DDS plaatst artikel van David Neyskens over Trump. Geen slimme misleiding die overtuigt, maar domme, lachwekkende misleiding

DDS plaats een artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van de Belgische David Neyskens die op het Vlaams-nationalistische Doorbraak publiceert. Al eerder gaf ik commentaar op een artikel op Doorbraak van Neyskens. Toen schreef ik onder meer: ‘Maar Neyskens bedoelt het serieus en dat maakt het absurd. Hij probeert aan te tonen dat de affaires rond president Trump niets met Trump te maken hebben. Hij klutst alles door elkaar, begrijpt de nuances en achtergronden onvoldoende en zet de lezer op het verkeerde been.’ Er is nog hoop voor de Lage Landen als de radicaal-rechtse media zulke ondermaatse artikelen plaatsen die hoogstens de eigen achterban die niets met feiten heeft weet aan te spreken. Bij het artikel plaatste ik de volgende reactie:

Dit artikel is prima satire. Het smelt van de onnauwkeurigheden, verzint alternatieve feiten en gaat voorbij aan de hoofdzaak. Het is misleiding. Maar het is geen slimme misleiding die overtuigt of aan het twijfelen brengt, maar domme misleiding die in haar tegendeel verkeert. Het artikel schiet in eigen voet en ontmaskert zichzelf als onzorgvuldig en lachwekkend.

Het artikel vergeet te noemen dat de meeste Rusland-onderzoeken inzake Trump niet door speciale aanklager Mueller, maar door aanklagers op staatsniveau worden gedaan. Die onderzoeken gaan gewoon door. Daar heeft het Witte Huis geen invloed op. Ook naar het crimineel handelen binnen de Trump organisatie (witwassen, Trump Tower in Moskou). En dan zijn er ook nog de onderzoeken in het Huis en de Senaat. Die zijn evenmin afgerond. Die in het Huis zijn nog maar sinds twee maanden opgestart.

Impeachment is een politiek proces. Met een Republikeinse meerderheid in de Senaat is dat op dit moment kansloos omdat die Trump voorlopig blijft steunen. De zwakke plek van Trump is zijn crimineel en roekeloos handelen. Dat onderzoek is een juridisch proces dat nog jaren nadat Trump in 2021 of 2025 is afgetreden doorloopt. Kortom, met het eindrapport van Mueller is er geen einde gekomen aan de druk op Trump en zijn organisatie. Mueller blijft trouwens nog verbonden aan het ministerie van Justitie en heeft zijn functie nog niet neergelegd.

Het ziet er naar uit dat Justitieminister William Barr vandaag een versie van het eindrapport naar het congres stuurt waar gevoelig zaken die met de nationale veiligheid te maken hebben zijn weggefilterd. Onlangs stemde het Huis unaniem voor de wens om een zo integraal mogelijke versie van het rapport in handen te krijgen om zelf te kunnen oordelen. Ook de Republikeinen stelden zich achter deze wens.

Het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen wat de inhoud van het rapport is omdat het nog niet is geopenbaard. Noch naar de congresleden, laat staan naar het publiek of de media. De naaste familieleden van Trump (Jared, Ivanka, Don jr.) zouden niet aangeklaagd worden, maar dat betekent niet dat dat in de nabije toekomst niet door een ander rechtsmacht gebeurt, zoals het SDNY. De kritiek op Mueller is dat hij in de aanpak van de naaste familie te terughoudend is geweest. De reden dat hij dit niet gedaan is lijkt drieledig. Het zou buiten zijn opdracht liggen en Trump zou hem ontslagen hebben als hij wist dat Mueller achter zijn familie aanging. De derde reden is dat Mueller door bekendmaking van feiten andere onderzoeken de munitie in handen heeft gegeven om Jared, Ivanka en Don jr. aan te pakken. Evenmin is het zeker of Trump zelf in het Mueller-rapport niet aangeklaagd wordt. Want Mueller kan dit tot het allerlaatste bewaard hebben omdat hij anders door Trump per omgaande ontslagen zou worden als was gebleken dat hij de president zou aanklagen.

Speciale aanklager Robert Mueller heeft de afgelopen 2 jaar op een professionele, beheerste en integere wijze een succesvol onderzoek gevoerd. Hij heeft vele mensen uit de omgeving van Trump aangeklaagd die vervolgens zijn veroordeelt door rechters. Mueller heeft ook Russen aangeklaagd die zich buiten de Amerikaanse jurisdictie bevinden. Zijn aanklachten die vele details bevatten lazen als verantwoording van zijn werkwijze en waren zo gedetailleerd om niet in de doofpot gestopt te kunnen worden door inmenging van Trump in het onderzoek. Dat is een succesvolle werkwijze gebleken gezien de vele veroordelingen van topmensen uit Trumps Team.

De belangrijkste effect van zijn onderzoek is dat het vele andere onderzoeken op de rails heeft gezet. De reden daarvoor is dat de opdracht van zijn onderzoek beperkt was en zich diende te beperken tot de relatie van Team Trump met het Kremlin in de campagne van 2016. Maar Trump heeft al sinds de jaren ’80 (vdve) contacten met machthebbers en criminelen (Semion Mogilevich) in de Sovjet-Unie en later de Russische Federatie. De aard en het karakter van die contact worden nu op vele plekken onderzocht. Dat is de aangekondigde ramp voor Trump. Wellicht kan hij voor even gerust slapen, maar niet voor lang, want met de aanstaande publicatie van het Mueller-rapport is de druk op Trump nog lang niet voorbij. Integendeel, de onderzoeken zullen gaandeweg steeds belangrijker worden en die aspecten onderzoeken waar Mueller vanwege zijn beperkte opdracht niet aan toe mocht komen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van David Neyskens op DDS, 23 maart 2019.

De ondraaglijke lichtheid van een rechts-radicale mening op Doorbraak leidt tot desinformatie en misleiding

Preken voor eigen parochie is een principe uit de verzuiling. Maar nu de verzuiling is afgebroken is dat preken voor eigen parochie niet verdwenen. Integendeel, het lijkt door de opkomst van sociale media een succesvolle rentree te hebben gemaakt. De termen die dienen om dat te omschrijven zijn ‘bubbel’, ‘archipelisering’ en ‘ongenoegen’. We zouden leven in een post-waarheid samenleving waarin politici en opiniemakers een beroep doen op emoties en niet op de objectieve feiten. Zo wordt de eigen achterban bediend en in zekere zin afgezonderd. In die bubbel wordt ingebeukt op de mensen die zich erin bevinden. Met als gevolg dat ze radicaliseren omdat ze aangesproken worden op emoties en de feiten niet meer kunnen dienen om verbinding met andersdenkenden te leggen of die emoties te temperen. Het is het verschil tussen algemene journalistiek die de ambitie heeft om mensen niet op te sluiten in een bubbel maar door brede informatievoorziening aan de hand van de feiten zelfdenkend te maken en activistische ‘journalistiek’ die het omgekeerde beoogt.

Een gebruiker van internet weet intuïtief het verschil. Dat is een kwestie van mediawijsheid en ervaring. Als artikelen dezelfde kant opwijzen dan is er op een specifiek medium geen sprake van pluriformiteit, maar van koekoek eenzang. Er wordt hetzelfde verhaal vanuit hetzelfde perspectief verteld. Uitzonderingen daarop komen niet voor en worden niet toegestaan door de kernredactie. Er bestaan ook media die zowel niet doen aan algemene journalistieke informatievoorziening als aan beperkt politiek activisme waarbij journalistiek geen uitgangspunt met een ethische code is maar tot een schijnvertoning of vermomming is geworden dat uitsluitend als aspirine dient om de inhoud de lezer in de maag te splitsen, maar een tussenvorm kiezen.

Aanleiding is een betoog van David Neyskens op het Vlaamse rechts-nationalistische opinieplatform Doorbraak dat over de eigen werkwijze zegt: ‘Doorbraak wordt geredigeerd door een kernredactie die volgens de beginselen van de journalistieke onafhankelijkheid en betrouwbaarheid de te publiceren stukken creëert of selecteert’. Doorbraak heeft dus het stuk van Neyskens geselecteerd. Hij presenteert zich als ‘bestuurder van de denkank (GK: !) Libera! en volgt voor Doorbraak de Verenigde Staten op de voet.’ Libera! is volgens Wikipedia ‘een Vlaamse rechts-liberale denktank die ontstond in 2010 uit een fusie van de denktanks Nova Civitas (rechtervleugel van Open VLD en Cassandra (LDD).’ David Neyskens en Doorbraak zijn te situeren aan de rechterkant van het politieke spectrum, rechts van de brede liberale partijen Open VLD of VVD. In hun eigen bubbel bedienen ze met pseudo-journalistiek op een activistische wijze een rechts-radicaal publiek.

Neyskens neemt in zijn betoogVeroordeelde leugenaar moet president Trump aan de galg praten’ op zo’n ongenuanceerde manier een loopje met de waarheid dat het satire lijkt. Alleen de titel blinkt al uit door onduidelijkheid en dubbelzinnigheid. Is de suggestie ervan dat Cohen moet helpen om Trump ter dood te veroordelen? Maar Neyskens bedoelt het serieus en dat maakt het absurd. Hij probeert aan te tonen dat de affaires rond president Trump niets met Trump te maken hebben. Hij klutst alles door elkaar, begrijpt de nuances en achtergronden onvoldoende en zet de lezer op het verkeerde been. Neem alleen al een enkele zin als ‘De ware reden is dat het establishment geen outsiders tolereert die op een populaire golf mee surfen en die hun belangen zouden kunnen bedreigen.’ Zo bevat zijn betoog talloze uitspraken die óf de feiten verkeerd voorstellen óf er een foute conclusie uit trekken. Neykens lijkt echt niet te begrijpen dat president Trump bij uitstek de persoon is die de belangen van het establishment dient en symboliseert, onder meer door de belastinghervormingen van december 2017 waarvan hoofdzakelijk vermogenden en multinationals profiteren. Inclusief zijn sponsors als Sheldon Adelson of Robert Mercer die voor hun steun aan Trump als tegenprestatie belastingverlichting voor hun bedrijven kregen. Is Neyskens zo slecht geïnformeerd of is hij zover weggezakt in de fantasiewereld van zijn rechts-radicale bubbel dat hij niet eens meer beseft wat voor lariekoek hij de lezers van Doorbraak op de mouw speldt? De vraag is trouwens wat erger is. Mijn reactie bij het artikel:

Foto’s 1 en 2: Schermafbeelding van delen van artikel ‘Veroordeelde leugenaar moet president Trump aan de galg praten; Tegenstanders Trump halen alles uit de kast om president in diskrediet te brengen’ van David Neyskens en de eigen op Doorbraak reactie die nog niet definitief is geplaatst, 28 februari 2019.

Pseudo-kunstkritiek van Johan Sanctorum op Doorbraak over Jan Fabre

Het is geen wonder dat de kwestie Fabre in Vlaanderen stof doet opwaaien. In een open brief in rekto-verso beschuldigen werknemers en stagiairs van Fabre’s gezelschap Troubleyn hem van grensoverschrijdend gedrag. Dit gaat om de activiteiten van Jan Fabre als theatermaker en niet om die als beeldend kunstenaar. Op het Vlaams-nationalistische Doorbraak laat Johan Sanctorum in een lang betoog de kans niet liggen om oude rekeningen te vereffenen en de progressieve Fabre met de grond gelijk te maken. Johan Sanctorum schiet door overdrijving, onjuiste feiten, een slecht onderbouwde analyse en totaal gebrek aan kunsthistorisch inzicht in eigen voet. Hieronder mijn reactie. In een artikel op Doorbraak met de veelzeggende titel ‘Lekker natrappen op het lijk van Fabre’ dient theaterwetenschapper Laurens De Vos Johan Sanctorum van repliek.

Foto’s: Schermafbeelding van een deel van het artikelHet theater zoals het te voorzien en te verwachten was’ van Johan Sanctorum op Doorbraak, 14 september 2018 en mijn reactie daarop.

Le silence est meilleur que d’être stupide. Er bestaat allang geen weldenkend-links gedomineerd cultuurveld meer

Stilte is beter dan dom zijn.

Tais-toi et sois belle’ zeggen Fransprekenden tegen hun hond. ‘Zwijg en wees stil’. En soms zeggen ze het ook tegen anderen. Bijvoorbeeld tegen vrouwen. Waardoor ze terecht de beschuldiging vrouwonvriendelijk te zijn over zich afroepen. Op Vlaanderens grootste opiniewebsite Doorbraak klinken vaak rechtse meningen door. Of liever gezegd, is de aversie tegen wat als links of progressief wordt gezien een reden voor auteurs om de pen te pakken en de gal te spuwen. Dat doet ook Johan Sanctorum in het opinie-artikelTais-toi et sois belle; Waarom net de linksdraaiende cultuursector vergeven is van macho-mentaliteit’. Wat dat ‘net’ in de titel doet is een raadsel, zoals allerlei aannames in dit artikel een raadsel zijn. De fout die Sanctorum maakt is dat hij een stropop bestrijdt. Hij weerlegt argumenten die niet bestaan door ze op te rekken tot een karikatuur. Alles voor zijn goede zaak om de linkse cultuursector eerst veel macht toe te rekenen en die vervolgens te belasteren en in de fik te steken. Omdat die verkeerde aannames het raamwerk van zijn betoog vormen, stort zijn kaartenhuis na een windvlaag in elkaar. Mijn reactie die niet meer dan 1500 tekens mocht bedragen:

Foto’s: Schermafbeeldingen bij artikelTais-toi et sois belle; Waarom net de linksdraaiende cultuursector vergeven is van macho-mentaliteit’ van Johan Sanctorum op Doorbraak, 28 juni 2018.

Nogmaals Nord Stream II: waarom is er geen open debat over een pijplijn die de EU afhankelijker maakt van de Russische Federatie?

De Belgische oud-ambassadeur Theo Lansloot zet de ontwikkelingen over de aanleg van de gaspijplijn Nord Stream II in een artikel voor Doorbraak op een rijtje. De actuele situatie is dat landen aan de Oostzee waarvan de pijplijn door hun territoriale wateren loopt voor de beslissing staan wat ze ermee aan moeten. Als ze dat politiek al zelf mogen beslissen en ze volgens internationaal recht juridisch iets te zeggen hebben over het onderzeese deel van Nord Stream II tussen de Russische Federatie en Duitsland. Finland en Duitsland hebben het groene licht gegeven. Denemarken houdt de kaarten nog tegen de borst en wordt onder druk gezet door voor- en tegenstanders. De vraag is of Nord Stream II Europa over-afhankelijk van Russisch gas maakt.

Rondom Nord Stream II tekenen zich twee kampen af. Tegenstanders lijken de overhand te hebben met de VS, het Verenigd Koninkrijk, landen als Polen, Oekraïne en de Baltische landen die de Russische chantage met energie vrezen, maar ook milieuactivisten die een einde aan fossiele brandstof willen. Zo stelden kamerleden van de PvdD en de SP die doorgaans welwillend staan tegenover de Russische Federatie in 2017 kritische kamervragen over Nord Stream II. Omdat de energieafhankelijkheid van de EU-lidstaten van Russisch gas door import vergroot wordt en dit in strijd is met het energiebeleid van de EU (Third Energy Package) zijn degenen die pleiten voor correcte uitvoering van dit beleid ook tegen. Ze wijzen op diversificatie en onafhankelijkheid. Overigens wordt in een rapport van de juridische dienst Raad van de Europese Unie dit formeel ontkend, zodat de ministers kunnen handelen in strijd met hun eigen beleid. Verder zijn Zuid-Europese landen ook kritisch over Nord Stream nadat de EU South Stream afschoot door harde voorwaarden aan het Kremlin te stellen. De Italiaanse oud-premier Renzi definieerde het opleggen van sancties aan de Russische Federatie plus het afketsen van South Stream door het stellen van harde voorwaarden aan het Kremlin, maar tegelijk het doorgaan van Nord Stream zonder die voorwaarden en het als economisch project te betitelen als hypocrisie.

Voorstanders zijn vooral te vinden in de landen waarvan bedrijven betrokken zijn: Duitsland, Nederland en Frankrijk. En omdat Duitsland een beslissende vinger in de pap van de EU heeft en de tandem Duitsland-Frankrijk de as van de EU vormt, volgt de Raad van ministers. De tactiek van de voorstanders is niet om een open debat te voeren, maar dat uit de weg te gaan. De dooddoener van het Duitse politieke en economische establishment is dat Nord Stream geen politiek, maar een economisch project is. Uit alles blijkt dat Nord Stream een politiek project is. Gazprom koopt Europese politici om door ze in te huren als ‘consultant’, zoals de Oostenrijkse ex-minister Hans Jörg Schelling die lid is van de ÖVP, de partij van kanselier Sebastian Kurz. Zoals Lansloot opmerkt staat de Duitse oud-kanselier Gerhard Schröder op de loonlijst van Gazprom. Zijn opportunisme is berucht en bezoedelt de Duitse politiek en de SPD. Maar het lijkt te eenvoudig om het Duitse belang te reduceren tot het omkopen van SPD’ers als Schröder of president Frank-Walter Steinmeier. Een argument van de voorstanders is dat het een wederzijdse afhankelijkheid betreft en de aanleg het Kremlin ook afhankelijker van Europa maakt. Maar dat gaat opnieuw voorbij aan de onafhankelijkheid van Europa.

De tegenstrijdigheden zijn groot en het is onbegrijpelijk dat ze niet genoemd worden in het publieke en politieke debat. Sancties die in 2014 ingesteld werden vanwege de annexatie van de Krim door de Russische Federatie en de militaire inmenging in Oost-Oekraïne worden verlengd, maar tegelijk worden de economische banden met het Kremlin via Nord Stream aangehaald en wordt Oekraïne dat Russisch gas via pijpleidingen aan de EU levert in de steek gelaten. Dat is dubbelzinnig en hypocriet, maar vooral kortzichtig. De EU weet dat het zich door de aanleg van Nord Stream II afhankelijker maakt van het Kremlin, maar ontkent dat dat zo is. De leiding van de Russische Federatie heeft er immers een handje van om gas als geopolitiek wapen in te zetten. Door de verslechterende situatie tussen het Westen en de Russische Federatie dat zich ook nog eens steeds meer opstelt als kat in het nauw, wordt de kans dat dat wapen ingezet wordt er eerder groter dan kleiner op. Levering van Russisch gas aan de EU-lidstaten is de olifant in de kamer waarover West-Europese politici en bedrijven al jaren doen alsof ze die niet zien. Zo gaat kortzichtigheid over in bijziendheid omdat Duitsland en Nederland verslaafd zijn aan goedkoop Russisch gas. De geloofwaardigheid van de EU wordt ondermijnd.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelRusland en de EU: energie-onafhankelijk of Nord Stream 2 pijplijn?; Regering Merkel verkiest Russische gaspijplijn boven EU –Energie Unie’ van Theo Lansloot in Doorbraak, 4 april 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelEuropese Raad geeft groen licht Nord Stream 2’ in Geotrendlines van 2 oktober 2017 onder verwijzing naar Euobserver.

Moet zendtijd voor godsdienst etc. op de Vlaamse publieke omroep representatief zijn? Maar betrouwbare statistieken ontbreken

Op Doorbraak gaat Philip Roose in een opinie-artikel in op het besluit van de Vlaamse publiek omroep VRT om in het kader van de zogenaamde levensbeschouwelijke programma’s ‘Aan de 40 uitzendingen op Eén van verschillende godsdiensten twee islamitische vieringen toe te voegen’. De vraag die dit besluit oproept is of deze programma’s de bedoeling hebben om representatief te zijn of dat ze traditionele voorkeursposities van vooral katholieken beschermen. Door het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers is het onduidelijk of het aantal moslims dit besluit rechtvaardigt. Daarbij komt de complicatie dat ze representatief moeten zijn voor Vlaanderen en het Vlaamse volksdeel. Zo stapelt zich onduidelijkheid op onduidelijkheid. Mijn reactie:

Als het secularisme wordt opgevat als een politieke filosofie die zegt dat alle godsdiensten en levensovertuigingen een gelijke plek behoren te hebben onder de garantie van de nationale overheid, dan past daarbij in de media wat de zendtijd betreft -mits het in lijn is met het statuut van de publieke omroep- dezelfde afweging tussen godsdiensten en levensovertuigingen.

Dat zal in de praktijk neerkomen op het terugschroeven van de aandacht voor uitingen van traditionele christelijke godsdiensten en/of christelijke organisaties die tot nu toe een voorkeurspositie innnemen. Een volgende stap is dat de tot nu toe bij de publieke omroep voor godsdiensten en levensovertuigingen gereserveerde zendtijd anders verdeeld moet gaan worden.

Het gevolg is dat betrekkelijk nieuwe godsdiensten en levensovertuigingen zoals de islam, de kerk van het vliegend spaghettimonster, de kerk van cannabis of het humanisme meer recht hebben op zendtijd. Uitgaande van een eerlijke representatie van de verschillende godsdiensten en levensovertuigingen zoals die zich in de samenleving voordoet.

Complicatie bij grote, diverse en gefragmenteerde religieuze organisaties als de islam is dat het vele verschijningsvormen kent. Waarvan sommigen binnen de geïnstitutionaliseerde islam niet worden erkend, zoals de Amiddaya of de Soefi’s. Daarnaast is er nog het zeurende conflict tussen Sjiieten en Soennieten, en dat tussen zogenaamde orthodoxe en zogenaamde gematigde moslims.

Het verdient aanbeveling dat de nationale statistieken ook binnen de islamitische organisaties een onderverdeling maken naar stroming en richting. Net zoals ze dat voor het christendom doen tussen katholieken, oud-katholieken, conservatieve katholieken (Opus Dei, Pius X), protestanten, gereformeerden, oud-gereformeerden, baptisten, lutheranen en de tientallen richtingen en stromingen die het christendom kent.

Beredeneerd vanuit de maatschappelijke representatie kan vervolgens de verdeling van de zendtijd bij de publieke omroep afgeleid worden. Probleem is dat België in tegenstelling tot Nederland geen betrouwbare cijfers heeft over het aantal moslims. Naar schatting van Jan Hertogen (http://www.npdata.be) is dat nu zo’n 7,2% van de bevolking. Of dat ook geldt voor Vlaanderen is trouwens onduidelijk.

Daarbij blijft onduidelijk hoe de vertegenwoordiging binnen de islamitische zuil precies is en hoe de verschillende islamitische stromingen en richtingen zich in België tot elkaar verhouden. Evenmin blijkt uit zo’n percentage hoeveel ‘culturele moslims’ het bevat. Dus de moslims die niet belijdend zijn of een moskee bezoeken en nauwelijks nog moslim zijn te noemen, maar zich om sociale of culturele redenen niet officieel uit laten schrijven uit het bevolkingsregister. Daarbij komt dat dit aspect van de vrijheid van godsdienst om een godsdienst te verlaten binnen de islam met taboes en verboden is omkleed en daarom de werekelijke stand van zaken niet weergeeft.

Ook is de Verbelging of Vervlaamsing van de in België wonende moslims niet in de cijfers terug te vinden. Dat is het proces van emancipatie waarbij moslims geleidelijk opgaan in de Belgische samenleving en de normen en waarden ervan verinnerlijken. Met als ultieme stap dat ze afscheid nemen van hun godsdienst en het secularisme omarmen. Juist omdat ze daar de garantie van de overheid vinden voor hun nieuw verworven positie.

Kortom, er moet nog eerst heel wat statistisch en demografisch onderzoek in België plaatsvinden voordat duidelijk is welke bevolkingsgroep met welke godsdienst of levensovertuiging bij de publieke omroep recht heeft op de daarvoor bedoelde zendtijd. Mits dat idee van evenredige vertegenwoordiging leidend is. Als voorlopige regeling is het goed voorstelbaar om vertegenwoordigers van de islamitische zuil een deel van de zendtijd in te laten vullen. Zo’n 5% van het volume ljkt redelijk en goed overeen te komen met het demografische belang van die zuil.

Maar een echte modernisering van de zendtijd gaat verder en zal om te beginnen de oude voorkeursbehandelingen voor de christelijke (katholieke) organisaties af moeten schaffen om die in lijn te brengen met de werkelijke aanhang in de samenleving.

In een land als Nederland waar meer dan de helft van de bevolking zich niet laat inspireren door godsdienst leidde dat overigens tot de vraag of die zendtijd voor godsdiensten en levensovertuigingen nog wel een taak voor de publieke omroep is. Juist door de fragmentering van de religieuze sector in vele stromingen en richtingen lijkt niet broadcasting, maar narrowcasting via sociale media de oplossing voor de steeds moeilijkere voorwaarden om aan die representativiteit te kunnen voldoen. Waarbij zoals gezegd in België het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers over de aanhang van godsdiensten en levensovertuigingen een bijkomende complicatie is in het realiseren van een representatieve verdeling van de zendtijd voor dit soort levensbeschouwelijke programma’s bij de publieke omroep.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelGoddelijke televisie’ van Philip Roose op Doorbraak.be, 4 december 2017.

Als religieus conservatisme zich opwerpt als redder van de Europese beschaving, dan is die beschaving pas echt in gevaar

Er wordt wat betoogd op sociale media. Aannames vliegen over en weer en leiden in de eigen zone een eigen leven met een eigen gelijk. Soms aandoenlijk, soms angstaanjagend om te zien. Maar altijd is het leerzaam omdat het een positie weergeeft. En vaak eigendunk verraadt. Dat de onzinnigheid door het plafond kan gaan laat het betoog (‘essay’) van El Hammouchi Othman op de Vlaamse opiniesite Doorbraak zien. Het begeeft zich op vijandig gebied. Het is gebouwd op verkeerde uitgangspunten en probeert zich te legitimeren door onnodig gecompliceerd te doen. Maar geloofwaardig wil het niet worden omdat de veronderstellingen zo wereldvreemd zijn. Door het plafond gaan met een ontbrekend fundament leidt tot gammele argumentatie. Mijn reactie:

Uiteraard onderschrijf ik zijn argumenten over de heilzame werking van religie voor de maatschappij als transcendente geweldloze rechtvaardiging voor morele waarden volledig‘ zo zegt El Hammouchi Othman.

Wat dat onderschrijven van de argumenten over de heilzame werking van religie betekent en hoeveel waarde het heeft is de vraag. Want het is logisch dat de ene vertegenwoordiger van een religie die het belang van religie groot acht een andere vertegenwoordiger ondersteunt die hetzelfde denkt. Maar hier zijn twee slagers aan het woord die hun eigen vlees keuren. Ze kloppen in een zogenaamd meningsverschil over details het belang van de religieuze sector op. De praktijk is dat in landen als Nederland en België de meerderheid van de bevolking zich niet laat inspireren door religie en dat het belang van religie jaarlijks met enkele procenten afneemt. Het is verre van realistisch om te veronderstellen dat religie in Europa aan een herleving toe is. Demografische en culturele ontwikkelingen staan daar haaks op.

Beide pleidooien gaan overigens uit van een verkeerde opvatting van het secularisme. Dat is geen politiek idee dat vijandig is jegens religie of religie ondergeschikt zou maken aan niet-religieuze levensovertuigingen, maar is juist een politiek idee om de vele religies en levensovertuigingen te beschermen door ze gelijk te stellen aan elkaar. De overheid behoort dat vanuit de rechtsstaat te garanderen. Het is wel zo dat het secularisme de voorrechten van de heersende religie wil terugbrengen en gelijk wil stellen met levensovertuigingen en minder dominante religies. Het is begrijpelijk dat vooral de vertegenwoordigers van het christendom hun afkalvende macht met lede ogen aanzien en daarom in wanhoop hun toevlucht nemen tot het verdacht maken van het secularisme. Ze moeten wennen aan het idee dat ze het maatschappelijk, politiek en cultureel niet meer voor het zeggen hebben.

Het zou slecht met de geest van de Europese beschaving gesteld zijn als de conservatieve islam haar zou moeten redden. De Europese beschaving hoeft niet gered te worden. Maar kan al helemaal niet gered worden door de conservatieve islam die in de praktijk van vandaag waarden vertegenwoordigt die haaks staan op de Europese beschaving. Zoals de gelijkberechtiging van vrouwen, homoseksuelen en andere minderheden en de vrijheid van godsdienst die ook de vrije keuze omvat om een godsdienst zonder repercussies te kunnen verlaten. De conservatieve islam is daar op z’n best twijfelachtig over en onderschrijft die vrijheid van godsdienst niet ruimhartig.

Verdeel en heers is hier wat beide auteurs doen. Ze lijken elkaar te vinden in hun pleidooi van religie als politiek idee. Maar niet alleen zijn hun verschillen met de rest van de samenleving groot, ook de onderlinge verschillen tussen de religie die ze zeggen te vertegenwoordigen zijn groot. Het christendom was een invloed voor en gevolg van de Verlichting. Het is gegroeid en nauw verweven met de moderne Europese geschiedenis. De islam heeft in Europa nooit zo’n positie ingenomen. En de conservatieve islam heeft zelfs uitgangspunten die haaks staan op de waarden die Europa tot Europa hebben gemaakt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHerwaardeer het christendom niet ten koste van anderen’ van El Hammouchi Othman op Doorbraak, 21 oktober 2017.

De verwezenlijking van een culturele ruimte van Nederland en Vlaanderen vraagt om meer investeringen in kunst en cultuur

Axel Buyse is algemeen afgevaardigde van de Vlaamse regering in Nederland. In een interview met Doorbraak pleit hij voor meer samenwerking met Nederland. Hij verwijst naar de recente ‘Strategienota Vlaanderen-Nederland; Steunen op de concurrentiekracht van de Delta’ van de Vlaamse regering. Cultuur is niet de hoofdzaak ervan, maar op p. 10-12 bevat de nota het hoofdstuk ‘Strategische doelstelling 3. Culturele grenzen slechten. De Lage Landen vormen één culturele ruimte’. Op die nota en het interview reageer ik:

Een prachtig pleidooi van diplomaat Alex Buyse. Het slechten van culturele grenzen tussen Vlaanderen en Nederland is een goed idee. De 7 miljoen Vlamingen en 17 miljoen Nederlanders wonen, werken en verstrooiien zich in een culturele ruimte met veel overeenkomsten. Zoals taal, geschiedenis, cultuur en kunst. Hoewel door internationalisering de begrenzing ervan minder scherp en hard is dan het wordt voorgesteld.

Het is echter voorbarig om het nu al ‘één culturele ruimte’ te noemen zoals de strategienota van de Vlaamse regering in de derde strategische doelstelling doet. Als de politiek van Vlaanderen en Nederland dat wenst, dan kan het verder werken aan verdieping door integratie en samenwerking van die culturele ruimte.

Daarvoor is meer nodig dan goede bedoelingen en het uitspreken van intenties. Nodig is concreet beleid die op de strategische verkenning volgt. Voorwaarde is een inspanning van Nederland en Vlaanderen om het budget voor kunst en cultuur uit te breiden. Want samenwerking en integratie over de grenzen heen vraagt om extra investeringen. Cultuur is geen pijpleiding naar een fabriek waar restwarmte wordt omgezet in plastiek.

Cultuur gaat namelijk niet uit van het profijtbeginsel. In economische zin maakt cultuur geen winst. Mogelijk wel in maatschappelijke en politieke zin, hoewel dat lastig meetbaar is. Toch kunnen kunst en cultuur op deze terreinen de inspanning waard zijn omdat ze de politiek-maatschappelijke en econonomische grenzen tussen Nederland en Vlaanderen kunnen helpen vervagen. Zonder dat kunst en cultuur overigens als instrumenteel opgevat moeten worden. Want instrumentele kunst houdt op kunst te zijn.

Het slechten van de culturele grenzen tussen Nederland en Vlaanderen is een drietrapsraket met politiek als stuurraket, econonomie als draagraket en cultuur als bevoorradingsraket. Het effect kan zijn dat de verdere culturele integratie of samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen door taal- en cultuurpolitiek ook de politieke en economische integratie en samenwerking dient. Op zijn minst zijdelings. Als op het Binnenhof en het Martelarenplein dat besef vergroot wordt, dan wordt er hopelijk minder krampachtig dan op dit moment aangekeken tegen investeringen in kunst en de verhoging van het cultuurbudget.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDiplomaat Axel Buyse: ‘We moeten meer samenwerken met Nederland’ in Doorbraak, 24 september 2017.

Stop eindelijk eens met de bekostiging van het bijzonder onderwijs

703-800x520

Is het normaal dat een rechtsstaat organisaties financiert die elementaire beginselen zoals de gelijkheid tussen man en vrouw niet respecteert (men mag zijn vrouw slaan met een stok volgens de Koran (38:44), de Bijbel (Kolossenzen,3:18) heeft het over de verplichte onderwerping van de vrouw aan haar man? Is het anno 2015 verdedigbaar dat publieke middelen worden gebruikt om ideologieën te verspreiden die aangeven dat homoseksuelen mogen worden gedood (Leviticus 20:13)?’ Aldus Bob D’hoedt van Jong-N-VA Aarschot in een opinieartikel voor het Vlaamsgezinde internettijdschrift Doorbraak.be.

D’hoedt heeft het over zes godsdiensten die in België een jaarlijkse overheidssubsidie van meer dan 650 miljoen euro krijgen. De criteria voor toekenning zijn volgens D’hoedt vaag. Waarom is subsidie beperkt tot zes kerkgenootschappen terwijl er talloze godsdiensten zijn? In Nederland werd in 1983 de Wet beëindiging financiële verhouding tussen Staat en Kerk ingevoerd dat een eind maakte aan overheidsverplichtingen ten aanzien van kerkgenootschappen. Maar in Nederland is de scheiding van Kerk en Staat niet definitief door artikel 23 van de Grondwet die het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas bekostigt’. Is dat noodzakelijk?

Bekostiging van bijzonder onderwijs is een oud strijdpunt tussen rechts en links, tussen religieuze en niet-religieuze politieke partijen. Dat bijzondere scholen het recht hebben om te bestaan is geen punt van discussie. Wel waarom de overheid dat zou moeten bekostigen. Het is niet nodig om zo ver te gaan als D’hoedt die stelt: ‘De vraag die dus gesteld moet worden is waarom een volledige maatschappij moet meebetalen voor godsdiensten die elkaar tegenspreken en de waarden van de Verlichting ontkennen.’ Want dat leidt tot een debat dat gaat over het intern functioneren van kerkgenootschappen, en daar moet de staat zich niet mee bemoeien. Evenmin is vanwege die inmenging het idee haalbaar om kerkgenootschappen -of in Nederland instellingen van bijzonder onderwijs- volgens een systeem van ‘evidence based religion’ te toetsen.

Een argument om het bijzonder onderwijs door de overheid te laten blijven bekostigen is dat het externe partijen invloed zou geven. Maar dat is te defensief gedacht. De pluriformiteit van het primair onderwijs wordt gegarandeerd in artikel 8.3 van de Wet op het primair onderwijs dat zegt: ‘Het onderwijs a) gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; en b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie’. Dat geeft de onderwijsinspectie kwantitatieve instrumenten om scholen die in vreemd vaarwater terechtkomen actief te monitoren, eisen te stellen en bij de les te houden.

Opvallend is dat tegengestelde bewegingen door elkaar heenlopen. Het maatschappelijk belang van religie in de westerse samenlevingen neemt geleidelijk af. Dat legitimeert steeds minder de bekostiging van het bijzonder onderwijs op religieuze grondslag. Tegelijk is ter verdediging van het religieus onderwijs de toepassing van artikel 23 uitgebreid met bijzonder onderwijs op niet-religieuze grondslag. Zodat het ook levensovertuigingen omvat. Dat staat niet alleen haaks op een terugtredende overheid, maar ook op het idee van de scheiding van kerk en staat. Het is geen overheidstaak om bijzonder onderwijs te bekostigen.

Foto: ‘1928/1929 Meisjesklas, Schoolklas 1928-1929

Open islamdebat is hard nodig. Of God het nou wil of niet

InchaAllah

Mag kritiek op de islam of rust er een taboe op? De vraag is eerder of zulke kritiek zin heeft. Het antwoord is ondubbelzinnig ja. Religieuze organisaties zoals de islam genieten eerder te veel dan te weinig respect. Om de islam in de wereld te brengen is de eerste voorwaarde dat religies precies zo bejegend worden als andere cultureel-maatschappelijke instellingen. Niet meer en niet minder kritisch. Een uitzonderingspositie voor religies, en binnen die religies ook nog eens voor de islam, vindt in de nationale rechtsstaat, de democratie of de open samenleving geen rechtvaardiging. De overheid moet als scheidrechter boven de partijen die kritische houding niet zelf aannemen door deelnemer aan het publieke debat te willen zijn, maar dient wel nadrukkelijk te garanderen dat burgers zonder belemmeringen de kritiek op de islam ongestoord en veilig kunnen uiten.

Dit naar aanleiding van een opinieartikel in de Volkskrant van VVD’er Frits Bolkestein die meent dat de coördinator terrorismebestrijding miskent dat religie de basis kan vormen voor politiek geweld. Hij verwees hierbij naar onderzoeker David Suurland. Sid Lukkassen reageert instemmend op het Vlaamse blog Doorbraak met de vraag ‘Mag een academicus islamkritisch zijn?’en wijst naar ‘het politiek-correcte rookgordijn van de mainstream media’ dat die kritiek blokkeert. Hoe dat in z’n werk gaat illustreert ’student islamologie’ Arnold Yasin Mol in een opinieartikel voor Joop.nl met de bewering dat Bolkestein te weinig van de islam zou weten. Waarin Bolkestein van alles in de mond wordt gelegd dat hij niet beweert. Een open debat over de islam komt zo niet tot stand. Kom in Nederland niet aan de islam of de honden gaan blaffen. Gods wil is onfeilbaar. 

Foto: In Cha Allah in neon voor Lamba.