Trilemma van Rodrik wijst voor de EU op de keuze voor nationale soevereiniteit en democratie ten koste van de interne markt

Omdat er nog een economische rechtvaardiging ontbrak aan de politieke analyse verwijs ik in aanvulling op mijn commentaar over het Marshallplan 2.0 naar bovenstaande video van hoogleraar internationale politieke economie Dani Rodrik uit 2011. Rodrik is bekend geworden door de formulering in 2007 van zijn trilemma: ‘It says that democracy, national sovereignty and global economic integration are mutually incompatible: we can combine any two of the three, but never have all three simultaneously and in full. Dit trillemma komt erop neer dat de hyperglobalisering waarin banken en multinationals eenzijdig de macht hebben gegrepen wordt teruggedraaid ten gunste van de opwaardering van de nationale (en zelfs lokale) soevereiniteit en democratie.

In de EU is als gevolg van de globalisering en het opdringen van machtige spelers spanning ontstaan tussen de dominantie van de interne markt én het concurrentievermogen en de evenwichtigheid van de economieën van de afzonderlijke EU-lidstaten. Zoals de ‘linkse’ Britse hoogleraar economie Philip Whyman aan de hand van Rodriks gedachtegoed in een aflevering van VPRO’s Tegenlicht benadrukt is de Britse economie ‘zwaar uit balans’ (na 25’) met een te grote financiële industrie en een te kleine maakindustrie. Binnen de interne markt wordt die tendens eerder versterkt dan afgezwakt. Brexit lijkt voor het VK de enige manier om dat proces te stoppen omdat de EU de nationale staten niet de ruimte biedt om dat principe van de interne markt af te zwakken door ruimte te scheppen voor het versterken van de concurrentiekracht van de nationale staten.

Simpelweg gezegd zorgt de interne markt van de EU voor diversificatie en specialisatie ten koste van spreiding en binnenlandse harmonisatie. Dit aspect van economische politiek van de Brexit blijft in de discussies erover grotendeels onderbelicht, hoewel linkse economen en politici het wel noemen als pro-Brexit argument.

De driedeling is de volgende: 1) In aanvulling op een Marshallplan 2.0 voor de EU dat opteert voor het herstel van de verzorgingsstaat en een strenger migratiebeleid moet 2) de economische politiek van de EU aangepast worden door de dominantie van de interne markt -die een vorm van globalisering is- af te zwakken zodat in het trilemma van Rodrik ruimte ontstaat voor nationale soevereiniteit en democratie en 3) de supranationale krachten die op dit moment de interne markt ‘in bezit’ hebben genomen teruggedrongen worden en de zeggenschap over de economie weer verschuift naar de nationale politiek. Er dient streng voor gewaakt te worden dat de globale machten niet in de vermomming van nationale krachten terugkeren. Lokale initiatieven vanuit de basis kunnen dit bemoeilijken door het model van onderop te voeden. Een belangrijk neveneffect is dat deze aanpak van de hyperglobalisering die de (neo)-liberalisering tackelt motivatie, programma en nieuwe zin geeft aan het sociaal-democratisch gedachtegoed waarbij de factor arbeid wordt opgewaardeerd.

De reset van de economische politiek van de EU die het oppergezag van de interne markt terugschroeft heeft als doel om a) de hyperglobalisering van de Europese economie terug te dringen, b) de economie weer in handen van de nationale politiek te leggen, c) de verstorende, ontregelende invloed van de globalisering en de over grenzen heen opererende multinationals en financiële instellingen die daar verantwoordelijk voor zijn terug te dringen ten gunste van nationale (en lokale) producenten en dienstverleners, e) de levensvatbaarheid en flexibiliteit van de EU te verhogen en f) de centrumkrachten die in een strijd gewikkeld zijn met de links-populisten en rechts-populisten instrumenten in handen te geven om het politieke initiatief terug te nemen.

FvD’ers zijn eigenlijk minder sterk anti-EU dan het lijkt. Ze worden door media en partijleider Thierry Baudet zo gemaakt. En misleid

FVD’ers zijn sterker anti-Europa dan PVV’ers’, zegt de inleiding van een artikel in NRC van 24 mei 2019. Het baseert zich voor deze conclusie op het onderzoekEP19; Verkiezingsonderzoek Ipsos in opdracht van de NOS’ van IPSOS dat als officiële publicatiedatum 29 mei 2019 heeft. Het is onduidelijk op welke versie van het onderzoek de journalist van NRC zich voor zijn artikel heeft gebaseerd. Uit het onderzoek komt een gemengd beeld naar voren en blijkt niet eenduidig dat FvD’ers sterker anti-Europa zijn dan PVV’ers. Waarom NRC het heeft over ‘anti-Europa’ en niet ‘anti-EU’ is raadselachtig. Want het onderzoek gaat er uiteraard niet over of Nederland uit Europa moet stappen. Zo is 36% van de stemmers op FvD het ermee eens dat ‘Nederland uit de Europese Unie moet stappen’, terwijl dat percentage voor de PVV’ers 45% is. Met de stelling ‘Nederland moet de euro omruilen voor de gulden’ is 38% van de stemmers op FvD het eens, terwijl dat percentage voor de PVV’ers 45% is. Dit rechtvaardigt echter niet de conclusie dat FvD’ers sterker anti-Europa zijn dan PVV’ers. Het is eerder andersom. Maar de stemmers op deze twee radicaal-rechtse partijen verschillen in standpunten over de EU met elkaar significant ten opzichte van de gemiddelde Nederlander die op andere partijen stemt.

Wat uit het onderzoek blijkt is dat FvD’ers iets negatiever denken over het door de EU verplicht opgelegde opnemen van asielzoekers en het verminderen van immigratie van buiten de EU dan PVV’ers. Maar dat maakt FvD’ers vooral sterk anti-immigratie. Dat heeft op zich niks te maken met hun houding tegenover de EU.

Het standpunt van FvD over de Europese Unie staat op de site. Het betoog in deze paragraaf komt erop neer dat de EU niet te hervormen is, en Nederland er daarom uit moet stappen. Dat moet via een referendum. Dat is een verdedigbaar standpunt, maar omdat FvD het beredeneert met aannames die niet onderbouwd worden maar claims blijven, zoals ‘De EU is grenzeloos uitgedijd en verworden tot een volstrekt ondemocratische moloch’ en ‘Het is een achterhaald bestuursmodel; een kartel bovenop het kartel’ draait deze paragraaf vooral in zichzelf rond. Als een draaitol die graag de aandacht op zichzelf vestigt en nergens start en nergens landt.

FvD spreekt zichzelf tegen als het zegt: ‘De open grenzen leiden tot ongecontroleerde immigratie en een hoger risico op terreuraanslagen’. Als dit zo is, wat zeer te betwijfelen valt, dan is dit des te meer een reden om dit aan te pakken door het beleid te veranderen en zo de EU te hervomen. Dat is in praktijk ook precies de realiteit van het migratiebeleid van de EU sinds de Turkije-deal uit 2015 van Rutte en Merkel met Erdogan.

De volgende zin verdient extra aandacht omdat het perfect aantoont hoe FvD feiten uit meningen laat volgen: ‘(..) roekeloos avonturisme (zoals bijvoorbeeld het dramatische Associatieverdrag met Oekraïne, dat een burgeroorlog en een conflict met Rusland veroorzaakte’. Daar valt los van het slordig en overbodig gebruik van adjectieven veel op af te dingen. Zo is er sinds 2014 geen sprake van ‘burgeroorlog‘ in Oost-Oekraïne, maar van een oorlog tussen landen: Oekraïne en de Russische Federatie. Reguliere (speciale) troepen van de Russische krijgsmacht opereren sinds 2014 onrechtmatig op Oekraïens grondgebied, te weten de Donbas en de Krim en doen ermee volgens de meerderheid van de wereldgemeenschap de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne geweld aan. De associatie overeenkomst van de EU met Oekraïne kent een lange voorgeschiedenis van 20 jaar onderhandelingen. Op 21 november 2013 was het niet de EU die roekeloos handelde, maar zette het Kremlin de toenmalige pro-Russische Oekraïense president Viktor Janoekovitsj onder druk om de onderhandelingen op te schorten. Dit werd de aanleiding voor de Maidan-opstand van februari 2014 toen Janoekovitsj zich gedwongen voelde om naar de Russische Federatie te vluchten. Het was het Kremlin die de eigen invloed in Oekraïne had overschat, Oekraïne geen neutrale en autonome positie tussen Oost en West gunde en dit conflict eigenhandig had veroorzaakt. FvD stelt de feiten verkeerd voor.

Door de afwijzing van de muntunie en de euro wil FvD terugkeren naar de situatie van voor 2002, toen Nederland de gulden had. Hiermee kiest FvD voor een Nederland dat op zichzelf wordt teruggeworpen en afhankelijk is van andere landen. Zoals het wispelturige VS van Trump of een economisch agressief China die regeren via macht en geen compassie hebben voor zwakke landen. Met losvaste verdragen en lidmaatschap van de Europese Economische Ruimte kan Nederland geen vuist maken. Door te kiezen voor de gulden zou Nederland zich afhankelijk maken van het internationale betalingssysteem SWIFT dat door de VS wordt gedomineerd. Van ontwikkelingen om de euro als internationale betalingsmunt naast en in plaats van de dollar te gebruiken zodat de onafhankelijkheid van de EU-lidstaten wordt veiliggesteld neemt de FvD afstand. Dat is een kortzichtige en eerlijk gezegd nogal naïeve politiek die Nederland en de Nederlanders beschadigt.

Waarom de FvD niet inzet op de eis voor een harde en stevige hervorming van EU en de Eurozone is het raadsel van deze paragraaf. Ondanks het beeld dat NRC van de achterban van FvD schetst is die niet sterker anti-EU dan de achterban van de PVV. De enige logische verklaring voor alle ongerijmdheden en onwaarheden in deze paragraaf is dat partijleider Baudet niets met de feiten en het welzijn van de Nederlanders heeft, maar vooral een spel speelt dat bestaat uit negativisme en balorigheid die zijn eigen profilering moet dienen. Meer is het niet. Het valt vooral de meelopers in FvD te verwijten dat ze hierin Baudet kritiekloos volgen. Ze geven hem de gelegenheid en laten zich zonder tegenspraak kleinmoedig verleiden tot het volgen van onwaarheden.

Foto: Schermafbeelding van paragraafEuropese Unie’ op de site van FvD.

Tsipras neemt ontslag. Wat nu? Paul Mason doet verslag

Economisch redacteur van het Britse Channel 4 News Paul Mason geeft zijn visie op de laatste ontwikkelingen in Griekenland. Premier Alexis Tsipras maakt een beredeneerde gok door zich te bevrijden van z’n linkervleugel. Hij heeft parlementsverkiezingen voor 20 september aanstaande voorgesteld om zich te bevrijden van het Linkse Platform binnen Syriza dat tegen de euro en de economische maatregelen ageert.

Mason meent dat Tsipras een goede kans maakt om de opnieuw de grootste partij aan te voeren. Belangrijk vanwege de bonus van 50 zetels die de grootste partij krijgt. Wat hij aan de linkerkant verliest, kan Tsipras aan kiezers in het centrum winnen. Inmiddels hebben zo’n 25 parlementsleden van het Linkse Platform zich afgesplitst en vandaag de nieuw partij Eenheid van het Volk opgericht. Leider wordt de communistische oud-minister van Energie Panagiotis Lafazanis. Probleem voor Alexis Tsipras lijken echter niet de ideologische tegenstanders die zich afsplitsen in de nieuwe partij, maar de tegenstanders die om strategische redenen Syriza niet verlaten. En in de toekomst van binnenuit fundamentele oppositie tegen Tsipras blijven voeren.

Eind goed, al goed? Als Tsipras de verkiezingen wint en alleen of met centrumpartijen een coalitieregering vormt, dan is er een goede basis voor het doorvoeren van de modernisering van overheid en maatschappij. Alexis Tsipras is de enige Griekse politicus die op dit moment met nieuw realisme de Grieken en de Europese instellingen bij elkaar kan brengen. Een smalle basis voor hoop op een betere toekomst voor Griekenland.

Splitsing in Syriza biedt Tsipras kans destructieve krachten achter zich te laten

sy

Economisch publicist Hugo Dixon meent dat een splitsing in Syriza het goede nieuws is in de huidige Griekse crisis. Hij bedoelt hiermee dat het Linkse Platform dat zo’n 35% van de partij uitmaakt en herhaaldelijk tegen het beleid van het kabinet stemt de partij verlaat en de weg vrijmaakt voor premier Alexis Tsipras voor samenwerking met partijen in het centrum. Syriza is een samenwerkingsverband van verschillende linkse politieke organisaties dat varieert van communisten en milieu-activisten tot sociaal-democraten. Syriza als geheel is niet tegen de EU, maar wel kritisch op de bezuinigingen. Communisten als Panagiotis Lafazanis of Yanis Varoufakis zijn op 17 juli 2015 door Tsipras uit het kabinet gezet. Niet alleen omdat ze tegen Tsipras ageerden, maar ook omdat ze zich tegenover euro en EU opstelden. Hiermee overschreden ze een grens.

Wie afgelopen maanden berichten op Nederlandse sociale media heeft gevolgd zal verbaasd gestaan hebben over de veelvuldige verwijzing naar Amerikaanse topeconomen als Paul Krugman, Joseph Stiglitz en Jeffrey Sachs -en de zelfverklaarde ster van tweede categorie Yanis Varoufakis- die door sommigen hartstochtelijk geadoreerd werden als popster-achtige verzetsstrijders die zich tegen de Duitse almacht verzetten. Naïviteit was te wijdverbreid om telkens te weerleggen. De paradox was dat types als Varoufakis en Krugman toegaven ongeschikt te zijn voor de praktische politiek, maar niet ophielden Griekenland de verkeerde weg te wijzen.

Yannis Palaiologos zet het in een tussenbalans voor het rechtse Kathimerini op een rijtje. Met hun adviezen toonden deze Amerikaanse economen aan weinig van de Europese praktische politiek te begrijpen. Door de willekeur van hun beweringen bevestigden ze dat economie geen wetenschap is, maar niet meer dan een pseudowetenschap die geen dwingende verklaringen biedt. Dat verdiende het gezag niet dat zij het afgelopen jaar in de media kregen. De herwaardering van premier Tsipras is winst voor de politiek boven de economie.

Foto: Tweet van Hugo Dixon.

Griekenland dat niet zelf gelooft in hervormingen is een komedie

Tragic_comic_masks_-_roman_mosaic

Griekenland blijft de gemoederen bezig houden en het leidt tot discussies waarbij emoties hoog oplopen. De miljardensteun aan Griekenland waaraan ook de Nederlandse belastingbetaler meebetaalt laat niemand koud. Er zijn posities te onderscheiden. 1) Pro-Europeanen die een Grexit willen voorkomen omdat de opbouw van de EU onomkeerbaar moet zijn; 2) Pro-Europeanen die Griekenland als besmettingshaard zien en uit de eurozone willen zetten met als consequentie het stoppen van miljardensteun; 3) Eurosceptici die een Grexit aangrijpen doordat dit de EU verder verzwakt; 4) Ideologen die de kwestie Griekenland als middel aangrijpen om de EU te verzwakken; 5) Pragmatici die de schade willen beperken door het compromis, het delen van verantwoordelijkheid en het voorkomen van een labiel Griekenland waarvan het de vraag is tot wat dat leidt.

Tot deze week was ik voor steun aan Griekenland, maar na de woorden van de Griekse premier Alexis Tsipras dat hij zelf niet in hervormingen gelooft maar ze uitvoert omdat hij gedwongen wordt ben ik van gedachte veranderd. Als zelfs het besef bij de Griekse regering ontbreekt dat hervormingen van de Griekse economie nodig zijn voor Griekenland en de Grieken zelf, dan begrijp ik niet hoe Griekenland de komende drie jaren kan hervormen. Zoals Guntram B. Wolff zegt: ‘Overall, the best outcome would be a real deal with less austerity but serious reforms in Greece.’ Want hoe kan een land hervormen als het daarvan zelf de zin niet inziet? Landen kunnen een ander land niet dwingen te hervormen. Het houdt op als zo’n land niet gered wil worden.

Wie afgelopen weken de media volgde kwam aan elkaar tegengestelde verhalen tegen die elk als ultieme waarheid werden verkondigd. Zelfs iemand als theatermaker George van Houts die ik hoogacht vanwege zijn kritiek op de geldschepping door banken liet zich gaan in een FB-posting: ‘Duitsland is aan De Derde Wereldoorlog begonnen’. Zo diep daalt soms het niveau. Het wijst op een snelle radicalisering en het uit het oog verliezen van de realiteit. Zeker voor iemand die op sociale media in het kruisvuur van zo’n debat met hardliners terechtkwam was het een onaangenaam, maar ook leerzaam neveneffect van de Griekse crisis.

Er is zoveel meer over te zeggen. Ik zou liever willen dat de miljarden aan landen werden gegeven met een bevolking die dat positief beoordeelde en niet sikkeneurig en chagrijnig reageerde zoals veel Grieken die weigeren te erkennen dat het uiteindelijk door eigen onvermogen de put voor zichzelf gegraven heeft waar het nu in is gevallen. Ik zou willen dat de steun die nu naar Griekenland gaat naar landen ging waar steun doelmatiger dan in Griekenland door een constructieve regering zou kunnen worden ingezet. Zoals Afrikaanse landen die een lager welvaartspeil hebben dan Griekenland of Oekraïne dat verlegen zit om financiële steun.

Het spookverhaal dat Griekenland wordt uitgeperst door de banken of de instellingen van de EU is onjuist. De rente die het in 2014 betaalde op de leningen is volgens Zsolt Darvas van denktank Bruegel met 2,6% van het bbp draaglijk en lager dan landen als Portugal, Ierland of Spanje moesten ophoesten. Juist Griekenland heeft zachte voorwaarden voor de leningen, wordt niet onderhorig gemaakt aan andere landen maar is jarenlang alle ruimte gegeven om eigen kansen te grijpen. Die het weigert te grijpen ondanks alle toeschietelijkheid. Dat ondanks ideologische verhalen die bewust verwarring zaaien vanuit ideologische redenen die weinig met Griekenland te maken hebben en voorbijgaan aan de verbetering van de positie van de economie en de Grieken. Trek dan de stekker er maar uit. Vele Grieken en de Griekse regering geloven toch niet in zichzelf. 

Foto: ‘Tragic Comic Masks of Ancient Greek Theatre represented in the Hadrian’s Villa mosaic.’

Tsipras’ draai: ommekeer of misleiding? We kunnen het niet weten

Is de Griekse regering vannacht vernederd door de Europese regeringsleiders uit de eurozone? Mede als vergelding voor de uitlatingen van de inmiddels ontslagen Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis die de schuldeisers van Griekenland van terrorisme beschuldigde. Van de geloofwaardigheid van de Griekse regering die buiten Griekenland toch al minimaal was is niets meer over nu het maatregelen moet slikken die het in het door Syriza gesteunde referendum vorige week nog verwierp. Bij premier Alexis Tsipras lijkt het kwartje eindelijk  gevallen, na 5 maanden tegenwerking en vertraging. Tsipras’ draai is een ommekeer die in de verteltechniek peripeteia wordt genoemd. Het is de vraag hoe het in de praktijk uitpakt. Als de afspraken in de uitvoering gesaboteerd worden, dan was er toch geen sprake van een ommekeer, maar van mimesis als nabootsing van de Brusselse werkelijkheid. Dat weten we pas achteraf. En dat was exact het probleem.

Het nieuws over Griekenland: er is geen nieuws. Hoe lang nog?

Het overleg van de ministers van Financiën van de eurozone gaat op zondag verder in Brussel. Het overleg van de regeringsleiders is afgelast. Niemand weet hoe het zal eindigen. Speculaties en spin nemen toe. De een zegt dat de kans op een Grexit nu 95% is, de ander legt de schuld bij ex-minister Yanis Varoufakis of bij de Finnen. Naast de scepsis of de Griekse voorstellen wel opbrengen wat de Griekse regering suggereert is er een gebrek aan vertrouwen of de Grieken de plannen wel kunnen en willen uitvoeren. Niemand weet of vandaag beslist wordt of een besluit wordt doorgeschoven. Maar hoe reageren bij een uitblijven van een overeenkomst op maandagochtend de markten? Het overleg gaat niet om Griekenland alleen, maar om de machtsverhouding tussen landen. De Duitse vice-premier Sigmar Gabriel zegt voor een gemeenschappelijke en gecoördineerde aanpak met Frankrijk te gaan. In Griekenland wacht een verbreding van de regering. Wat een onzekerheid. 

Spanning over Griekenland stijgt: Grexit of Gremain?

De Griekse ‘hervormingen’ zijn een slimme wisseltruc. Ze bieden zo’n 12 miljard euro aan ombuigingen in ruil voor 53,5 miljard euro contant geld. De Griekse banken staan op instorten met sociale onrust tot gevolgen, en de economie komt tot stilstand. Hoewel de voorstellen alles weerspreken waarvoor de Syriza-regering zich de afgelopen maanden sterk maakte bieden ze toch weinig zicht op een concurrerende Griekse economie die de eigen boontjes kan doppen. Griekenland blijft afhankelijk van subsidies ondanks de belofte om nu eindelijk 30 jaar achterstallig onderhoud aan te pakken. Vraag is of de hardliners aan beide zijden overstemd worden door de goedwillenden die om politieke redenen willen doormodderen met de Grieken. Blijft Syriza gedurende de looptijd van 3 jaar verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering als de sociale onrust is afgezwakt?

Tsipras de wacht aangezegd door eurolanden. Werkt hij mee?

Ondanks het falen van de achtereenvolgende Griekse regeringen van de afgelopen 30 jaar en de bewust destructieve en onbewust ondoelmatige opstelling van de huidige neo-marxistische regering van Syriza is het toch niet verstandig om Griekenland uit de eurozone te gooien. Hoewel het land het niet verdient om er deel van uit te maken. Griekenland heeft het vertrouwen beschaamd. De reden om Griekenland toch tegemoet te komen is niet economisch, maar politiek. Daarbij gaat het niet aan om gewone Grieken te bestraffen voor het falen van hun politieke klasse. Europa schiet niets op met een falende staat die door Rusland of China als middel gebruikt wordt om de EU verder te verzwakken. Zoals president Lyndon B. Johnson zei: ‘It’s probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in.’ Syriza blijft het probleem. Electoraal zal het de laatste maanden aan kracht gewonnen hebben, maar met 36,3% vertegenwoordigt het niet de meerderheid van de Grieken. De EU moet Syriza neutraliseren zonder inmenging in de Griekse politiek.

EU moddert voort bij gebrek aan beter. Ook bij Griekse ‘nee’-stem

4784.shutterstock europe night original.jpg-550x0

Uitslagen wijzen op een ‘nee’-stem bij het Griekse referendum. Heeft de EU het laten liggen? Radicalen als  Marine Le Pen, Nigel Farage, de Gouden Dageraad en Syriza met Alexis Tsipras zijn tegenstanders van Brussel. Extremisten aan de linker- en de rechterzijde zetten zich bewust af tegen de EU met de opzet de macht ervan te ondermijnen. Politieke leiders in Moskou en Beiijng wrijven in hun handen van genoegen, en in Washington neemt de ergernis toe over wat er in Brussel gebeurt. De Europese belastingbetaler voelt het bedrog over de belofte van de eigen ministers dat er geen belastingcenten naar Griekenland zouden gaan. En steigert.

Straks heeft iedereen een kater. Want het ziet er niet naar uit dat zelfs met een ‘nee’-stem de Griekse regering betere voorwaarden kan bedingen voor nieuwe leningen. De kans op het omgekeerde is levensgroot. Dan volgt een Grexit en moeten de Grieken het met de heringevoerde drachme helemaal zonder vangnet doen. Noord-Europa heeft zich afgelopen jaren op zo’n Grexit voorbereid, dus kan dat economisch en mentaal aan. Wat Syriza nog kan redden is de politieke druk van de VS om Griekenland binnen de eurozone te houden, en Putin buiten de deur te houden. Maar wie gaat de rekening betalen? Het IMF met steun van de Amerikanen?

Is een EU die niet om weet te gaan met extreme tegenstanders in eigen kring de moeite om gered te worden? Een argument is altijd dat Europese landen samen moeten werken om in de wereld iets voor te stellen. Dat klinkt aannemelijk. Maar wat Griekenland en ook Oekraïne nou juist duidelijk maken is dat de lidstaten van de EU niet samenwerken, en over elk onderwerp verdeeld zijn. Overeenstemming gaat in elk geval nooit vanzelf.

Moeten er meer bevoegdheden komen met als inzet een politieke unie zodat de EU coherenter en doelmatiger kan optreden of moet de EU uitgekleed worden richting vrijhandelszone met versterking van de natiestaten? Alles lijkt beter dan wat er nu in Brussel gebeurt. Deze vraag die de Europese burgers gesteld zou kunnen worden zouden ze waarschijnlijk vanuit hetzelfde sentiment taxeren als de vraag die de Grieken vandaag beantwoordden. Met de hoop dat het beter wordt en de kans wordt onderschat dat een situatie die slecht is nog slechter kan worden. Wat een ellende. De EU-lidstaten hebben als beste optie voort te modderen.

Foto: Europa.