In navolging van Kremlin drukt Trump met zijn leugens iedereen in de onwaarheid. En ontneemt ons de kracht van de verbeelding

Wie sites bezoekt die de op Europa en de VS gerichte Russische propaganda doorprikken begrijpt beter waar president Donald Trump zijn leugens vandaan haalt. De Toronto Star houdt het aantal leugens van Trump bij en komt tot 2029 ‘valse claims’ tijdens zijn presidentschap. Het telt steeds sneller op. De leugens dienen als afleiding voor wat Trump bedreigt. Zo moeten leugens die zelfs zonder schroom als klaarblijkelijke leugens worden gepresenteerd koste wat kost afleiden van de ontmoeting in Helsinki met president Putin die door vriend en vijand als een knieval (kowtowing) wordt gezien en een teken voor de ondergeschiktheid van Trump aan het Kremlin. Die sites zijn onder meer Myth Detector, Polygraph.info, StopFakeEnglish en Disinfo Portal.

Nederlanders zijn niet gewend dat hun overheid glashard liegt. Ze beseffen dat politici en bestuurders hun zwakheden hebben, soms om de waarheid heen draaien, af en toe feiten verzwijgen en fouten proberen te verdoezelen, maar dat is wat anders dan een overheidsbeleid van georkestreerde leugens als verlengde van de buitenlandse politiek. Zo’n beleid kent Nederland niet. Hoewel men kan zeggen dat de afstand tussen liegen en niet vertellen klein is. De reden voor steun aan banken (ABN in 2007, kosten ?? miljard) en multinationals (dividendbelasting: Shell, Unilever) is nog steeds niet geopenbaard. Juist vanwege dit opaak beleid zou de Nederlandse overheid in tijden van nepnieuws en de ondermijning van de waarheid afstand moeten nemen tot landen en buitenlandse leiders die liegen tot onlosmakelijk onderdeel van hun beleid hebben gemaakt.

President Donald Trump wordt vaak afgebeeld als iemand die geen geduld heeft voor overleg zoals dat vooral in internationale organisaties als een klimaatakkoord of handelsverdrag, de VN of NAVO vorm krijgt. Daarbij meent Trump als leider van ‘het machtigste land ter wereld’ sterker te staan als hij overlegt met individuele landen afzonderlijk. Keerzijde daarvan is dat hij allianties die 70 jaar lang de humus voor Amerikaans welzijn en welvaart zijn geweest verwaarloost en onderwaardeert. De negatieve neveneffecten schuift hij voor zich uit. Maar nu al treffen zijn leugens doel als hij die 70 jaar economische, culturele en politieke voorspoed van zijn land ontkent en Amerikanen als het ware hun verleden ontneemt. Dat drukt iedereen in de onwaarheid.

Putin, Trump of de Noord-Koreaanse leider Kim Jung-Un vinden elkaar niet zozeer in hun geloof in autoritair leiderschap, het terugdringen van de democratie en het onttakelen van de rechtsstaat, maar in hun geloof in de werking van leugens. Leugens zijn het cement waarmee ze de façade van hun Potemkin-dorp bouwen. Dat is een hedendaagse variant van de slagzin uit 1968 dat de verbeelding aan de macht is. Maar het is niet de verbeelding die door het volk als strijdmiddel tegen de autoriteiten werd ingezet. Het is de verbeelding die door de autoriteiten tegen het volk wordt ingezet. Onder de straatstenen ligt niet langer het strand (‘Sous les pavés, la plage!), maar de verloren illusie van strand. Gevaar van politieke leiders als Putin of Trump die liegen tot speerpunt van beleid en positionering maken is niet zozeer dat ze feiten verzinnen of bewust verkeerd voorstellen of het begrip ‘waarheid’ ondermijnen, maar dat ze het volk de verbeelding ontnemen. Ze snijden de mogelijkheid af om te dromen en de realiteit te betoveren. Daarom ziet met name de jeugd het somber in.

Foto: Beroemde straatposter van het tegenprotest van 1968 met tekst: ‘une jeunesse que l’avenir inquiète trop souvent’ (‘Een jeugd die te vaak door de toekomst wordt gestoord’). Zie ook ‘May 1968’ van Navya Ashokkumar.

Mediadebat over kwestie-Ruf is omsingeling en projectie bij volmacht. Vanaf de flanken van de NRC

In een commentaar van 16 juni 2018 ging ik in op de kwestie Ruf en de aandacht ervoor in de media. Ik kwam tot twee conclusies. Namelijk dat het antwoord op de vraag of Beatrix Ruf gelijk heeft met haar claim dat ze terug kan keren als museumdirecteur bij het Stedelijk ervan afhankelijk is of er een juridische of ethische invalshoek wordt gekozen. Het rapport Eisma pleitte mw. Ruf vanuit een juridisch perspectief vrij en ging grotendeels voorbij aan de gedragsregels en de bedrijfscultuur bij het Stedelijk. Ook constateerde ik dat er een schaduwoorlog tussen NRC en Het Parool was ontstaan waarbij eerstgenoemde het accent legde op de overtredingen van ethische regels en laatstgenoemde op de ruimere juridische marges die Rufs terugkeer niet verhinderden. Zo woedt een nauwelijks verhulde richtingenstrijd waarbij kranten een grote rol spelen.

Het Parool dat in enkele stukken suggereerde dat Ruf ‘volledig is vrijgepleit’ en ‘ten onrechte is beschuldigd van belangenverstrengeling’ omschreef ik als ‘doorgeefluik van de lobby om Ruf terug te laten keren als directeur van het Stedelijk Museum’. Dat was geen incident, maar deel van een georkestreerde campagne die overigens de laatste 10 dagen aan momentum lijkt te hebben verloren. Vorig jaar trok Ruf als woordvoerder spindoctor Kay van der Linde aan die haar niet alleen door de publiciteit loodst, maar ook een strategie aan de hand doet waarbij het de vraag is of die wel altijd in het belang van mw. Ruf is. Ofwel, een media-strategie kan schrander opgezet zijn, maar werkt doorgaans via een hoofdpersoon die erdoor aan gezag kan verliezen.

Ruf is geen oorzaak, maar gevolg van de structuur die bij het Stedelijk Museum tijdens opeenvolgende Raden van Toezicht was ontstaan. Zij kon zich niet onttrekken aan wat een ontspoorde bedrijfscultuur was die werd versterkt door een hoog ambitieniveau dat zo goed als onhaalbaar was. In een reeks krantenadvertenties hamerde kunstverzamelaar Jan Christiaan Braun daar sinds 2014 op. Ze hadden als onderwerp het belangenconflict binnen de Raad van Toezicht en het bestuur van het Stedelijk Museum Fonds. De eerste advertentie van september 2014 sloot als volgt af: ‘dat de nieuwe directeur van het Stedelijk Museum afstand moet doen van de door de Raad van Toezicht van het museum gelegitimeerde mogelijkheid een eigen belang te houden bij en te blijven werken voor private partijen zoals de uitgever Michael Ringnier en de verzekeraar Swiss Re, beide te Zwitserland’. Het duurde drie jaar voordat deze waarheid doordrong tot de publieke opinie.

In het tijdperk Trump regeert de vervalsing. Zijn regime zit ‘gevangen in de eigen leugen’ en zet eerder een tandje bij, dan dat het terugdeinst. Journalisten zijn als afleiding het mikpunt van spot en kritiek geworden. Als ze niet oppassen worden ze gebruikt als doorgeefluik door een groepering of partij die in de eigen leugen gevangen zit. Ruf is geen Trump en Kay van de Linde geen Stephen Miller, maar de methode Trump straalt via spindoctors en communicatiedeskundigen negatief af op de journalistiek en blijft niet onopgemerkt.

Gisteren voegde vanaf de zijlijn NRC-redacteur Menno Tamminga zich met een opinie in de kwestie Ruf en in de proxy-oorlog. Zijn stukken over economie en ondernemingsbestuur zijn doorgaans in het Economie-katern te vinden. Zoals viel te voorspellen stelt Tamminga zich op een minimalistisch niet-juridisch standpunt waarbij de ethiek leidend is. NRC lijkt overigens (tijdelijk?) haasje-over te spelen waarbij de kwestie Ruf niet langer vanuit het centrum door de vaste redacteuren Daan van Lent en Arjen Ribbens wordt verslaan, maar vanaf de flanken door redacteuren die meer op afstand staan (Paul Steenhuis, Tamminga). Ik verklaarde die nieuwe afstandelijkheid in een commentaar van 19 juni 2018 als ‘de angst binnen de hoofdredactie van NRC om van vooringenomenheid beticht te worden.’ Dat hoeft niet uitsluitend negatief uitgelegd te worden, maar kan ook betekenen dat interne pluriformiteit gezocht wordt om de argumenten meer draagvlak te geven.

Tamminga is snoeihard in zijn conclusie die uitgaat van goed bestuur en effectief toezicht: ‘Het beeld dat uit het rapport oprijst is dat de directie en de toezichthouders elkaar geen nieuwsgierige, laat staan ongemakkelijke vragen wilden stelden. Hielden de geslaagde topondernemers niet van tegenspraak? Keken anderen naar hen op? Non-interventiegedrag was kennelijk de norm: als jij mij niet lastig valt met een vraag, doe ik het bij jou ook niet.’ Deze klacht over de multimiljonairs in de Raad van Toezicht die het bij het Stedelijk voor het zeggen hadden en het museum niet aan zijn opdracht hielden klinkt in verschillende bewoordingen al sinds 2005. Interessant in dit verband is de aanleiding voor Jan Christiaan Braun om zich tegen de Raad van Toezicht en de vermeende grip van toenmalig hoofdsponsor ABN Amro te keren en de reactie via mijn commentaar uit 2012 van toenmalig NRC-journalist Viktor Frölke. Of Christiaan Braun of Frölke in 2005 voorbarig oordeelde kan nu door de episode Ruf beter beoordeeld worden dan in 2012.

Tamminga sluit af met het feit dat van de zeven leden van de Raad van Toezicht er vier zijn blijven zitten, onder wie Cees de Bruin (lid sinds 2012) en Willem de Rooij (lid sinds 2011): ‘Het Stedelijk Museum was hun speeltje. Uit het feit dat niet alle toezichthouders na dit rapport zijn opgestapt, kun je afleiden dat zij dat niet zomaar uit handen willen geven.’ Het zou ook een wonder van bestuurlijke zorgvuldigheid én menselijk gedrag zijn als een langlopende zaak van gebrek aan goed bestuur en voldoende controlemechanismen die al sinds 2005 in de (semi)-openbaarheid speelt zich nu ineens ondubbelzinnig ten goede zou keren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHet Stedelijk – een museum als speeltje’ van Menno Tamminga, 26 juni 2108 in NRC.

Veinzen van gelijkheid: het koninklijk huis. Van Dijkhuizen verzwijgt nevenfunctie

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen. Aldus, het boek Animal Farm (1945) van George Orwell. En daar staat aan het einde van dit fragment het volk van dieren dat deze leuze op de muur leest. En het nog gelooft ook en zelfs instemmend klikt. Ja, zo moet het zijn. Maar in de praktijk werkt het niet zo. Alle dieren -of mensen- zijn ongelijk. Wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

In Nederland zijn alle burgers gelijk, maar zijn de leden van het koninklijk huis meer gelijk dan anderen. Dat uit zich niet alleen in het principe van de erfopvolging dat voorbehouden is aan de leden van het koninklijk huis, maar uit zich ook in de toepassing van regels. Die gelden voor de burgers, maar niet voor de monarchie.

ABN-bankier Kees van Dijkhuizen heeft als nevenfunctie het toezicht op de ‘financiële holding‘ van koning Willem-Alexander en leden van de koninklijke familie. Deze Stichting Bewind houdt onder meer toezicht op het vermogen en wikkelt de erfenissen af van leden van de Oranjes, aldus een bericht in De Volkskrant. Van Dijkhuizen heeft deze nevenfunctie verzwegen en niet in de documenten van de bank vermeld, terwijl deze volgens de voorschriften wel gemeld moet worden. Een woordvoerder geeft als reden de ‘hoge sensitiviteit en privacy’. En omdat ‘deze nevenfunctie de persoonlijke levenssfeer van de koninklijke familie raakt’ wordt deze niet gemeld. Daarom meldt Van Dijkhuizen in strijd met de voorschriften deze nevenfunctie niet. Maar alle dieren zouden toch gelijk zijn? Of niet? Nogmaals, wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

Tragiek van de ondernemer: Robin Dolstra en toerisme op de Krim

dol

De tragiek van een ondernemer is dat door politieke omstandigheden z’n bedrijf schade wordt aangedaan. Het valt te begrijpen dat het moeite kost om dit te verwerken. Maar dit is nog geen reden om dat wat krom is recht te praten. Robin Dolstra woont op de Krim en is met Kozak Travel werkzaam als tour-operator. Zijn handel is ingestort door de sancties die werden ingesteld nadat de Russische Federatie in maart 2014 de Krim annexeerde. In resolutie 68/262 van de Algemene Vergadering van de VN werd die annexatie alsook het zogenaamde referendum door een meerderheid van 100 VN-lidstaten als onrechtmatig veroordeeld.

Ondernemers hebben hun speciale kijk op de werkelijkheid. Het zijn doorgaans geen intellectuelen, ethici of politici. Maar mensen voor wie hun bedrijf en het verdienen van geld boven alles gaat. Zelfs boven de waarheid zoals bij Robin Dolstra. Als ooggetuige van de Russische bezetting van de Krim verklaarde hij op 3 maart 2014 voor de NOS: ‘Het Westen gooit momenteel olie op het vuur’. Dat is aantoonbaar onjuist, want de tijdelijke regering in Kiev kreeg van de VS juist het advies om de Russen geen aanleiding te geven tot escalatie en de Krim zonder strijd over te leveren. Achteraf wordt dat als een foute tactiek gezien, want het remde de agressie van Putin niet af, maar gaf die juist extra vaart. Deze ondernemer leidt aan bijziendheid.

Merkwaardig is het verhullend taalgebruik van grenzeloze ondernemers. Voor ABN mag Dolstra uitweiden over zijn bedrijfsvoering: ‘Maar sinds de rellen in Kiev eerder dit jaar en de razendsnelle ontwikkelingen die daarop volgden is plotseling alles anders.’ Een revolutie met een vluchtende president die stroman van het Kremlin was en Oekraïne had overgeleverd aan de Russen en meer dan 100 doden op de Maidan in Kiev door scherpschutters wordt gereduceerd tot ‘rellen’. Als een opstootje in de Schilderswijk of een Parijse banlieue.

Toch verdienen de Dolstra’s van de wereld enig begrip. Om hun bedrijf te beschermen is het logisch dat ze de kleur aannemen van hun omgeving en hun moraal aan het bedrijfsbelang ondergeschikt maken. Jammer is alleen dat ze daardoor tot de meest onzinnige uitspraken komen die ze niet kunnen menen en zich in bochten wringen om recht te praten wat krom is. Dat zouden ze niet moeten doen omdat ze daarmee de eigen integriteit geweld aandoen. Ondernemers hoor je niet als ze winst maken, maar wel als het tegenzit. Soms valt tegenslag onder het ondernemersrisico, soms niet. De krompraat van ondernemers als Dolstra, maar ook de ambtelijke bazen van Shell, de Gasunie of het Zuivelbedrijf hoort er nou eenmaal bij en valt niet uit te sluiten.

Foto: Schermafbeelding van bericht op Kozak Travel over de gevolgen voor het toerisme op de Krim van de sancties en een toelichting van Robin Dolstra.

Actie ‘IkStapOverVanBank’ stemt tot nadenken. Middenbank gevraagd

cor

Journalist Rutger Bregman is deze week de actie ‘Ik Stap Over Van Bank Week’ gestart. Met de hashtag #ikstapovervanbank. In een artikel voor De Correspondent meent hij dat de burgers aan hun woede over het handelen van de banken geen consequenties verbinden en niet overstappen. Ze blijven klant van de grote banken ING, ABN en Rabobank. Bregman zoekt een verklaring voor de onverschilligheid, maar vindt deze niet echt. Bregman werkt aan de bewustwording van de burgers. Er bestaat geen misverstand over dat de grote banken na de crisis van 2008 geen spaan veranderd zijn, en zich niet structureel versterkt hebben om een tweede crisis te weerstaan. Die naar verwachting harder aan zal komen omdat er nu minder overheidsreserves zijn dan zeven jaar geleden en vele burgers het autistisch opereren van de banken hartgrondig beu zijn.

De oproep van Bregman is sympathiek, maar slecht doordacht. Hij reduceert de overstap tot het overzetten van een betaalrekening en vergeet daarbij andere financiële producten die burgers dwingt bij de grote banken te blijven. In een interview met NPO Radio 1 noemt hij de meer duurzame banken als ASN, Triodos Bank of Handelsbanken als alternatief. Daar kan de De Financiële Coöperatie in Apeldoorn nog aan toegevoegd worden. Wat Bregman niet noemt is dat het bij die ethische banken niet mogelijk is om een effectendepot aan te houden en zelfstandig te handelen in aandelen. De kleinere banken bieden alleen eigen beleggingsfondsen aan. Verder kan het het depositogarantiestelsel dat 100.000 euro garandeert een reden voor vermogenden die hun geld niet offshore hebben geparkeerd een reden zijn om rekeningen bij meerdere banken aan te houden.

De oproep van Bregman is symbolisch en het begin van een oplossing. Maar niet meer dan dat. In de praktijk is het voor velen onwerkbaar. Wat Nederlanders nodig hebben is een ethische basisbank die een breed scala van de meest gangbare financiële producten aanbiedt inclusief de mogelijkheid om op de beurs te handelen en het aangaan van een hypotheeklening. Nu blijft het kiezen voor de ‘verkeerde’ banken als ING, ABN en Rabobank die de klant feilloos bedienen, maar ook bedonderen. Of voor de ethische banken als Triodos Bank, ASN en Handelsbanken die de klant niet bedonderen, maar evenmin volledig kunnen bedienen en gewoonweg niet breed genoeg zijn om meer vermogende klanten te trekken. Gevraagd: een middenbank tussen verkeerd en klein in die het professionalisme van de grote banken combineert met de ethiek van de kleine banken.

Foto: Schermafbeelding van begin artikel ‘Ik stap deze week over van bank. Doe je mee?’ van Rutger Bregman voor De Correspondent.

Fons de Poel wacht ontslag nadat hij Klaver snotneus noemt. Kwaliteitsjournalistiek of belangenverstrengeling?

Journalist Fons de Poel moet vrezen voor zijn baan, in verband met een uitlating in een item over ABN AMRO in Brandpunt (KRO-NCRV) van afgelopen dinsdag, aldus Het Parool.  Hij voegde het kamerlid van GroenLinks Jesse Klaver zonder enige journalistieke aanleiding ‘snotneus’ toe en nam de top van ABN in bescherming door te spreken over ‘die arme commissaris Van Slingelandt’. De Poel houdt er vreemde normen op na door deze commissaris als arm te typeren. Verklaring dat hij het opneemt voor de top van deze bank en niet weet wat arm echt betekent is dat hij bijklust voor ABN AMRO, zoals de compilatie van Joop verduidelijkt. Bij KRO Brandpunt gaat Fons verder met de kwaliteitsjournalistiek die zo kenmerkend is voor zijn carrière’ staat op de site van Brandpunt. Af te wachten valt hoe lang deze kwaliteitsjournalistiek en Fons de Poel nog samengaan.

Dit incident gaat niet over De Poel, Brandpunt, Klaver, Slingelandt of ABN AMRO, maar over onafhankelijke journalistiek. De Poel was zo dom zich voor de camera emotioneel bloot te geven, zodat in een klap duidelijk werd dat hij niet onpartijdig is en geen kwaliteitsjournalistiek bedrijft. We mogen hem dankbaar zijn voor dit duidelijke voorbeeld van foute journalistiek dat voortkomt uit zijn vooringenomenheid en bijklussen voor een bedrijf voor wie hij het in een item opneemt. Maar in hoeveel items sinds 1982 wist De Poel zijn partijdigheid te verbergen, zodat de kijker in de waan gelaten werd dat De Poel zuivere journalistieke normen hanteerde?

Dit incident maakt duidelijk dat belangenverstrengeling een valkuil voor journalisten is. De beroepsgroep die altijd zo kritisch is op anderen. En dat netcoördinatoren en beleidsmakers bij de publieke omroep die alles willen regelen op moeten passen ‘penny wise and pound foolish’ te worden. Wat niet geregeld zou moeten worden, wordt programmamakers van bovenop opgelegd. Wat geregeld zou moeten worden, wordt nagelaten.

Fons de Poel is er niet alleen een voorbeeld van hoe een journalist kan ontsporen. Het is onbegrijpelijk dat iemand die zich nu zo onvolwassen laat kennen en blijkbaar geen zuiver journalistiek kompas heeft jarenlang verslaggever, eindredacteur en presentator kon zijn onder de ronkende pretentie van kwaliteitsjournalistiek.

Rob van Koningsbruggen heeft ook gelijk over Stedelijk Museum

fea62e2f047ce140697316375424bdbb2175241bfbcaa46b7dc23e3604bffe69-1

Update 16 maart 2015: In kort geding (uitspraak hier) heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het Stedelijk Museum terecht eiser Rob van Koningsbruggen de toegang heeft ontzegd. Hij wilde toegang tot het museum via de rechter afdwingen. ‘Uit de veroordeling van Van Koningsbruggen in 2007 komt immers naar voren dat hij gezien zijn persoonlijkheid impulsief kan handelen en in staat is aanzienlijke vernielingen aan te richten.’

‘Ik heb hun bestuursleden uitgemaakt voor ‘kneuzen’ en ‘mislukte gevallen’. En ik heb gevraagd of er soms iemand van hun een verhouding heeft met oud-minister Guusje ter Horst, toen ze haar onlangs benoemden tot lid van hun raad van toezicht.’ Aldus Rob van Koningsbruggen in De Telegraaf over het Stedelijk Museum. Hij kwam de afgelopen dagen in de publiciteit als de ‘kunstschilder’ die een toegangsverbod tot het Stedelijk juridisch zou gaan aanvechten omdat hij had gedreigd over een werk van Marlene Dumas en Luc Tuymans te plassen. Hij zette de zaak maandag in werking. Zowel zijn advocaat Erik Borghuis als galeriehouder Willem Baars verklaren dat het ’satirisch’ bedoeld was en dat het Stedelijk ‘de dreiging’ te ernstig heeft opgevat.

Ironie laat zich lastig begrijpen en onmogelijk verklaren. Wat het museum als serieuze dreiging kan hebben opgevat, kan Van Koningsbruggen als grap bedoeld hebben die bij het Stedelijk niet zo is opgevat. Mede vanwege buitenlandse artistieke directeuren van afgelopen jaren die het Nederlandse kunstklimaat niet in de vingers hebben. Kunstenaar en museum hebben vanuit hun eigen rol gelijk, maar komen niet tot elkaar.

De onvrede van Van Koningsbruggen lijkt vooral te worden gevoed door de richting die het museum ingeslagen is. Van een plek van en voor kunstenaars dat het onder Willem Sandberg, Edy de Wilde of Wim Beeren was is het geworden tot een hangplek voor nieuwe rijken die kunst omarmen vanwege de status. In die redenering hebben miljonairs in de Raad van Toezicht en oud-politici als Guusje ter Horst het Stedelijk gekaapt.

Het is dezelfde kritiek op de vermenging van kunst en zakenwereld, de belangenconflicten en het gebrek aan openheid die Christiaan Braun in zijn paginagrote advertenties in landelijke dagbladen sinds september 2014 aan de orde stelt. Zie hier voor een overzicht. Ligt de waarheid van het Stedelijk Museum in het midden waar liefde voor de kunst en de kunstenaars weer aan belang wint boven marketing, een algemene directeur die boven een artistieke directeur is aangesteld en patsers uit zaken- en bankenwereld die nu het beleid bepalen?

Uiteraard wordt het nooit meer zoals in 1963 of 1985, maar een compromis moet mogelijk zijn. Braun en Van Koningsbruggen zijn querulanten, maar ze hebben minder ongelijk dan het op het eerste gezicht lijkt.

In het Stedelijk zijn op de golven van de jaren ’90 weeffouten gemaakt die in geen enkel ander Nederlands museum zo diep zijn doorgedrongen. Van Koningsbruggen en Braun zouden eens met de directie een kopje thee moeten drinken om de lucht te klaren. Het Stedelijk verdient goede kritiek die ernstig genomen wordt.

Foto: Rupert van der Linden, ‘De kunstschilder Rob van Koningsbruggen, taart etend in het restaurant van het Stedelijk Museum, 1983. Collectie Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Publieksactie Crowdsuing roept banken tot de orde. Over privacy

Velen hebben het gehad met de banken. Niet alleen wat het graaien van de topbankiers betreft. Hoe komen we ooit van deze klojo’s af? Gevestigde banken zijn het zicht op de realiteit kwijt. Een stresstest die endogene (= vanuit de sector zelf) risico’s buiten beschouwing laat is weinig waard, maar wordt door bankensector en politiek als vertrouwenwekkend verkocht. Niets is minder waar. Over de soliditeit van de ABN geeft baas Gerrit Zalm zichzelf complimentjes. Lachend de afgrond in. Hij leent een euro 31 keer uit. ABN dat het decennialang niet lukt om de kosten omlaag te brengen zou jaarlijks vele miljarden meer winst moeten kunnen maken. Uitgaande van hun logica van de onlogica presteren banken slecht. Daarom zoeken ze bijverdiensten.

Wat moet iemand doen die geld heeft? Beleggen in kunst, goud of huizen? Geen slecht idee. Of onderbrengen bij een bank als de Financiële CoöperatieHandelsbanken of het Belgische NewB? Maar die zijn klein. Het is te gek voor woorden dat consumenten hun banken niet meer kunnen vertrouwen en ze zich als burger door de overheid in de rol van toezichthouder niet goed beschermd achten en in de steek gelaten voelen. Banken gaan door met gokken op de rand van de vulkaan. Vanwege hun nutsfunctie is geld weghalen bij ABN, ING of Rabobank geen oplossing wegens ontbrekende alternatieven. Maar de twijfel is gezaaid en verdwijnt niet.

Ancilla Tilia wijst op nog een andere kwalijke praktijk van banken: ze misbruiken klantgegevens en geven geen lor om onze privacy. Dat komt bovenop al het wantrouwen dat banken toch al opwekken. Het patroon is duidelijk: de overheid beschermt de burger onvoldoende. Om cynisch van te worden? Nee, om in opstand te komen en een burgerbeweging op te starten die de overheid bij de les houdt en op haar plichten wijst.

Crowdsuing.nl probeert deze zaak voor de rechter te brengen en haalt nu geld op voor de advocaatkosten om dat voor elkaar te krijgen. Zo’n 16% van het streefbedrag is binnen. Nog zo’n 30.000 euro te gaan. Zo wordt het verzet tegen het grote geld een kwestie van klein geld. Blijkbaar is dat onvermijdelijk. Doneer een tientje.

crowd

Foto: Schermafbeelding van publieksactie ‘Stop commercieel misbruik persoonsgegevens banken’.

Christiaan Braun valt Stedelijk Museum opnieuw frontaal aan

cb

Christiaan Braun bekritiseert in een paginagrote advertentie in NRC en morgen in De Volkskrant het Stedelijk Museum. Door belangenverstrengeling van bestuursleden van het Stedelijk Museum Fonds, directeur Beatrix Ruf en leden van de Raad van Toezicht (RvT) zouden kunst en handel door elkaar lopen. Braun heeft een getroebleerde relatie met het Stedelijk Museum. Toenmalige voorzitter van de RvT Rijkman Groenink evenals de huidige voorzitter van de RvT Alexander Ribbink hekelde hij wegens wanprestatie. In zijn ogen zou de hele huidige RvT moeten aftreden zo schreef hij in 2011 in een brief aan de NRC. Het debat is geopend als het aan Braun ligt. Zie eerdere stukken over dit onderwerp van november 2011: Christiaan Braun valt Stedelijk Museum frontaal aan en van oktober 2013Redt Stedelijk uit handen RvT en geef het terug aan publiek

Foto: Schermafbeelding van advertentie ’Tegen belangenconflicten in het Stedelijk Museum’ in NRC, 4 september 2014.

Korten op kunst presenteert VVD als beschaving. Is dat verdorven?

NL1012_0

Een inleiding over Cultureel ondernemerschap en beschaving kondigt een symposium aan op Erasmus Academie op 8, 9 en 10 september. Met medewerking van Arjo Klamer en Slawek Magala. Niet als eerste merkt de inleider op dat de VVD victorie kraait over de cultuurbezuinigingen en meent dat op de markt het cultureel ondernemerschap kan bloeien. Waar dat optimisme op is gebaseerd maakt de VVD niet concreet. Op een haperende economie? Op teruglopende sponsoring door bedrijven of op liberaal wensdenken? Naar verwachting zullen naast de landelijke bezuinigingen en een ingekrompen basisinfrastructuur de lagere overheden in vergelijking met 2011 zo’n half miljard euro op kunst bezuinigen. Volop ontwikkelingen waarop overheden en zogenaamde cultuurondernemers moeten inspelen wil de cultuur in Nederland overleven.

De Erasmus Academie concludeert: ‘Uiteindelijk zal de beschaving best blijven bestaan, zoals de VVD beweert, ook zonder cultuursubsidies. Het is alleen even de vraag welke beschaving.’ Ofwel, welke cultuurpolitiek wordt ontwikkeld om welke kunst te laten bestaan? Kunst die behaagt, kunst die status geeft of kunst die tegendraads is? Da’s een keuze die de politiek maakt. De nog steeds niet geluwde woede van de kunstsector over het bestaande cultuurbeleid balt zich samen in de poster van Loesje. Subsidies aan ABN AMRO hebben de belastingbetaler zo’n 30 miljard euro gekost, zodat ook de kunstsector gedwongen moest inleveren. Welke kunst VVD en PvdA voorop zetten is duidelijk: bankje kijken. Om te kunnen zien hoe de bonussen toenemen op kosten van de staatssteun. In haar vlegelachtigheid heeft de VVD de branie om dat beschaving te noemen.

Foto: Loesje, Cultuurbezuinigingen, 2013.