Blogosfeer en plagiaat: de affaire Helene Hegemann

WikiLeaks heeft een vanzelfsprekendheid doorbroken. Namelijk dat gedrukte media onmisbaar zijn. Internet is in opkomst. Om dat proces te bespoedigen heeft Julian Assange samenwerking gezocht met prestigieuze gedrukte media als The Guardian, El País, Le Monde, Der Spiegel en The New York Times.

Bloggers worden gerekend tot de burgerjournalistiek. Ze verschillen onderling enorm. Soms opereren ze alleen, soms zijn ze onderdeel of verlengstuk van een organisatie die iets wil bereiken. Soms zijn ze idealistisch, soms commercieel. Soms zijn ze goed ingevoerd in een onderwerp, soms niet. Soms houden ze zich aan journalistieke codes, soms niet.

In Duitsland zorgde de jonge schrijfster Helene Hegemann in januari 2010 voor veel ophef. Haar roman Axolotl Roadkill werd goed ontvangen. De Franse L’Express zag in Hegemann de Berlijnse Sagan en het Duitse Bild Charlotte Roche. Hegemann die ook een succesvol actrice en regisseuse is werd de hemel in geprezen voor haar rauwe roman met sex, drugs en rock and roll over de generatie nul.

In februari 2010 kwam de omslag. Het wonderkind werd een total loss om met de grote schrijver te spreken. Blogger Deef Pirmasens wees op zijn blog gefuehlskonserve.de op de gelijkenissen tussen Axolotl Roadkill en de roman Strobo van de Berlijnse blogger Airen. Had Helene Hegemann alles gejat, Alles nur geklaut?

Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding. Auteurs als Sonja Bakker, René Diekstra of Adriaan van Dis werden ervan beschuldigd. Ernst van Alphen maakt onderscheid in soorten plagiaat: Plagiaat is altijd verwerpelijk, maar Van Dis maakt het hier wel erg bont. Hij zet zich in Een Barbaar in China continu af tegen de opinie van zogenaamde Chinakenners. Zijn visie op China zou authentiek zijn, want hij is een leek, een toerist. Zo probeert hij zijn lezers te winnen voor zijn overwegend negatieve visie op China. Van Dis’ visie is echter weinig authentiek wanneer deze voor grote gedeeltes overgeschreven is van Vikram Seth.

Plagiaat kent dus een overtreffende trap. Betrapte auteurs verdedigen zich doorgaans dat ze vergaten waren iets gelezen te hebben dat ze zich blijkbaar onbewust eigen hadden gemaakt. Dat betreft dan zinswendingen, zeldzame feitjes of meningen. Daar moeten we maar niet te moeilijk over doen in onze sample-cultuur, hoewel een bronvermelding voorwaarde blijft. Maar waar het paginalange citaten of de kunstmatige pose van Van Dis betreft past kritiek. Bij Hegemann gaat het slechts om gelijkenissen in passages.

Bloggers lusten er ook pap van. Gedrukte media en Wikipedia worden leeggeplukt om eigen teksten met gejatte citaten op te pimpen. Lenen van anderen wordt maatschappelijk aanvaard, maar dan mag een correcte bronvermelding niet ontbreken. Bloggers die dat nalaten bezorgen de blogosfeer een beroerde naam.

Door ontwikkeling en opkomst van de serieuze journalistiek op internet wordt het echter tijd voor nader onderscheid. The Huffington Post, WikiLeaks, Politico, Salon of Slate zijn onvergelijkbaar met minder journalistieke uitingen. Journalisten van gedrukte media hebben gelijk in hun kritiek op de jatters van de blogosfeer. Maar ze vergeten dat zij voor hun berichtgeving vaak even een rondje Slate, Huffington of Politico doen. Soms roepen de zichtbare restanten van die strooptocht in hun kolommen een voldane glimlach op.

In de afloop van de affaire Helene Hegemann heeft consensus overwonnen. Na de onthulling door Deef Pirmasens gaf Hegemann toe voor haar roman passages van Airen gebruikt te hebben. Maar vervolgt Wikipedia: Hegemann gab dabei zunächst an, den Roman selbst nicht zu kennen, sondern die Passagen aus Airens weitgehend textidentischem Blog übernommen zu haben. Kurz darauf wurde jedoch bekannt, dass im August 2009 Airens Buch über den Amazon-Account ihres Vaters bestellt worden war.

Helene Hegemann heeft dus met andermans veren gepronkt, zoals SuKuLTuR Verlag antwoordt op de verdediging van Hegemann en uitgeverij Ullstein. Helmut Krausser heeft gelijk als-ie zegt: Diefstal blijft diefstal. Ondanks alle mooie praatjes van Hegemann en haar uitgever. En de roman Strobo van Airen die door Hagemann geplukt werd is in de herfst van 2010 als pocketboek bij Ullstein verschenen. Eind goed, al goed. Het ongenoegen is afgekocht. Sex, drugs en rock and roll moeten immers verkocht worden.

Foto: Omslag Axolotl Roadkill van Helene Hegemann