Nederland heeft krijgsmacht die het verdient. Hoe kan het beter?

In een column van Ariejan Korteweg in De Volkskrant van 30 oktober 2019 komt de militaire historicus Christ Klep aan het woord. Hij vindt de Defensiebegroting schizofreen. Uit het lood dus. De Nederlandse krijgsmacht is niet op orde. Iedereen weet dat de Nederlandse krijgsmacht niet op orde is. Niemand die de krijgsmacht echter op orde brengt of de urgentie of het toekomstperspectief ziet om die op orde te brengen. Dat is bizar.

Het geld ligt op de plank en het voornemen is om meer te besteden. De realiteit is dat de komende vijf jaar de bestedingen zullen afnemen. Dat motiveert president Trump of zijn opvolgers, evenals landen als het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk, niet om Nederland te blijven beschermen als het land niet de noodzaak ziet om zichzelf te beschermen. Nederland haalt de afgesproken 2-procent norm niet en zakt na 2022 terug naar 1,4 procent. Daarmee maakt het land dat zo’n groot overschot heeft op de betalingsbalans en bij herhaling door IMF en ECB wordt opgeroepen om meer te besteden zich niet populair in de VS en Europa.

Nederland heeft geen militaire traditie -of is die verloren sinds prins Frederik Hendrik die overleed in 1647- en wint daarom ook nooit eens een oorlog. Maar een krijgsmacht bestaat vooral om het eigen territorium te beschermen. Hardheid ontbreekt. Dat siert Nederland, maar is de nagel aan de doodskist van de Nederlandse krijgsmacht. Die blind wegvlucht in de aanschaf van nieuw materiaal. In het hogere geweldsspectrum waar de Amerikaanse wapenindustrie de voorwaarden bepaalt. De Amerikaanse wapenindustrie die zich via fraudeleus handelen van lobbyisten ingekocht heeft en stevig genesteld zit in de top van de Nederlandse politiek.

Terwijl iedere politicus en militair weet dat de basis van en het evenwicht van de Nederlandse krijgsmacht ontbreekt. Dat is al meer dan twintig jaar een publiek geheim. De minister is een lachertje die met haar publieke uitingen aantoont dat ze van toeten noch blazen weet. Geen reserveonderdelen, geen onderhoud, geen personeel, geen basismateriaal voor een functionerende krijgsmacht. Maar zoals Klep opmerkt geen visie van de politieke en militaire top op een krijgsmacht die voor allerlei oneigenlijke doelen ingezet wordt. Zoals de vredesmissie die de Nederlandse krijgsmacht infrastructureel helemaal niet kan verteren en de krijgsmacht nog verder uit het lood zet. Vooruit verdedigen is potsierlijk als dat ten koste gaat van territoriaal verdedigen.

Laten we een volksstemming houden wat Nederlanders met hun krijgsmacht willen. Met drie opties: 1) omvormen tot onderdeel van internationale ontwikkelingssamenwerking én een herinneringscentrum plus bezigheidstherapie voor nostalgische oudstrijders; 2) houden zoals het is, een verlengde van het Pentagon en de Amerikaanse wapenindustrie zonder dat het er toe doet of de Nederlandse krijgsmacht op het slagveld presteert en levensvatbaar, evenwichtig en gevechtsklaar is; 3) omvormen tot een territoriale krijgsmacht met goede digitale verdediging en speciale troepen, die uitsluitend als taak heeft om het eigen grondgebied en de naaste omgeving daarvan te verdedigen en dat realiseert met voldoende betaalbaar materiaal, personeel, infrastructuur, oefening, een korte commandostructuur en zonder vredesmissies buiten Noord- en Oost-Europa of Caribisch Nederland. Nederland moet op zoek naar een militaire identiteit. Want zoals nu is behalve de Amerikaanse wapenindustrie en de talloze lobbyisten niemand gelukkig met de Nederlandse krijgsmacht.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWaarom militair historicus Christ Klep de defensiebegroting schizofreen vindt‘ van Ariejan Koerteweg in De Volkskrant, 30 oktober 2019.

Tegen politiek radicalisme. Kan de gevestigde partijpolitiek nog het verschil maken?

De gevestigde partijpolitiek moet geloofwaardig zijn om ongeloofwaardige partijpolitiek af te kunnen straffen. Als het de gevestigde partijpolitiek ontbreekt aan een oprechte afweging van belangen, programmatische standvastigheid en rechtstatelijkheid, dan geeft het munitie aan de ongeloofwaardige partijpolitiek. Dat is op dit moment aan de orde. Aan de nostalgische romantiek van Forum voor Democratie die terugverwijst naar een situatie in de 19de eeuw die nooit bestaan heeft. Aan de islamkritiek van de PVV die zich baseert op een joods-christelijke beschaving die nooit bestaan heeft. Aan de linkse politiek die de sociaal-economische strijd ondergeschikt maakt aan sociaal-culturele onderwerpen zoals identiteit, afkomst en gemeenschapsgevoel.

Wat de gevestigde partijen daar tegenover zetten is teleurstellend. Ze verliezen de strijd op twee fronten. Ze laten zowel in de beeldvorming als in de politieke realiteit een idee postvatten dat ze niet oprecht zijn in hun sociaal-economisch beleid en niet eens meer zelf aan de knoppen zitten om het vorm te geven. Het zijn de multinationals (afschaffen dividendbelasting), de banken (miljardensteun in 2008) en de EU die het voor het zeggen hebben. Dat relativeert het belang van de gevestigde partijpolitiek en verkleint het verschil met de radicale randpartijen van rechts en links. De gevestigde partijpolitiek laat deels bewust, deels onbewust na om te formuleren, te verduidelijken en te presenteren hoe in Nederland de macht verdeeld wordt en welke richting het land moet inslaan om toekomstbestendig en duurzaam te zijn. Zo resteert een pragmatisme dat politiek zonder politieke beginselen en programma biedt. Dat de politiek zonder partituur laat improviseren.

Een oplossing voor de gevestigde politiek om de schijnvoorstellingen en -oplossingen van de radicalen te ontmaskeren ligt voor de hand. Het moet aan geloofwaardigheid, voorspelbaarheid en verantwoording winnen om het verschil met het ongeloofwaardige beleid van de radicalen te benadrukken. Gevestigde partijpolitiek moet met realisme en transparantie rekenschap van zichzelf geven om het verschil te onderstrepen met de randpolitiek die bestaat uit onrealistische toekomstbeelden die zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen die nooit hebben bestaan. Zolang de gevestigde partijpolitiek onvoldoende geloofwaardig, voorspelbaar en met verantwoordelijkheid handelt kan het de politieke handelaren in hersenschimmen niet de pas afsnijden.

Maar kan de gevestigde partijpolitiek nog wel geloofwaardig, voorspelbaar en met verantwoording handelen? Valt het politieke systeem nog wel te repareren of is het het punt al gepasseerd dat de partijpolitiek en de burgers samen er nog voldoende grip op kunnen krijgen om het te repareren omdat het al bezit van externe krachten is? Van de multinationals, de financiële instellingen en de supranationale organisaties als de EU, de ECB of het IMF. Het antwoord op die vraag is onduidelijk. De paradox is dat wat Forum voor Democratie en de PVV als bezwaar zien, namelijk het weggeven van de soevereiniteit van Nederland, precies hun electorale opgang mogelijk maakt. Niet omdat ze daarin beleidspunten scoren die van belang zijn voor de praktische politiek, maar omdat het het verschil met de geloofwaardigheid van de gevestigde partijpolitiek verkleint.

Het gebrekkige en uitblijvende antwoord van de gevestigde partijpolitiek dat schippert tussen het inleveren van soevereiniteit en het ophouden van de schijn dat dit niet aan de orde is, baart meer zorgen dan de schijnoplossingen van radicaal links en rechts. De politieke filosofieën van het communisme en het fascisme die ten grondslag liggen aan de programma’s van de radicale partijen hebben hun geloofwaardigheid voor de praktische politiek allang verloren. Dat is een dode weg waar de gevestigde politiek minder bevreesd voor zou moeten zijn dan het nu is. Dat maakt het uitblijven van een passend antwoord er des te raadselachtiger op.

Foto: Shot van trapportaal uit Vertigo (1958) van Alfred Hitchcock.

Sid Lukkassen weigert de echte macht aan te spreken. Als afleiding heeft hij het daarom over cultuurmarxisme

Buitenhof had in de uitzending van 3 september een debat tussen VVD’er Sid Lukkassen en journalist Casper Thomas (De Groene Amsterdammer). Het ging over het cultuurmarxisme dat er uiteindelijk op neerkomt dat overtuiging bepalender is dan kogels. Het idee is dat wie de overtuiging beheerst, de macht of de hegemonie heeft. De term is gemunt door de Italiaanse communist Antonio Gramsci. (Spreek uit: Gramsji). De pyramide in de video laat zien waar het in Lukkassens betoog aan schort. Hij richt zich niet op de top van de pyramide waar de macht zit, maar op de onderste laag. De Nederlandse Bank, de ECB, het IMF, de multinationals of de nationale regeringen (Rutte I, II en III) die het voor het zeggen hebben laat Lukkassen buiten schot in zijn maatschappijkritiek. Hij schetst daardoor een verwrongen beeld van de macht. Overigens ondersteunen zelfs de Nederlandse gevestigde media zoals de publieke omroepen de continuïteit van de gevestigde orde. Ze zijn daarom per definitie conservatief omdat ze opkomen voor de continuïteit van de bestaande samenleving.

Wat Lukkassen wil -zonder dat met zoveel woorden te zeggen- is maatschappelijke veranderingen van de afgelopen decennia terugdraaien. In die zin is hij geen conservatief die het bestaande wil bewaren en de gevestigde orde van nu accepteert, maar een revisionist, revanchist of nostalgicus die een verloren gegane situatie wil herstellen. Waarom hij het nodig acht om zijn maatschappijkritiek op te hangen aan de term cultuurmarxisme is onduidelijk, en weet hij evenmin duidelijk te maken. In elk geval zou zijn kritiek aan geloofwaardigheid winnen als hij zich richt op de zetels van de macht. En niet op de bijverschijnselen van of ondergeschikte invloeden op de macht. Lukkassen bestrijdt schimmen en mist bereidheid of ruggengraat om de echte macht aan te spreken. Wellicht is dat te lastig voor een VVD’er voor wie de economische ordening, eigendomsverhoudingen, macht van banken en bedrijfsleven overtuigingen vormen die niet te discussie staan.

Na fraude komt Rabobank weg met schikking. Alleen in Nederland

kog

Multinationals zoeken de grenzen van wet, winst en ethiek op en schoten er de afgelopen 30 jaar overheen. Ewald Engelen omschrijft het in een column zo: ‘De inkomensongelijkheid loopt scherp op – en dat roept de prangende vraag op wie er eigenlijk van de neoliberale utopie heeft geprofiteerd. Een handvol bankiers en bestuurders, accountants en fiscalisten, enkele advocaten, een verdwaalde commissaris, een omhooggevallen politicus en, niet te vergeten, vierhonderd miljoen Chinezen (maar die mogen niet stemmen).‘ Hij concludeert dat er twee smaken zijn voor de multinationals: ‘Betaal fatsoenlijke lonen, kom je belastingplichten na, ruim je rotzooi op, hou je aan democratische normen en stop de race naar de bodem. Dat is geen ideologie. Dat is welbegrepen eigenbelang. Reformisme uit eigen kring of revolutie– meer smaken zijn er niet.’

Trouwens opmerkelijk dat Engelen deze column in de NRC plaatst gezien zijn vaarwel uit 2011 aan deze krant: ‘Al langer stoort mij de gemakzucht van de krant. Te vaak domineren sensationele foto’s en reportages de voorpagina. Wat is er mis met droge, zo objectief mogelijke verslaggeving? Wat is er gebeurd met de scheiding van feit en mening? Met het journalistieke ambacht?‘ Wat bezielt Engelen om mee te werken aan een in z’n ogen gemakzuchtige krant die er sinds 2011 niet beter op is geworden met de overdaad aan licht amusement voor een zich vrijgesteld voelende klasse? De menselijke geest kent onbegaanbare spelonken.

Zakenbanken zijn de multinationals die het het meeste verbruid hebben bij publiek en politiek. Maar toch niet aangepakt worden. Dit type banken is de spreekwoordelijke olifant in de kamer die het porselein dreigt te vertrappen, maar iedereen ontkent te zien. Zeker niet in Europa dat afgelopen week onder leiding van ECB-president Mario Draghi de kapitaaleisen voor de bankensector in het Basel-comité versoepelde.

Dat er tussen landen een aanzienlijk verschil in aanpak is maakt de behandeling van banken die de LIBOR-rente hebben gemanipuleerd inzichtelijk. De VS heeft deze week drie ex-medewerkers van de RABO-bank in staat van beschuldiging gesteld. Paul Robson, Paul Thompson en Tetsuya Motomura die in London, Singapore en Tokio werkten worden naar verwachting direct door het Amerikaanse ministerie van Justitie (DoJ) aangepakt als het Britse Serious Fraud Office (SFO) niet optreedt. Het Nederlandse ministerie van Justitie staat erbij en kijkt ernaar. Het laat het gebeuren met minister Ivo Opstelten die doorgaans de mond vol heeft van een strenge aanpak, maar nu op z’n handen blijft zitten. Ook in de samenwerking met het DoJ en de SFO.

PVV’er Tony van Dijck stelde vandaag kamervragen aan minister van Financiën Dijsselbloem over Rabobank-topman Sipko Schat onder wiens toezicht de LIBOR-fraude gebeurde en negen ton meekrijgt bij z’n vertrek. En over de drie ex-medewerkers van de Rabobank die mogelijk door het Verenigd Koninkrijk en zeker door de VS aangepakt worden, maar waarschijnlijk niet door Nederland. Een en ander geeft aan hoe pervers zakenbanken handelen en hoeveel vrijheid ze tot nu toe kregen. Gaat dat onder druk van de publieke opinie veranderen? De kans daarop in Nederland lijkt gezien het passieve optreden van kabinet en OM niet groot. Door een schikking van 70 miljoen tussen de Rabobank en het OM is vervolging afgekocht. De Tweede Kamer reageerde woedend.

Foto: Still uit Komedie om Geld (1936) van Max Ophüls. (In m’n ogen de beste film ooit gemaakt in Nederland. Met een Duitse regisseur). 

Rapport: Lobby Nederlandse banken is niet transparant

bankofthefuture03

Sinds 1 oktober 2008 is er in Nederland 95,19 miljard euro overheidsgeld naar banken gevloeid om zieke banken overeind te houden. Deels stroomt dat geld terug naar de belastingbelastingbetaler als banken weer gezond zijn. Maar vermoed wordt dat de Nederlandse belastingbetaler zo’n 20 miljard euro toelegt op de steun aan binnen- en buitenlandse banken. Waarheden van de ministers Bos en De Jager dat Nederland winst zou maken op de leningen aan Griekenland zijn niet bewaarheid. Op leningen aan Nederlandse banken derft Nederland volgens minister Dijsselbloem miljarden euro’s aan renteverlies en dividendinkomsten. Positief is dat Nederland voor 2008 de economie heeft aangejaagd. Maar ten koste van wat?

De EU werkt langzaam, maar gestaag aan de sanering van Europese banken in een bankenunie. Dat hangt samen met het overdragen van soevereiniteit van afzonderlijke natiestaten naar de supranationale EU of een Europese Centrale Bank. ‘Nooit meer‘ is het motto dat overheden nooit meer in een situatie terechtkomen dat ze door banken gechanteerd kunnen worden. De kiezer die ook belastingbetaler is volgt met tegenzin, maar dat kan zo maar veranderen. Opknippen van banken die niet langer ‘too big to fail’ zijn hoort bij de plannen.

Probleem is niet de politiek of de toezichthouders, maar de conservatieve, machtige, hardleerse, volkomen in zichzelf gekeerde en moreel volledig ontspoorde bankensector. Het heeft jarenlang kunnen gokken met overheidsgeld en is daar even gewend aan geraakt als een luxejunk aan cocaïne. Aan de kick, de winst, de roekeloosheid en lak hebben aan afspraken. Lastig voor bankiers om af te kicken van hun slechte gewoonten.

De meerderheid van de consumentenactiviteiten is solide en betrouwbaar. Gevaar schuilt in de combinatie van een consumentenbank met activiteiten van een zakenbank dat zich vertaalt in allerlei vormen van fraude en risicovol gedrag. Dat moet stoppen, maar stopt niet. Deels omdat topbankiers de eigen handel niet begrijpen, deels omdat ze nog steeds vertrouwen op overheidssteun bij verlies. Want door lobbyen en plaatsing van eigen mensen op politieke topposities hebben ze weten te verzekeren dat hun macht ongebroken is.

Signaal voor de hardleersheid van Nederlandse banken is het rapport ‘Taking Lobbying Public‘ van the Centre for Research on Multinational Corporations (SOMO). Hier is onder meer een Nederlandse samenvatting in te zien die concludeert dat banken effectieve hervormingen van de sector blokkeren: ‘De aandacht voor de financiële sector van het algemene publiek, politici, media en maatschappelijke organisaties is na de crisis sterk toegenomen. De intensivering van het debat heeft echter ook geleid tot meer lobbyactiviteiten van banken. Aangezien banken veelal lobbyen op intransparante wijze, is er onvoldoende ruimte voor een open debat en blijft het risico van regulatory capture aanwezig. Volgens velen zijn de banken nu, vijf jaar na het begin van de financiële crisis, nog steeds in staat om noodzakelijke hervormingen te blokkeren.

Regulatory capture‘ wil zeggen dat de regulering overgenomen wordt door de sector ‘en gebruikt voor het eigenbelang van deze private spelers, zelfs ten koste van het algemeen belang.’ Ontluisterend is het aldus geschetste gedrag van de bankensector en teleurstellend is het optreden van de Nederlandse politiek om de sector effectieve hervormingen op te leggen, politieke druk van de banken te neutraliseren en lobbypraktijken aan banden te leggen. De kamerleden Henk Nijboer en Lea Bouwmeester (PvdA) hebben gisteren kamervragen gesteld aan de ministers Dijsselbloem en Plasterk over het ontbreken van transparantie van de lobbypraktijken van Nederlandse banken. Ze vragen onder meer wanneer er een ‘lobbyparagraaf’ aan wetsvoorstellen wordt toegevoegd om de belangenbehartiging en inbreng van onder meer de bankensector inzichtelijk te maken.

Foto: Bank of the Future, Oklahoma City. Credits: Allison Meier

Cyprus: Banken geven hun schuld waanwijs door aan Dijsselbloem

cyprus-vraagteken

Commentatoren die gelieerd zijn aan de financiële sector vielen over de Nederlandse minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem heen. Het is voorspelbaar dat ze hun eigenbelang verdedigen. De minister zou een blunder gemaakt hebben door de term blauwdruk -‘template‘- voor Cyprus als een oplossing voor de aanpak in andere landen te hebben voorgesteld. Dijjsselbloem ontkent na publicatie van een interview met Reuters op 25 maart dat-ie het woord ‘template‘ heeft gebruikt. Dijsselbloem heeft gelijk zoals blijkt uit het interview.

Zet de financiële sector haar publicitaire macht in om Dijsselbloem te verzwakken? Hij zegt dat het niet langer moet rekenen op overheidssteun: ‘I think the approach needs to be, let’s deal with the banks within the banks first, before looking at public money or any other instrument coming from the public side. Banks should basically be able to save themselves, or at least restructure or recapitalise themselves as far as possible.’

Zo’n krachtig geluid vanuit de Eurogroep is nieuw. Banken zijn gewend zelf de winst op te strijken en de belastingbetaler op te laten draaien voor de verliezen. In het geval Cyprus zou geld van de belastingbetaler gebruikt moeten worden om Russisch zwart geld te redden. Da’s de absurditeit ten top. Dijsselbloem maakt korte metten met de sinds 2008 gegroeide gewoonte. Waarschijnlijk na influisteringen door de Duitsers.

Komt Dijsselbloem echt op voor de belastingbetaler? Dat nou ook weer niet. Want Nederland stopt nog altijd 600 miljoen euro in de lening van 10 miljard euro aan Cyprus. Wat ziet Nederland daar van terug? Er resteert een gemengd beeld van smalle marges en hoge bedragen. Binnen zijn mogelijkheden komt de minister op voor de belastingbetaler en oogst tegenwind van de financiële sector. Die beleidsbreuk is tijd na vijf verloren jaren waarin de banken leken te bepalen wat de politiek deed. Banken mogen hun eigen problemen voortaan zelf aanpakken. Als hun tegenlobby faalt. Maar de uitweg uit het financiële moeras kost nog steeds geld.

Foto: ?

Theater van het absurde: Cyprus, EU en banken

Diefstal bij daglicht. Dat was het plan van de Cypriotische regering om kleine spaarders een belasting van 6,75% op te leggen. Een idee dat door de EU werd afgedwongen als voorwaarde voor een lening van 10 miljard euro. Dit voornemen werd door het Cypriotische parlement afgewezen, maar heeft het vertrouwen in de euro en de banken blijvend ondermijnd. Want iedereen met tegoed op een bank zal zich nu achter de oren krabben vanwege de gedachte dat in Europa een banktegoed dat geen obligatie is door de politici wel zo wordt beschouwd. Als Cypriotische banken niet meer opengaan heeft de politiek het volledige spaartegoed gestolen.

Termen als ‘diefstal‘ of ‘gestolen‘ klinken zwaar. Is hier een libertariër aan het woord die niet van overheden houdt, geen toezicht wenst en het betalen van belasting principieel afwijst? Nee, integendeel. De tragiek is juist dat de economische crisis de democratische gezinde burger met redelijke meningen gaat raken. En die gaat dat niet pikken. Zo’n voornemen om spaarders te belasten voedt de weerzin tegen de bankensector die sinds oktober 2008 door overheden met honderden miljarden euro’s is gesteund. Vaak zonder een grondig politiek debat. Zodat landen geen reserves meer hebben. Banken gokken nog steeds met andermans geld.

De politiek weet zich geen raad en loopt achter de feiten aan. Het vaardigt voor de bühne wat maatregelen af over bonussen van veelverdiende bankiers, maar weet het probleem in de kern niet aan te pakken. Het uiten van afkeuring over graaiende bankiers is niet de oplossing, maar juist de misleiding. Want nog steeds onttrekt de financiële sector zich aan degelijk toezicht. Het blijft een afgesloten wereld waar de politiek niet weet binnen te dringen. De politiek heeft sinds 2008 slap gehandeld en niet doorgebeten. Nu het te laat is moeten burgers de gevolgen slikken. Het risico is dat de burgers zich vanaf nu tegenover de politiek opstellen.

Video: Ondertiteling met een ander doel van Der Untergang (2004) van Oliver Hirschbiegel met Bruno Ganz als Adolf Hitler. 

ECB-president Mario Draghi is lid lobbygroep van banken

De Italiaanse president van de Europese Centrale Bank (ECB) Mario Draghi is lid van de lobbyclub ‘Group of Thirty‘. Het noemt zich onafhankelijk en is deels geworteld in de publieke sector, maar de samenstelling wijst erop dat het zwaartepunt bij de grote particuliere banken ligt. Onderzoeks- en actiegroep Corporate Europe Observatory vindt dat Draghi uit de lobbygroep moet stappen omdat-ie zich niet onafhankelijk op kan stellen. Corporate Europe is daarover al ruim een half jaar in discussie met de ECB. Die houdt de boot af. Nu heeft de actiegroep een klacht ingediend bij de EU-Ombudsman over Draghi’s lidmaatschap van de ‘Group of Thirty’.

De Europese Ombudsman Nikiforos Diamandouros neemt de klacht in behandeling en heeft de ECB om een toelichting gevraagd over Draghi’s lidmaatschap van de ‘Group of Thirty’. De ombudsman vraagt de ECB tevens of het vindt dat er een schijn van belangenconflict -the appearance of a conflict of interest- kan ontstaan omdat de ‘Group of Thirty’ ook personen omvat die momenteel werkzaam zijn in de privé-sector.

Draghi’s lidmaatschap is symbool van een vermenging van belangen. De opvatting van de ECB dat er niks aan de hand is benadrukt het gebrek aan politiek besef bij de ECB. Draghi’s lidmaatschap voedt het wantrouwen dat in de financiële sector publieke partijen zich onnodig afhankelijk maken van particuliere partijen. Olie op het vuur van critici die vinden dat de banken niet structureel aangepakt worden en hoognodige fundamentele wijzigingen en hervormingen van de sector op de lange baan geschoven worden door banken die menen het met zelfregelering af te kunnen. Wat ze niet kunnen omdat ze het overzicht over zichzelf kwijt zijn.

Kamerlid Jesse Klaver (GroenLinks) heeft over de kwestie kamervragen aan minister van Financiën Jan Kees de Jager gesteld. Hij verwijst naar publicaties in Nederlandse media over het onderzoek van Corporate Europe. Klaver vraagt minister De Jager of Mario Draghi hangende het onderzoek van de ombudsman kan aanblijven.

Foto: President van de ECB Mario Draghi

Europa verkeert in impasse en durft debat niet aan

Trouw laat vier deskundigen praten over Europa. Hoe kunnen andere partijen dan de eurosceptische PVV en SP hun pro-Europese visie verkopen? Het gebrek aan eensgezindheid verraadt dat de juiste aanpak lastig te vinden is. Reclameman Frank Pels vergelijkt Europa met een wasmiddel dat met emotie verkocht moet worden. Dit bevestigt het idee dat het product ‘Europa‘ niet wervend genoeg is om het op eigen benen te redden.

Veelzeggend is het verschil tussen hoogleraar Europese studies in Tilburg Paul Scheffer en Frits Bloemberg van het Debatbureau: Anders dan Scheffer, vindt hij het juist onverstandig als politici eerlijk de nadelen benoemen van het Europese project. “Het gevaar is dat ze in kritiek blijven hangen, en dan verliezen ze hun eigen verhaal. Als kiezers elke keer te horen krijgen wat er mis is, zien ze de voordelen niet meer.”

Naast Scheffer pleit ook de van oorsprong Deense hoogleraar Politieke communicatie Claes de Vreese voor een inhoudelijk debat. Volgens De Vreese is het debat over Europa in Nederland zestig jaar gemeden en zelfs nooit van de grond gekomen. De wetenschappers Scheffer en De Vreese pleiten voor een open betoog dat eerlijk de voor- en tegenargumenten benoemt. Pels en Bloemberg willen dat open betoog toedekken met emotie. In een traditie van zestig jaar reclame voor Europa dat niet verder komt dan politieke marketing.

Europa zit in een dilemma. Het heeft zonder politieke eenheid ambitieus de euro geïntroduceerd. Voor Europese instellingen kunnen alleen zwakke leiders als José Manuel Barroso benoemd worden. Europa heeft te veel hooi op de vork genomen en is groter dan het kan bolwerken. Niet meer in staat orde op zaken te stellen.

Foto: Vlaggen landen EU

ESM kan in huidige vorm niet aangenomen worden vanwege ontbrekende controle

Het permanente Europese noodfonds ESM dat voor de actuele crisis met Nederlands geld wordt opgetuigd tot (voorlopig) 700 miljard euro kent steeds meer tegenstanders. Nederland moet 40 miljard euro betalen. Eind februari sprak de Algemene Rekenkamer zich er al tegen uit in een brief aan de Tweede Kamer vanwege de gebrekkige publieke externe controle. Bij monde van fractievoorzitter Arie Slob uit de ChristenUnie gelijksoortige kritiek. Evenals de SGP. PVV, SP, de Partij voor de Dieren en Lijst Brinkman zijn ook tegen.

De doelstelling van het ESM is ‘het verlenen van financiële ondersteuning aan leden (de eurolanden) die onder zware financiële druk dreigen te komen of die al in een financiële probleemsituatie verkeren en dat deze hulp noodzakelijk is om de financiële stabiliteit van het gehele eurogebied te beschermen’. Vandaag en morgen debatteert de Tweede kamer erover. Een meerderheid van VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA wil voor 1 juli een besluit nemen. Landen hoeven het verdrag formeel echter pas uiterlijk 1 maart 2013 te ratificeren.

Geert Wilders ageert consequent tegen steun aan Brussel, zoals hij het noemt. Vanwege de steun aan het ESM begint-ie een kort geding tegen de staat met de opzet een besluit over de verkiezingen heen te tillen. Een tamelijk unieke actie. Juist nu gezaghebbende economen zoals de Duitse Hans-Werner Sinn speculeren over een failissement van Griekenland en de herinvoering van de drachme. Nadert het omslagpunt om afscheid te nemen van de euro? Maar Wilders’ kritiek is anders dan die van de ChristenUnie en SGP en overigens ook dan de flinterdunne steun van de PvdA die tegen het uit handen geven van toezicht en budgetrecht zijn.

Haast van voorstanders is ongelukkig. Mede omdat er tot 1 maart 2013 tijd is voor meer duidelijkheid over de voorwaarden van het ESM. Ontbrekende steun van Nederland stort geen eurozone in crisis. Binnenlandse politieke overwegingen rechtvaardigen geen haast ten koste van zorgvuldigheid. Niets rechtvaardigt de ondermijning van de rol van het parlement. Daarom hoeven minister De Jager en de voorstanders zich niet te overhaasten. Ze overschatten hun eigen rol. Zoals King Billy in een reactie Gregor Gysi van ‘die Linke’ citeert: ‘Es ist ein Vorrecht von Politikern, stolz auf Dinge zu sein, wo das Ergebnis aus eigene Leistung bei Null liegt.’

Foto: E. Spreeckmeester, Whatever the weather, we only reach welfare together. Finalist Marshall Plan Affiche wedstrijd, 1950