
Het openbaar onderwijs is verwaarloosd en moet opnieuw opgetuigd worden. Het kan opvoeden in het recht. De financiering van het bijzonder onderwijs is de crux. Dat moet gestopt. Artikel 23 kan blijven bestaan waar het de vrijheid van onderwijs betreft. Het geld dat vrijkomt door te stoppen met de financiering van bijzonder onderwijs kan doorgesluisd worden naar het openbaar onderwijs. Dat zal door extra middelen een kwaliteitsslag kunnen maken. Openbaar onderwijs wordt zo aantrekkelijker.
Tegenstanders van het einde aan de financiering van bijzondere scholen beweren dat daarmee scholen overgeleverd worden aan extremisten uit Iran, Vaticaanstad of Barneveld. Het zij zo. Dat zijn de vrije krachten in een open maatschappij. Oprichting van bijzondere scholen is een recht en wordt niet beëindigd. Wel de bekostiging ervan door de overheden.
Er kan onderwijskundig vervolgens gekozen worden voor diversificatie binnen het openbaar onderwijs. Dat hangt af van de verschillen tussen stad en platteland, van de opleiding van de ouders in de schoolomgeving en van de religieuze en levensbeschouwelijke inspiratie van de ouders.
Kinderen dienen weerbaar te zijn.
Dat kan door ze op neutrale wijze kennis te laten maken met religies en levensbeschouwingen. Kinderen zijn geen bezit van ouders. De overheid heeft de plicht om kinderen via het onderwijs zo breed mogeliijk op de maatschappij voor te bereiden. Tegenstanders van openbaar onderwijs willen hun kinderen eeuwig op een eiland houden. Voor hen komt het geschikte moment nooit om over te gaan op openbaar onderwijs.
Een basisoriëntatie religie en levensovertuiging in het openbaar onderwijs dient om kinderen in contact met diversiteit te brengen en overzicht te bieden. Met als doel om ze weerbaar te maken voor eenzijdige indoctrinatie. Door de salafistische moslim, de gereformeerde christen, de vrijzinnnige nihilist of de horizontale communist.
Religieuze of levensbeschouwelijke oriëntatie op openbare scholen dient het doel van weerbaarheid en informatie. Lessen die door externe vertegenwoordigers zelf gegeven worden zijn ongewenst omdat ze de doelstelling van de brede oriëntatie doorkruisen. Het kan alleen door onafhankelijke derden gegeven te worden omdat fundamentele kritiek in de lessen moet kunnen doorklinken.
Bijzonder onderwijs kan het beste indirect beconcurreerd worden door te zorgen dat het openbaar onderwijs door een meerderheid van de bevolking als beter wordt gezien. Dan neemt het belang van het bijzonder onderwijs op termijn vanzelf af. Dat vraagt om een inspanning van de overheid die nu ontbreekt.
Het bijzonder onderwijs in Nederland is grotendeels van christelijke signatuur. Deze positie wordt gecompliceerd door de opkomst van islamitisch onderwijs. Dat werd jarenlang met fluwelen handschoenen benaderd. Het was de eerste verdedigingslinie van het christelijk onderwijs. Maar de discussie is ouder dan de vestiging in de moderne tijd van moslims in Nederland. Het is historisch onterecht om alles ter herleiden tot het belang van het islamitisch onderwijs.
Omleiden van geldstromen van bijzondere naar openbare scholen gaat verder dan godsdienstonderwijs alleen. Het gaat om herfinanciering van het onderwijs. Bijzonder onderwijs past in een pluriforme samenleving, maar biedt onvoldoende basis. Het past bij een vorige fase van Nederlandse verzuiling. Toenemende fragmentering en diversiteit van Nederland vragen om een antwoord dat gebaseerd is op streven naar eenheid. Daarin kan openbaar onderwijs optimaal voorzien.
Foto: Zondagsschool in een christelijke kerk in China, 1895-1935
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...