Gebaseerd op Snowden-documenten onderzoekt Channel 4 in samenwerking met WDR en Süddeutsche Zeitung hoe de Britse geheime dienst GCHQ en Britse telecombedrijven de afgelopen jaren samenwerkten in het bespioneren van burgers. Door het aftappen van onderzeese kabels of verdeelstations waar die kabels samenkomen. Channel 4 geeft een samenvatting evenals Ryan Gallager voor The Intercept.
Toegenomen maatschappelijke bewustwording maakt dat spionage die enkele jaren geleden als wettelijk werd gezien niet langer als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Het is een moeizaam proces om gevestigde politici en ambtenaren tot inzicht en beleidsverandering te brengen. Zo lag aan het afluisteren van kanselier Merkel door de Britten waarschijnlijk een wettelijke machtiging ten grondslag. De vraag is niet alleen of massaal afluisteren of aftappen van data politiek verstandig of ethisch aanvaardbaar is -naast het capaciteitsprobleem waardoor massale spionage averechts kan werken- maar ook of het wettelijk is zo’n machtiging te geven.
Tekenend voor een ouderwetse manier van denken dat elk doel de massale, ongerichte spionage heiligt is het tegensputteren van de oud-chef van de GCHQ Sir David Osmand die uit een gesprek met Channel 4 en de Duitse parlementariër Konstantin von Notz loopt omdat-ie zijn trein zou moeten halen. Zonder het besef dat-ie de trein allang gemist heeft bij een veranderd denken over privacy en spionage dat de prioriteiten heeft gewijzigd in het voordeel van de burgerrechten. Paul Mason legt het voor Channel 4 overtuigend uit.