Marktdag in Maastricht (1945)

Charles Overstreet, Maastricht, the Netherlands, circa 1945. Collectie: Flora Public Library: Charles Overstreet Collection (Illinois Digital Archives).

Op 13 september 1944 werd Maastricht bevrijd. Deze foto van korporaal Charles Overstreet die fotograaf en radioman was bij het Headquarters Radio Unit of the 252nd Field Artillery Battalion dateert waarschijnlijk van eind december 1944 of januari 1945. Het was toen uitzonderlijk koud.

Overstreets eenheid was onderdeel van het 9de Leger dat het hoofdkwartier in Maastricht had en in februari 1945 met Operatie Grenade de aanval inzette op Duitsland door het oversteken van de Roer. Hier is zijn collectie van de opleiding, de veldtocht door Europa en de kameraadschap na de oorlog in Wisconsin te zien.

De marktdag op het Vrijthof ziet er ingetogen uit. Een slappe markt. Er zijn twee kramen. Wat aangeboden wordt is lastig te achterhalen. Zijn het aardappelen in het rechterkraam en enkele eieren in het linkerkraam? Geen vetpot, geen overvloed.

Zwarte tinten van de personen en het kraam, grijze tinten van de huizenrij op de achtergrond en witte tinten van de sneeuw op het plein, op de daken en in de lucht maken er nagenoeg een kleurenfoto in zwart-wit van.

Het Finse Oulo brandt in februari 1944. Wie heeft het gebombardeerd?

Houses burning on February 22, 1944, after bombing of Oulu the day before. Collectie: Fotoarchief Kaleva en Finnish Heritage Agency.

Vergelding en afrekening bestaan niet alleen in de populaire cultuur, maar ook tussen landen. Dat zijn serieuze zaken.. Maar jammergenoeg weten we er niet altijd het fijne van.

Neem nou het bombardement op het Finse Oulo op 21 februari 1944. De datum doet ertoe. Bovenste foto toont de verwoestingen. Oulo brandt. Wie had dat bombardement uitgevoerd? Sovjets of Duitsers? Aan de brand is het niet af te lezen.

Duitse troepen hadden oorlogsziekenhuizen in Oulo. Het westelijk gelegen Oulo lag ver van het Sovjet-Finse front en was een stad waar militairen met frontdienst op adem konden komen. De Sovjets bombardeerden Oulo.

Toen Finnen en Sovjets op 19 september 1944 een wapenstilstand sloten verlieten de Duitse militairen vreedzaam Oulo. Maar daarmee was de oorlog nog niet ten einde.

Tussen september 1944 en april 1945 waren de Finnen in oorlog met de Duitsers. In de zogenaamde Laplandoorlog, in Noord-Finland. Daarom doet de datum van het bombardement op Oulo ertoe.

Vergelding en afrekening wordt dat altijd afgerond? Terugtrekkende Duitsers maakten zoveel mogelijk kapot, maar werden verslagen. De provinciale hoofdstad Rovaniemi werd volledig afgebrand door de Duitsers. De Duitse generaal Lothar Rendulic werd door de geallieerden aangeklaagd maar vrijgesproken tijdens de processen van Neurenberg

De vereffening was dat de Duitsers in april 1945 Finland werden uitgejaagd. Revanche kregen de Finnen niet. Het recht is niet altijd eerlijk.

In de rij voor ‘Hotel Berlin’ in Florida

Robertson en Fresh, ‘Group Of People Waiting Outside Of The Cinema Theatre‘. Collectie: University of South Florida.

Mensen staan in de rij voor de bioscoop. Vermoedelijk Zuid-Florida. Ze dragen geen overjas. De film die ze gaan zien is Hotel Berlin uit 1945. De toelichting bij de foto geeft als (publicatie) datum ‘195?’, maar waarom zou het niet eind jaren 1940 zijn?

Uit een citaat van het Peter Lorre-personage Johannes König blijkt de lading van de film: ‘A good German… a good German, huh? Ha-ha-ha… Ha-ha-ha… Have you not read the bible, Martin Richter? God would have forgiven Gomorrah, if he could have found ten righteous men there. Ten, only ten. But, he did not find them and he destroyed Gomorrah. There are not ten good Germans left and he shall destroy Germany. We shall be wiped off the face of the earth. Serves us right, absolutely right.

Dat is eerder een reflectie op de Eerste dan op de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden maakten na 1945 niet de fout om de Duitsers opnieuw redenen voor revanchisme te geven. Ook omdat het communistische gevaar als urgenter werd gezien. De Duitse Bondsrepubliek kreeg heel wat goede en foute Duitsers aan de leiding.

Het bioscooppubliek is niet overwegend jong, zoals tegenwoordig. Het waren de hoogtijdagen van Hollywood. Televisie was nog geen concurrent. De Amerikaanse cultuur zette wereldwijd haar stempel. Vanaf 1960 boette het oude studiosysteem aan macht in.

Hier in de rij stralen de mensen zelfverzekerdheid uit. Ze hebben er lol in. Ze gaan een gezellig avondje uit. Naar een film over een Duits hotel waar vogels van allerlei pluimage elkaar treffen. Maar dat is toeval. Het had ook een Western met John Wayne of een Film Noir met Richard Widmark kunnen zijn.

Het is een aardige foto die argeloos toont. Nietsvermoedend.

Gedachte bij twee foto’s van Carel Blazer (Walcheren, 1945)

Deze foto van Carel Blazer waar de beeldcompositie overheerst vertelt iets. Het is 1945 op Walcheren. De dijken die door de Geallieerden waren gebombardeerd om de Duitse militairen van de Westerschelde te verdrijven zodat de haven van Antwerpen in gebruik kon worden genomen moesten worden gedicht. Walcheren werd weer drooggelegd. Het land moet worden opgebouwd.

De heroïsche strijd van de Zeeuwen tegen het water is een aansprekend thema. Luctor et Emergo is de Zeeuwse wapenspreuk die niet zozeer het water, maar de 16de eeuwse Spanjaarden betreft. Ze moesten worden overwonnen. De Spanjaarden van 1945 zijn de Duitsers. Schrijver A. den Doolaard doet in september 1945 als ooggetuige verslag van het dichten van het eerste dijkgat, het Nollegat bij Vlissingen. Zo komen de strijd tegen het water en de indringer toch weer samen. Het Zeeuws Archief vat het samen in een artikel.

Fotograaf Blazer maakt in die herfstmaanden op Walcheren de reportage ‘Walcheren: Herstelling Nollegat in de zeedijk en andere plaatsen in Walcheren‘. Uit de beschrijving van bovenstaande foto blijkt : ‘Barakkenbouw (geschonken door Zwitserland). Duitse krijgsgevangene (vooraan) en een geallieerde militair bij het opbouwen van een barak‘.

Dit is niet zo heftig als in de Deense film ‘Land of Mine‘ (2015) die beschrijft hoe jonge Duitse militairen soms met dodelijke afloop werden ingezet om mijnen op te ruimen die de Duitsers zelf hadden gelegd. Deze foto herinnert ons eraan dat in Nederland na de oorlog ook Duitse krijgsgevangenen werden ingezet bij het opruimen van de chaos en wanorde die de Duitsers hadden veroorzaakt. Het is logisch, maar is na 75 jaar ietwat uit het historisch geheugen verdwenen.

Blazer legt documentair vast als een sociaal en politiek geëngageerde fotograaf. Hij geeft maatschappelijke ontwikkelingen weer en zoals we nu zeggen, data. In oktober 1945 waren de op het bord genoemde dorpen alleen per amfibievaartuig bereikbaar. Dat we het 75 jaar later weten.

(Ik blijf haken aan de beeldcompositie van bovenstaande foto die in strijd lijkt met het uitgangspunt van de Nieuwe Fotografie waar Blazer deel van uitmaakte en die zei dat gefotografeerde voorwerpen ondergeschikt waren aan de beeldcompositie. Enfin, niet alles hoeft binnen één kader te passen).

Carel Blazer, Waarschuwingsbord aan een boom bevestigd langs een weg langs het kanaal in Middelburg. “Warning. Routes tot these towns under water journey bij D.U.K.W.S. only. St. Laurens; Serooskerke, Oostkapelle, Domburg, Westkapelle, Vrouwenpolder, Koudekerke, Zouteland. Follow signs tot D.UK.W.S. Control Point”, oktober 1945. Collectie: Nationaal Archief.

Klassieke Amerikaanse film noir: ‘Detour’ (1945)

Detour’ uit 1945 is een typische film noir uit de gloriejaren van het Amerikaanse studiosysteem van Hollywood dat rond 1960 ten einde liep. De film werd geproduceerd door de kleine onafhankelijke studio Producers Releasing Corporation voor 30.000 dollar en kent daarom meer vrijheid en buitenopnames dan het lopende band werk van de grote studios.

Deze film met regisseur Edgar G. Ulmer en hoofdrolspeler Tom Neal als pianist Al Roberts wiens levensbeschrijving leest als het scenario voor een film noir heeft de laatste jaren aan waardering gewonnen.

Zoals de beschrijving van deze film op IMDB opmerkt klinkt door de hele film de song ‘I Can’t Believe That You’re in Love with Me’ die Billie Holiday in 1938 met Teddy Wilson voor Vocalion opnam. De tekst vangt de kern van Detour: ‘Your eyes of blue your kisses too/ I never knew what they could do/ I can’t believe you’re in love with me/ You’re telling everyone I know/ I’m on your mind each place you go/ They can’t believe you’re in love with me’. In de film noir is de femme fatale een drijvende kracht. Vaak richting de afgrond.

NB: Klik voor Engelse of Nederlandse ondertiteling op instellingen.

Foto: Still van Tom Neal in Detour (1945).

Hoe onbekend is de Utrechtse burgemeester op het ‘Portret van een onbekende man achter een bureau’ (1934-1939)?

Het verschil tussen beide foto’s is miniem. Op de eerste foto leunt de man naar achteren, op de tweede foto naar voren. Het zijn foto’s van de Utrechtse fotograaf F.F. van der Werf die zich bevinden in de collectie van Het Utrechts Archief. De beschrijving zegt: ‘Portret van een onbekende man achter een bureau’ en de datering geeft 1935-1960. De foto geeft aan wie geportretteerd wordt. Op de onderste foto is bovenaan de rugleuning van de stoel het Wapen van Utrecht (stad)te zien. Leunt daarom de man naar voren? Men mag aannemen dat dit een burgemeester is. Dat klopt, het is Gerhard Abraham Willem ter Pelkwijk (1882-1964). Hij was van 1934 tot 1942 en van 1945 tot 1948 burgemeester van Utrecht. In 1942 werd hij afgezet en vervangen door NSB’er Cornelis van Ravenswaay. Die zowel als voorganger en opvolger Ter Pelkwijk had. Waarom de foto niet kan dateren van voor 1935 is onduidelijk. Ter Pelkwijk trad op 15 januari 1934 in functie. Hij was toen 51 jaar oud. Op een portret dat gedateerd is 1939 -1941 en ook is gemaakt door Van der Werf ziet hij er ouder en grijzer uit dan op deze foto’s. Men mag dus aannemen dat deze foto’s zijn gemaakt tussen 1934 en 1939.

Een portret van een onbekende man achter een bureau wordt uiteindelijk een portret van de maker. Ook de ‘goede’ burgemeester wordt zo een onbekende man die fungeert als beeldmateriaal in de collectie van een stadsfotograaf die herontdekt wordt en hernieuwde aandacht krijgt. Het verleden wordt afgestoft en dichtbij gehaald via de fotograaf. Die postuum wordt opgewaardeerd tot ‘fotojournalist’ van wie gezegd wordt dat ze hun tijd weergaloos vastlegden. In Amsterdam was dat Ben van Meerendonk, in Utrecht F.F. van de Werf. Het geeft ook de stadsarchieven een focus en marketinginstrument via de op het schild gehesen fotograaf.

De aanleiding voor de selectie van deze beide foto’s was de vraag hoe het gezag afgebeeld wordt. In onze tijd laat de burger zich weinig meer gezeggen door autoriteiten en is zo’n foto van een burgemeester achter een bureau al gedateerd voordat de foto correct gedateerd kan worden. Dit voelt nu potsierlijk, maar we beseffen dat deze foto’s in de eigen tijd beter gewaardeerd en begrepen werden. Op onderstaande foto toont op 7 mei 1945 de opnieuw geïnstalleerde burgemeester Ter Pelkwijk emotie als hij op het bordes van het stadhuis de geallieerde troepen opwacht die Utrecht hebben bevrijd. Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten begeleiden hem. Rechts is een Britse sten gun zichtbaar. Zijn beschermende overschoenen of galoches worden zichtbaar doordat vanwege de in de lucht gestoken handen zijn schoenen zichtbaar worden onder zijn broek. Dit detail verraadt het vuil van de stad dat de burgemeester in mei 1945 verwacht. Hij had zich erop voorbereid. Lopend door de stad in triomf tussen de Utrechtse bevolking. Een rol die de dan 63-jarige Ter Pelkwijk verbeeld(t).

Foto 1: F.F. van der Werf, ‘Portret van een onbekende man achter een bureau.’. Datering 1935-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.

Foto 2: F.F. van der Werf, ‘Portret van een onbekende man achter een bureau.’. Datering 1935-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.

Foto 3: Schipper, ‘Afbeelding van de bevrijding van Utrecht. Burgemeester mr.dr. G.A.W. ter Pelkwijk en zijn vrouw keren, begeleid door leden van Binnenlandse Strijdkrachten, terug op het Stadhuis en juichen op het bordes de menigte toe.’ 7 mei 1945. Collectie: Het Utrechts Archief.

Waarom terugkijken naar beelden uit de Tweede Wereldoorlog?

Nostalgie is het gevoel iets belangrijks of dierbaars te zijn kwijtgeraakt. En klem te zitten in de eigen tijd. Met als gevolg een dwangmatig terugkijken naar de eigen jeugd of die van de ouders. Merkwaardig is dat vooral beelden over de Tweede Wereldoorlog die nostalgie voeden. Want het was voor vele Europeanen een tijdperk van verschrikkingen en diepe ellende. Hoe kan men daar naar terug willen verlangen? Toch leveren kanalen op YouTube een voortdurende stroom aan films over de Tweede Wereldoorlog af. Zoals chronoshistory of worldwarfootage. De laatste met de ondertitel ‘Travel back in time and see the war with your eyes’.

Tijdreizen als reconstructie. Niet zozeer om verschrikkingen te herleven, maar het authentieke gevoel van euforie en bevrijding op te roepen. En de iconografie van de GI’s en het militair materiaal dat zo aangenaam gedateerd aandoet. Getemd door de tijd. Oppervlakkig voor allen die het zelf niet meegemaakt hebben. De keuze ligt voor de hand. Was de Tweede Wereldoorlog niet de laatste oorlog met een duidelijke scheiding in goeden en slechteriken? Zo wordt terugkijken een vlucht uit de eigen tijd. De Amerikanen die ‘ons’ bevrijdden, maar als het aan president-elect Trump ligt afstand nemen van Europa. De verkeerde Duitsers van 1945 zijn nu de ruggengraat van de Europese democratie geworden. Het kan verkeren. Dat changement is even wennen.

Veinzen van gelijkheid: het koninklijk huis. Van Dijkhuizen verzwijgt nevenfunctie

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen. Aldus, het boek Animal Farm (1945) van George Orwell. En daar staat aan het einde van dit fragment het volk van dieren dat deze leuze op de muur leest. En het nog gelooft ook en zelfs instemmend klikt. Ja, zo moet het zijn. Maar in de praktijk werkt het niet zo. Alle dieren -of mensen- zijn ongelijk. Wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

In Nederland zijn alle burgers gelijk, maar zijn de leden van het koninklijk huis meer gelijk dan anderen. Dat uit zich niet alleen in het principe van de erfopvolging dat voorbehouden is aan de leden van het koninklijk huis, maar uit zich ook in de toepassing van regels. Die gelden voor de burgers, maar niet voor de monarchie.

ABN-bankier Kees van Dijkhuizen heeft als nevenfunctie het toezicht op de ‘financiële holding‘ van koning Willem-Alexander en leden van de koninklijke familie. Deze Stichting Bewind houdt onder meer toezicht op het vermogen en wikkelt de erfenissen af van leden van de Oranjes, aldus een bericht in De Volkskrant. Van Dijkhuizen heeft deze nevenfunctie verzwegen en niet in de documenten van de bank vermeld, terwijl deze volgens de voorschriften wel gemeld moet worden. Een woordvoerder geeft als reden de ‘hoge sensitiviteit en privacy’. En omdat ‘deze nevenfunctie de persoonlijke levenssfeer van de koninklijke familie raakt’ wordt deze niet gemeld. Daarom meldt Van Dijkhuizen in strijd met de voorschriften deze nevenfunctie niet. Maar alle dieren zouden toch gelijk zijn? Of niet? Nogmaals, wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

Verleden, verlangen en verlakkerij: geschiedenis

Update 4 februari 2016: Commentator Dmitry Altufyev verhaalt over het ontstaan van de Russo-Balten die een eigen identiteit ontwikkelen die verschilt van de andere inwoners van de Russische Federatie die het idee van ‘de Russische wereld’ (Roesski Mir) volgen die hun wordt voorgehouden. Paul Goble zet het in een blogposting op een rijtje. De ontwikkeling van die nieuwe identiteit maakt het er des te prikkelender op omdat Königsberg of Kaliningrad officieel niet bij de Russische Federatie hoort. Dat biedt perspectief voor externe inmenging. 

Wat is dat toch het verlangen naar wat geweest is? Niet naar het eigen voorbije leven, maar naar een tijdperk voor de eigen geboorte. Het is een reconstructie naar oude luister, praal en macht. Een restauratie van landen die niet meer bestaan of in een andere vorm voortleven.

Waartoe dient dat verlangen? Welk tekort vult het? Tempoe doeloe voor de Nederlanders, Congo voor de Belgen, Algerije voor de Fransen, Oost-Pruisen voor de Duitsers, de dubbelmonarchie voor de Oostenrijkers, Cuba voor de Amerikanen. De geschiedenis is een prullenmand vol landsnippers, verschoven grenzen en nostalgie naar het land van ooit. Terugkijken is een voortgaande beweging die het verleden leefbaar maakt. En functioneel is.

Een bijzonder geval zijn regio’s die afscheid namen van hun oude status, maar officieel nog geen nieuwe status hebben verworven. Ze zijn juridisch statenloos. Op de vlucht, maar nog niet geland. Als Vliegende Hollanders van de geschiedenis. Ze vinden geen rust, maar zoeken die wel. Het uitstralen ervan komt soms in de plek van het bezit.

Zoals het vroegere Königsberg -nu: Kaliningrad- dat sinds 1945 volgens het verdrag van Potsdam tussen de geallieerden en de Sovjet-Unie geen deel meer uitmaakt van het Derde Rijk, maar officieel nog steeds geen deel is van de Sovjet-Unie, of haar juridische opvolger de Russische Federatie. Raymond Smith zette dat na de opdeling van de Sovjet-Unie in 1992 op een rijtje en concludeerde dat het voor de hand ligt om het vroegere Königsberg bij Litouwen te voegen. Wie weet.

Anderen met andere belangen denken daar weer heel anders over. Zo is de geschiedenis naast versnipperde en verscheurde kaarten in een prullenmand, ook een lappenmand en een kruitvat. Maar bovenal een phenakistiscoop, een optisch instrument uit de vroege filmgeschiedenis dat zoals elke film de toeschouwer bedriegt door beweging in stilstand te suggereren. Dat ons laat aanvullen wat ontbreekt. Dat is het wonder. We zien allen dezelfde film of maken dezelfde geschiedenis mee, maar hebben er andere gedachten bij.

Oekraïners vechten eerder tegen corruptie dan tegen separatisten

Een Amerikaanse vrijwilliger in het Donbas-bataljon van het Oekraïense leger vertelt Simon Ostrovsky z’n verhaal. Wat ‘Franko’ zegt doet denken aan Nederland in 1945. Toen bestond de wens dat de gevestigde orde van voor de oorlog plaats moet maken voor een nieuwe generatie die de oude scheidslijnen wilde doorbreken.

Maar de krachten van de restauratie waren sterker en de doorbraak kreeg pas vanaf het eind van de jaren ’60 vorm en barstte in de jaren ’70 goed los. ‘Franko’ en z’n maten vechten niet zozeer tegen de separatisten, maar tegen de corruptie. Dus de oligarchen en de huidige politieke klasse. En zelfs tegen het eigen militaire establishment dat de oorlog tegen de Russen en pro-Russische separatisten op onprofessionele manier voert.

De teleurstelling zit ingebakken. Het zal ‘Franko’ en z’n maten door hun motivatie -en ondanks gebrek aan materiaal en coördinatie- wel lukken de oorlog tegen de Russen te winnen, maar wat dan? Op de Maidan in Kiev wordt deze dagen de revolutie opgeruimd. Waarvan het lastig uit te maken valt wie deze revolutionairen nog zijn en waar ze voor en tegen zijn. Maar het begin van de Oekraïense restauratie is in de maak. Waarom eet elke revolutie de eigen kinderen op? Onheilspellend is dat het Oekraïense leger maar niet aan wil sterken. Wordt de opbouw bewust getraineerd door Kiev? Complotten zijn onlosmakelijk verbonden aan de oorlog.