Sanders doet er verstandig aan de bourgeoisie niet te epateren door zich socialist te noemen. Want hij is een sociaal-democraat

Econoom Paul Krugman heeft kritiek op de Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders. Niet vanwege zijn beleidsprogramma, maar vanwege zijn marketing of de branding van zijn persoon. Sanders noemt zich socialist en soms, maar niet altijd laat hij dat voorafgaan door het adjectief democratisch. Krugman meent dat Sanders hiermee een fout maakt en hij Trump en de Republikeinse partij onnodig munitie geeft. Zoals Paul Krugman zegt, de term socialist roept eerder de associatie met Venezuela of Stalin op, dan met Denemarken.

In een gesprek voor Democracy Now! gaat Krugman in gesprek met econoom Richard Wolff. Krugman is mede uitgenodigd vanwege zijn artikelBernie Sanders Isn’t a socialist; But he plays one on TV. That’s a problem’ in de New York Times van 13 februari 2020. Het is een gesprek tussen doven. Wolff laat niet goed tot zich doordringen wat Krugman zegt en grossiert in historische vergezichten. Krugman is het niet vanwege het beleid met Sanders oneens, maar vanwege de marketing van dat beleid. In het debat waagt Krugman zit er niet aan om het verschil tussen een socialist, een democratisch socialist en een sociaal-democraat uit te leggen. Dat komt mede omdat Wolff claimt dat het socialisme een brede beweging is die lastig af te bakenen is. Voor de praktische politiek waar dat soort nuancering en onderscheid niet gehoord wordt is dat niet zinvol.

Ik ben het eens met Krugman en vindt het onverklaarbaar dat Sanders’ campagneteam de term ‘socialist’ blijft hanteren in de marketing van Sanders persoon. Krugman geeft in zijn artikel de volgende verklaring: ‘Dus waarom noemt Sanders zichzelf een socialist? Ik zou zeggen dat het vooral om personal branding gaat, met een vleugje vreugde over het shockeren van de bourgeoisie. En deze zelfgenoegzaamheid deed geen kwaad zolang hij maar een senator uit een zeer liberale staat was.’ Ik zie ook  een andere verklaring, namelijk de dynamiek en machtsverhouding binnen de campagne en het aanspreken van de meest actieve achterban, de links-radicalen of zeer progressieven. Daarnaast blijft Sanders ondersteund en gevoed worden door links-alternatieve media die hem ondubbelzinnig een socialist noemen. Of ze daarmee dezelfde blauwdruk van de VS voor ogen hebben als Sanders en zijn campagenteam valt te bezien. Zo blijft de onzekerheid in stand.

Nu Sanders afstevent op de Democratische nominatie, hoewel die nog niet zeker is, maar hij in elk geval de koploper is, lijkt de tijd gekomen om afscheid van de verwarrende term socialist te nemen. Het merkwaardige is dat Sanders de term socialist blijft gebruiken, terwijl hij notabene als referentiepunt de Scandinavische sociaal-democratie heeft. En zeker niet Venezuela, Nicaragua of de Sovjet-Unie van Stalin. Maar dat misverstand houdt hij op dit moment wel in de wereld. Nogmaals, dat is onbegrijpelijk, onnodig en schadelijk.

Bij een artikel op RawStory schreef ik op 23 februari 2020 een reactie. Ik had Krugmans artikel toen nog niet gelezen: ‘That is why the Sanders campaign team would be wise to avoid the term ‘socialism’ and use the term ‘social democracy’ because of the association. In Europe, that difference is clear to every citizen, but it is possible that the US, due to a different history and relative isolation from the rest of the world, does not fully understand what the terms mean and what emotional value they represent. It is striking that this difference was also not picked up by the author of the article.’ We zullen zien hoe Sanders’ personal branding evolueert.

Foto 1: Schermafbeelding van deel opinie-artikel van Paul Krugman ‘Bernie Sanders Isn’t a Socialist; But he plays one on TV. That’s a problem’ in de New York Times, 13 februari 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelSen. Bernie Sanders to explain his democratic socialist views’ in USA Today, 18 november 2015.

Splitsing in Syriza biedt Tsipras kans destructieve krachten achter zich te laten

sy

Economisch publicist Hugo Dixon meent dat een splitsing in Syriza het goede nieuws is in de huidige Griekse crisis. Hij bedoelt hiermee dat het Linkse Platform dat zo’n 35% van de partij uitmaakt en herhaaldelijk tegen het beleid van het kabinet stemt de partij verlaat en de weg vrijmaakt voor premier Alexis Tsipras voor samenwerking met partijen in het centrum. Syriza is een samenwerkingsverband van verschillende linkse politieke organisaties dat varieert van communisten en milieu-activisten tot sociaal-democraten. Syriza als geheel is niet tegen de EU, maar wel kritisch op de bezuinigingen. Communisten als Panagiotis Lafazanis of Yanis Varoufakis zijn op 17 juli 2015 door Tsipras uit het kabinet gezet. Niet alleen omdat ze tegen Tsipras ageerden, maar ook omdat ze zich tegenover euro en EU opstelden. Hiermee overschreden ze een grens.

Wie afgelopen maanden berichten op Nederlandse sociale media heeft gevolgd zal verbaasd gestaan hebben over de veelvuldige verwijzing naar Amerikaanse topeconomen als Paul Krugman, Joseph Stiglitz en Jeffrey Sachs -en de zelfverklaarde ster van tweede categorie Yanis Varoufakis- die door sommigen hartstochtelijk geadoreerd werden als popster-achtige verzetsstrijders die zich tegen de Duitse almacht verzetten. Naïviteit was te wijdverbreid om telkens te weerleggen. De paradox was dat types als Varoufakis en Krugman toegaven ongeschikt te zijn voor de praktische politiek, maar niet ophielden Griekenland de verkeerde weg te wijzen.

Yannis Palaiologos zet het in een tussenbalans voor het rechtse Kathimerini op een rijtje. Met hun adviezen toonden deze Amerikaanse economen aan weinig van de Europese praktische politiek te begrijpen. Door de willekeur van hun beweringen bevestigden ze dat economie geen wetenschap is, maar niet meer dan een pseudowetenschap die geen dwingende verklaringen biedt. Dat verdiende het gezag niet dat zij het afgelopen jaar in de media kregen. De herwaardering van premier Tsipras is winst voor de politiek boven de economie.

Foto: Tweet van Hugo Dixon.