Nederland heeft krijgsmacht die het verdient. Hoe kan het beter?

In een column van Ariejan Korteweg in De Volkskrant van 30 oktober 2019 komt de militaire historicus Christ Klep aan het woord. Hij vindt de Defensiebegroting schizofreen. Uit het lood dus. De Nederlandse krijgsmacht is niet op orde. Iedereen weet dat de Nederlandse krijgsmacht niet op orde is. Niemand die de krijgsmacht echter op orde brengt of de urgentie of het toekomstperspectief ziet om die op orde te brengen. Dat is bizar.

Het geld ligt op de plank en het voornemen is om meer te besteden. De realiteit is dat de komende vijf jaar de bestedingen zullen afnemen. Dat motiveert president Trump of zijn opvolgers, evenals landen als het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk, niet om Nederland te blijven beschermen als het land niet de noodzaak ziet om zichzelf te beschermen. Nederland haalt de afgesproken 2-procent norm niet en zakt na 2022 terug naar 1,4 procent. Daarmee maakt het land dat zo’n groot overschot heeft op de betalingsbalans en bij herhaling door IMF en ECB wordt opgeroepen om meer te besteden zich niet populair in de VS en Europa.

Nederland heeft geen militaire traditie -of is die verloren sinds prins Frederik Hendrik die overleed in 1647- en wint daarom ook nooit eens een oorlog. Maar een krijgsmacht bestaat vooral om het eigen territorium te beschermen. Hardheid ontbreekt. Dat siert Nederland, maar is de nagel aan de doodskist van de Nederlandse krijgsmacht. Die blind wegvlucht in de aanschaf van nieuw materiaal. In het hogere geweldsspectrum waar de Amerikaanse wapenindustrie de voorwaarden bepaalt. De Amerikaanse wapenindustrie die zich via fraudeleus handelen van lobbyisten ingekocht heeft en stevig genesteld zit in de top van de Nederlandse politiek.

Terwijl iedere politicus en militair weet dat de basis van en het evenwicht van de Nederlandse krijgsmacht ontbreekt. Dat is al meer dan twintig jaar een publiek geheim. De minister is een lachertje die met haar publieke uitingen aantoont dat ze van toeten noch blazen weet. Geen reserveonderdelen, geen onderhoud, geen personeel, geen basismateriaal voor een functionerende krijgsmacht. Maar zoals Klep opmerkt geen visie van de politieke en militaire top op een krijgsmacht die voor allerlei oneigenlijke doelen ingezet wordt. Zoals de vredesmissie die de Nederlandse krijgsmacht infrastructureel helemaal niet kan verteren en de krijgsmacht nog verder uit het lood zet. Vooruit verdedigen is potsierlijk als dat ten koste gaat van territoriaal verdedigen.

Laten we een volksstemming houden wat Nederlanders met hun krijgsmacht willen. Met drie opties: 1) omvormen tot onderdeel van internationale ontwikkelingssamenwerking én een herinneringscentrum plus bezigheidstherapie voor nostalgische oudstrijders; 2) houden zoals het is, een verlengde van het Pentagon en de Amerikaanse wapenindustrie zonder dat het er toe doet of de Nederlandse krijgsmacht op het slagveld presteert en levensvatbaar, evenwichtig en gevechtsklaar is; 3) omvormen tot een territoriale krijgsmacht met goede digitale verdediging en speciale troepen, die uitsluitend als taak heeft om het eigen grondgebied en de naaste omgeving daarvan te verdedigen en dat realiseert met voldoende betaalbaar materiaal, personeel, infrastructuur, oefening, een korte commandostructuur en zonder vredesmissies buiten Noord- en Oost-Europa of Caribisch Nederland. Nederland moet op zoek naar een militaire identiteit. Want zoals nu is behalve de Amerikaanse wapenindustrie en de talloze lobbyisten niemand gelukkig met de Nederlandse krijgsmacht.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWaarom militair historicus Christ Klep de defensiebegroting schizofreen vindt‘ van Ariejan Koerteweg in De Volkskrant, 30 oktober 2019.

Rob Jetten (D66) is tegen kernwapentaak F-35, maar wil dat EU de eigen veiligheid waarborgt. Hoe kan dat zonder militaire middelen?

Ooit was D66-voorman Hans van Mierlo minister van Defensie en luisterde de Amerikaanse minister van Defensie Caspar Weinberger (in pyjama) in de marge van een NAVO-bijeenkomst in Schotland naar diens standpunt over het uitstellen van de plaatsing van kruisraketten. Dat was in 1981. Nu hebben we Rob Jetten. Wie luistert er naar hem? Volgens een gesprek in Met het Oog op Morgen op NPO 1 van 2 februari 2019 met oud secretaris-generaal van de NAVO en CDA’er Jaap de Hoop Scheffer meent Jetten dat Nederland de kernwapentaak die het nu in NAVO-verband heeft met de F-16 niet moet voortzetten. De F-16 wordt vervangen door de JSF (F-35) en dat laatste vliegtuig moet volgens een meerderheid in de Tweede Kamer uit 2013 niet worden voorzien van de kernwapentaak. Zowel D66 als CDA ondersteunen dat standpunt.

Het is een wereldvreemd standpunt. De EU staat aan alle kanten politiek en militair onder druk. Europese politici verklaren dat te beseffen en ernaar te willen handelen. President Trump dreigt uit de NAVO te stappen. Het VK stapt waarschijnlijk uit de EU en komt zo op grotere afstand te staan van Parijs en Berlijn. Straks heeft de EU nog maar een lidstaat met een eigen kernmacht: Frankrijk. De Russische Federatie dreigt aan de oostgrens met nationalistische retoriek en militaire middelen en voert sinds 2014 een oorlog tegen Oekraïne.

Maar Rob Jetten zegt een debat over Europese samenwerking te zien ‘zodat Europa zijn eigen veiligheid beter kan waarborgen’. Dat is wensdenken. Dat is prietpraat. Dat is afschrikking met onrealisme. Dat is een signaal dat in Moskou, Beijing en Washington lachend wordt ontvangen als het er al doordringt. Dat is het denken van het houten geweertje dat ‘piefpafpief’ zegt. Dat is het failliet van de buitenpolitiek van D66. Dat is een laf standpunt van een politiek leider die niet door durft te denken. En waarschijnlijk ook niet door kan denken.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelD66 blijft tegen kernwapens op Joint Strike Fighter’ op NOS.nl, 3 februari 2019.

Voorbehoud bij verhoging NAVO-budget: Defensie is gepolitiseerd en geëconomiseerd, en moet hoognodig gemilitariseerd worden

Update 28 februari 2021: Afgelopen week zei een hoge Amerikaanse luchtmachtofficier dat de F-35 (ook JSF genoemd) heeft gefaald. In een bericht van 23 februari 2021 komt Forbes tot de volgende conclusie: ‘The 25-ton stealth warplane has become the very problem it was supposed to solve. And now America needs a new fighter to solve that F-35 problem, officials said.’ Er wordt al jaren door luchtvaartingenieurs en defensiedeskundigen voor gewaarschuwd dat de F-35 niet deugt, maar de kritiek werd keer op keer genegeerd. Ook in de Nederlandse politiek waar in 2012 een meerderheid in de Tweede Kamer in een motie tegen het JSF-project stemde. Waarom dit ondeugdelijke project erdoor moest worden gedrukt en wie daarvan hebben geprofiteerd maak ik duidelijk in onderstaand commentaar van 2018 met een verwijzing naar een commentaar van 2012. In elk geval zijn de nationale veiligheid en de territoriale verdediging van Nederland door de F-35 niet verhoogd met deze ‘Ferrari die alleen op zondag uit de garage komt’. Integendeel, door de meer dan 5 miljard euro kosten is de toch al onder druk staande Defensiebegroting nog verder uit het lood komen staan. Het is onderhand tijd voor een parlementaire enquête die de aanschaf, de lobby en de politieke besluitvorming van de F-35 in kaart brengt en daar lessen voor de toekomst uit trekt. De Nederlandse politiek was gewaarschuwd …

Er is onduidelijkheid over defensiebudgetten. Die kun je niet zomaar met elkaar vergelijken in de hoop op duidelijkheid. Dat komt niet alleen door de verschillen in prijspeil tussen landen, maar ook door het verschil in doelmatigheid, standaardisatie en overhead. Inzichtelijk is in dit verband een voorbeeld uit 1985 van asbakjes in een Amerikaans marinevliegtuig die per stuk 660 USD kostten. En er zijn meer van dit soort voorbeelden.

Het probleem is dat de defensie-industrie een in zichzelf gekeerde, niet open markt is. Er bestaat nauwelijks concurrentie op. Dat geldt trouwens niet alleen de Westerse, maar ook de Russische en Chinese defensie-industrie. De prijs/kwaliteit verhouding is niet stabiel. Defensie is ook een sector om gemeenschapsgeld rond te pompen en in de zakken van politici te laten verdwijnen buiten de controle van toezichtsinstanties om.

Voormalig president Juan Bosch van de Dominicaanse Republiek wees er in de jaren ’60 al op in zijn boek  ‘Pentagonismo, sustituto del imperialismo’ dat in het Engels werd vertaald als ‘Pentagonism’ en in die tijd redelijk invloedrijk was. Ik las het in de vroege jaren ’70. Hij zei dat in navolging van president Eisenhower die in zijn afscheidstoespraak van januari 1961 het begrip ‘militair-industrieel complex’ muntte. ‘Ike’ zag deze macht van de defensie-industrie en de besteding van militaire budgetten als niets meer dan ‘een verstoord gebruik van de middelen van de natie’. Omdat de hoogste geallieerde militair uit de Tweede Wereldoorlog met deze waarschuwing kwam, maakte dit in 1961 indruk. Nog voor de escalatie van de Vietnam-oorlog.

Een commentaar vat samen hoe het werkt. Het verklaart tevens waarom Europa geen defensie-industrie heeft die bij haar economische macht en statuur past: ‘But Europeans saw the whole effort as too much of a one-way street. The United States showed little inclination to accept European designs for cooperative production either in the United States or in other European countries, even when European designs were favored by those countries. According to one view expressed at the time, this situation was the natural result of American technological superiority and Yankee salesmanship. Another suggested that it was due at least in part to pressure by the U.S. government, which had been lobbied by its own defense industries.

Met als aanleiding het regeerakkoord schreef ik in een commentaar van oktober 2012 dat de nationale veiligheid van Nederland gaat over van alles en nog wat, maar nauwelijks over de territoriale verdediging van Nederland. In de afgelopen zes jaar en mede door de recente discussies over de NAVO-begroting ben ik nog meer in mijn mening gesterkt dat Defensie is gepolitiseerd en geëconomiseerd, en nodig gemilitariseerd dient te worden. Feitelijk zou militaire sterkte of slagkracht de enige norm voor de toewijzing van het defensie-budget moeten zijn. Dat is niet zo. Omdat het nog even actueel is als toen herplaats ik wat ik in 2012 schreef:

Wat is er aan de hand met het debat over de krijgsmacht? Het lijkt nog erger uit het lood te staan dan die krijgsmacht zelf. Aan Defensie zitten meerdere kanten en in de publieke opinie wordt er doorgaans maar één belicht, namelijk de hoogte van het budget. Hoe doelmatig dat besteed wordt, hoeveel waar voor het geld wordt verkregen en welke belangen bij de aanschaf van wapensystemen spelen, hoeveel er aan de strijkstok van het bedrijfsleven en lobbyisten blijft hangen, hoe urgent de keuzes zijn en wat de relatie tussen budget en kwaliteit is blijft onderbelicht. In het regeerakkoord (p. 49) wordt de krijgsmacht als een verlengde van de industrie beschouwd. Op zijn best worden het nationaal veiligheids- en het economisch belang gelijkgesteld.

Zo resteert het beeld dat de nationale of territoriale veiligheid van Nederland niet de hoofdzaak is en op zichzelf staat, maar ondergeschikt is aan andere doelstellingen. Zoals het belang van de industrie of de relatie met bondgenoten, zoals de VS. Anders gezegd, de investeringen in Defensie dienen het militair-industrieel complex waarvoor de uitgaande president Eisenhower in zijn befaamde afscheidstoespraak van 17 januari 1961 waarschuwde: ‘In de overheidsdiensten moeten we waken tegen het gezocht of ongezocht verwerven van ongerechtvaardigde invloed door het militair-industriële complex.’ Dat complex strekt zich uit van wapenfabrikanten, krijgsmacht en inlichtingendiensten tot gevestigde media, wetenschap en partijpolitiek.

De aanschaf van 37 F-35 straaljagers van het grootste Amerikaanse defensieconcern ter wereld Lockheed Martin door Nederland voor naar schatting zo’n 5,2 miljard euro is een voorbeeld van de werking van het militair-industrieel complex. Lobbyisten onder wie veel voormalige CDA- en VVD-politici, de luchtmacht en de Nederlandse luchtvaartindustrie die zich richt op het binnenhalen van compensatieorders bepaalden de keuze. Maar zelfs dat economische argument dat niet volledig spoort met de nationale veiligheid is onjuist. De F-35 levert vooral banen op voor lobbyisten en ondernemers en niet voor Nederland. Evenmin dringt tot het Nederlandse publiek debat door dat militaire uitgaven de slechtste manier zijn om banen te scheppen, zoals uit een Amerikaanse studie blijkt. Niet het parlement, maar externe partijen beslisten over aanschaf. Daarbij komt dat al vanaf het begin vraagtekens werden gezet bij de prestaties in het luchtgevecht en de kosten van de F-35. In de testfase is de software kwetsbaar gebleken, waarschijnlijk ook nog eens gehackt door China.

Door gebrek aan munitie oefenen Nederlandse militairen door ‘poef poef poef’ te roepen. Zo is de persiflage én stand van zaken van de Nederlandse krijgsmacht. In een ideale wereld zou het de ultieme oplossing voor de beteugeling van agressiviteit zijn. Militairen die cowboytje spelen zoals kinderen het doen. Maar Nederland bevindt zich niet in een ideale wereld en moet zich serieus verdedigen tegen de agressie van andere actoren.

Nu heeft Nederland dat vermogen verloren. Het beeld van een onverdedigd Nederland alleen al tast de soevereiniteit aan en maakt een land kwetsbaar voor buitenlandse druk. Maar de verhoging van het budget met 1,5 miljard euro zegt niet alles. Als het wordt doorgesluisd naar buitenlandse wapenfabrikanten die te veel voor hun producten vragen, dan verhoogt dat de weerbaarheid van Nederland niet. Het debat over de nationale veiligheid van Nederland moet gaan over de kwaliteit van de krijgsmacht, inclusief de toetsing ervan, en de mate waarin Nederland door de eigen krijgsmacht en directe partners territoriaal, in cyberspace of op afstand verdedigd wordt. Het debat over de nationale veiligheid reduceren tot een budgettaire boekhoudsom is een valkuil die allen dient die andere belangen hebben en zich hierachter kunnen blijven verschuilen.

Foto: ‘Een Spandau M.25 op luchtdoelaffuit tijdens de mobilisatie in een versterkte positie langs de Nederlandse kust. FOTO Beeldbank NIMH

Debat over Nederlands nationale veiligheid wordt slecht gevoerd

Wat is er aan de hand met het debat over de krijgsmacht? Het lijkt nog erger uit het lood te staan dan die krijgsmacht zelf. Aan Defensie zitten meerdere kanten en in de publieke opinie wordt er doorgaans maar één belicht, namelijk de hoogte van het budget. Hoe doelmatig dat besteed wordt, hoeveel waar voor het geld wordt verkregen en welke belangen bij de aanschaf van wapensystemen spelen, hoeveel er aan de strijkstok van het bedrijfsleven en lobbyisten blijft hangen, hoe urgent de keuzes zijn en wat de relatie tussen budget en kwaliteit is blijft onderbelicht. In het regeerakkoord (p. 49) wordt de krijgsmacht als een verlengde van de industrie beschouwd. Op zijn best worden het nationaal veiligheids- en het economisch belang gelijkgesteld.

Zo resteert het beeld dat de nationale of territoriale veiligheid van Nederland niet de hoofdzaak is en op zichzelf staat, maar ondergeschikt is aan andere doelstellingen. Zoals het belang van de industrie of de relatie met bondgenoten, zoals de VS. Anders gezegd, de investeringen in Defensie dienen het militair-industrieel complex waarvoor de uitgaande president Eisenhower in zijn befaamde afscheidstoespraak van 17 januari 1961 waarschuwde: ‘In de overheidsdiensten moeten we waken tegen het gezocht of ongezocht verwerven van ongerechtvaardigde invloed door het militair-industriële complex.’ Dat complex strekt zich uit van wapenfabrikanten, krijgsmacht en inlichtingendiensten tot gevestigde media, wetenschap en partijpolitiek.

De aanschaf van 37 F-35 straaljagers van het grootste Amerikaanse defensieconcern ter wereld Lockheed Martin door Nederland voor naar schatting zo’n 5,2 miljard euro is een voorbeeld van de werking van het militair-industrieel complex. Lobbyisten onder wie veel voormalige CDA- en VVD-politici, de luchtmacht en de Nederlandse luchtvaartindustrie die zich richt op het binnenhalen van compensatieorders bepaalden de keuze. Maar zelfs dat economische argument dat niet volledig spoort met de nationale veiligheid is onjuist. De F-35 levert vooral banen op voor lobbyisten en ondernemers en niet voor Nederland. Evenmin dringt tot het Nederlandse publiek debat door dat militaire uitgaven de slechtste manier zijn om banen te scheppen, zoals uit een Amerikaanse studie blijkt. Niet het parlement, maar externe partijen beslisten over aanschaf. Daarbij komt dat al vanaf het begin vraagtekens werden gezet bij de prestaties in het luchtgevecht en de kosten van de F-35. In de testfase is de software kwetsbaar gebleken, waarschijnlijk ook nog eens gehackt door China.

Door gebrek aan munitie oefenen Nederlandse militairen door ‘poef poef poef’ te roepen. Zo is de persiflage én stand van zaken van de Nederlandse krijgsmacht. In een ideale wereld zou het de ultieme oplossing voor de beteugeling van agressiviteit zijn. Militairen die cowboytje spelen zoals kinderen het doen. Maar Nederland bevindt zich niet in een ideale wereld en moet zich serieus verdedigen tegen de agressie van andere actoren.

Nu heeft Nederland dat vermogen verloren. Het beeld van een onverdedigd Nederland alleen al tast de soevereiniteit aan en maakt een land kwetsbaar voor buitenlandse druk. Maar de verhoging van het budget met 1,5 miljard euro zegt niet alles. Als het wordt doorgesluisd naar buitenlandse wapenfabrikanten die te veel voor hun producten vragen, dan verhoogt dat de weerbaarheid van Nederland niet. Het debat over de nationale veiligheid van Nederland moet gaan over de kwaliteit van de krijgsmacht, inclusief de toetsing ervan, en de mate waarin Nederland door de eigen krijgsmacht en directe partners territoriaal, in cyberspace of op afstand verdedigd wordt. Het debat over de nationale veiligheid reduceren tot een budgettaire boekhoudsom is een valkuil die allen dient die andere belangen hebben en zich hierachter kunnen blijven verschuilen.

Foto: Algehele Veiligheidszorg Nederland.

Evaluatie bevestigt opnieuw mislukking van F35-programma. Agendeert GroenLinks deze kritiek in informatiebesprekingen?

Aan de hand van het laatste jaarrapport van de inmiddels gepensioneerde Michael Gilmore, als Director of Operational Test and Evaluation zet Dan Grazier voor War is Boring in een overzicht de kwaliteiten van de JSF (F-35) op een rijtje. Hij concludeert dat het F-35-programma een nationale ramp is die nodig grondig moet worden geëvalueerd. Vragen moeten niet aan generaals of bestuurders gesteld worden omdat ze er belang bij hebben dat het programma wordt voortgezet. Ze hebben geen prikkel om de harde waarheid over de mislukking te openbaren (‘no incentive to tell the hard truth because they have a vested financial interest in making sure the program survives — regardless of capability’). Het debat over de F-35 moet breder en opener.

De politiek moet op zoek naar tegengeluid zodat het hele verhaal wordt verteld. In Nederland kan GroenLinks ervoor zorgen dat niet de pro-JSF lobby van VVD en CDA -vertegenwoordigd door communicatieadviesbureau Hill & Knowlton- alleen bepaalt hoe het defensiebudget wordt besteed. In september 2013 kwam toenmalig leider Bram van Ojik van GroenLinks met een petitie die ‘nee‘ tegen de JSF zei. Als de partij dat nog steeds vindt -en durft!- kan het dit standpunt in de besprekingen met informateur Edith Schippers agenderen.

Het is absurd dat in tijden waarin de Russische krijgsmacht als bedreigend wordt ervaren zo onverantwoord wordt omgesprongen met het defensiebudget. De JSF is te weinig waar voor te veel geld. En nog steeds een met veel onduidelijkheden omgeven eindproduct. Hoewel uitgaven aan de Amerikaanse wapenindustrie het Witte Huis tevreden zal stellen. Maar dat aspect gaat voorbij aan de beste verdediging van Nederland en West-Europa tegen Russische agressie. In november 2015 zei toenmalig presidentskandidaat Donald Trump in een verwarrend interview dat hij twijfels over de F-35 had. In 2013 maakte minister Hennis van Defensie bekend dat Nederland 37 JSF-toestellen aanschaft voor 14,6 miljard euro. Ondanks een meerderheid in de Tweede Kamer die in 2012 in een motie een streep door de JSF zette. CDA-minister en JSF-voorstander Hans Hillen manipuleerde in dat jaar de Algemene Rekenkamer met het door hem ‘bestelde’ rapport ‘Uitstapkosten Joint Strike Fighter’. In 2019 volgt een eindrapport met conclusies. De omgekeerde wereld van de wapenindustrie.

Luchtmacht over geluidsoverlast JSF: ‘Ik hoor de herrie heel graag’

De JSF maakt meer herrie dan de F16. Dat is een gekend feit. De omwonenden van vliegbasis Volkel krijgen een meetsysteem die de herrie meet. Kabinet Rutte II heeft besloten 37 stuks aan te schaffen van de JSF. Er is veel kritiek op de JSF, onder andere van presidentskandidaat Donald Trump. Het zou in het dogfight met Russische toestellen uit de lucht geschoten worden. Het toestel zou ook veel te duur voor zijn geld zijn.

De geluidsoverlast wordt op een onnavolgbare en volstrekt onbegrijpelijke wijze weggeredeneerd door een woordvoerder van de luchtmacht: ‘Wat mij meeviel is dat het lijkt dat de frequentie waarop dat geluid geproduceerd wordt echt anders is en daardoor gevoelsmatig niet prettiger, alhoewel ik ben natuurlijk jachtvlieger vanaf mijn geboorte al bijna, dus ik hoor het geluid heel graag’. Opvallend is dat emoties zwaarder tellen dan feiten bij de luchtmacht. Een gebrek aan argumenten maakt zo’n opstelling weer logisch.

Donald Trump is niet voor de F-35. Of weet hij niet waarover hij praat?

De Republikeinse kandidaat voor het presidentschap van de VS die het het beste doet in de peilingen is Donald Trump. Hij zoekt continu de publiciteit, maar of hij verstand van zaken heeft is de vraag. Zijn antwoord op een vraag in de radioshow van Hugh Hewitt maakt van alles duidelijk (video na 4’34’’). Steve Guest zet het op een rijtje voor The Daily Caller. Trump die zich op de borst klopt verstand van militaire zaken te hebben haalt de B-3 lange afstandsbommenwerper en het gevechtsvliegtuig F-35 (JSF) door elkaar. Trump houdt vol en zegt over de F-35: ‘But what bothers me tremendously is the fact that I heard test pilots saying that the old planes maneuver better, work better, and they like them better. That bothers me.

War Is Boring besteedt in een artikel aandacht aan Trump die meent dat de F-35 niet deugt. Onder verwijzing naar een eerder artikel dat stelt dat de F-35 waardeloos is in het dogfight. Het brengt Aeschwin in een reactie zelfs tot de conclusie dat Trump moet oppassen omdat het hem kan vergaan zoals het Pim Fortuyn in 2002 overkwam. Een theorie is dat Fortuyn werd vermoord omdat hij tegen de aanschaf van de F-35 was.

Ondanks alle misverstanden en complottheorieën geeft de opstelling van frontrunner Donald Trump aan dat het lot van de F-35 nog lang niet zeker is. In maart 2015 zijn door de regering ‘de volgende 8 F-35’s voor Nederland besteld’. In 2019 volgt het eindrapport met de conclusies. Een hoogst merkwaardige volgorde.

Waarom zet Nederlands kabinet geen streep door tegenvallende F-35?

Update 10 juli 2015: Naast de kritiek dat de F-35 het van Chinese, Franse of Russische toestellen verliest in een luchtgevecht waarop bouwer Lockheed Martin reageerde komt nu ook de kritiek dat het toestel evenmin geschikt is om deze concurrenten in de lucht over lange afstand uit te schakelen. War is Boring bericht. 

Het ministerie van Defensie stelt in het bericht ‘Vervanging F-16’ dat de F-35 (de ‘JSF’) een wendbaar toestel is. Nederland is van plan de F35A aan te schaffen. In 2019 heeft het zich verplicht er acht af te nemen, zo is in maart 2015 overeengekomen. Opzet is in totaal 37 toestellen te kopen voor zo’n 80 miljoen euro per stuk.

De F-35 is vanaf het moment dat er over de vervanging van de F-16 werd gesproken controversieel. In de partijpolitiek waar de PvdA dan weer voor en dan weer tegen was en met betrekking tot het ontwerp, de hoge aanschafprijs, de hoge ontwikkelingskosten, afhakende legeronderdelen, de lobby van de Nederlandse luchtmachttop en de prestaties. Daarbij kwam ook de vraag of het verstandig was dat Nederland investeerde in dit type bemande vliegtuigen en zich niet beter op drone-achtige onbemande luchtvaarttuigen kon richten.

Maar de vraag die steeds weer terugkwam was of de F-35 nou waar voor z’n geld was of een miskoop. War is Boring is duidelijk evenals ontwerper Pierre Sprey in het videofragment. Uit testvluchten blijkt dat de F-35 het in het dogfight verliest van de F-16. Hoe kan het dat de Nederlandse regering met de F-35 een toestel aanschaft dat in het luchtgevecht inferieur is aan het toestel dat het moet vervangen? Waarom trekt de Nederlandse politiek geen consequenties uit de tegenvallende prestaties van een toestel waarover het al geruime tijd weet dat het minder wendbaar (‘agile‘) is dan z’n voorganger en vele andere gebreken kent?

Digitale veiligheid vraagt om investeringen. En trotseren van de VS

Smart-Grid-Cyber-Security

Peter van Schelven stelt voor een deel van het geld voor de JSF aan de digitale bescherming van Nederlandse bedrijven te besteden. Nederland is van plan om 20-25 JSF-toestellen aan te schaffen die vier miljard euro kosten, hoewel de publiciteit over hogere aantallen toestellen spreekt. Deze ad interim directeur van de branchevereniging van Nederlandse ICT-bedrijven merkt op dat economische spionage een kernactiviteit van inlichtingendiensten is. Zoals de spionage van het Braziliaanse Petrobras door de NSA aantoont. ‘Hedendaagse veiligheid en defensie mag zich daarom niet beperkten tot marineschepen of straaljagers‘.

Van Schelven praat over nationale veiligheid en digitale veiligheid van bedrijven. Ze liggen in elkaars verlengde maar zijn niet identiek. Met de oproep om te investeren in de digitale veiligheid hengelt Van Scheven naar overheidsopdrachten voor zijn branche. Toch klinkt z’n waarschuwing dat de digitale dreiging misschien wel groter is dan de fysieke dreiging onrustbarend. Gezien alle onthullingen over spionage door de NSA en de Britse GCHQ klinkt dat aannemelijk. Het is dan ook merkwaardig dat het kabinet geen extra middelen in de digitale veiligheid van Nederland investeert. Wil ons land zich niet wapenen tegen de volgende oorlog?

De aanschaf van de JSF kan opgevat worden als het kopen van bescherming door de VS. Naar verluidt is de JSF het enige toestel van z’n generatie dat Amerikaanse kernbommen kan vervoeren. Deze liggen opgeslagen op de vliegbasis Volkel, zoals Ruud Lubbers onlangs nog opmerkte. Stilzwijgend wordt aangenomen dat de tegenprestatie van de VS bij de aanschaf van de JSF door Nederland de modernisering van het Amerikaanse kernwapenarsenaal in Nederland is. Zodat ons land onder de Amerikaanse atoomparaplu mag blijven schuilen.

Het zich wapenen tegen digitale spionage zou juist het omgekeerde signaal aan de Amerikanen geven. Want Nederland is doelwit van de VS. Door de onthullingen van Edward Snowden is niet onopgemerkt gebleven dat de NSA alles en iedereen bespioneert. Ook Nederland zoals de spoedig komende onthullingen van Glenn Greenwald duidelijk zullen maken. Met investering in digitale veiligheid  koopt Nederland geen Amerikaanse bescherming, maar trotseert het de VS. Natuurlijk zijn er ook andere landen en criminele organisaties die het gemunt hebben op Nederland en Nederlandse bedrijven, maar de Amerikanen spannen toch de kroon. Pas als het Nederlandse kabinet tot het inzicht komt dat de VS een bedreiging vormen voor onze digitale veiligheid zal het mentaal in staat zijn daarin te gaan investeren. Zoals Van Schelven met andere woorden zegt.

Foto: Cyber security.

GroenLinks komt met petitie tegen JSF. Hoe principieel is het?

gl

GroenLinks is vanochtend een actie tegen de JSF begonnen. Men kan hier een petitie tegen de aanschaf ervan tekenen. Volgens Het Parool vindt fractieleider Bram van Ojik het ‘veel verstandiger en goedkoper om de eventuele opvolger van de F-16 van de plank te kopen‘. GroenLinks wil met de petitie laten zien dat er geen maatschappelijk draagvlak voor de aanschaf van de JSF is. Maar voor welk toestel is GroenLinks dan wel?

Onduidelijk is hoe principieel GroenLinks zich met deze petitie opstelt. De partij suggereert door de reactie van Van Ojik dat het vooral tegen de deelname van de Nederlandse industrie aan het JSF-project is. Dat zou binnenlopen door compensatie-orders. Deze industrie zet continu druk om de JSF aan te schaffen. Dit gebeurt vooral op VVD en CDA door politici van VVD en CDA die het voor veel geld op de loonlijst heeft gezet. Gevolg is dat aspecten van partijpolitiek, werkgelegenheid en industriepolitiek een militaire keuze vertroebelen.

De opstelling van GroenLinks roept de vraag op of de bezwaren politiek, ethisch, budgettair, economisch of militair van aard zijn. Dat wordt niet duidelijk uit de petitie en het commentaar vanuit de partij. Tot 1989 was er de pacifistische PSP, die met CPN, EVP en PPR opging in fusiepartij GroenLinks. Als de PSP nog had bestaan en vandaag een petitie had opgesteld dan was die zonder twijfel uit principiële redenen tegen de aanschaf van de JSF geweest. Zo’n petitie had ik vanwege de duidelijkheid en het idealisme wel kunnen ondertekenen.

Foto: Petitie van GroenLinks tegen JSF. 6 september 2013.