap de desinformatie als de enige mogelijkheid zien om op een parallelle manier carrière te maken. Of ze zelf geloven wat ze aan desinformatie verspreiden doet niet terzake. Het gaat erom dat ze dat geloofwaardig doen en degenen die ontevreden zijn en zich achtergesteld voelen overtuigend aanspreken.

Het eindigt met buitenlandse leiders als Vladimir Poetin en Xi Jinping die verdeeldheid in het Westen zaaien door inzet van hun sociale media die desinformatie verspreidt. Ze mengen zich in het publieke debat van die landen. Daarmee opereren ze schijnheilig omdat ze datzelfde buitenland op harde toon toespreken om zich niet met hun binnenlandse aangelegenheden te bemoeien. Want ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’

Avaaz in de publicatieDeutschlands Desinformations-Dilemma 2021‘ en de Duitse publieke omroep ARD tonen in de documentaireDie geheimen Meinungsmacher‘ geloofwaardig aan dat deze buitenlandse actoren zich op de Duitse publieke opinie richten en allerlei soorten desinformatie met elkaar verbinden. Over vaccinatie en de COVID19-pandemie en de actuele politiek situatie, de landelijke verkiezingen van 26 september 2021.

Beide landen zaaien met hun sociale media ook desinformatie in de VS en andere Europese landen. De Russische Federatie heeft deze strategie van desinformatie de afgelopen jaren uitgebouwd en opereert al op een geavanceerd niveau. China verkeert nog in de planfase, maar gezien de economische macht van China en het voornemen om zich in de publieke opinie van de VS en EU te mengen, zal China naar verwachting de Russische Federatie de komende jaren voorbijstreven in slagkracht om het Westen te ondermijnen via inmenging in de publieke opinie.

Zo proberen landen als China en de Russische Federatie tamelijk succesvol een deel van de Westerse bevolking dat ontvankelijk is voor desinformatie hiermee blijvend te voeden. Hun doel is om dat maatschappelijke rafelrandje dat niet gelooft in wetenschap, journalistiek of politiek te vergroten. Van 10% tot 25%. De gewone malcontenten beseffen niet of onvoldoende dat ze pionnen in een geopolitiek schaakspel zijn.

Reporters Without Borders (RSF) urges everyone to beware of the global disinformation campaign about the coronavirus that Beijing has been orchestrating ever since the start of the pandemic‘. RSF, 15 december 2020.

Als dat bereikt is, dan wordt het geloof in democratie en het electorale proces door zo’n aanzienlijke groep malcontenten zodanig ondermijnt dat ermee de democratie op omvallen komt te staan.

Ze denken vanuit dwarsdenken of een idee van achterstelling tegen de gevestigde orde van hun land te zijn en beseffen niet of onvoldoende dat ze daardoor de vijanden steunen. De paradox is dat juist zij die ongeregeld protesteren tegen de maatregelen of het bestaan van de nationale overheid de eersten zouden zijn die in landen als China of de Russische Federatie opgepakt zouden worden om in een strafkamp te belanden. Want niets vrezen deze landen zo als ordeloosheid en chaos van onderop die ze niet kunnen controleren.

De strategie van China en de Russische Federatie is simpel. In het eigen land beperken ze de vrijheden van burgers en media zodat elk tegengeluid wordt gesmoord en buitenlanders niet kunnen doen wat China en de Russische Federatie in westerse landen doen. Dat is vrij schieten voor deze twee landen vanuit het idee dat de eigen basis is afgegrendeld voor opinievorming en de vrijheden van het Westen de zwakke onderbuik zijn om desinformatie te verspreiden.

China en de Russische Federatie zijn geen democratie en hebben geen vrije verkiezingen. Juist verkiezingen en machtswisselingen maken landen kwetsbaar, zodat het logisch is voor autoritaire landen om niet in zo’n kwetsbare positie te komen door verkiezingen af te schaffen. Het overlijden van een politieke leider in functie is nog het enige moment van kwetsbaarheid dat in autoritaire landen resteert. Daarom is het vanuit de logica van de autoritaire staat verstandig dat leiders niet blijven zitten tot hun dood, maat voortijdig aftreden. Maar omdat hun economische en politieke macht die zich uitstrekt tot de macht over krijgsmacht, politie en veiligheidsdiensten de ultieme garantie voor hun fysieke bestaan is, kunnen ze doorgaans niet voor hun dood aftreden.

Je kunt je alleen maar verbazen over de argeloosheid van de VS, de EU, VK, Canada, Australië, Japan, Zuid-Korea en nog enkele westerse landen over de ruimte die landen als China en de Russische Federatie in hun eigen publieke opinie hebben gekregen. En zoals gezegd, wat China betreft moet het ergste de komende jaren nog komen.

Er zijn verzachtende omstandigheden om het trage beleid van westerse regeringen te verklaren. Ze hebben uit gemakzucht en naïviteit hun publieke opinie grotendeels uitgeleverd aan Amerikaanse techbedrijven als Facebook, Twitter en Google. Omdat deze bedrijven hun journalistieke taak om desinformatie te bestrijden volstrekt ondermaats uitvoeren en ze er juridisch niet aan gehouden kunnen worden om dat wel te doen, menen de westerse regeringen dat ze geen instrumenten hebben om de desinformatie van buitenlandse actoren die hun democrate bedreigt te bestrijden.

Dat is het gebrek aan geloof in zichzelf die een verlammende invloed heeft. Begin 20ste eeuw hadden oliebedrijven een monopolie totdat anti-trust wetten daar een einde aan maakten. Dat is een kwestie van politieke wil. De techbedrijven zouden opgeknipt moeten worden in delen waar de nationale overheden weer macht over hebben.

Er wordt soms gezegd dat complot- of dwarsdenkers de realiteit niet meer van fantasie kunnen onderscheiden. Daarom laten ze zich leiden door rattenvangers als Donald Trump, Willem Engel, Karel van Wolferen of Russische propagandazenders en door de gevestigde media en publieke omroep die in hun streven naar evenwichtigheid, volledigheid en evenredigheid de grootste verspreiders van desinformatie zijn geworden.

Dat komt door de enerzijds-anderzijds journalistiek die altijd twee kanten van de medaille geeft, maar in een tijdperk van desinformatie de valkuil is geworden waar de journalistiek zelf in is gevallen. Dat soort journalistiek zit klem tussen de eigen gedragsregels en het effect daarvan dat tot het distribueren van desinformatie leidt. De gevestigde journalistiek trapt in de val die Russische en Chinese desinformatiecampagnes hebben gezet.

De journalistiek beseft dat, maar weet niet anders te handelen. Want de eigen professionele code kan het evenmin overboord gooien. Hetzelfde geldt voor de politiek die weet dat desinformatie van buitenlandse actoren alleen kan worden verspreid door de vrijheden in te perken die die actoren hun eigen burgers niet geven. Maar daarmee komt ook een einde aan de democratie zoals we die kennen.

Social media and the access it provides to voter data give Russian active measures the ability to influence the outcome of an election. Global Security Review, 10 juni 2019.

De enige remedie voor westerse landen is om te blijven signaleren wat er aan desinformatie verspreid wordt, die te ontzenuwen en aan het eigen publiek zakelijk uit te leggen wat er aan de hand is. De hardliners kunnen niet meer worden bereikt omdat ze zich mentaal en fysiek hebben opgesloten in hun eigen echokamers. Voor het voortbestaan van het geloof in de democratie is het van essentieel belang om de groei van het percentage complot- en dwarsdenkers tot stand te brengen. Twee maatregelen zouden daarbij kunnen helpen. Het opknippen van de techgiganten en ze weer onder controle van nationale overheden brengen En een herwaardering bij en bewustwording van de traditionele journalistiek om zo te gaan functioneren dat desinformatie niet meer ongeclausuleerd wordt doorgegeven.

De strijd tegen desinformatie is een strijd van lange adem. En het ergste moet nog komen als in de nabije toekomst China zich met volle kracht gaat bemoeien met de publieke opinie in westerse landen. Nodig is een integraal pakket dat maatregelen van mededinging (antitrust én wederkerigheid in de concurrentie met China), journalistiek, media-educatie, sociale politiek om de achtergestelden er weer bij te trekken en bewustwording van de politieke en economische klasse bevat om de desinformatie die de democratie van buitenaf en binnenuit bedreigt terug te dringen. Zie ook een voorstel met 10 aanbevelingen van Reporters Without Borders aan de EU.

Bizar vonnis in Mechelen: Radicaal-rechtse activisten veroordeeld die spandoek met tekst ‘Stop Islamisering’ toonden

In Mechelen heeft een correctionele rechtbank vier leden van de Vlaams-nationalistische beweging Voorpost veroordeeld tot zes maanden cel voor het aanzetten tot haat en geweld. Reden voor de veroordeling was het in mei 2020 tijdens een demonstratie tonen van een spandoek met als opschrift ‘Stop Islamisering’. Hier is het vonnis te lezen. Aanzet tot haat of geweld jegens een groep is de aanklacht, in dit geval de moslimgemeenschap. De advocaten van de aangeklaagden protesteerden tevergeefs dat de rechtbank niet bevoegd was omdat het om een drukkersmisdrijf zou gaan.

Ik ben het niet met de standpunten van Voorpost of de nationalistische partij Vlaams Belang eens, maar evenmin met de motivatie van het vonnis. Overigens evenmin met de verdediging door de advocaten van Voorpost. De valkuil van een zaak als deze is om de eigen mening te laten bepalen door het feit dat men het niet eens is met de overtuiging van de aangeklaagden. Men moet echter het vonnis kunnen bekritiseren zonder het eens te zijn met de rechts-nationalistische overtuiging van de vier veroordeelden.

In de vonnis is naar mijn idee dit de sleutelzin, waarbij met ‘hem’ wordt verwezen naar aangeklaagde LV: ‘Volgens hem is er geen wet die kritiek op eender welke godsdienst verbiedt’. Uit het vonnis blijkt dat dit aspect door rechtbank noch verdediging wordt uitgewerkt. Dat is merkwaardig. Waarom is dit door de verdediging niet uitgewerkt?

België kent net als Nederland het secularisme als politieke filosofie. Dat houdt in dat alle godsdiensten en levensovertuigingen voor de wet gelijk zijn. Onder de rechtsstaat is voor de volgers ervan het bestaan van hun favoriete godsdienst of levensovertuiging gegarandeerd, maar dat betekent niet dat kritiek erop in het publieke debat niet is toegestaan.

Religiekritiek is zelfs gewenst als men in beschouwing neemt dat vanwege de machtsvorming als wereldreligie de islam machtig is en tegen een stootje moet kunnen. Die kritiek kan opgevat worden als een instrument dat op het niveau van argumenten de vanzelfsprekendheid van de macht aanspreekt. Interessant zou zijn of een spandoek met de tekst ‘Stop Christianisering’ met een tekening van nonnen met hoofddoeken tot dezelfde argumentatie van deze rechtbank zou leiden. Zou dat ook opgevat worden als aanzetten tot haat en geweld jegens een groep, in dit geval de christenen? Met het vonnis beperkt de rechtbank van Mechelen religiekritiek.

Het zou wat anders zijn als de activisten van Voorpost een spandoek hadden getoond met een tekst die niet verwees naar de islam of de islamisering, maar direct naar degenen die zich erdoor laten inspireren, de moslims. Bijvoorbeeld, ‘Moslims Oprotten’ of ‘Minder Moslims? Dat regelen we!’. Zo’n tekst is ontoelaatbaar omdat het in strijd is met de wet die het vrij belijden van godsdienst of levensovertuiging garandeert.

De motivatie dat zo’n spandoek met een tekening van vrouwen die nikabs of boerka’s dragen ’suggereert dat in de toekomst in Vlaanderen, alle vrouwen mogelijks verplicht zullen zijn om nikabs of boerka’s te dragen’ wordt niet onderbouwd. Het Belgicisme ‘mogelijks’ houdt al een slag om de arm dat het misschien kan gebeuren. Het vonnis vervolgt: ‘Dit beeld kan angst en haat opwekken voor vreemdelingen, hun geloof en hun gebruiken en voor de mogelijkheid dat deze in de toekomst Vlaanderen zullen overheersen’. Opnieuw gebruikt het vonnis de optie van iets dat theoretisch kan, maar niet noodgedwongen hoeft te gebeuren, door de aangeklaagden wordt nagestreefd of uit hun actie volgt als bouwsteen voor de motivatie. De rechtbank bouwt hiermee op drijfzand.

Het wordt er absurd op als de vorige citaten worden gevolgd door een conclusie: ‘Aangezien de feiten klaarblijkelijk mogelijks werden ingeven door racisme of xenofobie, is de rechtbank bevoegd om de grond van de zaak te beoordelen’. Let opnieuw op de slag om de arm, ‘klaarblijkelijk mogelijks’ (!). Dat is geen juridische redenering die klopt als een bus en waar geen speld tussen te krijgen is. Het is een impressionistisch, journalistiek betoog dat een parodie op een gerechtelijk vonnis is. In bovenstaande redenering wordt iets verondersteld dat vervolgens als vaststaand wordt aangenomen. Dat is een cirkelredenering. Dit vonnis rammelt aan alle kanten.

De vier activisten van Voorpost verdienen voor genoemde actie op de Grote Markt in Mechelen op 30 mei 2020 eerder een schrobbering, dan een gevangenisstraf van zes maanden. Voor drie met uitstel. Het is voor een open samenleving lastig om grenzen te stellen. Democratie moet weerbaar zijn en verdedigd worden. Niet in het minst tegen radicaal-rechtse activisten die rare kostgangers met radicale overtuigingen zijn en dreinend de grenzen van de wet opzoeken.

Maar de democratie moet evenmin om zeep geholpen wordt door de vrijheid van meningsuiting en religiekritiek in te perken. De zittende macht moet beseffen dat de islam tegen een stootje kan en voor zichzelf op kan komen. Het is een machtige organisatie en geen slachtoffer dat beschermd moet worden. De vrije meningsuiting krijgt pas waarde als men opkomt voor degenen met wie men het niet eens is. Dat idee dient ook het uitgangspunt van een rechtbank te zijn.

Gevestigde democratische instituties moeten niet bang zijn en zelfvertrouwen tonen dat de democratie het wel redt tegen vier tamelijk onbelangrijke radicaal-rechtse activisten. Ze willen de democratie niet afschaffen, maar zich profileren met hun hun politieke agenda. Ze hebben binnen het secularisme recht op de religiekritiek die ze in Mechelen uitoefenden. Ook als daar een politieke overtuiging achter schuilgaat die de meerderheid van de bevolking verderfelijk vindt.

Persfotograaf wordt met auto en al sloot ingekieperd. Hoe kan agressie tegen journalisten gestopt worden?

Gisteren werd de auto van persfotograaf Timothy waarin hij samen met zijn vriendin zat door een shovel ondersteboven een sloot ingewerkt. Dat gebeurde nadat ze werden bedreigd door een groep omstanders. De fotograaf was in het buitengebied van Lunteren afgekomen op een autobrand om daar foto’s van te maken. De politie heeft twee mensen aangehouden, onder wie de bestuurder van de shovel.

In een bericht van Omroep Gelderland vertelt Timothy dat hij overal pijn heeft: ‘Ik heb spierpijn, rugpijn. Mijn rug is beschadigd door glas van de autoruit. Ik kan dus ook nergens tegenaan zitten.’

Het Genootschap van Hoofdredacteuren is volgens een bericht in De Telegraaf geschokt door het gebeurde. Het zegt: ‘Bij die aanval werd de auto waarin zij zaten met een shovel een sloot in geduwd, waarbij beiden gewond raakten. Het gaat hier om een directe en levensbedreigende aanval op twee mensen maar het is ook een nieuwe aanslag op de journalistiek en de persvrijheid.

Deze gebeurtenis van een persfotograaf die wordt bedreigd en aangevallen en het werken onmogelijk wordt gemaakt kan niet los worden gezien van de rol van de journalistiek in het publieke debat. Die staat onder druk zoals een uitzending van Medialogica (HUMAN) duidelijk maakte. Is het niet zo dat extremistische geluiden steeds meer zendtijd in de gevestigde media krijgen en het ageren tegen journalisten steeds meer genormaliseerd wordt?

In een scherts zou je kunnen zeggen dat na het tijdperk Pim Fortuyn de gevestigde media de boze burger opzocht omdat die in de periode daarvoor over het hoofd gezien zou zijn en dat als emanciperend na-ijl-effect daarvan nu de boze burger de journalist opzoekt. Met knuppel of shovel.

De media waren kort na de eeuwwisseling bang de boot te missen en stuurden hun journalisten de straat op om de mening van de burger te horen. Sinds die tijd besteden media zoveel aandacht aan de boosheid, ontevredenheid en het misnoegen van de burger dat dit de norm lijkt te zijn geworden. Maar publieksonderzoeken concluderen dat deze nieuwe normaliteit helemaal niet standaard is. Ze wordt door de media oververtegenwoordigd. Politici als Baudet en Wilders, en allerlei complotdenkers krijgen overmatige aandacht.

Dat heeft tot gevolg dat de claim van vooral het rechts-radicale populisme dat journalisten het verlengde van de macht zijn (‘Staatsomroep’) door steeds meer mensen wordt geloofd. Overigens nog steeds een minderheid. Journalisten worden verjaagd, het werken onmogelijk gemaakt of met als nieuw dieptepunt de sloot in gekieperd. Terwijl het omgekeerde het geval is. Namelijk journalisten volgen kritisch de macht én de tegenmacht en doen daar verslag van.

Wat er moet gebeuren om de aversie of zelfs vijandschap van steeds meer mensen tegenover de media en journalisten af te zwakken is de vraag. Hoe dan ook lijken de afgelopen 20 jaar de media in eigen voet te hebben geschoten door veel te veel aandacht aan extremistische en anti-democratische denkbeelden te hebben gegeven. De agressie tegen journalisten hebben de media zelf gezaaid.

Het is de vraag of de gevestigde media nu nog met elkaar tot een strategie van de-escaleren, media educatie en versterking van de democratie kunnen komen. De fletse houding van hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff in de uitzending van Medialogica geeft weinig vertrouwen dat de Nederlandse journalistiek intellectueel en mentaal opgewassen is tegen het rechts-radicalisme en ambitie, bereidheid en durf in zich heeft om de urgentie onder ogen te zien om zich te wapenen tegen de rechts-radicalen en anti-democraten die journalisten aanvallen.

Gedachten bij foto ‘Op de Dam te Amsterdam werden met een projectie-apparaat de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen op een groot scherm getoond. In de muziekkiosk zorgden de Ramblers voor de muzikale opluistering’ (1958)

Het was nog maar in 1958 dat verkiezingen werden gevierd op pleinen en voor gebouwen van kranten waar de uitslagen druppelsgewijs binnenkwamen. De beschrijving bij deze foto toont een Nederland dat we nog nauwelijks kennen. Het doet ouderwets aan, maar kondigt al het begin van de moderne tijd met nieuwe communicatiemiddelen aan: ‘Op de Dam te Amsterdam werden met een projectie-apparaat de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen op een groot scherm getoond. In de muziekkiosk zorgden de Ramblers voor de muzikale opluistering’.

De televisie is in 1958 nog nauwelijks doorgedrongen tot de huiskamers. Die opmars begint pas zo’n vijf jaar later als de welvaart over Nederland komt. Mede dankzij het gasveld van Slochteren. Ook toen al moest de verkiezingsavond ‘opgeluisterd’ worden. Zeggen we nu ‘oppimpen’? Welbeschouwd is zo’n avond een saaie bedoeling met veel dode momenten. Een enkel hard feit en vooral analyses, speculaties en projecties die toch nooit uitkomen zoals op deze verkiezingsavond wordt gezegd.

’t Heerlijk avondje is gekomen, ’t Avondje van het verkiezingsfeest, Vol verwachting klopt ons hart, Wie de koek krijgt, wie de gard, Vol verwachting klopt ons hart, Wie de koek krijgt, wie de gard.

Maakt het veel uit wie er wint? Dat valt te bezien. Alles is best als partijen binnen de democratie blijven en geen alternatief rechtssysteem willen optuigen. Daarom ben ik van mening dat de SGP en FvD ontbonden moeten worden omdat ze niet binnen de democratie passen en er een destabiliserende invloed op uitoefenen. Maar verder maakt het weinig uit. Zolang partijen de democratie niet omver willen werpen en min of meer hetzelfde wereldbeeld schetsen is er voor elke partij (behalve FvD en SGP) wel iets te zeggen. Met chips en bier, en wellicht een boek erbij, is het kijken naar de verkiezingsavond en het spieden naar de harde cijfers draaglijk infotainment.

Foto: Peter van Zoest (ANP), ‘Op de Dam te Amsterdam werden met een projectie-apparaat de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen op een groot scherm getoond. In de muziekkiosk zorgden de Ramblers voor de muzikale opluistering’, 28 mei 1958. Collectie/ Archief: Fotocollectie Elsevier

Verschil in politieke voorkeur is ondergeschikt. Het gaat erom welke partijen gaan voor alleenheerschappij. Ontbind daarom FvD en SGP

NOS Stories heeft een interessant verslag over uitsluiting van jongeren vanwege hun politieke voorkeur. Vriendschappen worden verbroken omdat vrienden op een bepaalde partij stemmen. In dit geval FvD. Bij ouderen zal dit niet zoveel anders gaan.

Het is een lastig onderwerp. Dat blijkt omdat alles door elkaar wordt gehusseld. Alle partijen die deelnemen aan de verkiezingen en waar dus op gekozen kan worden zijn democratische partijen die de democratische rechtsstaat ondersteunen. Anders zouden ze ontbonden of verboden zijn.

Een democratie moet weerbaar zijn en partijen die de democratie aanvallen niet laten bestaan, laat staan faciliteren met zendtijd, spreektijd en financiële ondersteuning. Dat is het afzagen van de tak waarop we zitten.

Partijen kunnen veranderen of hun ware aard verhullen. Dat laatste is nog niet zo makkelijk om aan te tonen. En waar leg je de grens? Het zou goed zijn als over de weerbaarheid van de democratie een publiek debat zou ontstaan. Ook in het onderwijs.

Het debat zou dan niet zozeer moeten gaan over ‘foute’ politieke beweringen zoals het feit dat er geen probleem is met het klimaat, dat COVID-19 niet meer dan een griepje is of dat bevolkingsgroepen achtergesteld moeten worden, maar over de ondubbelzinnige steun van de partijen voor de werking van de democratie

Dat betreft dan niet maatregelen die discrimineren en waar de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) op wijst. Die zijn zeker ongewenst, maar spelen op een ander vlak. Ze kunnen op het niveau van de rechtspraak bediscussieerd worden. Liefst met een educatieve toelichting van het ministerie van Justitie erbij.

Er zijn democratische partijen die betwisten of er doelpunten worden gemaakt en er zijn anti-democratische partijen die de doelpalen tot buiten het veld willen verplaatsen. Democratische partijen zijn opponenten waarmee men het oneens kan zijn en waartegen men kan strijden. Anti-democratische partijen willen de wedstrijd stilleggen en eenzijdig de uitslag bepalen zonder dat de wedstrijd gespeeld wordt en andere partijen zich daar nog tegen kunnen uitspreken.

Je zou kunnen zeggen dat PVV ‘foute’ beweringen doet, maar binnen de democratie blijft en die niet ter discussie stelt. FvD doet ook ‘foute’ beweringen, maar stelt het bestaan van de democratie en de democratische instituties wel ter discussie. Dat onderscheid wordt in het publieke debat onvoldoende gemaakt. FvD is in de kern een grotere bedreiging voor de democratie dan de PVV.

Als het criterium is dat partijen die tot doel hebben om met uitsluiting van andere partijen de bestaande democratische orde omver te werpen en hun eigen autocratie te vestigen, dan zouden partijen als FvD en de theocratische SGP die een orde wil vestigen die gebaseerd is op Gods woord verboden moeten worden. Zij zijn een bedreiging voor de democratie.

FvD en SGP willen andere politieke partijen waarmee ze nu het politieke spectrum vormen ondergeschikt maken aan hun eigen op te tuigen nieuwe orde. Daarmee verliezen de andere partijen hun functie en moeten ze ondergeschikt zijn aan ‘staatspartij’ FvD of SGP.

Kiezers mogen van mening verschillen over hun politieke keuze. Laat ze maar met elkaar discussiëren over belangrijke en onbelangrijke thema’s. Maar dat verdoezelt niet het feit dat er op dit moment twee partijen zijn die als doel hebben om op termijn dat debat eenzijdig naar zich toe te trekken. Hoe theoretisch en ver weg die stap ook is. Dat is ongewenst en in strijd met politiek realisme dat de democratie weerbaar, levensvatbaar en ‘open’ wil houden.

Het laten bestaan van SGP en FvD is een aangekondigde zelfmoord van de democratie. Daarom moeten ze ontbonden worden. Want als het idee van politiek het verdelen van de macht is, dan passen daarin geen partijen die dat uitgangspunt niet delen.

Dat alles zou in dit soort programma’s die zijn bedoeld om te informeren beter uitgelegd moeten worden. Het opereren van anti-democratische partijen is geen sociaal, maar een politiek-juridisch onderwerp. Het verslag reduceert zoiets essentieels als de werking van de democratie tot intermenselijke verhoudingen. Door te focussen op sociale verhoudingen wordt het essentiële verschil niet belicht en zelfs verdoezeld.