Mediahuis zet GeenStijl te koop. Welk bedrijfsmodel gaat voor dit weblog werken?

De nieuwe eigenaar van weblog GeenStijl (GS) wil dit weblog verkopen. Zo zegt Bert Ysebaert in een interview met De Volkskrant. Deze topman van het Vlaamse Mediahuis heeft afgelopen donderdag na een moeizame partij schaduwboksen met John de Mol de Telegraaf Media Groep (TMG) gekocht waar GS een dochter van is. GS werd de afgelopen tijd beschuldigd van seksisme. Maar of dat de enige reden voor het Mediahuis is om GS van de hand te doen is de vraag. Het lijkt eerder dat het gebrek aan perspectief en het slechte vooruitzichten om zwarte cijfers te schrijven bepalend zijn. De  winstgevendheid van GS staat al vele jaren onder druk.

Ooit was het in 2003 opgerichte GS een voorloper op internet dat naar alle kanten schopte. Dat maakte het fris en eerlijk. Het bond zich niet en verzette zich tegen politiek extremisme. Maar die houding wist het niet vol te houden. Het werd steeds meer de rechts-populistische hoek ingetrokken. Wat voor het vasthouden van de ongebondheid niet hielp was dat het onderdeel van het Telegraaf-concern was. De anarchistisch-kritische houding van weleer ging over in conservatisme. Dat op zich hoeft echter geenszins de dood in de pot te zijn. Want profileerde de in 2013 overleden NRC-columnist Jérôme Heldring zich ook niet als conservatief? Dat staat originaliteit, ongebondenheid of opstandigheid niet in de weg. Maar daar draaide het bij GS wel op uit. Het werd een zich herhalende vorm zonder veel inhoud. Het zette zichzelf in de hoek, opereerde lollig, werd voorspelbaar en wist nog weinig invloed uit te oefenen buiten de eigen kring. De anarchistische subtiliteit van ooit was uitgewerkt. Het heilig vuur werd alleen nog kunstmatig opgestookt voor commerciële doeleinden.

Een voorbeeld maakt dat duidelijk. Vanaf zomer 2015 maakte GS zich sterk voor het Oekraïne-referendum en tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Dat was een opstelling die GS voor langere tijd bond aan een segment van het politieke spectrum. Opvallend was dat dat andere oude weblog Retecool (sinds 2000) zich aan de andere kant opstelde. Achteraf gezien heeft het verzet van GS politiek tot niets geleid. Een meerderheid in de Eerste Kamer stemde onlangs in met de associatie-overeenkomst. Maar GS trok aandacht en wist haar positie binnen TMG te consolideren. Zo werd door GS een politiek onderwerp ingezet vanwege economische doeleinden en de eigen positie binnen het concern waar het deel van uitmaakte. Maar het was een nipte overwinning vol verlies. Want hiermee beschadigde GS in de kern haar profiel van ongebondenheid.

Het leek te werken, want TMG schopte GS niet de deur uit. Maar GS was intussen ver af komen te staan van de dwarse houding van de rebel die naar alle kanten schopt. Het weblog was zelf partij geworden of had zich tot partij laten maken. In dat proces had het een deel van het oude publiek van zich vervreemd. Het valt te bezien of een doorstart mogelijk is. Het is uiteraard geen 2003 meer en GS kan de eigen geschiedenis niet meer terugdraaien. Het zeult op dit moment een rechts-populistisch en seksistisch profiel met zich mee als ballast. GS is afgelopen jaren een doodlopende weg ingestapt waar het bedrijfsmodel leunt op een publiek dat GS economisch niet overeind kan houden. Een nieuwe leiding van GS moet vooral daar een oplossing voor vinden.

Foto: Schermafbeelding van postingAlweer Te Koop. Weldenkend weblog GeenStijl’ van GS op Facebook met eigen reactie, 24 juni 2016.

Advertentie

Populisme: In het publieke debat op sociale media gedragen de zelfbenoemde redders van de democratie zich als anti-democraten

fvd

Gisteren besteedde ik in een commentaar aandacht aan twee tweets van oud-senator van de Onafhankelijke Senaatsfractie Kees de Lange. Ik was het hartgrondig met hem oneens. Daarnaast vond ik zijn toon ongepast en was ik van mening dat hij overdreven reageerde door in tweets te spreken over ‘een meerderheid van de Tweede Kamer die de bevolking de oorlog verklaart’ en de volksvertegenwoordiging die een zelfgemaakte wet zou ‘minachten en verkrachten’.  Aanleiding voor de uitingen was een stemming over de nasleep van het Oekraïne-referendum. Een parlementsmeerderheid gaf het kabinet de ruimte om in de EU te onderhandelen zonder de goedkeuringswet per omgaande in te hoeven trekken. Artikel 11 van de wet op het raadgevend referendum biedt ruimte als het spreekt over een voorstel dat ‘zo spoedig mogelijk’ moet worden ingediend.

Omdat het referendum geen uitspraak vroeg over het 80% handelsdeel van de associatie-overeenkomst dat onder de directe bevoegdheid van de Europese Commissie valt kan het kabinet niet zomaar een streep door de overeenkomst zetten zoals het NEE-kamp eist. Het vraagt politiek handwerk om een voorlopig gesloten goedkeuringswet te ontwarren. Opportunisme van het Nederlandse kabinet om de intrekkingswet over het Britse referendum heen te tillen speelt mee om het Britse Remain-kamp het niet extra lastig te maken met Nederlandse eisen. Zo krijgen de concessies die het Nederlandse kabinet worden afgedwongen een tweede leven in de Britse campagne als argument om uit de EU te treden omdat ze de Britse positie zouden schaden. Geen Stijl geeft in Nederland de voorzet om in het Verenigd Koninkrijk samen met Nigel Farange te scoren.

Zoals altijd kan men het met een besluit in de Tweede Kamer niet eens zijn. Maar om dan te spreken zoals De Lange doet over de Tweede Kamer die de bevolking de oorlog verklaart is in mijn ogen buiten alle proportie. Zo’n uiting zegt niet zozeer iets over het Nederlandse parlement of de staat, maar over de radicalisering van iemand als De Lange. Hij belastert zichzelf door groteske overdrijving. In Nederland lopen geen stoottroepen door de straten of worden mensen in het holst van de nacht door veiligheidstroepen van hun bed gelicht en meegenomen naar onbekende bestemming of is de wet door de zittende macht buiten de orde geplaatst.

Nederland staat volgens de 2016 World Press Freedom Index van Reporters Without Borders wat persvrijheid betreft na Finland op plek 2 van 180 landen. Nederland staat volgens de Rule of Law Index 2015 van The World Justice Project op plek 5 van de 102 landen wat de rechtsstaat betreft. Nederland is in dit soort lijstjes over rechtsstaat, persvrijheid, burgerrechten, corruptie en transparantie altijd tussen Noord-Europese en Angelsaksische landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië te vinden. Dat is er een signaal van dat Nederland een redelijk goed functionerende democratie is waar media in redelijke vrijheid de zittende macht kunnen controleren. De Nederlandse bevolking is niet in oorlog met het parlement en de parlementariërs zijn wellicht soms een beetje dom, slordig of kortzichtig, maar ze minachten en verkrachten de wet niet.

Het is eerder omgekeerd. Het zijn in navolging van PVV-leider Geert Wilders juist types als Kees de Lange of de mensen achter het Forum voor Democratie die continu vol ongenoegen met een grote bek verkondigen dat hun rechten geschonden worden, de democratie niet zou functioneren of dat het publieke debat niet eerlijk verloopt omdat ze te weinig toegang tot de media zouden hebben. Maar de praktijk is dat zij het zijn die het publieke debat manipuleren en naar hun hand willen zetten. De Lange blokkeerde me op Twitter na mijn kritische commentaar en het Forum voor Democratie deed om mij onbekende redenen daarna hetzelfde. Deze zelfbenoemde redders van de democratie vallen door de mand omdat zij zich gedragen als anti-democraten.

Foto: Schermafbeelding van melding dat Forum voor Democratie me geblokkeerd heeft op Twitter.

Petitie: ‘Het Oekraïne-referendum: dit was eens maar nooit meer’. Laat het volk voortaan voor zichzelf spreken. Maar kan dat wel?

or

In de toelichting beredeneren de initiatiefnemers van gelegenheidssite ditwaseensmaarnooitmeer dat het referendum als instrument van directe democratie waardevol is, maar dat het Oekraïne-referendum van 6 april 2016 tekort is geschoten: ‘Maar voor ditwaseensmaarnooitmeer.nl staat één ding als een paal boven water: zoals het Oekraïne-referendum is verlopen, zó willen we het nooit meer.’ Politieke marketing met simpele one-liners deed de complexiteit van het verdrag geen goed: ‘Dat leidde tot een bonte verzameling aan one-liners en uiterst simplistische stemadviezen. Zoals: Ben je tegen de EU, stem dan ‘nee’. Ben je tegen Poetin, stem dan ‘ja’. Wil je Oekraïense plofkip? Stem dan ‘ja’. Eerst de radarbeelden van de MH17!

De petitionisten hebben gelijk. Om het instrument referendum dat de kloof tussen burger en politiek kan helpen dichten hetzelfde te laten blijven moet het veranderen. Probleem is dat bij een referendum -waar ook nog eens grif subsidiegeld valt te verdienen- allerlei bemiddelaars zich namens ‘het volk’ opwerpen. Het wordt een industrie op zichzelf. Ze herkennen de paradox niet dat ze zich uitspreken tegen de representatieve democratie, terwijl ze zichzelf opwerpen als vertegenwoordiger van het volk tegen de politiek. Het verschil is niet principieel, maar functioneel. Het maakt niets uit of een politieke partij of maatschappelijke groepering namens het volk spreekt. Hoewel bemiddelaars altijd nodig zijn, moet bij een volgend referendum het volk meer namens zichzelf kunnen spreken. Daar dienen wijzigingen in de referendumwet op afgestemd te zijn. Lastig, omdat zo ook de macht van politieke partijen verminderd moet worden. Dat doet de politiek ongaarne.

Complicatie is de fragmentatie van de voor- en tegenstanders die namens het volk menen te spreken, maar hun eigen achtergrond, economische belangen, ambities en politieke kleur vooropzetten. Daarom verschillen ze aanmerkelijk. In de uitzending van de NOS op de avond van het referendum kwam een schisma aan het licht in het NEE-kamp, tussen Forum voor Democratie (Baudet) en Burgercomité EU (Van Dixhoorn, Van Houwelingen). Dan zijn er nog de partijen PVV en de SP die evenmin identiek denken. En wat te denken van de horizontale communisten, dierenactivisten en kritische maatschappijdenkers tegen inkomensongelijkheid, Monsanto of alles wat naar Westerse dominantie neigt. Voeg daarbij nog de populisten van De Telegraaf/ Geen Stijl over wie ditwaseensmaarnooitmeer zegt: ‘Nee, er niets op tegen dat een weblog of ander medium zich op een referendum stort. (..) ditwaseensmaarnooitweer.nl vindt echter dat het geen recht doet aan onze democratie en rechtstaat door het referendum als een ‘zomerdingetje’ in te zetten, gewoon, omdat het kan.’

Alleen al binnen het NEE-kamp bestaan zo op het eerste gezicht acht te onderscheiden facties met een specifieke focus, invalshoek en belang die menen namens het volk te spreken. Dan is er het JA-kamp met GroenLinks en de conservatieve Joshua Livestro, de tegenstanders van referenda VVD en CDA, de eurofiele D66’ers en solidaire PvdA’ers. En het bedrijfsleven met MKB en multinationals dat altijd en overal lobbyt, maar zich nu nauwelijks uitsprak in de campagne. Zeg, ook zo’n acht van elkaar te onderscheiden facties. Voeg daarbij de neutrale twijfelaars en metadenkers van Meer Democratie. Voor je het weet zijn er al snel zo’n kleine 20 politieke partijen en groeperingen die bij dit referendum zeggen namens het volk te spreken. Of dat te vertegenwoordigen. Nog los van de Rusland- en Oekraïne-sympathisanten. Zorg dan maar eens dat er een referendumvorm komt dat het mogelijk maakt dat het volk meer dan gisteren namens zichzelf kan spreken en minder gestuurd wordt door de belangen van anderen die niet per definitie de belangen van het volk zijn.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Het Oekraïne-referendum: dit was eens maar nooit meer’. Tekenen kan hier.

Referendum is een teken van de ‘janrosering’ van Nederland. De politiek van De Telegraaf als commercie en amusement

dk

In 1973 ontstond de term ‘vertrossing’ die was afgeleid van de omroepvereniging TROS die ‘steeds meer op amusement en minder op educatie gericht’ was zoals de etymologiebank het omschrijft. Het was een ander woord voor ‘vervlakking‘ en ‘oppervlakkigheid‘. Commercie nam de macht over. In een uitgestelde reactie kwam cultuurminister Elco Brinkman (CDA) in 1984 met zijn beknopte en halfslachtige Medianota die hij zelf had geschreven. De verwording in omroepland die zich uitte in het oprekken van programmacategorieën als informatie en kunst wilde Brinkman een halt toeroepen. Het mocht niet baten want de politiek reageerde te laat. Een quiz, een kerkkoor, life style alles valt tegenwoordig onder kunst. Kijkcijfers staan centraal.

Nu is er journalist Jan Roos die tot 2015 bij omroep PowNed werkte en daarna voor shockblog Geen Stijl. Beide onderdeel van de Telegraaf Media Groep. De TROS had voor 1997 via de productie van de programmabladen TROSKompas en TV-krant hechte banden met de Telegraaf Media Groep. In die jaren werd de TROS evenals De Telegraaf als rechts beschouwd met opinieleiders als Wibo van de Linden. De Volkskrant in de necrologie van oud-TROS-directeur Cees Baaij: ‘Baaij had nauwe banden met de directie van De Telegraaf en hij gaf een Telegraaf-coryfee als Henk van der Meijden de kans programma’s te maken.

Telegraaf-dochter Geen Stijl heeft commerciële belangen zoals columnist Luuk Koelman formuleert in een door een andere Telegraaf-dochter METRO geweigerde column: ‘Eind 2014 zette eigenaar TMG (Telegraaf Media Groep) GeenStijl in de verkoop. April 2015 werd duidelijk waarom: het weblog was onrendabel. Er moest iets gebeuren, begreep de redactie. Dus toen op 1 juli 2015 de ‘Wet raadgevend referendum’ in werking trad, was GeenStijl er als de kippen bij om het eigen bestaansrecht te bewijzen. Met behulp van de achterban werd een heus referendum afgedwongen, met “echte stembussen en echte stemhokjes” zoals de site het zelf omschrijft.’ Het is dit ‘echte’ referendum over Oekraïne dat voor velen zo ‘onecht’ aanvoelt.

Jan Roos is zoals hij zelf toegeeft niet iemand die gaat voor inhoud, maar sterk en vlot is aan de oppervlakte. Hij wordt gestuurd door de zakelijke belangen van zijn bazen. En door rechtse politiek. Geen Stijl heeft zich door niet aflatende publiciteit die het sinds juli 2015 maakt tegen de EU en voor een referendum binnen de TMG rendabel weten te maken. Zodat het niet verkocht hoeft te worden. Het gaat de initiatiefnemers van het referendum niet primair om de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU.  ‘Jan Roos‘ staat voor het gebruiken van politiek als amusement en commercie. Op de ‘janrosering’ van de politiek hebben de politici geen antwoord. Net zoals ze dat niet hadden op de ‘vertrossing‘ van de publieke omroep. Ze zijn overvallen en weten zich geen raad. Het wachten is op een ‘Medianota à la Brinkman‘ die 10 jaar na dato komt.

Foto: Tweet van Diederik Kramers, 6 april 2016.

Wat gebeurt er met de uitslag van het referendum? Dreigt binnen kabinet een tweedeling tussen VVD en PvdA?

media_xl_1961652

Naar het referendum op 6 april over de associatie-overeeenkomst van de EU met Oekraïne kan men op verschillende manieren kijken. Los van de politieke stellingname voor of tegen. Het valt te beredeneren vanuit wat in de verdragstekst ‘opgesloten is’. Wat er logischerwijs direct uit volgt. Dat betreft onder meer de mate van stabilisering door hervormingen van Oekraïne, handelsbelangen, soevereiniteit van Oekraïne dat een eigen koers kiest, geopolitieke belangen in Oost-Europa en de Europese veiligheidssituatie, de relatie tussen Europese natiestaten en de supranationale EU en tenslotte belangen van maatschappelijke groeperingen, politieke partijen en individuen die zich om uiteenlopende redenen (profilering, carrière, overtuiging, partijbelang, financieel gewin) betrokken voelen bij de associatie-overeenkomst. Of dat suggereren te zijn.

Men kan het ook beredeneren vanuit de buitenkant. Daarmee wordt niet de informatievoorziening bedoeld. Want zelfs als het gaat om misleiding als onderdeel van een informatie-oorlog wordt dat nog vanuit de verdragstekst beredeneerd. Of dat onzin is doet er niet toe. De kritiek die trouwens van vele kanten klinkt is dat de informatievoorziening onvoldoende is en het publiek slecht wordt voorgelicht. Dat betreft zowel delen van de overheid als radicale partijen die pro-Kremlin standpunten verkondigen. Misleiding en verwarring gaan tot aan de top. Zo wijst premier Rutte op de handelsbelangen als voordeel van de associatie, maar in het referendum wordt daarover de Nederlandse kiezer geen uitspraak gevraagd. Handelsbetrekkingen vallen wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie en daar heeft de kiezer geen invloed meer op. Dit is al sinds begin februari in de Nederlandse publiciteit bekend, maar wordt toch niet overgenomen.

De buitenkant is wat er gebeurt met de uitslag van het referendum als het is gehouden. Wat doet het kabinet en welke reactie geven betrokkenen daar vervolgens weer op? In een ingezonden brief in NRC van 23 maart spreekt het oud-lid van de Tweede Kamer (D66) Bob van den Bos de verwachting uit dat het kabinet de associatie-overeenkomst zal ratificeren. Wat de uitslag ook is van het niet bindende referendum: ‘Ook als de (zeer lage) drempel van 30% gehaald wordt, zal de regering het advies niet opvolgen. (..) Na zorgvuldige heroverweging gaat de regering over tot ratificatie, zelfs als de Tweede Kamer haar oproept om dit na te laten.’ Hij schat in dat de regeringspartijen het eigen kabinet niet met de verkiezingen van maart 2017 in het vooruitzicht naar huis sturen. Maar de voorkeur van VVD-stemmers die volgt uit een opinieonderzoek van I&O-Research maakt dat minder vanzelfsprekend omdat het kan leiden tot meningsverschillen in het kabinet.

io

De achterban van D66 en GroenLinks is het meest positief over het goedkeuren van de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Beide partijen tellen veel hoogopgeleiden in hun achterban en profileren zich als vanouds als internationaal en EU-gezind. Een tegengesteld beeld laten de SP en PVV zien die EU-kritisch zijn, weinig hoogopgeleide kiezers hebben en gaan voor een nationalistische oriëntatie. Deze tweedeling komt niet onverwachts en sluit aan bij de politieke standpunten van genoemde partijen. Anders is het gesteld met de opstelling van de kiezers van PvdA en VVD die een onverklaarbaar verschil laten zien.

De PvdA-kiezers zijn het meest positief over de associatie met Oekraïne. Dat kan behalve programmatisch verklaard worden door het afstand nemen van PVV en SP en in tweede instantie de rechts-populisten van GeenStijl en de nationalistisch-conservatieve Thierry Baudet. Een verschil kan tevens zijn dat de PvdA voor en de VVD tegen het referendum is en laatstgenoemde partij zich nauwelijks laat horen in de campagne. Of zoals gezegd, als Rutte zich laat horen dan komt hij met verkeerde argumenten over handel. De PvdA’ers vice-premier Lodewijk Asscher of fractieleider Diederik Samsom spreken zich onomwonden en met overtuiging uit voor de associatie. Voormalig PvdA-partijvoorzitter Michiel van Hulten voert actief campagne met Stem Voor.

De tragiek van de VVD is dat het geen overtuiging heeft en lijdt aan intellectuele armoede. Een oude klacht die zich nu tegen de partij keert. De VVD beseft niet dat bij een buitenlands beleid dat de handelsbetrekkingen voorop zet een solide veiligheidsbeleid hoort met een defensie die op sterkte is en een pragmatische, neorealistische koers vanwege de verstoring van de internationale rechtsorde door Rusland uitgewerkt is. De VVD kan niet de kool en de geit blijven sparen in buitenlandse betrekkingen of in de binnenlandse electorale opstelling. De VVD moet spieren en kloten durven tonen en niet lachend wegdraaien als het menens wordt. De VVD moet zich niet laten gijzelen door een idee van een verdeelde achterban, maar er juist op inzetten om die het JA-kamp binnen te loodsen. Binnen de VVD zijn nog veel JA-stemmen te mobiliseren als de politieke leiders afstand durven nemen van de PVV, het nationalisme en de eigen angst om zich uit te spreken. Als dat niet lukt valt het niet uit te sluiten dat er op 7 april binnen het kabinet een tweedeling ontstaat tussen de PvdA die de uitslag naast zich neer wil leggen en de VVD die blijft twijfelen over de eigen standpunten.

Foto 1: Premier Mark Rutte en Europarlementariër Hans van Baalen op het najaarscongres 2013 van de VVD. Credits: ANP. 

Foto 2: Grafiek 4.1 uit het rapportHet referendum over de associatie-overeenkomst met Oekraïne’ van Onderzoek I&O Research, maart 2016.

NEE-kamp bij referendum vecht voor de eigen plek op het pluche. Over populisten, communisten, nationalisten en conservatieven

nee

De NCPN (Nieuwe Communistische Partij Nederland) zegt ook Nee tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Daarover wordt zoals bekend op 6 april een referendum gehouden. In de aanloop daartoe komt de NCPN met bovenstaand pamflet dat oproept om op 2 april te demonstreren ’Tegenover Oekraïense ambassade’ in Den Haag. Het NEE-kamp bestaat grofweg uit drie categorieën: 1) links-populisten en ex-communisten (SP) of communisten (NCPN); 2) rechts-populisten (website Geen Stijl en andere media van de Telegraaf Media Groep) en rechts-nationalisten (PVV) en 3) conservatieven verzameld rond Thierry Baudet en diens Forum voor Democratie. Baudet wordt gezien als geestelijk vader van de campagne en sprak zich in een artikel in NRC uit 2013 uit tegen multiculturalisme, modernisme in de kunsten en het Europese project.

De EU is in het NEE-kamp het onderwerp waar bovengenoemde populisten, communisten, nationalisten en conservatieven op scherp stellen. Kritiek erop is nu hun bestaansreden. Baudet ziet dat Europese project als een thuisloze wereld omdat de beslissers in Brussel of Straatsburg ‘een afkeer hebben van het thuis’. De ongenoemde claim is dat het NEE-kamp thuis is gekomen en de anderen geen onderdak vinden. In praktijk is het omgekeerd. Het zijn juist deze populisten, communisten, nationalisten en conservatieven die geen politiek onderdak weten te vinden en door hun radicale denkbeelden en uitspraken zich aan de marges van het politieke spectrum bevinden. De campagne is een middel om zich naar het centrum van de macht te vechten.

Argumenten zijn in het NEE-kamp daarom doorgaans geen hoofdzaak, maar een halffabrikaat voor het krijgen van het eigen gelijk. Waar Baudet en PVV nog tamelijk beheerst opereren, houden SP en NCPN zelfs niet meer de schijn op om uit te gaan van de feiten. Vooral de NCPN maakt in de toelichting bij het pamflet geen geheim van de eigen achtergrond door het gebruik van ouderwetse Sovjet-retoriek over ‘het kapitalisme’, ‘een fascistische coup’, ‘een burgeroorlog’, ‘onderdrukking van de arbeidersbevolking’ en een ‘racistische wetgeving tegen Russische delen van de bevolking’. Het is kretologie uit de oude doos die in strijd is met de werkelijke situatie in Oekraïne. SP en NCPN gaan ook bewust voorbij aan de wil van de meerderheid van de Oekraïense bevolking die toenadering tot Europa zoekt en vanwege verdragen zoals de Helsinki Final Act (1975) over ‘Sovereign equality’ de vrije keuze heeft om een eigen geopolitieke keuze te maken.

Hoewel genoemde populisten, communisten, nationalisten en conservatieven onderling verschillen zijn er dwarsverbanden en overeenkomsten. De fondslijst van Uitgeverij De Blauwe Tijger die door Tom Zwitser wordt geleid maakt dat inzichtelijk. ‘De ouderwetse Rusland-haat is teruggekeerd in de media en politiek’ stelt hij plompverloren in een aanprijzing van een boek over Putin. Niet als iets wat uit intellectuele nieuwgierigheid onderzocht dient te worden, maar als vaststaand feit. Zwitser wordt in een boekbespreking van islamcriticus Wim van Rooy ‘een conservatieve katholieke filosoof die op zijn blog ‘de ontkerstening in de Nederlanden een halt toe wil roepen’ genoemd. We zien in het NEE-kamp steeds hetzelfde patroon terugkomen dat Baudet heeft geformuleerd: tegen modernisme in de kunst of architectuur, tegen de islam en tegen de EU. Dat alles beredeneerd vanaf de flanken van het politieke spectrum vanuit de obsessie om tekort te worden gedaan door degenen die het voor het zeggen hebben. Daartegen moet het volk met alle middelen gemobiliseerd worden.

Foto: Pamflet van de NCPN met oproep voor demonstratie bij Oekraïense ambassade in Den Haag op 2 april.

Eva Cukier over het Oekraïne-referendum voor Hromadske TV

Het Oekraïense Hromadske TV praat met de Nederlandse freelance journaliste Eva CukierNataliya Gumenyuk en Ian Bateson proberen te begrijpen waar het Nederlandse referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne over gaat. Cukier wijst op de dynamiek van de NEE-campagne die naargelang er meer informatie beschikbaar komt van invalshoek verschuift. Zoals de verandering in focus van de SP die het nu zegt op te nemen voor de Oekraïense economie die door de concurrentie met de EU zou worden weggeblazen. Terwijl een associatie als doel heeft de economie van een associatiepartner te standaardiseren en versterken.

Cukier wijst erop dat een NEE-stem de implementatie van de overeenkomst niet zal tegenhouden omdat daarvoor eenstemmigheid van 27 EU-lidstaten vereist is. Die is onwaarschijnlijk. Dus het doel van een niet bindend referendum waarvan een geldige uitslag door het Nederlandse kabinet niet hoeft te worden opgevolgd is lastig uit te leggen aan beide journalisten van Hromadske TV. Trouwens evenmin aan de Nederlanders die eigenlijk geen idee hebben waar het referendum over gaat. Nederland promotie is anders.

Oekraïne-referendum: Geen JA of geen NEE, maar een juridische weeffout

Ramses Wessel is hoogleraar Internationaal en Europees Recht aan de Universiteit Twente. Hij gaat in op de achtergronden van de JA-campagne over het referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne op 6 april. Wessel laat de woorden van Jan Roos van Geen Stijl voor zich spreken: ‘Wetten slopen, want we willen inspraak’. Dat zegt het volgens Wessel allemaal. Hij ziet de actie van Geen Stijl als inspelen op populisme onder het mom dat het over iets anders gaat dan waarover het gaat: ‘Het gaat helemaal niet over dat verdrag, maar over het gevoel over Europa’. Volgens Ramses Wessel wringt dat met het referendum omdat Nederlanders niet naar de EU gevraagd wordt, maar naar hun mening over de associatie-overeenkomst.

Evenals Wessel legt een andere hoogleraar Internationaal en Europees Recht Linda Senden van de Universiteit Utrecht in een uitzending van Nieuwsuur van 7 februari 2016 uit dat het Nederlandse referendum hoe dan ook geen uitspraak vraagt over de handelsbetrekkingen die in volume 80% van het verdrag uitmaken, maar uitsluitend over de politieke en juridische component. Want de handelsbetrekkingen vallen wettelijk gezien onder de bevoegdheid van de Europese Unie en daar heeft de Nederlandse kiezer geen invloed meer op. Senden ziet een juridisch probleem ‘omdat beide delen in één verdrag zijn vervat, is het haast onmogelijk over dit samenwerkingsverdrag een referendum te houden. “Welke onderdelen wijst de burger bij een ‘nee’ nu precies af? De politieke of de economische onderdelen?”’ Beseft de kiezer dat op 6 april in het stemhokje een uitspraak wordt gevraagd over 20% van de associatie-overeenkomst? Waarom ontbreekt dat in de toelichting?

De campagne over het referendum is nu ook aan de JA-kant volop begonnen nadat Jan Roos, Thierry Baudet, Geen Stijl en De Telegraaf sinds augustus 2015 lange tijd het rijk alleen had in de publiciteit. Eerst konden ze hun campagne voor een referendum houden die nadien overging in een NEE-campagne bij het referendum.

Vanuit behoefte aan verdieping en onderbouwing komt er nu aandacht in de publiciteit voor de wetenschap. Dat gaat boven de campagne uit en staat er buiten, maar kan wel samengaan met een van de kampen in de campagne. Met Ramses Wessel met één been in de JA-campagne en Linda Senden als neutrale beschouwer. Zij wijzen op het tekortschieten van de Referendumwet en de ongeschiktheid van het verdrag van de EU met Oekraïne als onderwerp voor een referendum. De kiezer wordt opgezadeld met een onmogelijke vraagstelling die niet alleen gaat over een complexe samenhang van aspecten en internationale politiek over de relaties met landen als de Russische Federatie, maar ook een uitspraak vraagt over aspecten waar de kiezer geen invloed op heeft. Deze tegenstrijdigheden wijzen op het ernstig tekortschieten van de Eerste en Tweede Kamer die met de Referendumwet wetgeving hebben laten passeren die nooit in die vorm had mogen passeren.

NB: Ramses Wessel verwijst in de uitzending van 29 januari van RTV Oost naar een bijeenkomst op de Universiteit Twente die op dinsdag 2 februari 2015 gehouden is. Zie hier voor de details en hier voor een registratie van de bijeenkomst.

Leon de Winter koestert zelfbedrog als werkelijkheid over Oekraïne

dfb2c1f0e5ebe822df17877ac304fe04

In een opinieartikel over de associatie-overeenkomst tussen de EU en Oekraïne trekt Leon de Winter zo fel van leer dat hij uit de bocht schiet. Zijn opinie verschijnt in De Telegraaf dat als onderdeel van mediaconcern TMG campagne voert tegen deze associatie-overeenkomst. Ook weblog Geen Stijl maakt deel uit van dit concern.

De Winter bestrijdt een stropop door ‘de‘ voorstanders van alles in de schoenen te schuiven dat ze niet beweren, of wat slechts enkelen uit het JA-kamp beweren. Hij schetst een karikatuur om die in zijn wijsheid te weerleggen. De kunst om iets aan de hand van een niet kloppende redenering aannemelijk te maken is zijn instrument. Met een sardonische inborst hakt hij op de vogelverschrikker in. Doordat De Winter in zijn opinie niet uitgaat van de feiten over de associatie-overeenkomst heeft het niets met Oekraïne of de EU te maken. Of zelfs met een publiek debat over deze kwestie. Maar alles met de profilering van De Winter. Zoals ook het nauwelijks winstgevende Geen Stijl en de voorman van de NEE-campagne Thierry Baudet de associatie-overeenkomst gebruiken als halffabrikaat om zichzelf om commerciële of publicitaire redenen te profileren.

Laten we eens kijken met wat De Winter op de proppen komt. Hij begint al met de foute bewering dat de asscociatie-overeenkomst een handelsakkoord zou zijn. Dat is het niet, anders zou het wel gewoon ‘handelsakkoord‘ genoemd worden. Het is een gemengd akkoord met inderdaad afspraken die zijn gericht op economische samenwerking en handel, maar ze  raken ook andere onderwerpen, zoals versterking van de rechtsstaat en bescherming van de mensenrechten. Waarom De Winter de associatie-overeenkomst reduceert tot economie en handel ligt voor de hand. Zo kan hij het argument negeren dat een associatie de EU de beste kans biedt om in Oekraïne de corruptie te helpen bestrijden en de mensenrechten te versterken. Of anders gezegd, om ervoor te zorgen dat Oekraïne niet afglijdt tot een mislukte staat aan de oostgrens van de EU.

Terwijl De Winter zoals we zagen eerst beweert dat het om een handelsakkoord gaat, beweert hij vier alinea’s verder dat het om een integratie-akkoord over politieke samenwerking tussen de EU en Oekraïne gaat: ‘Het is het begin van een proces dat moet leiden tot het EU-lidmaatschap van Oekraïne. Daarmee zou de EU ver opschuiven naar het oosten en in direct conflict komen met Rusland.’ Gaat het nou om een integratie- of handelsakkoord? De Winter formuleert onzorgvuldig. De overeenkomst kan onder strikte voorwaarden en unanimiteit van alle EU-lidstaten leiden tot EU-lidmaatschap van Oekraïne. Maar het is geen onomkeerbaar proces dat ‘moet leiden’ tot de uitkomst die hij voorziet. Dit volgt niet uit de tekst van de overeenkomst. In zijn verwijzing naar de reactie van Rusland verwart De Winter oorzaak en gevolg. Rusland is de enige partij die een driehoekssamenwerking met de EU en Oekraïne afwijst. Het Kremlin wil Oekraïne behouden als vazalstaat dat het tot twee jaar geleden was. Dat speelt op een geopolitiek niveau waarbij de associatie-overeenkomst geen aanleiding, maar een aan de haren erbij gesleept excuus is om Oekraïne te kunnen blijven ondermijnen.

De Winter is een exponent van een maatschappelijke stroming die er genoegen in schept om de politiek te ondermijnen om vervolgens zo hard mogelijk te roepen dat er weinig deugt van de politiek omdat die is ondermijnd. Hij verliest hierbij alle verhoudingen uit het oog. De Winter suggereert een tegenstelling tussen ‘de elites’ en de burger die buitenspel gezet zou worden bij deze associatie-overeenkomst. Dat is echter nog maar helemaal de vraag omdat er pas op 6 april 2016 een uitslag van een referendum is. Ook hanteert De Winter de opvatting van democratie als een Idols-competitie die zegt dat er naar de meerderheid geluisterd moet worden. Juist bij een raadgevend referendum heeft het kabinet wettelijk de politieke ruimte om andere overwegingen zwaarder te laten wegen. Maar dan nog, op welke meerderheid doelt hij als 27 van de 28 EU-lidstaten de associatie-overeenkomst hebben geratificeerd en ook de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer zich in 2015 in meerderheid uitspraken voor ratificatie? Hij wil toch niet beweren dat een NEE-campagne op sociale media van Geen Peil als doorslaggevend moet worden beschouwd voor het verloop van de politiek?

Foto: Anja Millen – Blickfang, 2012. Digital Arts/Photo Manipulation.

Zie voor volledige tekst van het artikel ‘Liever zelfbedrog dan werkelijkheid’ van Leon de Winter bij reacties.

Beschuldigingen van Westfries Museum aan adres Oekraïne nog steeds niet onderbouwd

ab1

Terwijl Veronika Melkozerova in een artikel voor de Kyiv Post gaten schiet in het door De Telegraaf op 6 december gepubliceerde artikel over betrokkenheid van Oekraïense rechts-nationalistische leiders bij de schilderijenroof in het Westfries Museum, gaat De Telegraaf verder op het pad van de complottheorie. Het hangt als los zand aan elkaar met suggesties en verdachtmakingen. In een artikel van 25 december laat Jolande van der Graaf zonder dat te vermelden beschuldigingen aan ex SBU-chef Valentin Nalivaisjenko vallen. De als hard gebrachte feiten van begin december blijken steeds zachter te zijn. De door het Westfries Museum  in de arm genomen Arthur Brand die onderzoek gedaan zou hebben in Oekraïne praat op Twitter over zijn eigen media-aandacht, maar niet over de onderbouwing van zijn claims. Hij blijft aan de oppervlakte.

Nog steeds is het onduidelijk wat de feiten zijn over de Oekraïense connectie. Maar beschuldigingen zonder onderbouwing wijzen niet op zorgvuldig gedrag. Wie a zegt moet b zeggen. Een beschuldiging dient samen te gaan met bewijs, of anders teruggenomen te worden. Op z’n minst dient een voorbehoud gemaakt te worden. Dat alles ontbreekt. Het Westfries Museum maakt zo zichzelf ongeloofwaardig. De claim dat door openbaarmaking de schilderijen niet meer verkocht kunnen worden lijkt er aan de haren bijgesleept omdat de kans dat ze door die openbaarmaking vernietigd worden aanzienlijk is vergroot. Het ministerie van Buitenlandse Zaken had stille diplomatie aanbevolen. Maar het Westfries Museum gaf daar geen gehoor aan. Dat geeft te denken over het doelmatig opereren van museumdirecteur en onderzoeker in deze kwestie.

Passen de aantijgingen van directeur Ad Geerdink, Arthur Brand en Nederlandse rechts-populistische media in een patroon en hebben zij zich laten gebruiken en zijn daar beschaamd achter gekomen, maar willen nu geen gezichtsverlies leiden? Niet ondenkbaar is dat de berichtgeving in De Telegraaf  en op de website van TMG-dochter GeenStijl volgt uit een opzetje van de Russen om in de informatieoorlog Oekraïne in een kwaad daglicht te stellen. Geen Stijl voert campagne in het referendum over de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU op 6 april 2016 en is ontvankelijk voor elk gerucht dat Oekraïne kan beschadigen.

Foto:  Schermafbeelding van deel artikelVeronika Melkozerova: Revisiting case of stolen Dutch art work’ in Kyiv Post, 24 december 2015.