De twee kandidaten voor het leiderschap van de Conservatieve partij nemen het op voor de vreedzame demonstranten tegen het opgeschorte voorstel van het bestuur van Hong Kong over uitwijzing naar China. De zogenaamde extradition bill. Boris Johnson en Jeremy Hunt stellen zich ferm op en beroepen zich op de overeenkomst uit 1997 tussen China en het VK over de status van deze voormalige Britse kroonkolonie. Ze menen dat de bestuurders van Hong Kong deze status (one country, two systems) dreigen te schenden en gaan er vanuit dat dit door het leiderschap in Beijing is ingefluisterd. Ze vinden dat ze zich hierover in het openbaar kunnen uitspreken. Hunt sluit sancties tegen China niet uit. China heeft daar op geageerd. Zo sprak de Chinese ambassadeur in het VK Liu Xiaoming over Britse inmenging in interne aangelegenheden en vertelde Westminster zich er niet mee te bemoeien. Daar werd hij weer voor op het matje geroepen bij Buitenlandse Zaken. Zo escaleert de kwestie van de extradition bill en krijgt buitenlandse dimensies. Het is niet in het belang van China dat dit uit de hand loopt en publiciteit blijft trekken. Ook in mainland China zelf.