De hielenlikkers van de Nederlandse monarchie zijn het ergst en ergerlijkst

Den Haag, 22 maart 2021: Koningin Máxima opent de Week van het geld met minister Hoekstra en minister Slob’. Beeld: © Wijzer in geldzaken Valerie Kuypers. Op koninklijkhuis.nl.

Van de Nederlandse monarchie ben ik geen fan, maar de onderdanigheid van de hielenlikkers vind ik nog moeilijker te verteren. Als republikein of monarchist kun je om politieke redenen tegen of voor de monarchie zijn. Dat is een standpunt. Maar de hielenlikkers gaan verder en verliezen zichzelf in onderworpenheid. Dat past niet bij een volwassen democratie met mondige burgers.

Het innemen van zo’n positie past bij autoritaire landen als Noord-Korea of de Russische Federatie waar de media gelijkgeschakeld zijn en de burgers niks te zeggen hebben. In Nederland nemen de burgers in navolging van de bevoorrechten die het voorbeeld geven welbewust en vrijwillig een kritiekloze positie in. Hoewel het de vraag is hoe bewust ze zich daar zelf van zijn. Er klinkt trouwens steeds meer kritiek op de monarchie waarbij het de vraag is of dat komt door de afnemende steun ervoor of toenemende kritiek op de bevoorrechten die de monarchie stutten.

Wat me elke keer weer verbaast als er een koningsdag of een andere festiviteit is waarbij de leden van de monarchie opdraven is de schaamteloosheid van de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers, hofmuizen en hielenlikkers van Oranje die zich naar voren dringen om zich te onderwerpen. Waarom doen ze het? Wat winnen ze erbij? Zijn ze betoverd door de magie van de operette waarvan ze hopen dat die op hen afstraalt en niet meer verantwoordelijk voor hun daden?

Dit gedrag is bevreemdend. Ik kan er niet aan wennen. Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan de weldenkende burger aan? Wat heeft dit gedrag nog te maken met een volwassen democratie met mondige burgers die menen zich in de nabijheid van de troon te moeten aanstellen als clowns of ondergeschikten bij wie door een hersenoperatie het zelfbewustzijn is verwijderd?

Wat doen in hemelsnaam die burgemeesters, lokale bobo’s, hoofdredacteuren, ambtenaren, journalisten, gasten van talkshows en andere opinieleiders zichzelf en hun geloofwaardigheid aan door de monarchie in bescherming te nemen, te prijzen en uitgebreid te bewieroken? Dat gedrag is voor een buitenstaander die afstand wil houden tot nationalisme, koningshuis en sportverdwazing waarbij de kleur oranje leidend is ongewenst omdat het iedere keer weer het contact legt met iets onaangenaams. Met het vermoeden dat deze bijzaken dienen om de hoofdzaken te verhullen.

Schermafbeelding van deel columnTweedagenbaardje’ van Marcel van Roosmalen in NRC, 27 april 2021.

We weten niet of Nederlanders diep in hun hart monarchist of republikein zijn. Het beeld is vermoedelijk gemengd. Maar we kunnen het ook niet weten omdat in een sfeer van hosanna voor de monarchie opinieleiders in de media al decennialang hun bewondering ervoor ventileren en zo de Nederlanders een opvatting opleggen over de superioriteit of op z’n minst de onvermijdelijkheid van het koningshuis.

Dat effect wordt nog eens versterkt door een eenzijdig door het koningshuis opgelegde mediacode die de media knevelt in de verslaggeving over het koningshuis. De media worden verplicht zich in bochten te dwingen op straffe van uitsluiting door de monarchie. Ook media die er niet aan meedoen hebben er last van. Het programma Argos Medialogica wijdde er onlangs aandacht aan.

Na mij de zondvloed’ debiteren de voorstanders van de monarchie die claimen dat in deze woelige tijden de monarchie voor continuïteit en zekerheid zorgt. De niet onderbouwde claim is dat een republiek met een president als staatshoofd minder stabiel is. Omdat vanwege de vage omschrijving niet weerlegd kan worden dat we niet in woelige tijden leven kan een breed maatschappelijk debat over de vraag of Nederland een monarchie of republiek moet zijn eindeloos worden geblokkeerd.

Het meest fascinerende aan deze hielenlikkerij is de vraag waar het eigenlijk op is gebaseerd. De toenmalige Amsterdamse burgermeester Eberhard van der Laan zei in 2013 in een interview in Binnenlands Bestuur: ‘Ik ben een republikein, net als zestig, zeventig procent van de Nederlanders’. Waar hij dat percentage op baseerde is onduidelijk, maar het omgekeerde is evenmin vast te stellen. Namelijk dat een meerderheid van de Nederlanders monarchist is.

De vaderlandse geschiedenis leert dat Nederland afwisselend monarchie en republiek was. De grootste bloei maakte het door als republiek. De hardnekkigheid waarmee de monarchie nu wordt gestut door media, politiek, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld zonder dat de voorstanders van de republiek in gelijke mate een eerlijke kans krijgen om hun standpunt naar voren te brengen doet vermoeden dat er onraad aan de horizon nadert. Onheil voor de Nederlandse monarchie wel te verstaan.

Geldzucht en kunstzinnig gebrek karakteriseren Oranjes. Oproep voor instelling ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’

Naast gebrek aan culturele belangstelling is geldzucht de tweede zwakke plek van de Nederlandse koninklijke familie. Om niet te zeggen een smet op het blazoen dat het zelf graag opgepoetst ziet. Het is tijd voor twee debatten die met elkaar verband houden. Namelijk de vraag of de uiterste houdbaarheidsdatum van de Nederlandse monarchie is bereikt en of zo’n instituut nog wel bij de huidige tijd past. Inclusief het principe van erfopvolging dat haaks op dat van de democratie staat. De monarchie is een ondemocratisch instituut. Daar zou een breed maatschappelijk debat over gevoerd moeten worden waarbij opgelet moet worden dat de Oranje-propaganda via bevriende media niet dat debat naar zich toetrekt zoals tot nu toe gebeurt. Ik ben nog steeds verbaasd over alle journalistieke hielenlikkers, jaknikkers en hermelijnvlooien die bij de troonsafstand van toenmalig koningin Beatrix in 2013 haar bewierookten. Gemeten steun voor de monarchie bedraagt 68%.

Een bijkomende vraag is hoe en wanneer de kunst, bezittingen en het vermogen dat de koninklijke familie beheert in de administratie van de koninklijke familie is gekomen en welk deel een bruikleen van die staat is. Het is nu de hoogste tijd dat over het werkelijke eigendom duidelijkheid ontstaat. Om dat voor de kunst te onderzoek pleitte ik in een commentaar onlangs voor een ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’ met de volgende motivatie: ‘De opdracht is het tegen het licht houden van de rechtmatigheid van de kunstobjecten uit de collecties van (leden van) het koninklijk huis of de koninklijke familie in bredere zin. Door inventarisatie en documentatie kan per object worden geadviseerd over teruggave aan de staat. Daarna kunnen de kunstobjecten in langdurige bruikleen worden gegeven aan Nederlandse musea. Feit dat zo’n Restitutiecommissie die de teruggave van kunst in het bezit van de koninklijke familie afhandelt nooit van de grond is gekomen heeft te maken met de lange arm van de Oranjes. De politiek heeft nooit een vuist durven maken en toont zich tot op de dag van vandaag bang voor of geïntimideerd door het staatshoofd.’

Arjen Ribbens van NRC is in deze kwestie gedoken en onthult in een artikel van 24 januari dat de Oranjes in stilte kunst verkochten aan het Rijk. Daar is door de politiek nooit ruchtbaarheid aan gegeven. NRC: ‘De overheid kocht de cultuurgoederen om te voorkomen dat de koninklijke familie ze aan derden zou verkopen.’ Dit is een voor de Nederlandse koninklijke familie beschamend en beschadigend feit. Eruit blijkt namelijk dat geldzucht en zelfverrijking van leden van de koninklijke familie haaks staan op het algemeen belang van Nederland. Zoals Ribbens in onderstaand citaat constateert gaat het hier niet om een toevallig incident, maar om een stelselmatige situatie gedurende vele jaren waarbij verschillende leden van de koninklijke familie betrokken zijn. Het lijkt de leden van de koninklijke familie vooral te ontbreken aan een gezonde mentaliteit.

Wat te doen in een sfeer waarin politieke partijen beschroomd, om niet te zeggen doodsbenauwd zijn in hun omgang met de Oranjes en de gevestigde media welhaast als gelijkgeschakeld kunnen worden beschouwd in hun lofzang op het koninklijk huis? Mede omdat nu een geloofwaardige republikeinse factie ontbreekt en de vrees voor het rechts-populisme mogelijke critici doet zwijgen. Er valt door nalatigheid en het bederf van politiek en media wat de monarchie betreft op dit moment geen eerlijk en open debat te verwachten over de rol van de monarchie, en in het verlengde daarvan over bezittingen die het ten onrechte heeft geconfisqueerd en te gelde heeft gemaakt. Arjen Ribbens en NRC zijn trouwens de uitzondering op de regel. Dat geeft hoop dat dit debat ooit volwassen en evenwichtig zal worden kunnen gevoerd. De twee aspecten, namelijk het (kunst)bezit van de koninklijke familie en de levensvatbaarheid van de monarchie lijken elkaar te beïnvloeden.

Het is op dit moment zo dat kritiek op de monarchie vanuit de middenpartijen niet frontaal wordt geuit omdat dit door de machtspositie van de monarchale groeperingen zo goed als vruchteloos is, maar dat de kritiek het onrechtmatig kunstbezit, het ontzamelen en de schraapzucht van diverse leden van de koninklijke familie zou kunnen aangrijpen om een nieuw, zijdelings front van kritiek tegen de monarchie te openen. Als dat leidt tot het instellen van een ‘Restitutiecommissie Kunstbezit Koninklijke Familie’ dan dient dat een drieledig doel: er komt duidelijkheid over wantoestanden die leden van de koninklijke familie hebben veroorzaakt; Nederlands kunstbezit wordt beter beschermd en onder het beheer van de Nederlandse Staat gebracht; de bewustwording over de wezenlijke rol van de monarchie wordt verdiept en verscherpt en geeft media en politiek de ruimte om afstand te nemen en onafhankelijker én zelfbewuster van de lange arm van de Oranjes te functioneren.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelOranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk’ in AD, 25 januari 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelOranjes verkochten in stilte kunst aan Rijk’ van Arjen Ribbens in NRC, 24 januari 2019.

Arjen Ribbens in NRC: ‘Afstoten van kunst als Oranje-traditie’

Arjen Ribbens prikt in een artikel in NRC door de schone schijn van het Koninklijk Huis. Leden ervan zouden zich interesseren voor kunst, zo zegt de Oranje-promotie, maar dat ligt volgens Ribbens anders: ‘Dit is een artikel over wat, met enige overdrijving, een Oranje-traditie kan worden genoemd: het voortvarend afstoten van kunst, zonder veel rekening te houden met kunsthistorische gevoeligheden. Gebeurde dat in het verleden op veilingen, en met goede doelen als bestemming voor de opbrengst, recentelijk is een grote hoeveelheid kunst uit de nalatenschap van prinses Juliana ondershands verkocht, zonder charitatief oogmerk. Naast de tijgers van Raden Saleh ook een map met 1.200 zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen van de stad en de provincie Utrecht, aan een particuliere verzamelaar. Nederlandse musea die deze kunst graag in hun collectie hadden willen opnemen, zeggen niet te zijn benaderd door het hof.’ Vraag is of dit met de Ethische Code van de museumsector spoort. De Museumvereniging zou om een uitspraak gevraagd moeten worden.

En dat op de dag dat koning Willem-Alexander in het Koninklijk Paleis op de Dam met veel bombarie de koninklijke prijzen voor de vrije schilderkunst 2016 uitreikt. In de opgedrongen rol van kunstliefhebber. De mythe van een betrokken en maatschappelijk koninklijk huis tekent het verschil tussen schijn en wezen. De mythe bestaat uit pose en afstand en vindt aftrek dankzij propaganda en welwillende onderhorigheid bij opiniemakers. Het is moedig van Ribbens dat hij hier doorheen breekt. Zijn Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch heeft het nooit verder gebracht dan lakei, hermelijnvlooi, jaknikker en hielenlikker van Oranje.

PvdA volhardt dat Oranjes eindelijk eens belasting gaan betalen

Het Nederlandse koningshuis roept sterke emoties op. Tegenover de Oranjepropaganda die zo’n 200 jaar geleden tot de kern van de macht is doorgedrongen en de politiek stuurt, staat de tegenpropaganda. Die machteloos, pips en weinig zelfverzekerd oogt. Het is ook niet niks. Want hoe op te boksen tegen een meerderheid aan gevestigde media en politieke partijen die in de zak van de monarchie zit? Soms zonder dat de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje het zelf volledig lijken te beseffen.

Voor critici van het koningshuis is er nu hoop uit onverwachte hoek: de PvdA. Deze partij meent dat het tijd is dat de Oranjes net als alle Nederlanders die niet rijk genoeg zijn om de belasting te ontduiken belasting gaan betalen over inkomen en vermogen. Dat doet het koningshuis op dit moment niet. NOS vat het samen in een bericht. Op 14 oktober wordt in de Tweede Kamer de ‘Begroting Algemene Zaken + Begroting Koning‘ behandeld. Naar verluidt komt de PvdA met een motie die het kabinet oproept voortaan belasting te heffen over het inkomen, het vermogen en erfenissen van de leden van het koningshuis. Een Komedie om Geld

Veinzen van gelijkheid: het koninklijk huis. Van Dijkhuizen verzwijgt nevenfunctie

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen. Aldus, het boek Animal Farm (1945) van George Orwell. En daar staat aan het einde van dit fragment het volk van dieren dat deze leuze op de muur leest. En het nog gelooft ook en zelfs instemmend klikt. Ja, zo moet het zijn. Maar in de praktijk werkt het niet zo. Alle dieren -of mensen- zijn ongelijk. Wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

In Nederland zijn alle burgers gelijk, maar zijn de leden van het koninklijk huis meer gelijk dan anderen. Dat uit zich niet alleen in het principe van de erfopvolging dat voorbehouden is aan de leden van het koninklijk huis, maar uit zich ook in de toepassing van regels. Die gelden voor de burgers, maar niet voor de monarchie.

ABN-bankier Kees van Dijkhuizen heeft als nevenfunctie het toezicht op de ‘financiële holding‘ van koning Willem-Alexander en leden van de koninklijke familie. Deze Stichting Bewind houdt onder meer toezicht op het vermogen en wikkelt de erfenissen af van leden van de Oranjes, aldus een bericht in De Volkskrant. Van Dijkhuizen heeft deze nevenfunctie verzwegen en niet in de documenten van de bank vermeld, terwijl deze volgens de voorschriften wel gemeld moet worden. Een woordvoerder geeft als reden de ‘hoge sensitiviteit en privacy’. En omdat ‘deze nevenfunctie de persoonlijke levenssfeer van de koninklijke familie raakt’ wordt deze niet gemeld. Daarom meldt Van Dijkhuizen in strijd met de voorschriften deze nevenfunctie niet. Maar alle dieren zouden toch gelijk zijn? Of niet? Nogmaals, wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

Oranjeviering: 200 jaar Koninkrijk. Wat is de bedoeling?

Fijne onzin voor fijnproevers. De gebruikelijke gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje ruiken hun kansen. Waarbij Paul van Vliet eerlijker is dan Brigitte Kaandorp die zich voor haar eigen Oranje-opportunisme lijkt te schamen. Er wordt deze dagen 200 jaar Koninkrijk gevierd. Dus nulpunt 1813. Maar hoe kan dat, want de beste koning die Nederland ooit had was Lodewijk Napoleon van 1806 tot 1810?

Pas in 1815 vestigde Oranje een beetje macht. Toen begon de heerschappij van de conservatieve koningen Willem I, Willem II en Willem III die vooral aan zichzelf dachten. Met als extraatje veel psychose en idiotie. Zelfs hedendaagse gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers en hielenlikkers van Oranje zullen moeten toegeven dat er weinig te vieren valt met dit koningshuis. Door geschiedvervalsing en propaganda die elke kritische noot hard wegblaast kan nog enigszins aannemelijk worden gemaakt dat Oranje Nederland verder heeft geholpen. Maar de fijnproevers weten beter. President Kennedy wist jaren later het probleem van de Oranjes in een formule samen te vatten: ‘Vraag niet wat uw land voor u kan doen, vraag wat u voor uw land kunt doen‘. Jarenlang was dit aan het Nederlandse koningshuis niet besteed. Maar nu moeten we als Nederlanders onze vaderlandse geschiedenis vergeten om onze geschiedenis te kunnen vieren. Maar wat vieren we dan?

c4-609

Foto: De Roode Duivel, 21 augustus 1893, nr. 4: ontwerp voor een Gorilla Standbeeld (Koning Willem III). ‘In de brochure wordt gerept over het ‘misdadig leven’ en de ‘bedorven aard van het geslacht’ van de koning die verder wordt neergezet als een ‘sadistisch monster’ dat geen enkele consideratie heeft met zijn volk.’

Oranje klant is koning. Met gratis feestkroon

hsfile_21268

Marketing maakt de troonswisseling, maar is ook de troonswisseling. Bedrijven slijten hun produkt. En het koninklijk huis slijt haar produkt: een gloednieuwe koning. Media laten deze dagen geen grijstinten zien. Alleen oranjetinten. Oranje tompoezen overspoelen het land. Joop van den Ende van het Nationaal Comité Inhuldiging vindt het Koningslied ‘rete commercieel‘. Oranje strikken, Samen voor Oranje, een Koningsvaart en een Koningsbal onder leiding van André Rieu. Er is geen ontkomen aan de Oranje smaak. Nog een feestdag te gaan. Dan zakt de opwinding weer. En wordt in de directiekamers geteld of de doelen zijn gehaald.

aviko_poster

Foto 1: Oranje Tompoucen.

Foto 2: ‘Aviko speelt in op Oranje feesten

Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan burger aan?

226

Bent u alle kritiekloze aandacht voor het koningshuis ook zo zat, en hoopt u dat het snel 30 april is? Zodat we de komende tijd gevrijwaard blijven van Koningsspelen, Koningslied, Koningsprogramma’s, Koningsdag of Koning? En van rood-wit-blauwe en oranje vlaggen en banieren?  Niet het koningshuis zelf roept m’n ontstemdheid op. Ik begrijp de prinsjes en prinsesjes in hun rationaliteit. Geef ze eens ongelijk dat ze koste wat het kost vast willen houden aan hun voorrechten. Die door de burgers betaald worden. Heel erg is dat niet, het hoort erbij. Jaloezie past een sportende en jagende koning niet. In hun denken zijn burgers ruimer.

De kritiekloze houding van media en politiek is iets wat me nu al drie maanden verbaast. Sinds koningin Beatrix op 28 januari haar aftreden bekendmaakte: ‘Die gelijkschakeling van de media is om recalcitrant van te worden. De meest kritische opmerking klonk in een oud filmpje van prinses Beatrix. Sportief liet ze doorschemeren dat niet alle Nederlanders de monarchie steunen. De journalistiek had er vanavond voordeel mee kunnen doen.‘ Hoe dwaas is het als de meest fundamentele kritiek van het koningshuis zelf komt?

Hoe werkt dat mechanisme van hielenlikkers en hermelijnvlooien? Mensen die gedoseerd  tot de omgeving van de koning worden toegelaten getuigen achteraf besmuikt van hun bewondering. Zonder dat om die getuigenis gevraagd wordt. Hopen ze door dit getuigen onderdeel van een mythe te worden? Het idee van macht biologeert de zwakken. Als de lichtbak die het konijn trekt. De mediacode die Nieuwe Revu nu ter discussie stelt stuurt de publieke opinie nog verder. Het opbouwen van steun voor het koningshuis komt door marketing en journalistiek tot stand. Niks vreemds, zo werkt propaganda in alle landen. Ook in Nederland.

De conclusie dat het zwaartepunt van de steun voor het koningshuis is verschoven van rechts naar links is ook zo’n misverstand dat de journalistiek gretig in de wereld brengt. Buitenparlementair links is immers nog even negatief over de Oranjes als de krakers dat in 1980 waren toen koningin Beatrix werd ingehuldigd. Onder de rook van rookbommen. In de media wordt de republikeinse leider van GroenLinks Bram van Ojik vanwege de politieke opstelling van Beatrix die met de zijne overeenkomt geprofileerd als kritiekloos koningsgezind. Hoe idioot kan men zijn? Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan een weldenkende burger aan?

Naschrift: In Binnenlands Bestuur geeft de burgemeester van Amsterdam zijn mening: Eberhard van der Laan ‘moet bij de inhuldiging van Willem-Alexander zijn persoonlijke mening over het koningschap opzij zetten. ‘Ik ben een republikein, net als zestig, zeventig procent van de Nederlanders.’ Dit rijmt niet met enquêtes waaruit blijkt dat 2/3 van de bevolking vindt dat Nederland geen republiek moet worden. Er bestaat onduidelijkheid over de echte steun voor de monarchie. Hoe wordt onze steun voor de monarchie eigenlijk gemeten?

Foto: VVD: Koninklijke familie. Credits: RVD. 

Welk protest hoort bij inhuldiging op 30 april? Geen alleenrecht

JS

Klopt de claim dat de inhuldigingsdag een feestelijke dag voor de liefhebbers van het Koningshuis is en dat de Republikeinen thuis moeten blijven? In elk geval is het in tegenspraak met de uitspraak van prins Willem-Alexander in het interview met Mariëlle Tweebeeke en Rick Nieman dat er ook ruimte voor protest moet zijn.

Stevens is een bondgenote van ex-PVV’er Hero Brinkman. Ze reageert in een andere tweet op de uitzending ‘Oranje en het oproer‘ van Andere Tijden over de ‘kroningsrellen’ van 1980: ‘Ik mag hopen dat dit tuig zich vandaag de dag nog kapot schaamt.’ Waarover zouden de krakers van 1980 zich moeten schamen? Ze kunnen trots zijn op wat ze met bescheiden middelen tegen de politie bereikten. Dat lukte door de radiocommunicatie van de politie te hinderen met een stoorzender. Zodat de ME af en toe tegenstrijdige opdrachten kreeg van de eigen leiding, maar de herroeping ervan miste. Gevolg: chaos. Wie dat draaiboek vertaalt naar 2013 komt uit bij cyberaanvallen van Anonymous als basis voor het oproer. Wat rest is de verbeelding aan de macht.

De opties voor 30 april liggen open. Het valt niet te verwachten dat het protest zo grootschalig zal zijn als in 1980. Maar door het gebruik van internet en sociale media kunnen middelen gerichter ingezet worden dan toen mogelijk was. Voor het gemak reduceert Stevens het debat tot een tweedeling tussen republikeinen en   monarchisten. Als vertegenwoordiger van de middengroep die zowel afstand neemt tot de propagandistische media en de hielenlikkers en hermelijnvlooien van Oranje als het Republikeins Genootschap dat geen alternatief biedt, gun ik de Nederlanders vooral onderscheidingsvermogen. Te beginnen bij Jacky Stevens.

246844-620-407

Foto 1: Schermafbeelding tweet Jacky Stevens, 21 april 2013.

Foto 2: ‘NLD-19800430-AMSTERDAM: Een kraker staat met een vlag temidden van een enorme ravage op straat tijdens de rellen bij de inhuldiging van koningin Beatrix. De kraakbeweging greep de kroning aan om te protesteren tegen het woningbeleid van de gemeenste Amsterdam, onder het motto ‘Geen woning geen kroning’. Het kwam tot hevige rellen. ANPFOTO’