Taak voor onderzoeksjournalistiek om aan te tonen hoe lobbyisten van Gasunie en Shell Nederlandse politici kopen

Interessante reportage van het Britse Channel 4 waaruit blijkt dat oliebedrijf ExxonMobil 11 Amerikaanse senatoren controleert en het liefst in het geheim opereert. Want het publiek kan maar beter niet weten hoe deze lobbyisten de politiek in hun zak hebben. ExxonMobil is een oliebedrijf van de oude stempel zonder te willen verduurzamen of hervormen. Maar in het openbaar zegt het wat anders. Lobbyist Keith McCoy klapt uit de school.

Hij noemt de 11 senatoren bij naam: ‘Senator Shelley Moore Capito, Senator Joe Manchin, Senator Kyrsten Sinema, Senator Jon Tester, Senator Maggie Hassan, Senator John Barrasso, Senator John Cornyn, Senator Steve Daines, Senator Chris Coons, Senator Mark Kelly en Senator Marco Rubio.’

Dit roept de vraag op of dit in Nederland ook zo werkt. De Nederlandse Gasunie en het Brits-Nederlandse Shell zijn zeer invloedrijk in de Nederlandse politiek. Het kan bijna niet anders dan dat deze bedrijven net als in de VS met ExxonMobil via lobbyisten Nederlandse politici hebben gekocht en kunnen laten doen wat deze bedrijven willen. Terwijl ze zoals gezegd publiekelijk wat anders zeggen en hun ware intenties verbergen.

Zo is de steun van de Nederlandse regering voor het Russische economische gaslijnproject Nord Stream II met sterke politieke implicaties opvallend afwijkend van het openbare Nederlandse Rusland-beleid, terwijl opeenvolgende Nederlandse kabinetten na de ramp met de MH17 in 2014 kosmetisch politiek afstand tot het Kremlin hebben genomen. Het verschil tussen wat de kabinetten voor en achter de schermen doen in de relatie met de Russische Federatie is groot. Ferme uitspraken voor de bühne worden gecombineerd met handdrukken in achterkamertjes.

In Nederland valt de verdenking dan al gauw op politici van VVD en CDA. Welke kamerleden en oud-kamerleden van deze partijen zijn via de lobbyisten van Shell, Gasunie of andere in Nederland actieve oliebedrijven als BP en Vitol (en dochters als Arawak Energy Russia) gekocht om het belang van deze bedrijven te dienen door het sturen of blokkeren van wetgeving?

De reportage van Channel 4 schreeuwt om een vervolg voor Nederland. Wat verklaart de ongerijmdheden in de Nederlandse energiepolitiek? Waarom worden die niet onthuld?

Openbaarheid is wat lobbyisten vermijden. Lobbyisten zijn de mollen van de politiek. Ze zoeken ondergronds door aftasten hun weg en zijn bijna blind. Om niet te zeggen: kortzichtig. Ze verlaten zelden hun eigen gangenstelsel. Ofwel de corridors of power. De biotoop van geheime deals en gekochte politici is wat lobbyisten die namens bedrijven en landen handelen zo ongrijpbaar maakt.

Omdat de politiek niet eigenhandig de macht van de lobbyisten weet terug te dringen omdat het zichzelf niet kan hervormen is het aan de onderzoeksjournalistiek om hier verandering in te brengen. Dat is de trieste constatering.

Dat het geen sprookje is dat Europese politici door bedrijven of landen worden gekocht maakte onlangs de reportageDie Aserbaidschan-Connection – Die deutschen Helfer des Alijew-Regimes‘ van het Duitse ARD over Azerbeidzjan duidelijk. Duitse christen-democratische politici in de Raad van Europa werden voor miljoenen euro’s gekocht door de regering van Azerbeidzjan om strafmaatregelen in verband met de schending van mensenrechten tegen dat land af te zwakken. Wat succesvol gebeurde. Azerbeidzjan, ook een land dat zich met miljarden opbrengsten uit de verkoop van gas en olie onkwetsbaar acht en via lobbyisten meent de politiek van andere landen te kunnen beïnvloeden.

Grayson Perry: een vent in een jurk. Kwetsende kunst?

Beeldend kunstenaar Grayson Perry (1960) vindt het belangrijker om er interessant uit te zien dan vrouwelijk. Een vent in een jurk roept voor velen hoon en vraagtekens op. Maar Perry vindt het vooral grappig. Smile. Die luchtige houding hoort bij het onderzoek om uit te vinden wie je bent. Wat bij je past. Het maakt verteerbaar. Zijn vrouwelijke alter ego Claire figureert in zijn werk. De verkleedpartij mag afstoten, maar trekt ons ondanks dat toch het werk in. Dat is het knappe van Perry’s werk die zijn leven en werk verbindt door zijn marketing.

593f648a94d396a08fb69c5b330a20d7

Foto: Grayson Perry, The Mother of All Battles, 2011.

Nationalisme, Eurocentrisme, kosmopolitisme en de wereldburger. Hoe hangen ze samen en beïnvloeden de Britse kunst?

Brits premier Theresa May zei op de conferentie van de Conservatieve Partij dat een wereldburger een burger van nergens moest zijn: ‘a citizen of the world was to be a citizen of nowhere’. The Independent verklaart in een verslag deze uitspraak: ‘It was Socrates who said “I am neither Athenian nor Greek but a citizen of the world”. When May told her cheering party faithful that to be “a citizen of the world was to be a citizen of nowhere”, she was returning, not so much to the 1950s, but to the 1930s language of “rootless cosmopolitans” and to the hate of the pre-war nationalist right and Catholic Church for liberal values.’

In het debat tussen acteur en regisseur Nick Moran en schrijfster Dreda Say Mitchell verdedigt laatstgenoemde indirect het Britse nationalisme van May tegenover Morans blik op Europa. Die door de Brexit afgesneden wordt en vervangen door nationalisme dat wordt verhuld in een soort kosmopolitisme of internationalisme om het minder beladen te maken. Maar het tegelijk flets, onbestemd, onwaarachtig en vooral vals maakt.

Het thema is de invloed van een Brexit op de Britse kunst is. Opvallend is dat de in Londen geboren Mitchell zich niet identificeert als Europees, maar als Caribisch. Het is een ongelukkig debat dat May welkom zal zijn. Moran praat vanuit de praktijk van een filmmaker die geld krijgt van Europese fondsen en Mitchell vanuit de theorie. Zo ontstaat een kosmopoliet die nationalisme omarmt en de gerichtheid op Europa verwerpt. Bizar.

Tsipras neemt ontslag. Wat nu? Paul Mason doet verslag

Economisch redacteur van het Britse Channel 4 News Paul Mason geeft zijn visie op de laatste ontwikkelingen in Griekenland. Premier Alexis Tsipras maakt een beredeneerde gok door zich te bevrijden van z’n linkervleugel. Hij heeft parlementsverkiezingen voor 20 september aanstaande voorgesteld om zich te bevrijden van het Linkse Platform binnen Syriza dat tegen de euro en de economische maatregelen ageert.

Mason meent dat Tsipras een goede kans maakt om de opnieuw de grootste partij aan te voeren. Belangrijk vanwege de bonus van 50 zetels die de grootste partij krijgt. Wat hij aan de linkerkant verliest, kan Tsipras aan kiezers in het centrum winnen. Inmiddels hebben zo’n 25 parlementsleden van het Linkse Platform zich afgesplitst en vandaag de nieuw partij Eenheid van het Volk opgericht. Leider wordt de communistische oud-minister van Energie Panagiotis Lafazanis. Probleem voor Alexis Tsipras lijken echter niet de ideologische tegenstanders die zich afsplitsen in de nieuwe partij, maar de tegenstanders die om strategische redenen Syriza niet verlaten. En in de toekomst van binnenuit fundamentele oppositie tegen Tsipras blijven voeren.

Eind goed, al goed? Als Tsipras de verkiezingen wint en alleen of met centrumpartijen een coalitieregering vormt, dan is er een goede basis voor het doorvoeren van de modernisering van overheid en maatschappij. Alexis Tsipras is de enige Griekse politicus die op dit moment met nieuw realisme de Grieken en de Europese instellingen bij elkaar kan brengen. Een smalle basis voor hoop op een betere toekomst voor Griekenland.

‘Geld voor toegang’, zo opereren onze politici. Straw en Rifkind

Waarom moet een parlementariër zakelijke belangen hebben naast zijn of haar parlementair werk? Bindt die combinatie van financieel gewin en toegang tot de besluitvorming niet juist de kat op het spek? De voormalige Britse ministers Jack Straw en Malcolm Rifkind konden de verleiding niet weerstaan. Ze gingen in gesprek met een bedrijf over betaling voor hun diensten. Het meest bizar is dat ze gewoon volgens de regels opereerden.

Dat geeft aan dat de regels van het politieke bedrijf niet kloppen. Iets wat al lang bekend is. Zie bijvoorbeeld de constatering van Joris Luyendijk uit zijn nieuwste boek Dit kan niet waar zijn dat de banken structureel niet aangepakt worden door politici. In Nederland zal het niet anders zijn dan in Groot-Brittannië. Maar zolang de politieke partijen hun eigen regels mogen blijven stellen zal het politieke bedrijf niet hervormd worden.

Telecombedrijf hielp massale Britse spionage. Bewustwording?

Gebaseerd op Snowden-documenten onderzoekt Channel 4 in samenwerking met WDR en Süddeutsche Zeitung hoe de Britse geheime dienst GCHQ en Britse telecombedrijven de afgelopen jaren samenwerkten  in het bespioneren van burgers. Door het aftappen van onderzeese kabels of verdeelstations waar die kabels samenkomen. Channel 4 geeft een samenvatting evenals Ryan Gallager voor The Intercept.

Toegenomen maatschappelijke bewustwording maakt dat spionage die enkele jaren geleden als wettelijk werd gezien niet langer als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Het is een moeizaam proces om gevestigde politici en ambtenaren tot inzicht en beleidsverandering te brengen. Zo lag aan het afluisteren van kanselier Merkel door de Britten waarschijnlijk een wettelijke machtiging ten grondslag. De vraag is niet alleen of massaal afluisteren of aftappen van data politiek verstandig of ethisch aanvaardbaar is -naast het capaciteitsprobleem waardoor massale spionage averechts kan werken- maar ook of het wettelijk is zo’n machtiging te geven.

Tekenend voor een ouderwetse manier van denken dat elk doel de massale, ongerichte spionage heiligt is het tegensputteren van de oud-chef van de GCHQ Sir David Osmand die uit een gesprek met Channel 4 en de Duitse parlementariër Konstantin von Notz loopt omdat-ie zijn trein zou moeten halen. Zonder het besef dat-ie de trein allang gemist heeft bij een veranderd denken over privacy en spionage dat de prioriteiten heeft gewijzigd in het voordeel van de burgerrechten. Paul Mason legt het voor Channel 4 overtuigend uit.