Petitie om sportschool in voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht te verplaatsen is niet pragmatisch

Schermafbeelding van petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van 27 februari 2023 op Petities.nl.

De petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van Annelies verzoekt om een ‘Basic-Fit sportschool te verplaatsen en geen nieuwe sportscholen toe te staan in gebedshuizen die voor duizenden Nederlanders heilig zijn‘. Dat verzoek is ongelukkig en moet afgeraden worden.

Het gaat om de Sportschool Basic-Fit aan de Bosscherweg 161 in Maastricht die sinds 2020 in het gebouw van de voormalige Sint-Hubertuskerk is gevestigd. Volgens Wikipedia deed de kerk ‘van 1925 tot 2009 dienst als parochiekerk van de rooms-katholieke Sint-Hubertusparochie in  Boschpoort (ook wel Bosscherveld genoemd).’ In 2009 stootte het bisdom Roermond de kerk af, nadat het al enige tijd leeg had gestaan. Het is een rijksmonument dat door architect Jules Kayser in 1924-25 werd gebouwd.  

Petitionaris Annelies haalt twee zaken door elkaar. Een kerkgebouw is een gebouw als alle andere. Wat ze als een plek ziet ‘om God te ontmoeten‘ wordt een gebouw pas als het gewijd is. Welnu, gewijd is de voormalige Sint-Hubertuskerk allang niet meer. Het is geen geheiligde, maar een ontwijde plek. Een vergelijkbare kwestie ontstond in Utrecht in 2017 toen de katholieke Sint-Willibrordkerk door de gemeente verkocht werd aan de ultra-conservatieve katholieke vereniging Pius X.

Annelies kan vinden dat wat ooit een religieus gebouw was nooit een ander bestemming mag krijgen, maar dat is geen pragmatisch standpunt. Of zij moet zelf een alternatief bieden, maar dat doet ze niet. Ze is alleen tegen. Verwaarlozing of afbraak is het alternatief. Omdat het hier om een rijksmonument gaat, moet het beschermd worden. Vraag is hoe dat het beste kan.

Het is eenzijdig om over een voormalige kerk die een andere bestemming heeft gekregen te zeggen dat het niet is gebouwd ‘om commercieel uitgemolken te worden‘. Als dat klopt, dan treft dat verwijt de Nederlandse katholieke kerk en met name het Bisdom Roermond dat de Sint-Hubertuskerk in 2009 heeft afgestoten. Uiteraard was de kerk ooit gebouwd als kerk, maar die bestemming heeft het gebouw allang niet meer. Zoals vele katholieke kerken die vanwege afgenomen inkomsten en minder gelovige kerkbezoekers zijn afgestoten.

De voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht wordt beschouwd als belangrijk cultureel erfgoed. Het is een rijksmonument. Dat bepaalt de noodzaak van de herbestemming.

De opdracht van diensten op het gebied van cultureel erfgoed, zoals de RCE en lokale monumentenfondsen, is om belangrijke gebouwen voor de toekomst zo goed mogelijk te bewaren. Dat is schipperen door ontbrekende middelen. Uitgangspunt is hier het gezegde ‘De vijand van goed is beter‘. Hoofdzaak is dat de elementen van het rijksmonument zo goed mogelijk bewaard blijven.

Er zal gezien de eerdere bestemming als gewijde kerk geen nachtclub, bordeel of schietbaan in zo’n voormalig kerkgebouw gevestigd worden, maar een fitnesscentrum annex sportschool is geen controversiële bestemming. Denk aan het citaat van de Latijnse dichter Juvenalis ‘Mens sana in corpore sano‘ dat zoiets betekent als ‘We moeten bidden om een gezonde geest in een gezond lichaam’. Het christendom staat minder haaks op het lichaam dan Annelies vermoedt.

Groningse politiek worstelt nog steeds met Groningen Airport Eelde

Er komen steeds meer petities met de woorden ‘red’, ’steun’, ‘behoud’ of ’stop sluiting’ in de kop. Redenen die aangevoerd worden zijn vaak tweeledig. Er wordt verwezen naar de financiële schade van de coronacrisis en per kwestie komt daar nog een specifieke reden bij. De commissarissen beroepen zich in het geval van Vliegveld Eelde op ‘het economische en maatschappelijke belang in zowel regionaal als nationaal opzicht’.

Zowel het een als het ander en de relatie ertussen valt lastig te checken. De claims zijn niet altijd rechtmatig.

Vliegveld Eelde (ook: Groningen Airport) was al een bodemloze put zonder duidelijk bestaansrecht en zicht op een gezonde exploitatie voordat de economische gevolgen van het coronavirus toesloegen. Hetzelfde geldt voor (de plannen voor) vliegvelden in Enschede, Lelystad of Zuid-Limburg. Een rapport uit 2004 van Rand Europe concludeerde uit analyse van de aspecten bedrijfsresultaat, werkgelegenheid en milieueffecten, en reistijdwaardering en grondlasten dat Eelde, samen met Enschede en Lelystad ‘op basis van de beschouwde aspecten waarschijnlijk een negatieve toegevoegde waarde hebben’. Hoe dan ook is de uitgangspositie slecht.

Provincies of gemeenten laten zich vaak chanteren om te blijven investeren in regionale ‘voorbeeld’-projecten en blijven vervolgens met de gebakken peren zitten. Om erger te voorkomen, zo zeggen ze grootmoedig, saneren ze ten koste van de belastingbetaler het verlies. Maar de politiek is per definitie geen ondernemer.

Dat doet sterk denken aan wat er met professionele voetbalclubs gebeurt. Vanuit een idee van regionale trots wordt het lokale bestuur onder druk gezet om geld te storten in een project dat niet rendabel is en weinig maatschappelijke waarde heeft. En ook geen basistaak voor de overheid is. Zoals gezegd, de overheid is geen ondernemer. De gelijkenis is dat in bepaalde kringen die het best de publiciteit bespelen wordt gesuggereerd dat luchtvaart en professioneel voetbal ’sexy’ zijn en daarom ten koste van alles gered moeten worden.

Dat straalt ongunstig uit naar de lokale politiek die zich laat overbluffen of in het geval van individuele bestuurders vanwege lijfsbehoud bang gemaakt wordt door de dreiging met geweld. En daarom instemt met iets waar het om politieke redenen tegen is. Is dat bij de voetbalclub de dreiging van de baksteen door de ruit, bij het regionale vliegveld gaat dat om sociale uitsluiting door een economische elite (of maffia). Daarnaast wil niemand er verantwoordelijk voor worden gesteld om de stekker uit een kansloos project te trekken.

Zo ontstaat een nieuw genre van zielige gevallen die zich beroepen op de schade van COVID-19. Die reden wordt er aan de haren bijgesleept en is er bij nader inzien helemaal niet op van toepassing. Dat vertroebelt de bereidheid van overheden om kansrijke en maatschappelijk belangrijke projecten die economisch in zwaar weer zijn gekomen te redden. De vliegvelden Eelde en Lelystad verstieren door hun gedrag de boel. Ze hebben een negatieve toegevoegde waarde, niet in het minst voor de lokale politiek die er zich geen raad mee weet.

Tentoonstelling ‘The Painted Bird’ in Maastricht reflecteert op Europa

Marres in Maastricht komt met de tentoonstellingThe Painted Bird’ die op 10 maart is geopend. Met Marie Aly, Cian-Yu Bai, Bonno van Doorn, Kim David Bots, Gijs Frieling, Natasja Kensmil, Klaas Kloosterboer, Mirthe Klück, Frank Koolen, Fiona Lutjenhuis, Charlott Markus, Kalle Mattsson, Jan van de Pavert, Tanja Ritterbex, Sam Samiee, Charlotte Schleiffert, Derk Thijs, Sarah Verbeek, Helen Verhoeven, Evi Vingerling en Job Wouters.

De toelichting vraagt zich af hoe de stand van Europa is. Kunst reflecteert op de samenleving. De timing is perfect: ‘Dansen we op een vulkaan? Bereiden een vernieuwd nationalisme, xenofobie, wantrouwen in politiek en democratie, de komst van vluchtelingen en economische onzekerheid ons voor op een afschuwelijke ‘meltdown’? Misschien wel. Het zou ons hoop moeten geven voor dit project, omdat de beste kunst gemaakt wordt in tijden van wanhoop, op momenten dat samenlevingen afbrokkelen en we afstevenen op een nieuwe wereldorde.’ Elk nadeel heeft nu eenmaal z’n voordeel. Brengt een crisis echt betere kunst voort? Als het maar niet ten koste van Europa gaat. Zoals Jan van de Pavert zegt, we zijn het idealisme ontwend. Maar wat komt er voor in de plek? Het sleutelwoord is hoop. Niet vanwege betere kunst, maar vanwege een betere samenleving.

Waarom terugkijken naar beelden uit de Tweede Wereldoorlog?

Nostalgie is het gevoel iets belangrijks of dierbaars te zijn kwijtgeraakt. En klem te zitten in de eigen tijd. Met als gevolg een dwangmatig terugkijken naar de eigen jeugd of die van de ouders. Merkwaardig is dat vooral beelden over de Tweede Wereldoorlog die nostalgie voeden. Want het was voor vele Europeanen een tijdperk van verschrikkingen en diepe ellende. Hoe kan men daar naar terug willen verlangen? Toch leveren kanalen op YouTube een voortdurende stroom aan films over de Tweede Wereldoorlog af. Zoals chronoshistory of worldwarfootage. De laatste met de ondertitel ‘Travel back in time and see the war with your eyes’.

Tijdreizen als reconstructie. Niet zozeer om verschrikkingen te herleven, maar het authentieke gevoel van euforie en bevrijding op te roepen. En de iconografie van de GI’s en het militair materiaal dat zo aangenaam gedateerd aandoet. Getemd door de tijd. Oppervlakkig voor allen die het zelf niet meegemaakt hebben. De keuze ligt voor de hand. Was de Tweede Wereldoorlog niet de laatste oorlog met een duidelijke scheiding in goeden en slechteriken? Zo wordt terugkijken een vlucht uit de eigen tijd. De Amerikanen die ‘ons’ bevrijdden, maar als het aan president-elect Trump ligt afstand nemen van Europa. De verkeerde Duitsers van 1945 zijn nu de ruggengraat van de Europese democratie geworden. Het kan verkeren. Dat changement is even wennen.

Miljoen verlies voor vliegveld Eelde. Het perspectief blijft slecht. Wat doet de regionale politiek?

In december 2014 schreef ik dit commentaar over de martelgang van dit regionale vliegveld: ‘Groningen Airport Eelde wil een voorbeeldfunctie vervullen voor regionale luchthavens in Nederland‘, zo zegt het. Dus voor Rotterdam, Eindhoven, Maastricht, Enschede en Lelystad. Schiphol is eigenaar van Rotterdam, Eindhoven en Lelystad. Daarom valt niet in te zien hoe Groningen Airport een voorbeeldfunctie kan vervullen voor regionale burgerluchthavens die met steun en expertise van de Schiphol Group opereren. Een rapport uit 2004 van Rand Europe concludeert uit analyse van de aspecten bedrijfsresultaat, werkgelegenheid en milieueffecten, en reistijdwaardering en grondlasten dat Groningen Airport -samen met Enschede en Lelystad- ‘op basis van de beschouwde aspecten waarschijnlijk een negatieve toegevoegde waarde hebben’.

RTV Drenthe citeert directeur Evert Wind van het routefonds: ‘Wij hopen de komende jaren, en dat is ook het signaal van de aandeelhouders, dat men wel bereid is om het fonds verder te vullen om daarmee zoveel mogelijk nieuwe lijnvluchten te bevorderen en het vliegveld winstgevend te maken’. Aandeelhouders zijn de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten Tynaarlo, Assen en Groningen. Regionale luchthavens zijn als regionale professionele voetbalclubs of orkesten. Met een beroep op regionale trots en emotionele chantage op betrokkenen om niet af te haken, het voorspiegelen van toenemend bereik en winstgevendheid wordt tegen beter weten in een kaartenhuis van verwachtingen gebouwd. Maar Airport Groningen Eelde blijft een toegevoegde negatieve waarde houden. Ondanks alle mooie praatjes van lobbyisten. Dus: niet doen.

Grayson Perry in het Bonnefantenmuseum te Maastricht. Opening naar samenwerking met werkplaatsen?

De Engelse kunstenaar Grayson Perry heeft een solotentoonstelling in het Bonnefantenmuseum Maastricht. Tot 5 juni 2016 is ‘Hold Your Beliefs Lightly’ te zien. De toelichting schetst in een keurige tweedeling diens thema’s: ‘religie & mythologie, identiteit & gender, kunst & kunstwereld, klasse & consumentisme, conflict & oorlog. Deze thema’s staan centraal voor het werk van Perry en vormen het klankbord van zijn leven.’ Dat klinkt vele malen zwaarder dan uit het verslag blijkt. Waar blijven humor & parodie?

Vraag is hoe Perry zich verhoudt tot ooit als truttig beschouwde materialen keramiek en textiel. Heeft hij die helpen opwaarderen tot sexy, of is hij meegelift op de hernieuwde populariteit ervan? Na de tentoonstelling Ceramix dat met Franse partners werd ontwikkeld is het accent van het Bonnefanten op keramiek opvallend. Dat roept dezelfde vraag op als bij Perry: helpt het keramiek opwaarderen of lift het mee op de toenemende populariteit ervan? Het wachten is op een samenwerking met sundaymorning@ekwc in Oisterwijk voor een definitief antwoord. Of met het lab van het Textielmuseum in Tilburg voor de textiel. Op afstand gewenst door de politiek. Musea kunnen meer samenwerken met werkplaatsen en ontwikkelinstellingen dan ze nu doen.

Levi van Veluw in Marres te Maastricht. Echt niet meer dan ervaring?

Bij het aanprijzen van beeldende kunst is tegenwoordig een belangrijk verkoopargument dat het ervaren kan worden. Cerebraal is uit op een paar culturele instellingen na als het Utrechtse BAK of het Van Abbemuseum die loodzwaar de theorie induiken. In Nederland voeren ze een achterhoedegevecht met mediagenieke popup-musea en tentoonstellingen die ervaringen bieden. De Maastrichtse presentatie-instelling Marres die in de periode 2013-2016 530.589 euro per jaar in de basisinfrastructuur ontvangt onderzoekt zogezegd de theorie van de ervaring. En verbindt zo handig de twee uitersten. Valentijn Byvanck is de directeur.

Het project ‘The Relativity of Mattervan Levi van Veluw is ‘een allesomvattende installatie die beslag legt op een heel gebouw, ruimte of huis. Het is volgens de toelichting ‘een alomvattende scenografische ervaring die de bezoekers onderdompelt in een wereld van uiteenlopende expressieve vormen.’ Van Veluw is bekend van de video ‘Origin of the beginning’ die nog onlangs te zien was op de tentoonstelling ‘Under the Skin in het Textielmuseum. Levi van Veluw gaat onvoorzien dieper dan de marketing het voorstelt. Reserveren vereist

lwW4Ojjb9l2Ah5kZ

Foto: Still uit publicatiemateriaal voor de crowdfunding op voordekunst van  ‘The Relativity of Matter‘ van Levi van Veluw.

Marketing voor Ceramix: opwaaiende blauwe doeken

Het Bonnefantenmuseum in Maastricht maakt publiciteit voor de tentoonstelling ‘Ceramix; Keramiek in de kunst van Rodin tot Schütte‘ die vanaf 15 oktober 2015 te zien is. Een samenwerking met het Franse Sèvres, Cité de la céramique en la Maison Rouge (Parijs) met bruiklenen van onder andere het Victoria & Albert Museum in Londen, Museo Internazionale della ceramica in Faenza, Petit Palais in Parijs, Isabelle Maeght, Stedelijk Museum Den Bosch en Stedelijk Museum Amsterdam. Keramiek is hot in de beeldende kunst. Dat blijkt uit de marketing die in niets verschilt voor die van horloges, chocolade, koffie, auto’s, computers of de hedendaagse hebbedingetjes. Dat vereist reclame die imponeert, opwaardeert en nieuwsgierig maakt. Duur.

ce

Foto: Still met sponsors uit YouTube-reclame ‘CERAMIX Keramiek in de kunst van Rodin tot Schütte’.

Door versporting van de samenleving is het kicken op hitterecords

resolve

Hitterecords sneuvelen. Niet eerder werd in Nederland in juli zo’n hoge temperatuur gemeten als vandaag. In Maastricht werd het 37,3 graden. Het weer lijkt wel sport. Hoger en sneller wordt warmer en eerder. Hitte is een argeloos onderwerp dat minder controverse oproept dan politiek of religie, maar toch weer niet geheel onschuldig is. Want kwetsbaren leggen het loodje. Een Nederlandse vrouw in geruite zomerjurk dept in de jaren ’50 het voorhoofd met een zakdoekje. Ze puft in de studio van fotograaf Walter Blum. In Japan zoekt rond 1900 een vrouw met een kind op haar rug bescherming tegen de hitte. Ze schuifelt door de tijd. De records van toen zijn niet de records van nu omdat ze met de jaren veranderen. De samenleving versport.

resolve-1

Foto 1: Walter Blum, Zomerse hitte. Vrouw in geruite zomerjurk dept voorhoofd met een zakdoekje. Nederland, 1950-1960.

Foto 2: Portret van een vrouw met kind op haar rug bij water. In: ‘Indrukken van Japan, de Japanse vrouwen rond 1900’. Omstreeks 1900.

‘Gijsen, flikker op!’ in Maastricht. Wie bedreigt homoseksuelen nu?

‘Gijsen, flikker op!‘ is een tentoonstelling in het Centre Céramique te Maastricht: ‘In 1979 jaagt bisschop Joannes Gijsen heel progressief Nederland de stuipen op het lijf (..) met zijn oerconservatieve en bijna dogmatische uitspraken over het ‘echte’ katholieke geloof.’ En: ‘Een grote groep homoseksuelen besluit te gaan demonstreren in de bisschopsstad Roermond tijdens het paasweekend. Na Witte Donderdag en Goede Vrijdag ontstaat daar op 14 april 1979 de eerste Roze Zaterdag.’ Op 20 juni 2015 vindt er voor de vierde keer een Roze Zaterdag plaats in Limburg. Volop nostalgie over eigen verzetsdaden, daar in Centre Céramique. 

In de reportage spreekt de getuige met meel in de mond door (orthodoxe stromingen binnen) religies over een kam te scheren. Hij weet dat het niet zo zit, maar zegt toch niet waar het op staat. Dat geeft zo’n terugblik een bijsmaak. Het geeft het verschil met 1979 aan. Toen voerden homoseksuelen actie voor wat ze waard waren, nu is dat nog maar de vraag. Is de tragiek dat het in 1979 makkelijker ageren was tegen de conservatieve Gijsen omdat hij zo’n duidelijk focuspunt was, dan nu tegen de intolerante en diffuse islam?

In een open brief prijzen de voorzitter en secretaris van Stichting Roze Limburg de tentoonstelling, maar zeggen het tegelijk jammer te vinden dat die geen aandacht besteedt aan de toenadering van bisschop Wiertz van Roermond. Annelies en Raymond Hintjes merken op dat de katholieke kerk van nu nog nauwelijks invloed heeft op gelovigen: ‘In een onlangs verschenen publicatie van het sociaal cultureel planbureau wordt vermeld dat 95% van de Nederlandse rooms-katholieken vindt dat homo’s hun leven mogen inrichten zoals zij dat zelf willen. De kerk heeft naast minder invloed op het maatschappelijke leven ook veel minder invloed op haar eigen gelovigen. Dit roept de vraag op: op welke manier wil je aandacht voor homo-emancipatie vragen anno 2015?’ Ook de Nederlandse katholieke kerk is in 35 jaar geëmancipeerd en waarom wordt dat niet genoemd?

De suggestie is dat de tentoonstelling wegvlucht in een te makkelijke historische terugblik en de werkelijkheid van 2015 geen reliëf geeft. De reportage duidt erop dat het beeld over bisschop Jo Gijsen van 1979 nog bepalend is voor hoe nu over de katholieke kerk wordt gedacht en zo nieuwe dreigingen voor homoseksuelen onbenoemd blijven. De vraag is of deze kritiek op de katholieke kerk voortkomt uit ressentiment die stoelt op eigen ervaringen of een bewuste poging is om de werkelijkheid van 2015 verkeerd voor te stellen.