
Het beeld ‘De man die de wolken meet‘ van Jan Fabre is in maart 2021 van het dak van het Antwerpse kunstcentrum De Singel gehaald. Reden is dat er klachten zijn ingediend tegen Fabre vanwege grensoverschrijdend seksueel gedrag. Fabre is niet veroordeeld, maar komt volgens de laatste informatie in 2021 nog wel voor de strafrechter.
Directeur Philippe Van Cauteren van het Gentse SMAK die op het dak van zijn museum eveneens dat beeld van Fabre had staan legt voor Radio 1 (be) uit wat zijn opstelling is: ‘Wij vinden als museum dat als je een beeld weghaalt, een genuanceerde en kritische dialoog met alle betrokkenen eveneens weggehaald wordt. Ik vind dat we als museum en cultuursector ruimte moeten blijven maken voor debatten. Als we alle foute mannen uit musea zouden halen, zouden er toch wel heel wat lege en kale plekken te zien zijn.‘
Van Cauteren buigt deels voor politieke druk, maar niet zo volledig als De Singel. Kunstinstellingen worstelen met deze kwestie. Van Cauteren zegt het beeld ‘tijdelijk’ naar binnen te verhuizen en dus in quarantaine te plaatsen. Hij probeert tijd te winnen door een afkoelingsperiode in te lassen. Maar toch, ook Van Cauteren laat zich leiden door klachten over een niet door de strafrechter veroordeelde Fabre. Zonder rechtszaak laten twee Vlaamse kunstinstellingen deze beeldende kunstenaar en theatermaker vallen.
Men zou hopen dat kunstinstellingen bij uitstek de plek zijn waar het vrije woord verdedigd wordt en ruggengraat wordt getoond. Maar nee, het tegendeel is waar.
Een gerucht en een politieke lobby zijn blijkbaar voldoende om een kunstwerk niet alleen ter discussie te stellen, maar zelfs te laten verwijderen. De Singel en SMAK gaan mee in het informele geruchtencircuit van rechteloosheid, en eigenen zich een probleem toe waar ze beter afstand van zouden houden. SMAK doet dat verstandiger dan De Singel, maar onttrekt zich toch ook niet aan het frame van onwettigheid waar het willens en wetens instapt.
Beide kunstinstellingen begrijpen evenmin dat hun angst voor negatieve publiciteit vanwege het tonen van een kunstwerk van een vermeend besmette kunstenaar weer een ander soort negatieve publiciteit voor hen oplevert van zwabberend beleid en een slappe, rubberen ruggengraat. In de beeldvorming blijft hangen dat ze niet voor zichzelf, hun idealen en de beeldende kunst durven en kunnen opkomen.
Deze kunstinstellingen dekken zich bij voorbaat in. Ze worden vermoedelijk gevoed door de angst om maatschappelijk of politiek uit de pas te lopen met de tijdgeest en beschuldigd te worden van vrouwonvriendelijkheid en die hele samenklontering van slogans die kunstinstellingen beschuldigt van conservatisme en archaïsme.
Overigens zijn veel musea wel degelijk bastions van behoudzucht. Dat moet echter veranderd worden door ander personeels-, aankoop-, en tentoonstellingsbeleid, en niet door symboolpolitiek. Zoals het verwijderen van Fabres beeld als aflaat om uit de kritische greep van activisten te blijven.
In een interview in de Volkskrant van 9 september 2021 met twee vertrekkende museumdirecteuren geeft Ann Demeester naast Jacqueline Grandjean vermoedelijk onbedoeld fijnzinnig commentaar op de beslissing van De Singel en SMAK om het beeld van Fabre te verwijderen of te verplaatsen vanwege klachten over het gedrag van de maker. Demeester toont meer onderscheidingsvermogen en moed dan haar Vlaamse collega’s en corrigeert de staf van beide Vlaamse kunstinstellingen:
‘Een kunstwerk is bijvoorbeeld nooit schuldig. Als de maker een crimineel is, dan moeten we het kunstwerk niet noodzakelijkerwijs aan het publieke domein onttrekken. Tenzij het kunstwerk een soort propaganda of uitdrukking is van het criminele gedrag van de kunstenaar. Anders kun je geen Céline meer lezen, je censureert daar zo veel mee. Je kunt wel besluiten die kunstwerken een tijd in spreekwoordelijke quarantaine te zetten, net als wanneer een schilderij last heeft van mot en schimmel.’
Het verwijderde werk van Fabre is geen propaganda of uitdrukking van het gedrag van de kunstenaar. Het kunstwerk is op zichzelf niet aanstootgevend. Protesterende kunststudenten noemden het volgens de PZC in 2020 zelfs ‘poëtisch en mooi’, maar de connotaties die er door de verhalen rond Fabre bij komen kijken zouden ‘problematisch’ zijn. Tja, daar kan niemand zich tegen verdedigen. Het is het kunstwerk dat moet boeten voor het vermeend foute gedrag van de kunstenaar.
Het waarschijnlijk apocriefe, maar aan Voltaire toegeschreven aforisme dat gaat over de vrijheid van meningsuiting zou ook van toepassing moeten zijn op de vrijheid van expressie van kunstenaars: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen‘.
Maar De Singel en SMAK verdedigen de kunstenaar niet, maar zichzelf. Ze hebben het verkeerde voorbeeld gegeven en door hun ingreep de kunst en zichzelf schade berokkend. Ze tonen weinig moed en leveren de kunst lafhartig over aan politieke activisten voordat de rechter gesproken heeft. Ze vergeten ook onderscheid te maken tussen kunstwerk en kunstenaar. Want zelfs als Fabre in zijn seksueel gedrag zo fout is als sommigen zeggen, dan rechtvaardigt dat nog steeds niet de verwijdering van een kunstwerk van hem.