Lachen bij de nuanceringen van Asha over het Redelijke Midden. De geschiedenis leert: een column kan om te lachen en te huilen zijn

Wat een opmerkelijk onbezonnen mens, die Asha ten Broeke. Ik kende deze columniste van De Volkskrant niet en vind het met terugwerkende kracht oprecht jammer dat ik haar geniale inzichten heb gemist. Want een beetje humor is nooit weg. En om de ‘denkbeelden’ van Asha valt smakelijk te lachen. Ze is zo cool.

Asha, redelijke tijden zijn de uitzondering. Wat dat betreft leven we op dit moment in normale tijden. De geschiedenis is te veelgelaagd om daar op emoties gebaseerde verregaande uitspraken over te doen.

Asha, wat heb je een enge opvatting van wat een radicaal is. Herinner je de radicaal-liberalen van de jaren 1880? Ze namen een middenpositie in en waren hervormingsgezind. De historicus E.H. Kossmann omschreef deze radicalen zo: ‘zij vormden integendeel een nieuwe, politieke, sociale en artistieke avant-garde.’ Nuancering dus. Het is wellicht comfortabel om de geschiedenis uitsluitend met de bril van 2019 te bekijken, maar verklaren doet dat weinig.

Maar ok, laten we voor het debat meegaan in je framing die radicalen met hun neusjes haaks zet op wat je zo grappig het Redelijke Midden noemt. Lachen bij de nuanceringen van Asha. Maar wat hebben we dan op dit moment te verwachten van de ideeën van links-radicalen en rechts-radicalen? Wat hebben ze te bieden aan constructiefs? Ze schoppen tegen de gevestigde orde zonder een blauwdruk voor de reconstructie van de puinhopen bij te leveren die ze in hun ondergangsfantasieën aanrichten. Pim Fortuyn had het als rooms-katholiek over zichzelf, met zijn puinhopen van paars. Maar laten we niet persoonlijk worden. Je weet dat Lenin niet alleen bij radicaal-links, maar ook bij radicaal-rechts gehoor vindt? Vraag het Steve Bannon.

Het is juist dat het ‘gematigd realisme’, dat in Nederland loopt van gematigd-rechts (VVD) tot gematigd-links (PvdA), op dit moment wars van daadkracht, ambitie en ideeën is. Dat is niet per definitie altijd zo. Herinner je je de opbouw van de verzorgingsstaat en de rol van krachtige sociaal-democraten als Floor Wibaut, Clement Attlee en Willem Drees die veel goeds hebben gebracht? Het was niet hun radicalisme, maar hun realisme dat dit bewerkstelligde. Je weet ook dat sociaal-democraten en linkse-radicale communisten in de 20ste eeuw een bloedhekel aan elkaar hebben gehad. Maar communisten hebben met hun ideeën nergens iets voor elkaar gebokst. Of je moet Noord-Korea of Nicaragua als voorbeelden beschouwen die volgen uit radicale ideeën.

Je analyse kan daarom maar beter een andere zijn. Het gaat er niet om dat het gematigd-realisme vervangen of gevoed moet worden door het radicalisme, maar hoe het gematigd realisme gerevitaliseerd kan worden. Want dat dat laatste nodig is ben ik met volmondig je eens. Het is overigens linke soep zoals uit je betoog blijkt dat je onder radicalen uitsluitend links-radicalen verstaat. Pas op je wat je overhoop haalt. Herinner je je de geschiedenis van de Weimar-republiek waar de gematigde realisten niet door rechts-radicalen, maar door de links-radicalen werden verraden? Bezin eer je begint.

De Volkskrant verdient je humor. Hopelijk blijf je met je woorden onderstrepen hoe het niet zit. Je dia-positief van de omgekeerde mening helpt de lezer om je argumenten in tegenargumenten, en omgekeerd, om te zetten. Je bent de provocateur om aan te tonen dat radicalen met hun ideeën geen oplossing geven. Gematigd realisten zorgen ervoor dat Nederland marcheert. Schoon water uit de kraan, verwarming, vuilnisophaal, kunstuitvoeringen, bouw van huizen, noem maar op. In theorie hebben filosofische vergezichten over wat jij onder radicalen verstaat zin, maar in praktijk zijn ze een bedreiging die we maar beter niet goedpraten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDe geschiedenis leert: vooruitgang begint vaak met een radicaal idee’ van Asha ten Broeke in De Volkskrant, 5 september 2019.

Advertentie

Toenemende binnen- en buitenlandse zorgen over fascisme in VS

Ooit begrepen wat de Duitstalige filmregisseurs Ernst Lubitsch, Fritz Lang, Billy Wilder, Fred Zinneman of Otto Preminger in de VS deden? Losgeknipt van hun moedertaal? Ze werden opgenomen vanwege hun meerwaarde. Ze kwamen graag naar dat beloofde land omdat ze in hun land van herkomst geen kansen kregen.

Dat was jarenlang de logica en het winstmodel van de VS. Talenten van andere landen in kunsten, wetenschappen en economie voegden waarde toe aan de VS. Zo kon de VS profiteren van de talenten die op kosten van andere landen waren opgekweekt. Ze werden weggekocht of wisten zelf hun weg te vinden.

Hoe anders is dat onder president Trump die een wit, christelijk nationalisme predikt waar geen plek is voor religieuze of etnische minderheden? Trump is hoe dan ook binnen 1,5 of 5,5 jaar weg. Maar wat is er dan van dat open land geworden dat zich ooit afficheerde als exceptioneel en grootste democratie ter wereld?

De democratische instituties kraken in hun voegen. Openbaar bestuur en gerechtshoven worden gepolitiseerd. De partijpolitiek is tot op het bot verziekt, niet functioneel en in de greep van big money. Een minderheid van de bevolking van meer dan 40% juicht als groupies de racistische uitspraken van Trump met instemming toe.

Bondgenoten slaan het met verbazing gade hoe een land met zichzelf op de loop gaat. In een cultbeweging. Regeringsleiders als premier Theresa May of kanselier Angela Merkel keuren Trumps racistische uitspraken af.

De dorpsgek is niet alleen de baas, maar niemand in zijn omgeving kan nog een matigende invloed op hem uitoefenen. Het gaat van kwaad tot erger. Hoe beïnvloedt dat het (zelf)beeld van een land waar de hemel de limiet was? Voor nu, maar ook voor de toekomst over 10 of 20 jaar? Wat wordt er nu kapotgemaakt?

Het antwoord op dit ontluikend fascisme is geen radicalisering zoals de geschiedenis van de Weimar Republiek leert, maar samenwerking in het centrum. Dat moet lukken als de Democratische partij handig opereert. Een andere historische parallel is het fenomeen van de ‘Innere Emigration’. Tijdens Hitler trokken kunstenaars en wetenschappers zich uit lijfsbehoud terug in eigen kring. Nu is het omgekeerd, aanhangers van het witte, christelijke nationalisme die in Trump een woordvoerder vinden nemen afstand van hun land en voeren de VS vanuit hun eigen kring in een ‘inner emigration’ die haaks staat op de ziel van het land. Hoelang blijven banken en multinationals stil als dit racisme steeds harder gaat klinken? Zijn Apple en Google de Krupp van nu? Zo probeert een binnenlandse minderheid een meerderheid haar wil op te leggen. Dat kan demografisch niet lukken, maar hoelang de worsteling duurt is onduidelijk. De zielenstrijd is pas begonnen.

Paul Mason pleit voor linkse samenwerking. Terugvechten! Dat onderwerp zoemt overal rond in reactie op het rechts-populisme

Publicist Paul Mason omschrijft zichzelf als een radicale sociaal-democraat met belangstelling in politiek links. Hij ijvert voor linkse samenwerking. Dat pleidooi komt overeen met dat van de Amerikaanse socioloog Charles Derber aan wiens ideeën en de les die er valt te trekken uit de teloorgang van de Weimar-republiek ik onlangs aandacht besteedde in een commentaar. Net als Mason meent Derber dat progressieven door onderlinge samenwerking de strijd met de rechts-populisten (UKIP) moeten aangaan met het doel ze te marginaliseren.

Mason voegt hieraan toe dat links het gematigd rechts (Theresa May) niet te gemakkelijk moet maken. Als Brit is zijn perspectief de Brexit waarvan het volgens hem nog maar de vraag is of links ermee moet instemmen als het niet in het belang van de werkende klasse is. Een argument dat door de Leave-campagne trouwens voor een Brexit werd gebruikt. Mason accepteert niet dat het eenzijdig gekaapt wordt door nationalistisch rechts, keert het om en tilt het naar het niveau van de ideeënstrijd. Dit pleidooi raakt ook aan de Democratische partij waar de cultureel-linkse en economisch-rechtse Hillary Clinton en de sociaal-democratische Bernie Sanders gedwongen zijn tot samenwerking. Sanders probeert Clinton hierbij in het Democratische platform van de partij tot concessies te dwingen tijdens het verslaan van de rechts-populistische kandidaat Donald Trump.

Zo ontstaat bewustwording bij politiek links dat het niet machteloos is en niet afhankelijk hoeft te zijn van samenwerking met rechts. Zoals in Nederland de PvdA die met de VVD in zee ging en zichzelf niet meer terugvond. PvdA, GroenLinks, SP en zelfs D66 kunnen meer samenwerken als ze willen. Daartoe moeten ze hun eigenbelang opzij zetten. Dat is voor politieke partijen lastig met politici met hun eigen carrière die niet altijd het algemeen belang laten voorgaan. Dat leert ook de worsteling van de Britse Labour-leider Jeremy Corbyn. Hij heeft het mandaat van de leden, maar niet van de kaderleden. Van Corbyn wordt gezegd dat hij geen goede leider is en zijn partij en het sociaal-democratische gedachtengoed niet goed vertegenwoordigt. Het is de afweging tussen zuiverheid in de leer en doelmatigheid. Mason geeft er indirect antwoord op door te pleiten voor pragmatisme en doelmatigheid. Zo’n commentaar past perfect bij de links-liberale The Guardian.

Charles Derber: Samenwerkend links moet demagogie van rechts-populisten beantwoorden. Met een les voor Nederland

In een artikel voor truthout schetst hoogleraar sociologie Charles Derber het antwoord op de demagogie van Donald Trump of rechts-nationalisten als Geert Wilders. Hij maakt een vergelijking met de Duitse Weimar-republiek die in de jaren ’20 en vroege jaren ’30 in zijn ogen het verkeerde antwoord gaf op de opkomst van Hitler. Derber geeft vier vuistregels voor progressieven om de strijd met de rechts-populisten te winnen. Het is het antwoord op extreem-rechtse demagogie die de VS en Europa overspoelt. Met een les voor Nederland.

1: Duits links was versplinterd en faalde om sterke coalities te vormen. Als de sociaal-democraten en communisten samen met een stedelijke culturele beweging een blok hadden gevormd dan hadden ze het parlement gecontroleerd en de macht behouden. De les voor de VS is dat de Democratische partij, de supporters van Bernie Sanders en allerlei sociaal-democratische bewegingen samen moeten werken.

2: Hitler werd grandioos onderschat, en op dit moment wordt Trump onderschat. Zo blijven deze populisten grotendeels  onder de radar en kunnen ze vanuit een relatieve luwte zonder harde tegenstand hun opgang maken. Dit heeft te maken met de werkende klasse en de lagere middenklasse op wie deze rechts-populisten een succesvol beroep doen.  De les is om het rechts-populisme van Trump of Wilders serieus te nemen omdat het aansluiting weet te vinden bij die sociale klassen die het een electorale basis verschaffen.

3: Sociaal-democraten en andere progressieve krachten dienen zich in te spannen om deze lagere sociale klassen terug te winnen door aanpassing van het beleid. Voor de VS kan dat door het opzetten van een banenprogramma, vergroening van de economie, verlaging van militaire uitgaven en het nastreven van meer inkomensgelijkheid. Naast de aanpak van het racisme, seksisme, het strikte gevangenisregime en de burgerrechten. In de VS dient Hillary Clinton een alternatief te geven dat de werkende klasse en de lagere middenklasse overtuigend in hun hart en portemonnee aanspreekt.

Toegevoegd kan worden dat Clinton als kandidaat van het establishment ongeloofwaardig is in deze rol. Ze wordt er door Wall Street van weerhouden om een progressieve politiek te voeren die de lagere sociale klassen tegemoetkomt en een progressief front te vormen. Derber: ‘Having been a leading figure of the Establishment for 25 years, it is virtually impossible for Clinton to embrace the anti-Establishment moment and lead a progressive populism.’ Er is hoop dat Clinton ondanks zichzelf delen van de beleidsvoornemens van Sanders, zoals het minimumloon van 15 dollar overneemt, maar de vraag is of dit voldoende is om te overtuigen.

4: Apocalyptische waarschuwingen van Trump over het verval van de VS of Wilders’ tsunami van moslims die naar Nederland komen moeten beantwoord worden omdat ze aansluiten bij echte angsten van mensen. Linkse politici moeten uitleggen waar angsten vandaan komen en uiteenzetten dat ze niet voortkomen uit culturele, maar uit sociaal-economische omstandigheden. Het establishment van banken en mega-ondernemingen dient als natuurlijke vijand van de werkende klasse en de lagere middenklasse aangewezen en aangepakt te worden om rechts-populisten de wind uit de zeilen te nemen, de democratie te redden en de linkse politiek weer focus en zelfvertrouwen te geven. Daartoe moeten partijen en sociale bewegingen samenwerken.

Voor Nederland houdt deze les een revitalisering van de PvdA in die op sterven na dood is. Het moet afstand nemen van de rechtse politiek van de VVD zoals die door het kabinet Rutte II wordt uitgevoerd. En stelling nemen tegen rechts-populisten als Geert Wilders. Dat kan het duidelijkst door het aanwijzen van een nieuwe lijsttrekker die de nieuwe koers symboliseert. Samenwerking met GroenLinks als ideeënpartij en de SP die de werkende klasse en de lagere middenklasse aanspreekt kan de versplintering van links tegengaan. Probleem hierbij is wel dat de SP een links-populistische demagogie volgt die net als het rechts-populisme een beroep doet op de angsten die er in de samenleving leven. Door de SP echter een essentiële rol te geven in de linkse samenwerking waar de PvdA niet de leiding krijgt kan het wellicht overtuigd worden om zich voortaan te concentreren op sociaal-economische thema’s ten koste van de andere thema’s (islam, immigratie, EU).

De linkse politiek kan samenwerking zoeken met de middenpartijen D66 en CDA om de basis te versterken. Mits deze bereid zijn om de machtspositie van het establishment fundamenteel aan te pakken en mee te helpen aan de herverdeling van de welvaart ten gunste van de werkende klasse en de lagere middenklasse.

De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is ontbrand. Bij een boekbespreking in NRC over Pepijn van Houwelingen

vortrag-burmeister-i-407x600

Het is leerzaam om de tweets van het Burgercomité-EU te lezen, één van de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum dat op 6 april werd gehouden. De sfeer die eruit oprijst is die van verbolgenheid, het zich tekort gedaan voelen, aangedaan onrecht en projectie over wat het volk is en wil. Het leest als een socio-psychologisch verslag van een collectieve dispositie zoals Siegfried Kracauer dat beschreef in From Caligari To Hitler over de Duitse film. Men waant zich verplaatst naar de vroege jaren 1930 van de Weimar-republiek. Alles wordt zonder nuancering of onderbouwing gezegd. Radicale partijen breken vanaf de flanken ieder op hun eigen manier de democratie af. Centrumpartijen worden naar elkaar gejaagd, zodat zelfs GroenLinks of de VVD gematigd lijken. De EU is de boosdoener en vijanden ervan zoals het Kremlin zijn de begenadigden.

Dit trappen tegen de democratie, de democratische instituties en vertegenwoordigers van de democratie wil niet zeggen dat de democratie weerloos en verloren is. Verre van dat. Het besef dat een democratie zich moet verdedigen tegen krachten die de democratie willen ondermijnen zoals die door het Burgercomité, het Forum voor Democratie, GeenPeil, de PVV, de SP of talloze malcontente columnisten worden verwoord is aanwezig. De bewustwording over de weerbaarheid kan nog wel wat worden vergroot. Dat besef breekt langzaam door.

Nieuw is dus dat het centrum wakker is geworden en beseft dat het zich in de publiciteit moet verdedigen tegen de aanvallen vanaf de flanken op de democratie. Dat ontwaken gaat uitermate langzaam en gaat nog niet gepaard met tegenaanvallen die even hard zijn als de aanvallen door de radicalen. Maar het begin is er, zoals een boekbespreking in NRC verduidelijkt. Radicalen hebben niet langer het rijk alleen in het publieke debat. Reacties op Twitter waren voorspelbaar en wijzen erop dat de schoppers tegen de EU en de democratie het nog niet gewend zijn te worden tegengesproken en verantwoordelijk te worden gesteld voor hun uitspraken, in dezelfde mate als zij zelf de vertegenwoordigers van de democratie verantwoordelijk stellen.

De boekbespreking gaat over de roman ‘Oneigentijds’ van Vossius uit 2010. Een pseudoniem waarachter een bestuurslid van het Burgercomité schuilgaat: Pepijn van Houwelingen die met Arjan van Dixhoorn in een interview in NRC stelde: ‘Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen, dat moet u begrijpen’. Deze door Wilmer Heck opgetekende uitspraak werd aanleiding voor het verkennen van een aanklacht door Gerard Spong tegen het Burgercomité op grond van artikel 98 van de Referendumwet dat spreekt over ‘valse voorwendsels’. Als ideeënroman doet het boek denken aan het Gesprek op den Drachenfels (1963) van Geel en Brandt Corstius.

Hecks tekent met Derk Stokmans op dat Van Houwelingen’s roman eerder leest als een politiek essay dan een roman: ‘Sommige uitlatingen van Vossius lijken op een sterk geradicaliseerde versie van de standpunten van zijn geestesvader Van Houwelingen. En er zijn momenten dat Van Houwelingen en zijn personage samenvallen.’ Van Houwelingen houdt de lezer geen spiegel voor, maar doet aan programmatische literatuur met een politiek doel. Met overlappingen met zijn opinie-artikelen en politieke stellingname. Dat is meer dan de oude discussie over literatuur of de mening van een romanpersonage samenvalt met die van de auteur. Dit is politiek in de vorm van literatuur die geen verbolgenheid moet veinzen als het een weerwoord oproept.

De persoon ‘Vossius’ die deels samenvalt met Van Houwelingen wil volgens Hecks en Stokmans de democratie afbreken: ‘In het boek staat ook dat Europa verziekt en verzwakt is door „het mekkeren” over mensenrechten als vrijheid en gelijkheid. En er staat ook dat het Derde Rijk te verkiezen is boven onze samenleving, omdat het, hoe grotesk ook, tenminste nog een hoger doel diende, en daarmee vitaliteit en kracht losmaakte.’

De hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Arjan van Dixhoorn, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze met een beroep op ‘het volk’ weg in een fictieve rol, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De boekbespreking maar ook een artikel van Thijs Kleinpaste in De Groene over GeenPeil is het teken ervan dat dit verandert. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is definitief ontbrand. Het centrum moet zich wapenen en kan er niet op vertrouwen dat aanvallen vanaf de flanken de democratie niet ondermijnen.

Foto: Dada.

Egypte: een vergelijking tussen Moslimbroeders en Nazi’s

155930_mainimg

Historicus Khaled Fahmy maakte afgelopen zaterdag in het artikel ‘Weimar Republic or 18 Brumaire?‘ voor het Egyptische Al Ahram English de vergelijking tussen Nazi’s en de Egyptische Moslimbroederschap (MB). Een vergelijking als echo van de opmerkingen waarvoor Geert Wilders een proces aan z’n broek kreeg. Dat-ie won. Wilders trok het breder en vergeleek ‘Mein Kampf‘ en de koran. Fahmy ziet de Egyptische blogger Wael Abbas en Westerse journalisten en analisten sinds afgelopen zomer de vergelijking tussen MB en Nazi’s maken.

Reden is dat critici twijfelen aan het geloof van de MB in het democratisch proces. Evenals de Nazi’s zou de MB nu alleen de democratie omarmen om aan de macht te komen. Eenmaal daar gearriveerd zou het de democratie vervolgens buiten werking stellen. Fahmi vindt de vergelijking zinvol, maar ziet verschillen. De MB heeft een langere voorgeschiedenis, geen charismatische leider en is in het politieke spectrum zelf niet de meest radicale partij. Het grootste verschil is echter -nu aan de macht- dat de MB verkiezingen niet afschaft.

Maar de MB beperkt het democratisch proces door uitsluiting van kiezers. Zij mogen volstaan met het kiezen van vertegenwoordigers. Daarmee zijn ze uitgeschakeld in het politieke proces. Op het wetgevende proces hebben ze geen invloed. Niet het volk spreekt, maar de vertegenwoordigers. Da’s geen echte democratie en wordt ‘ballotocratie‘ genoemd. De term ‘ballotocracy‘ muntte Richard Haass. Nederland is door het ontbreken van vormen van directe democratie en de afstand tussen politiek en burger er een modelvoorbeeld van.

Overeenkomst is dat Nazi’s en MB een houding delen van bewapend en georganiseerd geweld. Via de straat proberen ze hun opposanten te terroriseren. Maar de Nazi’s hadden zich beter voorbereid door eerst de macht over de politie te veroveren voordat ze de politieke macht grepen. Na de verkiezingen in 1933 breidden ze snel hun invloed over het leger uit. De MB is echter niet in staat om de macht over politie en leger te grijpen. Zoals ze dat volgens Fahmi evenmin over de media en de rechterlijke macht weten te doen.

Khaled Fahmy denkt als een historicus langs lijnen van ‘grote’ gebeurtenissen die direct samenhangen met politiek en economie. Om onverklaarbare redenen noemt-ie echter niet het meest in het oog springende verschil. Namelijk het omarmen van de eigen tijd. Waar de Nazi’s naar de toekomst keken, kijkt de MB naar het verleden. Tekenend is hoe verschillend beide bewegingen over de positie van de vrouw denken. Op het Engelstalige Ikhwanweb.com wijst de MB een ontwerpresolutie van de VN over de vrouwenrechten af. Elke economische, juridische of culturele vorm van gelijkheid tussen man en vrouw wijst het af. Conclusie is dat de MB voor de eigen bevolking nog restrictiever is dan de Nazi’s al waren. Zodat interne verschillen aangescherpt worden. De geruststelling is dat de MB de greep naar de macht veel slechter heeft voorbereid dan de Nazi’s.

Foto: ‘Egyptian women wave a flag showing pharaoh Queen Hatshepsut and anti-Muslim Brotherhood banners during a demonstration in Cairo, Egypt, Friday, March 8, 2013, marking International Women’s Day. Arabic reads, “women with revolution,” “women are owner of a message.” (AP Photo/Amr Nabil)’ In The Daily Star, Libanon.

Metropolis: suiker of vergif?

Metropolis is een half gelukte stomme film. Waar moeten we beginnen iets over een icoon uit 1927 te zeggen? Door Lotte Eisner, Luis Buñuel, Stephen Jenkins en regisseur Fritz Lang is al zoveel gezegd. François Truffaut pakt in een van zijn films -was het La nuit Américaine?- een stapeltje boeken uit bruin knisperend pakpapier. Waaronder een monografie over Fritz Lang. Was dat rond 1967 toen Fritz Lang een regisseur speelde in Le Mépris van Jean-Luc Godard?

I. Metropolis ging in januari 1927 in première in het Berlijnse UFA Palast am Zoo. De versie van 2 uur werd vlak daarna ingekort. De ontvangst was niet positief en bracht de UFA-studio op de rand van de afgrond. In het kader van het Berlijnse Filmfestival, de Berlinale, werd op vrijdag 12 februari 2010 in Frankfurt een nieuwe versie van Metropolis vertoond met live orkestmuziek. Metropolis is van Fritz Lang. Metropolis is van Thea von Harbou. Metropolis is van de UFA-studio. Metropolis is van de Weimarrepubliek. Metropolis is van Duitsland. Metropolis is van de cinefiele filmwereld. In elk geval is Metropolis twee films.

II. In Argentinië was filmmateriaal uit de oorspronkelijke versie gevonden dat jaren ontbrak. De oplossing van de filmhistorische puzzel werd aanleiding voor een feestje. De Duitse Bundesminister van kunst verleende prestige aan de avond. Of gaf Metropolis prestige aan de bestuurders, waaronder de Oostenrijkse minister van kunst? Want Fritz Lang was immers van geboorte Oostenrijks.

Opmerkelijk wat hedendaagse bestuurders op Metropolis projecteren. Alsof het een geslaagde film is. Alsof het een radicaal meesterwerk is. Da’s het maar voor de helft. Is Metropolis de bom die nooit een bom is, maar wordt aangekleed als bom om vervolgens gedemonteerd te worden als heldenstuk? Kunst op afstand is het perfecte vehikel voor bestuurders. Een hedendaags radicaal kunstwerk komt te dichtbij en valt moeilijker te sturen.

III. De sentimentaliteit van Hoofd (kapitaal) en Handen (arbeid) dat door het Hart (plan) verzoend wordt door een Bemiddelaar. Dat klinkt symbolistisch. Dramaturgie die ook in 1927 ongeloofwaardig was. Metropolis eindigt als naïef verhaal dat ver afstaat van de realiteit. Later herinnerde Lang zich dat iedereen in die dagen sentimenteel en uitbundig van emotie was. Deze sentimentele symboliek wordt aan Thea von Harbou, Langs toenmalige echtgenote en scenariste toegeschreven. Het maakt de film voor een hedendaags publiek zwaar verteerbaar.

Het verhaal gaat als volgt. Uitvinder Rothwang en de leider John Frederson begeerden ooit dezelfde vrouw. De overleden moeder van Freder. Rothwang heeft dat nooit kunnen verkroppen en zweert wraak op John. Als deze bij hem aanklopt om help om de arbeiders in de benedenstad te controleren ziet Rothwang zijn kans schoon. Hij boetseert het beeld van de religieus aandoende Maria over de robot die hij ontwikkelt. Zo ontstaat de Maschinen-Maria die de arbeiders misleidt en ze opzet tot opstand. Rothwang raakt John Frederson doordat dankzij de Maschinen-Maria en de opstandige arbeiders diens stad vernietigd wordt. In wezen wordt slechts de kernmachine vernietigd en loopt de benedenstad onder water. De echte, charismatische Maria loopt in allerlei opzichten achter de feiten aan.

In Freders ogen wordt de kernmachine die de benedenstad aandrijft getransformeerd tot een Moloch, de afgod aan wie de arbeiders worden geofferd. Als machines sjokken de arbeiders in het gelid met gebogen hoofd de afgrond in. De arbeiders zijn geen menselijke individuen, maar machines.

De opstand breekt uit door een keten van gebeurtenissen met als motivatie de persoonlijke relatie tussen mensen. Het sentimentele aan het verhaal werkt op verschillende niveau’s: karakterisering, stijl en verhaallijn. Men kan nog verder gaan: Metropolis is kitsch. Acteurs acteren uitbundig en vol emotie en de karakters zijn uitvergroot. Maria is niet goed, maar is Het Goede. Het zijn stereotiepen zonder menselijkheid. Dit past bij dat naoorlogse tijdperk.

Het einde is onwaarachtig omdat de wereld niet symbolisch in elkaar zit. Wie denkt dat in het Duitsland van 1926 of in een toekomstvisie een bemiddelaar het kapitaal kan verzoenen met de arbeid spiegelt het publiek een schijnwereld voor. Da’s geen realiteit, maar escapisme dat uitgaat van een motto, dat niets met de verbeelding van de echte wereld te maken heeft. Dat laatste hoeft geen bezwaar te zijn. Het is toch een kunstwerk met een eigen werkelijkheid?

IV. Een kunstwerk als Metropolis moet allereerst op eigen interne logica beoordeeld worden. Dat gaat om vragen hoe onderdelen samenhangen, hoe overtuigend en geloofwaardig een en ander wordt getoond en wat de diepere intentie van het kunstwerk is om op de wereld te reflecteren. Metropolis is ook techniek en overrompelende visualisering. Metropolis is een blik in de toekomst in de stijl van de jaren ’20 (vdve). Verdiende Fritz Lang in Parijs in 1914 niet de kost als beeldend kunstenaar, de man met de artistieke flair van de Wener? Luis Buñuel vond het verhaal triviaal en romantisch, maar ook een film met prachtige fotografie. Twee tegengestelde elementen onder een dak, zuivere lyriek en irritante anecdotiek.

Metropolis is al met al een belangrijke film in de filmgeschiedenis. Het heeft de weg geopend voor een heel genre van science fiction films, evenals de city-symphonies. Metropolis heeft kwaliteiten, maar ook gebreken. Het feit dat de film geen eenheid wordt valt te herleiden tot de verschillen in inzicht van betrokkenen, de angst te veel van het publiek te vervreemden en de productieomstandigheden van een dure studioproductie met complex teamwork en technische hoogstandjes. Metropolis verdient lof, maar het begrip voor de film is ermee gediend dat haar zwakke kanten worden genoemd.

Foto: Brigitte Helm in Metropolis