Is Jolle Demmers in haar mening over de Russisch-Oekraïense oorlog een naïeve of intellectuele oplichter?

Update 8 maart 2024: Sinds 6 maart woedt er in Trouw weer een Jolle Demmers veenbrandje, waar ook Hubert Smeets zich op geworpen heeft. In de NRC opende Ewald Engelen een tweede front op die dag, maar dat trok minder bekijks, hoewel even absurd. In mei 2023 schreef ik een column waarin ik Demmers frontaal aanviel:

Er is al veel gezegd over de lezing van Hoogleraar Conflict Studies dr. Jolle Demmers van de UU voor het Vlaamse Vredesinstituut. Het lijkt alsof Demmers met haar lezing vooral voor conflict over zichzelf en haar academische integriteit zorgt.

Hubert Smeets noemde John Mearsheimer in een NRC-column van 30 november 2022 een ‘intellectuele oplichter‘. Later voegde hij in een tweet Demmers met Noam Chomsky ook in dat rijtje. Net als Demmers beroept Mearsheimer zich op ‘analyse‘ en machtsvorming in wat zij ziet als ‘realisme‘ tegenover moralisme, mensenrechten en internationale rechtsorde,

Men kan aan dat rijtje ook Laurien Crump toevoegen die tot voor kort deel uitmaakte van dezelfde vakgroep als Demmers en de afgelopen jaren in talloze opinie-artikelen het Kremlin in bescherming heeft genomen. Ik heb aan haar pro-Kremlin Koude Oorlog blik uitgebreid aandacht besteed: zie hier, hier en hier. Ze spreekt zich na haar afscheid van de UU nog steeds uit in de media over Oekraïne.

Het is niet vreemd dat Demmers en Crump tot hun mening komen die min of meer overeenkomt met die van het Kremlin, maar wel dat ze dat doen of deden binnen de ‘wetenschap‘ van de UU. Als alumnus van de UU schaam ik me dat Demmers aan mijn universiteit is verbonden. Hoe is ze benoemd? Ik vraag me ook af hoe de collegiale toetsing is geregeld binnen zo’n vakgroep Internationale Betrekkingen of de faculteit Geesteswetenschappen.

Hoe academisch zelfstandig denkt Demmers en hoe origineel zijn haar standpunten? Ik vraag het me af omdat ze akelig dicht aanleunt tegen de talking points van het Kremlin. Die beogen om binnen Europa verdeeldheid en verwarring te zaaien en de EU en NAVO te verzwakken.

Het is geen toeval dat Demmers zich mentaal voegt bij de dwarsdenkers. Ze verwijst er in haar lezing naar. In Duitsland met Sahra Wagenknecht die radicaal-links (Die Linke) en radicaal-rechts (AfD) samen de straat op krijgt. Het is geen toeval dat het Kremlin de laatste 10 jaar heeft geïnvesteerd in Europees radicaal-links en radicaal-rechts om via de flanken de EU en NAVO te ondermijnen. Dat betaalt zich nu uit in Wagenknecht en Demmers die voor het Vlaamse Vredesinstituut spreekt.

Demmers maakt zich met haar lezing mentale deelgenoot van die beweging van dwarsdenkers. Als wetenschapper had ze een andere focus kunnen kiezen die minder partijpolitiek, meer historisch onderbouwd en meer reflectief was. Met als paradox dat Demmers in vaagheden en clichés over vrede praat en de vinger niet echt aan de pols houdt van de Russisch-Oekraïense oorlog. Ze stelt feiten verkeerd voor.

Demmers wordt niet concreet, maar blijft hangen in algemeenheden over vrede. Ze noemt niet het feit dat Poetin al voor het begin van de inval in 2022 herhaaldelijk het bestaan en de authenticiteit van Oekraïne (geschiedenis, cultuur, religie, taal) publiekelijk heeft ontkend. Tot wat voor vredesonderhandelingen kan dat leiden als een van de partijen het bestaan van de ander ontkent? Dat is essentieel.

Demmers beseft in haar verhaal te weinig wat pacifist Bertrand Russell zei over het antwoord op Hitler: ‘War was always a great evil, but in some particularly extreme circumstances, it may be the lesser of two evils‘. Ook vrede en pacifisme zijn relatief en niet zo absoluut als Demmers stelt die blijft vasthouden aan een enerzijds-anderzijds beeld waar de oorzaak van een oorlog wordt gewist.

Men kan volop kritiek hebben op de wapenindustrie in het Westen én de Russische Federatie die gouden tijden beleeft. En op de toenemende budgetten voor Defensie die niet naar zorg, onderwijs, huisvesting of sociale zekerheid gaan. Dat is een slechte ontwikkeling. Maar de oorzaak daarvan is Russische agressie en imperialistisch denken. Dat is de realiteit van nu die men niet kan terugdraaien of ontkennen door de mentale acrobatiek van het wegkijken.

Demmers doet precies wat in het kraam van het Kremlin past: ze zaait verwarring met haar vinger die niet één kant opwijst, maar de schuld van het conflict min of meer gelijk over de strijdende partijen verdeelt. Dat kan zo zijn in Demmers’ papieren werkelijkheid, maar in de echte werkelijkheid is er duidelijk een agressor die in 2014 dit conflict is begonnen: de Russische Federatie.

De Russisch-Oekraïense oorlog is tamelijk eenzijdig. Demmers verbreedt dat, om niet te zeggen, verhult dat, door er van alles bij te halen wat niet de kern is. De kern is de rancune van het Kremlin over het verdwijnen van de Sovjet-Unie en de poging om de invloedssfeer van 30 jaar geleden te restaureren. Dát heeft tot de oorlog geleid.

De Russische Federatie is Oekraïne in 2014 binnengevallen en in februari 2022 nogmaals op grootschalige wijze. De Russische strijdkrachten vernietigen Oekraïense burgerdoelen, ontvoeren kinderen, terroriseren de bevolking en houden de ontwikkeling van Oekraïne tegen.

Ik miste meer in Demmers’ lezing, zoals de Russische inval in 2014 die zeker geen burgeroorlog was, maar een strijd tussen twee staten, het Boedapest Memorandum van 1994 dat de territoriale integriteit van Oekraine garandeerde, de internationale rechtsorde en de pogingen van het Kremlin om te infiltreren in de Europese politiek én vredesbewegingen.

Of Jolle Demmers een intellectuele of naïeve oplichter is blijft de vraag.

Baudet praat nog steeds onzin over Oekraïne. Zelfs als stoorzender valt hij niet serieus te nemen

Schermafbeelding van deel artikelFilmpje! Thierry Baudet over Oekraïne en Rusland: ‘Oorlog? Een rookgordijn voor revolutionaire agenda’ van Michael van der Galien op DDS, 4 februari 2022.

Fracties in de Tweede Kamer hebben specialisten die verantwoordelijk zijn voor bepaalde dossiers. Zo kunnen ze zich specialiseren en het beleid in de sectoren die in hun portefeuille zitten bijhouden. Bijvoorbeeld internationale betrekkingen en buitenlandse zaken. Zo zit Simone Kerseboom namens FvD in de vaste kamercommissie Buitenlandse Zaken. Geopolitiek lijkt niet haar expertise. Kamervragen stelt ze hoofdzakelijk over aan COVID-19 gerelateerde aspecten. 

Thierry Baudet is lid van geen enkele vaste kamercommissie. Het is onduidelijk waarom dat zo is. Vermoedelijk schiet Baudet liever vanuit de heup buiten de kamer. Van Baudet bestaat het idee dat hij zijn kamerwerk niet serieus neemt omdat hij de Tweede Kamer niet serieus neemt. Volgens hem immers een nepparlement. Dus waarom zou hij in een nepcommissie gaan zitten? 

De mediastrategie van Baudet is om zich hoofdzakelijk via eigen sociale media te uiten. De reden is duidelijk, dan krijgt hij geen tegenspraak. Baudet gaat het debat uit de weg. Hij gebruikt zijn optredens in de kamer niet om daar invloed uit te oefenen, maar om door te plakken en knippen in filmpjes die van zijn optredens worden gemaakt de beeldvorming over hem en zijn partij te sturen. 

Die Alleingang is een strategie die tot op zekere hoogte werkt. Ermee spreekt hij mensen in het land aan die ontvankelijk zijn voor kritiek op de regering, de Nederlandse overheid, de EU, de Navo of op het leven zelf. Hiermee geeft FvD met haar 5 zetels wel de poging op om invloed uit te oefenen. Door coalities te smeden en meerderheden te zoeken voor kernpunten van de partij. Dat streven is FvD voorbij. 

Naast de mediastrategie komt dat voort uit de gebrekkige organisatie van FvD en de radicalisering waarmee de partij sinds enkele jaren in de Tweede Kamer de meest extremistische partij is geworden. De partij neemt zulke extreme standpunten in dat het niet alleen de democratie en de nationale rechtsstaat voorbij is, maar ook dat het geen medestanders voor eigen standpunten kan vinden. Op incidenteel de PVV na dat weliswaar radicale standpunten inneemt over islam, immigratie en integratie, maar op andere onderwerpen in tegenstelling tot FvD binnen de contouren van democratie en rechtsstaat blijft.  

Al eerder was duidelijk dat Baudet geen verstand heeft van Oekraïne en Rusland-politiek. Hij kent zijn feiten niet en slingert uitsluitend ongefundeerde meningen de publiciteit in om er met knippen en plakken een filmpje op de eigen sociale media mee te kunnen maken. Een hoger doel heeft hij niet.

In een commentaar van november 2015 schreef ik het volgende: ‘Het is eerbaar dat Baudet zich verzet tegen de supranationale EU die volgens hem niet verenigbaar is met de natiestaat. Maar dat hij vervolgens allerlei onwaarheden over Oekraïne debiteert om zijn gelijk te halen, maakt hem ongeloofwaardig. Baudet zou zich beter uitspreken over zaken waarvan hij verstand heeft. De EU verdient wel wat impulsen om te hervormen. Over Oekraïne vertelt hij vooral onzin. Dat zand in de machine gooien is waarschijnlijk ontzettend aardig voor de achterban van Baudet, maar een waarheid is er niet mee gediend‘.

Ook bij het huidige conflict met oplopende spanningen aan de grenzen van Oekraïne door Russische troepenopbouw geeft Baudet duidelijk te kennen dat hij de feiten laat volgen uit zijn mening, en niet andersom.

Stel je voor dat Duitsland voorjaar 1940 136.000 militairen aan de Nederlandse grens had verzameld en een Nederlands kamerlid zou zeggen dat Nederland dat haar grondgebied verdedigde de agressor was en Europa aan de rand van oorlog bracht? Zou volgens die logica Nederland zich niet mogen verdedigen tegen een dreigende invasie? Volgens Baudet niet.

Het is niet alleen dat Baudet anderen tegenspreekt, maar hij spreekt ook voortdurend zichzelf tegen. Hij verandert continu van mening over allerlei onderwerpen. Baudet laat zich sturen als een strandbal op de golven. Naargelang de wind en de stroming dobbert hij dan weer de ene en dan weer de andere kant uit. Maar zijn stellingname over EU en de Russische Federatie is consistent. In Baudets visie moet de EU worden verzwakt en de Russische Federatie als grote tegenstrever van de EU worden gesteund. 

Het is ongepast dat parlementariërs zich bezighouden met de binnenlandse politiek van andere landen. Maar het is niet alleen ongepast als Baudet Oekraïne ‘met klem adviseert’ om een neutrale staat te worden als Finland en Oostenrijk, het is om meerdere redenen onzin om dat te beweren. Want president Poetin wil niet dat Oekraïne een neutrale staat of bufferstaat wordt, hij probeert door militaire dreiging, intimidatie en ondermijning de volledige zeggenschap over dat land te krijgen. Voor minder gaat hij niet.

De vergelijking met het kleine Finland dat in tegenstelling tot Oekraïne geen deel uitmaakt van de Russische wereld, ofwel Russkiy mir getuigt van gebrek aan historisch besef en realiteitszin. Finland en Oostenrijk zijn trouwens niet neutraal, maar op het Westen gericht en lid van de EU. Dus ook in dat opzicht slaat Baudet de plank mis. 

Baudet heeft zich al eerder laten kennen als een imitator van oud-president Trump. Maar terwijl over Trump uit gelekte interne berichten steeds duidelijker wordt dat hij de complottheorieën over vervalste verkiezingen (‘The Big Lie’) en COVID-19 zelf niet gelooft, maar alleen om politieke redenen gebruikt om zijn medestanders en partij in de greep te houden is het van Baudet nog niet zo duidelijk of hij gelooft in de complottheorieën die hij verkondigt.

Uit de media kan Baudet weten dat de door Trump benoemde Republikein Chris Krebs die verantwoordelijk was voor het verloop en de digitale beveiliging van de presidentsverkiezingen van 2020 verklaarde dat zijn land nog nooit zulke veilige verkiezingen had gekend. Maar Baudet beweert blijkbaar graag het omgekeerde omdat hij denkt met een dwarse mening electoraal te kunnen scoren. Ook als dat ten koste van de feiten gaat.

Baudet kletst uit zijn nek over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft. Het leidt tot niets omdat hij dat zo potsierlijk doet dat alleen extremistische hardliners die toch al op zijn lijn zitten hem daarin volgen. Baudet heeft zich buiten de hoofdstroom van de Nederlandse politiek gemanoeuvreerd. Hij valt zelfs niet meer serieus te nemen als stoorzender. Radicaal-rechtse media als DDS apen hem na. Maar ook dat blijft preken voor eigen parochie.

Baudet is de spookrijder van de Nederlandse politiek. Hij blijft beweren dat iedereen het bij het verkeerde eind heeft en hij de enige aan de goede kant van de weg is. Dat grenst aan zelfoverschatting, narcisme en gebrek aan interesse voor het politieke handwerk. Baudet blijft eerder voer voor psychologen, dan voor politicologen of buitenlandexperts.

Kritiek op Duits-Amerikaanse afspraak om Nord Stream II niet te blokkeren blijft van alle kanten aanhouden

FILE PHOTO: The logo of the Nord Stream 2 gas pipeline project is seen on a large diameter pipe at Chelyabinsk Pipe Rolling Plant owned by ChelPipe Group in Chelyabinsk, Russia February 26, 2020. REUTERS/Maxim Shemetov/File Photo.

De Nord Stream II gaspijplijn waarin het Russische Gazprom een meerderheidsbelang heeft is een hoofdpijndossier. De pijplijn die door de Oostzee van de Russische Federatie naar Duitsland loopt is voor meer dan 90% voltooid. Nord Stream II is een splijtzwam tussen bondgenoten. Tussen de VS en Duitsland, tussen Duitsland én Polen en de Baltische landen, tussen Duitsland en de VS én Oekraïne.

Waarschijnlijk is het door het Kremlin niet met die bedoeling opgezet, maar als een project om staatsgeld om te ploegen van de staatskas naar medestanders en partners van de regering én de EU-lidstaten te verdelen. Dat laatste is goed gelukt. Critici beweren dat de hoge kosten van 9,5 miljard euro die op de korte en middenlange termijn niet terugverdiend kunnen worden aangegeven dat het geen economisch, maar een politiek project is. Enkel voorstanders die er economisch van hopen te profiteren zoals Duitsland en Nederland geven schoorvoetend toe dat het ‘een economisch project met politieke implicaties’ is.

Het is onverklaarbaar dat er zoveel wordt geïnvesteerd in een project dat het verbruik van fossiele brandstoffen bevordert, terwijl de klimaatakkoorden beogen om dat verbruik al in 2030 fors te verminderen met het doel om CO2-emissies terug te dringen.

Een artikel van Politico geeft aan dat in de Amerikaanse Senaat bij beide partijen weerstand blijft bestaan tegen het beleid van de regering Biden om de pogingen op te geven om de aanleg van de pijplijn te blokkeren. De VS zou bij monde van vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken Oekraïne hebben verzocht publiekelijk geen kritiek meer te uiten op de Duits-Amerikaanse afspraken over Nord Stream II. Daar is Oekraïne niet gelukkig mee. Het ziet het als de omgekeerde wereld. Als land dat naar het Westen beweegt wordt het gestraft, terwijl de Russische Federatie dat door ondermijning en inmenging het Westen blijft provoceren wordt beloond.

Vooral in de Senaat krijgt deze kniebuiging van de VS voor Duitsland waar de Russische Federatie van profiteert en Polen en Oekraïne schade van ondervinden kritiek.

Een hoorzitting in de Senaatscommissie voor International Betrekkingen is veelzeggend. In gesprek met de genomineerde Karen Donfried voor onderminister voor Europese en Euraziatische Zaken merkte volgens een ander artikel van Politico commissievoorzitter Bob Menendez (Democraten) op dat het Witte Huis de Russische Federatie sancties had moeten opleggen voor haar rol in de vergiftiging van oppositieleider Alexei Navalny in 2020. Omdat dit tijdens Trumps presidentschap gebeurde is dit een tamelijk vrijblijvende opmerking en een verhuld verwijt aan de Republikeinen. Maar de op 20 januari 2021 aangetreden regering Biden stelde geen krachtige sancties in tegen de oligarchen in Poetins omgeving toen Navalny op 17 januari 2021 terugkeerde naar zijn land en kort daarna op valse gronden naar een strafkolonie werd verbannen.

Hoe aanhoudend groot het chagrijn en het onbegrip in de Senaat zijn om vanwege de relatie met Duitsland de sancties te beëindigen tegen Nord Stream II maakt een verklaring van 20 juli 2021 van de belangrijkste Republikein (‘ranking member’) Jim Risch in die Senaatscommissie Internationale Betrekkingen duidelijk:

VerklaringRISCH ON U.S.-GERMANY DEAL ON NORD STREAM 2‘ van Jim Risch in de Senate Foreign Relations Committee, 20 juli 2021.

De regering Biden maakt de afweging dat de relatie met Duitsland dat het als haar belangrijkste Europese bondgenoot ziet essentieel is. Duitsland heeft zich afgelopen jaren met haar energiepolitiek in een lastige positie gemanoeuvreerd. De regering Merkel heeft in 2011 afscheid genomen van kernenergie (‘Energiewende’) en moet de meer vervuilende manieren van opwekking van energie, zoals bruinkool afbouwen vanwege de afspraken van het Parijse klimaatakkoord van 2015.

Tweet van GK aan de Duitse Ambassade in Nederland, 20 juli 2021.

Naar aanleiding van een afscheidsinterview van de Duitse ambassadeur in Den Haag Dirk Brengelmann in NRC stuurde ik bovenstaande tweet naar de Duitse ambassade. In dit interview in NRC komt Nord Stream II ter sprake. Het is jammer dat de interviewer niet doorvraagt als Brengelmann zegt dat Nord Stream II onderdeel is van een brede energiemix. Dat is aantoonbaar onjuist. De positie van de Duitse politiek in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven is bepaald om goedkoop Russisch gas af te nemen. Voor dat economisch belang heeft Duitsland de relaties met de VS en met landen als Polen en Oekraïne beschadigd. Het zijn niet alleen de Nederlanders die niet kunnen incasseren, maar ook de Duitsers.

Schermafbeelding van deel artikel ‘Interview; ‘Nederlanders kunnen uitdelen, maar minder goed incasseren’ van Stéphane Alonso in NRC, 18 juli 2021.

Wat Duitsland doet in de relatie met het Kremlin is schipperen, je zou het Duits polderen kunnen noemen. In het geval Navalny waren het Russische initiatieven die de vergiftigde oppositieleider in Duitsland deden belanden. Inderdaad had kanselier Merkel de behandeling in een Duits ziekenhuis aangeboden, maar of dat gezien kan worden als een naar voren stappen uit de schaduw van de Russische Federatie valt te betwijfelen. Het lijkt op een krijgsmacht die uitsluitend een medische ploeg naar een oorlog wil afvaardigen, maar geen militairen en daarna ook nog eens zichzelf op de borst klopt om te zeggen dat het stoer gehandeld heeft. Daarom klinken de woorden van ambassadeur Brengelmann zo vals.

Duitsland is samen met het minder belangrijke Nederland de stoorzender geweest in het opzijzetten van de randvoorwaarden van het EU-beleid inzake diversiteit en energie-onafhankelijkheid van het Third Energy Package (2018). Vraag is of andere landen daar Duitsland mee weg laten komen. Het is niet onmogelijk dat Annalena Baerbock de kandidaat van de Groenen voor het kanselierschap door de fundamentele kritiek van de Groenen op de geopolitieke en milieu-aspecten van Nord Stream II samen met aandacht voor de klimaatproblematiek (de recente overstromingen) gebruikt om zich uit een geslagen positie terug in de race voor het kanselierschap te vechten. De kritiek tegen Nord Stream II is nog lang niet definitief verstomd en lijkt alleen nog maar toe te nemen.

Onevenwichtig artikel van Petersen en Krijger over Trump, Biden en het buitenlandbeleid van de VS. Waarom plaatst NRC het?

De Amerikanisten Koen Petersen en Alex Krijger menen in een opinie-artikel in NRC van 24 augustus 2020 dat het buitenlandbeleid van een eventuele president Joe Biden alleen in toon anders zal zijn dan dat van de huidige president Trump. De titel gaat nog een stapje verder en zegt ‘Joe Biden verandert het buitenlands beleid van de VS niet’. Dat wil dus zeggen dat er onder Biden niets anders wordt. Dat is al meteen in tegenspraak met de intro die dus zegt dat alleen de toon anders wordt. Er is iets vreemds aan de hand met dit artikel dat inhoudelijk selectief shopt in de feiten en dat redactioneel afbindt met een tegenstrijdigheid.

Het is uitstekend om een prikkelende stelling te poneren over het verschil in de buitenlandse politiek van president Trump en vice-president Biden. Dat biedt de kans om uitleg te geven en een punt te maken. Maar dat doen Petersen en Krijger onvoldoende. Ze gaan namelijk grotendeels in op de overeenkomsten tussen Trump en Biden en vegen de verschillen opzichtig onder het tapijt. Ze laten zich kennen als relativisten die willen benadrukken dat Europa het initiatief moet nemen door voor zichzelf op te komen. Maar daarmee gaan ze voorbij aan de inhoudelijk verschillen die er wel degelijk bestaan tussen beide presidentskandidaten.

Onmiskenbaar heeft de VS de draai naar Azië gemaakt en is Europa minder belangrijk geworden. De VS ziet China in economisch, politiek en militair oogpunt als de grootste bedreiging. Dat idee wordt in de Amerikaanse Senaat door beide partijen gedeeld. Het is ook onmiskenbaar dat de VS de buitenlandse politiek heeft geëconomiseerd, zoals overigens de complete politiek van liberale democratieën is geëconomiseerd. En ook Biden zal als president van Europese bondgenoten meer financiële inspanning verwachten voor wat de NAVO betreft. Voorzover de overeenkomsten en de continuïteit in de buitenlandse politiek van de VS.

Maar de verschillen tussen Trump en Biden zijn aanzienlijk. Petersen en Krijger zeggen dat Trump een stevig beleid voert jegens de Russische Federatie. Dat is onjuist en mist nuancering. Wie zich de persconferentie in Helsinki in 2018 na de top tussen Trump en de Russische president Putin in herinnering haalt waarin Trump zijn inlichtingendiensten afviel en Putin op zijn woord zei te geloven dat het Kremlin zich niet had gemengd in de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2016 kan niet anders dan concluderen dat Trump op z’n minst ambivalent tegenover de Russische Federatie staat. Dat is geen stevig beleid. De continuïteit van het Ruslandbeleid wordt ondanks Trump door de Senaat gegarandeerd. Telkens heeft Trump waar hij de kans kreeg dat vertraagt en geprobeerd af te zwakken. Bijvoorbeeld in de levering van dodelijke antitank Javelin wapens aan Oekraïne. En in Noord-Syrië wekte Trump de indruk door een overhaaste terugtrekking van troepen die later trouwens werd afgezwakt rechtstreeks naar de pijpen van het Kremlin te dansen.

Uit Trumps houding ten aanzien van de Russische Federatie volgt in diapositief zijn houding tegenover Europa en bondgenoten als Japan, Zuid-Korea en Canada. Hij heeft in de afgelopen jaren als een bullebak leiders als kanselier Merkel, premier May, premier Trudeau of president Moon Jae-in geschoffeerd. Dat is meer dan een kwestie van toon. Dat gaat om afstand nemen tot traditionele bondgenoten en de bijl zetten aan de wortel van de samenwerking die in de 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog is gegroeid en stabiliteit én kracht legde onder de westerse samenwerking. Trump heeft daar onzekerheid, wisselvalligheid en waar mogelijk zijn eigen accenten of persoonlijk verdienmodel aan toegevoegd. Dat is essentieel voor de buitenlandse betrekkingen.

Het is een raadsel waarom Petersen en Krijger met het voorbijgaan aan de basale feiten zo eenzijdig naar de overeenkomsten tussen Trump en Biden zoeken en de verschillen wegmoffelen. Het lijkt eerder verklaard te kunnen worden uit hun pro-Trump houding dan uit enige wetenschappelijke objectiviteit. Het is bizar dat ze hiermee wetenschappelijke geloofwaardigheid proberen te winnen door zich Amerikanist te noemen. Het is ongelukkig dat NRC zo’n artikel plaatst dat weliswaar goede aanzetten bevat, maar in deze vorm nog niet af is om in de krant gepubliceerd te worden. Ongenoemd blijft dat Petersen columnist voor Elseviers Weekblad is.

Foto: Schermafbeelding van het  artikel ‘Joe Biden verandert het buitenlands beleid van de VS niet’ van Koen Petersen en Alex Krijger in NRC, 24 augustus 2020.

Escalatie tussen China en VK over Hong Kong

De twee kandidaten voor het leiderschap van de Conservatieve partij nemen het op voor de vreedzame demonstranten tegen het opgeschorte voorstel van het bestuur van Hong Kong over uitwijzing naar China. De zogenaamde extradition bill. Boris Johnson en Jeremy Hunt stellen zich ferm op en beroepen zich op de overeenkomst uit 1997 tussen China en het VK over de status van deze voormalige Britse kroonkolonie. Ze menen dat de bestuurders van Hong Kong deze status (one country, two systems) dreigen te schenden en gaan er vanuit dat dit door het leiderschap in Beijing is ingefluisterd. Ze vinden dat ze zich hierover in het openbaar kunnen uitspreken. Hunt sluit sancties tegen China niet uit. China heeft daar op geageerd. Zo sprak de Chinese ambassadeur in het VK Liu Xiaoming over Britse inmenging in interne aangelegenheden en vertelde Westminster zich er niet mee te bemoeien. Daar werd hij weer voor op het matje geroepen bij Buitenlandse Zaken. Zo escaleert de kwestie van de extradition bill en krijgt buitenlandse dimensies. Het is niet in het belang van China dat dit uit de hand loopt en publiciteit blijft trekken. Ook in mainland China zelf.

Russische Federatie stuurt militaire troepen naar Venezuela

Verschillen tussen China en de Russische Federatie zijn groot. Eerstgenoemde lijkt vooruit en laatstgenoemde achteruit te kijken. China jaagt Europa door haar economische macht vrees aan. De Russische Federatie probeert door haar militaire macht te imponeren. Dat is een opvallend verschil in strategie. De AI van de 21ste eeuw tegenover de kanonneerboot-diplomatie van 19de eeuw. Het Kremlin handelt in het moment en voor de korte termijn. In Syrië, Oost-Oekraïne en Venezuela steunt het Kremlin met haar inmenging een regime dat zonder Russische steun allang gevallen zou zijn. In Oost-Oekraïne heeft het dat zelfs zelf geïnstalleerd. Het zit hiermee vooral aartsvijand de VS dwars. Zo handelen landen vaker tegenover elkaar, dit is niet uniek voorbehouden aan de Russische Federatie. Maar het is geen constructieve opstelling die de inwoners van de Russische Federatie verder helpt. En bijvoorbeeld hun welzijn of welvaart verhoogt. Of de Russische steun de inwoners van Syrië, Oost-Oekraïne of Venezuela verder helpt of vooral hun lijdensweg verlengd is de vraag. Ethische politiek kan niet afgedwongen worden. Dat is een trieste constatering. Een ideale wereld is anders.

Domme hooggeleerdheid van Beatrice de Graaf in NRC-column

Hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen in Utrecht Beatrice de Graaf vind ik de domste hooggeleerde van een vakgebied waar ik enig zicht op heb. Als ze het over actuele politiek heeft ben ik het over het algemeen niet alleen inhoudelijk met haar oneens, maar begrijp ik evenmin de stappen die ze in haar betogen zet. Of dat nou in haar NRC-column is of in een openbare lezing. Vooral als ze het heeft over de Russische Federatie, Duitsland of hedendaags terrorisme word ik een beetje hopeloos van Beatrice de Graaf.

Neem de NRC-columnEer, worst en kaviaar’ met de volgende uitspraak over Merkel en Putin: ‘Experts en diplomaten zullen dan onderstrepen hoe zeer hun onwillige, maar vasthoudende overleg in de jaren van de Krim-oorlog heeft bijgedragen aan conflictbeheersing en doorgaande economische uitwisseling. Waarom is dat nu voor tijdgenoten dan nog zo slecht zichtbaar?’ De Graafs claim is dat ze ziet wat experts niet zien. Dat getuigt niet van valse bescheidenheid. Is die claim terecht of een slag in de lucht? Met betrekking tot Merkel kan nog begrepen worden dat ze door de vele tegenstrijdige belangen (Duitse economische positie en lobby, Duitse relatie met Kremlin, Translatlantische relatie) die ze vertegenwoordigt net als Frankrijk (Minsk-overleg) tot overleg met Putin gedwongen is. Maar diens ‘vasthoudendheid’ lijkt een totaal andere reden te hebben.

Deze uitspraak roept ook de vraag op wat de grenzen aan de geschiedschrijving zijn. Hoever kan die aan de hand van het verleden naar de toekomst opgerekt worden zonder te vervallen in koffiedik kijken en fabuleren? Onder de stilzwijgende verwijzing naar haar functie en vakgebied die netjes onderaan de column genoemd worden gedraagt De Graaf zich als de waarzegster van de actuele politiek. Maar dat laatste heeft per definitie niets met geschiedschrijving te maken omdat het de verre toekomst meent te kunnen interpreteren.

Het antwoord op de vraag waarom de in de ogen van De Graaf relatieve vrede van de nu al sinds 2014 durende oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie zo slecht zichtbaar zou zijn, geeft ze zelf: ‘Omdat wij door de spiegel van onze eigen westerse, Nederlandse of Europese identiteit kijken. In die reflectie van individuele vrijheid en waardering voor inspraak en overleg kan het rauwe en provocerende gedrag van de Russische machthebbers, generaals en spionnenchefs heel barbaars ogen.’ Is hier behalve een hoog Alice in Spiegelland-gehalte van de wereld achter de spiegel sprake van een Stockholm-syndroom waarin De Graaf zich niet alleen vereenzelvigt met het rauwe gedrag van de Russische machthebbers, maar dat ook goedpraat?

Suggereert De Graaf dat universele waarden zoals individuele vrijheid en meningsuiting wel voor inwoners van westerse staten gelden, maar niet voor de inwoners van autoritaire landen als de Russische Federatie? Het gedrag van Russische machthebbers tegenover binnen- en buitenlandse opponenten ‘oogt’ niet alleen barbaars, maar ‘is‘ dat volgens de universele waarden, wat burgerrechten en de internationale rechtsorde, wat internationale normen betreft. Elders op sociale media gaf ik vandaag de volgende reactie:

Doorgaans begrijp ik De Graaf niet als ze het over Europese veiligheidspolitiek heeft. Ook deze keer niet in haar column ‘Eer, worst en kaviaar’. De blinde vlek van De Graaf blijft dat ze staatsterrorisme niet benoemt of zelfs signaleert en dat haar neo-realistische geschiedopvatting de rechtsorde ondergeschikt maakt aan de machtsverhouding tussen staten. Het merkwaardige is dat De Graaf in haar column correct de feiten aandraagt, maar er vervolgens zelf de enig logische conclusie niet uit weet te trekken. Want ja, de Russische president heeft sinds 2000 zijn land niet weten te moderniseren en hervormen, maar nee, De Graaf stelt hem daar niet direct voor verantwoordelijk.

De echte Russische eer zou zijn als het Kremlin zou stoppen het land en de inwoners te behandelen als een wingewest voor eigen profijt en er een eer in zou leggen om het land en de bewoners vooruit te helpen. De Graaf relativeert en stelt tegenover de roofstaat van Putin, de eventuele chaos en het machtsvacuüm na Putin. Dat is goed mogelijk, maar het kan ook anders. De toekomst van de Russische Federatie na Putin kan ook lopen via hervorming, modernisering, de opbouw van rechtsstaat en democratie.

Zo helpt ze er onbewust aan mee de verkeerde agenda te agenderen. Feit dat De Graaf blijft hangen in de extrapolatie van Putin met meer (of erger) van hetzelfde geeft de geslotenheid van haar denken aan. Als NRC-abonnee kan ik haar column goed missen en vraag ik me telkens af om welke reden de hoofdredactie haar nou eigenlijk in de arm neemt. Om aan te tonen in hoeverre De Graaf er deze keer weer naast zit?

Foto: Schermafbeelding van deel columnEer, worst en kaviaar’ van Beatrice de Graaf in NRC, 7 december 2018.

Rutte roept ‘alle redelijke krachten in Nederland’ op om associatie-overeenkomst met Oekraïne te steunen. Waarom nu pas?

Premier Mark Rutte doet een beroep op ‘alle redelijke krachten in Nederland’ om de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne namens Nederland te ratificeren. In de kamers zijn dat D66, GL, CDA en CU. Bij een raadgevend referendum op 6 april 2016 stemde bij een opkomst van 32,28% ongeveer 61% tegen. Een peiling van 23 oktober van het opiniebureau Peil.nl geeft aan dat als Brussel tegemoet komt aan de bezwaren van Nederland en die als extra vermelding toevoegt meer stemmers voor (44%) dan tegen (37%) ratificatie zijn.

Zo laat Rutte vier soorten uitspraken door elkaar laat lopen. Er is de Tweede Kamer met een meerderheid van PvdA en VVD die voor de associatie is. Er is de Eerste Kamer waar PvdA en VVD zonder de steun van de ‘redelijke krachten’ geen meerderheid hebben voor de associatie-overeenkomst. Er is de uitslag van het referendum van 6 april 2016 met een meerderheid tegen de associatie. En er is een recente peiling met meer mensen voor dan tegen de associatie als de Nederlandse bezwaren aan het verdrag worden toegevoegd.

Rutte heeft gelijk dat dit groter is dan Nederland alleen. Maar hij heeft het aan zichzelf te wijten dat het zover is gekomen. Vanaf het begin was het duidelijk dat de uitspraak van het raadgevend referendum niet bindend was en niet meer dan één van de overwegingen bij de besluitvorming in het kabinet zou zijn. Kabinetsleden lieten echter na dat in de beeldvorming te benadrukken, richting publiek en parlement. Het is een fout dat Rutte pas nu verwijst naar machtspolitiek en de Russische agressie in Oost-Oekraïne, de Krim en Syrië om de associatie-overeenkomst in een breder kader te zetten. Daar is sinds april 2016 niet veel in veranderd.

Om de kiezers te overtuigen van het specifieke belang van de associatie die boven het Nederlands belang uitstijgt, had hij veel eerder moeten uitleggen dat het belang van de associatie breder was. Het antwoord op de vraag waarom hij dat heeft nagelaten en zo traag heeft gehandeld is te vinden in de peiling van Peil.nl. Een minderheid van VVD-stemmers wil niet ratificeren. Door deze partijpolitieke overwegingen en het negativisme in zijn eigen partij heeft Rutte zich 6 maanden laten gijzelen. Als hij een staatsman met lef was geweest, dan had hij al maanden geleden aangekondigd na weging van alle aspecten de associatie-overeenkomst te gaan ratificeren. Nu heeft hij zich door zijn aarzelingen en vertragingen nodeloos zwak en kwetsbaar opgesteld.

Drie misverstanden in de uitleg over het Oekraïne-referendum: raadgevendheid, handelsdeel en voorlopige toepassing

Premier Rutte zit omhoog met de uitslag van het Oekraïne referendum. Of beter gezegd, met zijn interpretatie ervan. Hij heeft het aan zichzelf te wijten dat hij in politieke problemen is gekomen. Wetgeving verplicht hem niet tot overname van de uitslag. Een raadgevende uitspraak laat volgens artikel 11 van de Wet Raadgevend Referendum twee tegengestelde conclusies toe: intrekking van de wet of regeling van de inwerkingtreding van de wet. Bert Nijman van Geen Stijl verwoordt dat door te stellen dat Rutte de uitslag naast zich neer kan leggen. Als hij een vent is. ‘Negeren‘ is de verkeerde term, omdat het kabinet de wettelijke plicht heeft om de uitkomst van het referendum in ogenschouw te nemen, maar niet verplicht is om de uitkomst over te nemen.

Een ander misverstand is dat de handelsbetrekkingen die 80% van de associatie-overeenkomst uitmaken iets met de uitspraak van het Nederlandse referendum te maken hebben. Dat doen ze niet omdat ze wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie vallen. Over die 80% heeft het referendum van de Nederlandse kiezer nooit een uitspraak gevraagd. In de campagne is dat aspect nauwelijks aan de orde gekomen. Naast de verwarring over de raadgevendheid die de regering twee tegengestelde keuzes laat is er dus een tweede complicatie. De associatie-overeenkomst bevat politieke en juridische onderdelen waarover de burger in het referendum een uitspraak is gevraagd en economische onderdelen waarover de burger geen uitspraak is gevraagd. Hoogleraar Europees Recht Linda Senden wees daar in februari 2016 op.

Thiery Baudet (Forum voor Democratie) heeft het bij het verkeerde eind als hij meent dat als Nederland niet tekent het verdrag van de EU met Oekraïne van de baan is. Zo werkt het juridisch niet. Want een verdrag kan onder voorbehoud en voorlopig toegepast worden, hoewel dat geen blijvende juridische situatie is. En van de andere kant kan die voorlopigheid lang opgerekt worden. In weerwil van wat Baudet beweert gaat de overeenkomst niet de prullenbak in als het Nederlandse kabinet haar stem aan de goedkeuringswet onthoudt.

Een brief van 28 oktober 2015 van het ministerie van Buitenlandse Zaken schetst de politieke situatie die dan ontstaat: ‘Beëindiging van de voorlopige toepassing van de overeenkomst van de kant van de EU vereist een besluit van de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen. De meeste lidstaten hechten aan voorlopige toepassing van onderdelen van het associatieakkoord. De vereiste unanimiteit voor opzegging van de voorlopige toepassing ontbreekt derhalve.’ Het valt niet te verwachten dat EU-lidstaten die zich nauw met Oekraïne verbonden voelen -zoals Polen en de Baltische staten- hun handtekening onder beëindiging van de voorlopige toepassing gaan zetten. Dit is de derde complicatie die voor misverstand zorgt.

Populisme: In het publieke debat op sociale media gedragen de zelfbenoemde redders van de democratie zich als anti-democraten

fvd

Gisteren besteedde ik in een commentaar aandacht aan twee tweets van oud-senator van de Onafhankelijke Senaatsfractie Kees de Lange. Ik was het hartgrondig met hem oneens. Daarnaast vond ik zijn toon ongepast en was ik van mening dat hij overdreven reageerde door in tweets te spreken over ‘een meerderheid van de Tweede Kamer die de bevolking de oorlog verklaart’ en de volksvertegenwoordiging die een zelfgemaakte wet zou ‘minachten en verkrachten’.  Aanleiding voor de uitingen was een stemming over de nasleep van het Oekraïne-referendum. Een parlementsmeerderheid gaf het kabinet de ruimte om in de EU te onderhandelen zonder de goedkeuringswet per omgaande in te hoeven trekken. Artikel 11 van de wet op het raadgevend referendum biedt ruimte als het spreekt over een voorstel dat ‘zo spoedig mogelijk’ moet worden ingediend.

Omdat het referendum geen uitspraak vroeg over het 80% handelsdeel van de associatie-overeenkomst dat onder de directe bevoegdheid van de Europese Commissie valt kan het kabinet niet zomaar een streep door de overeenkomst zetten zoals het NEE-kamp eist. Het vraagt politiek handwerk om een voorlopig gesloten goedkeuringswet te ontwarren. Opportunisme van het Nederlandse kabinet om de intrekkingswet over het Britse referendum heen te tillen speelt mee om het Britse Remain-kamp het niet extra lastig te maken met Nederlandse eisen. Zo krijgen de concessies die het Nederlandse kabinet worden afgedwongen een tweede leven in de Britse campagne als argument om uit de EU te treden omdat ze de Britse positie zouden schaden. Geen Stijl geeft in Nederland de voorzet om in het Verenigd Koninkrijk samen met Nigel Farange te scoren.

Zoals altijd kan men het met een besluit in de Tweede Kamer niet eens zijn. Maar om dan te spreken zoals De Lange doet over de Tweede Kamer die de bevolking de oorlog verklaart is in mijn ogen buiten alle proportie. Zo’n uiting zegt niet zozeer iets over het Nederlandse parlement of de staat, maar over de radicalisering van iemand als De Lange. Hij belastert zichzelf door groteske overdrijving. In Nederland lopen geen stoottroepen door de straten of worden mensen in het holst van de nacht door veiligheidstroepen van hun bed gelicht en meegenomen naar onbekende bestemming of is de wet door de zittende macht buiten de orde geplaatst.

Nederland staat volgens de 2016 World Press Freedom Index van Reporters Without Borders wat persvrijheid betreft na Finland op plek 2 van 180 landen. Nederland staat volgens de Rule of Law Index 2015 van The World Justice Project op plek 5 van de 102 landen wat de rechtsstaat betreft. Nederland is in dit soort lijstjes over rechtsstaat, persvrijheid, burgerrechten, corruptie en transparantie altijd tussen Noord-Europese en Angelsaksische landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië te vinden. Dat is er een signaal van dat Nederland een redelijk goed functionerende democratie is waar media in redelijke vrijheid de zittende macht kunnen controleren. De Nederlandse bevolking is niet in oorlog met het parlement en de parlementariërs zijn wellicht soms een beetje dom, slordig of kortzichtig, maar ze minachten en verkrachten de wet niet.

Het is eerder omgekeerd. Het zijn in navolging van PVV-leider Geert Wilders juist types als Kees de Lange of de mensen achter het Forum voor Democratie die continu vol ongenoegen met een grote bek verkondigen dat hun rechten geschonden worden, de democratie niet zou functioneren of dat het publieke debat niet eerlijk verloopt omdat ze te weinig toegang tot de media zouden hebben. Maar de praktijk is dat zij het zijn die het publieke debat manipuleren en naar hun hand willen zetten. De Lange blokkeerde me op Twitter na mijn kritische commentaar en het Forum voor Democratie deed om mij onbekende redenen daarna hetzelfde. Deze zelfbenoemde redders van de democratie vallen door de mand omdat zij zich gedragen als anti-democraten.

Foto: Schermafbeelding van melding dat Forum voor Democratie me geblokkeerd heeft op Twitter.