Intolerantie van radicaal-links en veroordeling via sociale media. Waarom reageert de #MeToo-beweging zo fel op Ian Buruma?

De Nederlands-Amerikaanse publicist Ian Buruma voelde zich gedwongen om vanwege negatieve publiciteit op sociale media ontslag te nemen als hoofdredacteur van de New York Review of Books. Dit vanwege de plaatsing van een essay van de Canadese muzikant, schrijver en voormalige radiopresentator Jian Ghomeshi in een themanummer over #MeToo-daders die niet door de justitie maar door sociale media zijn veroordeeld. In 2016 werd hij vrijgesproken van aanranding in een rechtszaak. In een artikel in VN noemt Ian Buruma het ‘intimidatie in de sociale media en door de universiteitspers.’ Hij geeft overigens toe dat het aankaarten van een gevoelig thema als #MeToo ‘door iemand die is beschuldigd van vrouwenmishandeling niet de ideale vorm om dat thema mee aan te kaarten’ is. Een interview met Buruma in Slate riep bij HuffPost’s Lydia Polgreen in een tweet nog meer woede op dan het artikel van Ghomeshi, zo liet ze weten. De ironie is dat Buruma nu ook zonder tussenkomst van justitie door sociale media wordt veroordeeld en zijn functie verliest.

Hier is overduidelijk een cultuurstrijd aan de gang tussen radicaal-links en humanistisch-progressief waarvan Buruma een vertegenwoordiger is. Opinieleiders en nieuwsmedia kiezen partij en spreken zich uit. Brendan O’Neill van Spiked ziet Buruma als slachtoffer van wat hij het seksuele McCartyisme van de #MeToo-beweging noemt. In de #MeToo-beweging  ziet O’Neill onderhand meer wraak, censuur en hysterie, dan gerechtigheid.

De kwestie #MeToo-Buruma komt op een politiek gevoelig moment met de beschuldiging van Dr. Christine Blasey Ford van een poging tot verkrachting begin jaren ’80 door kandidaat-opperrechter Brett Kavanaugh. De Republikeinen in de Senaat willen hem zo snel mogelijk en zonder FBI-onderzoek van Fords aantijgingen in het Supreme Court benoemen. Een benoeming voor het leven die de politiek en cultuur van de VS voor decennia in conservatieve richting kan doen kantelen terwijl het land zelf progressiever wordt. Onder meer de herroeping van het belangrijke arrest Roe vs Wade (1973) over abortus lijkt in gevaar. Er wordt sterk vermoed dat Kavanaugh het ongrondwettelijk verklaren van een federaal verbod op abortus wil helpen herroepen.

De kwestie Buruma is uiteindelijk een vraag over doel en middelen. Waarom richten radicaal-linkse actievoerders van de #MeToo-beweging zich op dit moment zo fel tegen Buruma, terwijl de toekomst van de VS met de tussentijdse verkiezingen van november en de dreigende benoeming van Kavanaugh op het spel staat? Er valt weinig berekening en politiek realisme in te ontdekken, maar wel veel onbesuisdheid en emotie.

Hoe wordt iemand persoon van het jaar? Kan het Snowden niet zijn?

es

Update 10 oktober 2014: Malala Yousafzai en Kailash Satyarthi hebben de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. Is dat een moedige of een laffe keuze? Is dit een keuze voor een onschuldig soort a-politiek humanisme dat de confrontatie uit de weg gaat en de belangrijke landen niet tegen het hoofd stoot? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.

Update: Time heeft paus Franciscus uitgeroepen tot persoon van het jaar met de ‘donkere profeet’ Edward Snowden op de tweede plaats. Vermoedelijk vindt de paus dit zelf ook een onzinnige keus. Volgens The Switch in de Washington Post heeft Time het mis. De paus is weliswaar dynamisch, maar heeft in 2013 niet het nieuws beïnvloed. Edward Snowden wel. Politiek lijkt een tweede plek voor Snowden in de verkiezing van zo’n gevestigd medium het hoogst haalbare. Het zegt meer over het conformisme en het aanleunen tegen de macht van de gevestigde Amerikaanse media dan over het feit wie echt de belangrijkste persoon van 2013 is. 

Wat is er voor nodig om persoon van het jaar te worden? De verkiezing waarmee media het jaar bekronen en afsluiten. In elk geval politieke goedkeuring door de bazen van de nieuwsorganisatie. Maar dat niet alleen, het gaat vaak om exclusiviteit en bereikbaarheid. Dat wil zeggen medewerking aan een artikel of programma. Wat krijgt een omroep bijvoorbeeld terug voor de uitverkiezing van Edward Snowden? In elk geval geen beelden, want Snowden verschuilt zich in Rusland. Dat gaat dus niet, want zonder exclusieve beelden wagen omroepen zich er niet aan. ABC’s Barbara Walters zette zich in om Snowden de Top-10 lijst van meest fascinerende personen van het jaar aan te laten voeren, maar werd teruggefloten door haar bazen. Wat ontkend wordt.

Wat is dan de waarde om persoon van het jaar te worden? Dat The Guardian Edward Snowden tot persoon van 2013 maakt zal niet verbazen. Door Snowden, journalist Glenn Greenwald en hoofdredacteur Alan Rusbridger heeft de krant zich afgelopen jaar enorm geprofileerd. De uitverkiezing van Snowden is de kers op de taart. Een medium zet zichzelf graag in het zonnetje in de vakantieperiode met het oog op de losse verkoop. De verkiezing is marketing. Maar ook een endorsement, dus goedkeuring en onderstreping van de eigen koers. The New Yorker komt tot dezelfde conclusie: ‘No contents: Edward Snowden is person of the year.’

Media die Edward Snowden niet tot persoon van het jaar kiezen hebben wat uit te leggen. Wordt het een andere politieke keuze voor de Iraanse president Hassan Rohani, Vladimir Putin of een organisatie die zich inzet voor digitale burgerrechten? Of de minst-politieke keuze voor paus Franciscus, Nelson Mandela of het Pakistaanse meisje Malala? Zoals het Europarlement in oktober de Sacharovprijs niet aan Snowden, maar aan Malala toekende. In de lezerspoll van Time eindigde verrassend de Egyptische legerchef Abdel Fattah el-Sisi voor de Turkse premier Recep Erdoğan op de eerste plaats. Het Eurovisie songfestival scenario als exotische landen winnen door een trouwe achterban. Vandaag maakt Time bekend wie persoon van het jaar wordt. El-Sissi en Erdoğan hebben het niet tot de 10 genomineerden geschopt. Edward Snowden wel. De verkiezing zegt alles over de marketing en politieke koers van media. Dat bepaalt uiteindelijk de keuze. Meer is het niet.

1101031229_400

Foto 1: Schermafbeelding van Slate, 11 december 2013.

Foto 2: Person of the Year in 2003 van Time: de Amerikaanse soldaat.

Silent Circle wordt een probleem voor surveillance door overheden

Update 12 augustus 2013: In de Amerikaanse controlestaat was het ook voor buitenstaanders al lang duidelijk dat bedrijven als Lavabit of Silent Circle het lastig zouden krijgen. Beide bedrijven sloten afgelopen week preventief diensten. Ze weigeren onder een hoedje met de veiligheidsdiensten te spelen. Mede-oprichter van Silent Circle Phil Zimmermann legt uit in een interview met Om Malik. Hij roept op niet te berusten in de controlestaat, maar voor de idealen van internet- en informatievrijheid te blijven vechten: ‘we need to resist that temptation of cynicism and hold on to our ideals in order to bring about change and push back’.

Is Silent Circle het antwoord op surveillance door overheden? Een communicatiemiddel dat resistent is voor onderschepping. Deze week is het na meer dan twee jaar voorbereiding op de markt gekomen, aldus Slate. Het werkt met peer-to-peer encryptie, een centrale sleutel ontbreekt. Een unieke sleutel wordt per bericht aangemaakt en na het bericht verwijderd. Toepassingen zijn mobiele telefoons, iPad en straks ook e-mails.

Het ergerde initiatiefnemer Mike Janke dat een niet-afgeluisterd gesprek tegenwoordig geen vanzelfsprekend recht meer is. Hij ging aan de slag om een oplossing te vinden: ‘It offended what I thought were my God-given rights—to be able to have a free conversation‘. Gebruik van encryptie op deze manier is niet nieuw, maar de toepassing wel. Silent Circle maakt het gebruiksvriendelijk, en binnen handbereik van velen.

Overheden worden nerveus. Kunnen ze hun politieke tegenstanders nog wel afluisteren? Daarom is het logisch om te veronderstellen dat Silent Circle contact heeft met de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Probeert de CIA in te breken en spyware te plaatsen? Maar Janke ontkent dat en beklemtoont dat Silent Circle een open source is waar iedereen op kan voortbouwen. Bijvoorbeeld door het toevoegen van eigen codering.

Silent Circle opereert niet vanuit de VS, maar vanuit Canada omdat het daar vrijer is. Janke zegt dat als een overheid hem verplicht een achterdeur van een server open te zetten voor spionage door veiligheidsdiensten hij de boel sluit. Paradox is dat Silent Circle als uniek verkooppunt het niet afluisteren heeft. Maar in de technologische race tussen bedrijven en overheden is het lastig in te zien dat overheden dat ‘gat’ niet snel zullen dichten. Als het moet met afspraken, en anders door criminalisering en een verbod van Silent Circle.

Blogosfeer en plagiaat: de affaire Helene Hegemann

WikiLeaks heeft een vanzelfsprekendheid doorbroken. Namelijk dat gedrukte media onmisbaar zijn. Internet is in opkomst. Om dat proces te bespoedigen heeft Julian Assange samenwerking gezocht met prestigieuze gedrukte media als The Guardian, El País, Le Monde, Der Spiegel en The New York Times.

Bloggers worden gerekend tot de burgerjournalistiek. Ze verschillen onderling enorm. Soms opereren ze alleen, soms zijn ze onderdeel of verlengstuk van een organisatie die iets wil bereiken. Soms zijn ze idealistisch, soms commercieel. Soms zijn ze goed ingevoerd in een onderwerp, soms niet. Soms houden ze zich aan journalistieke codes, soms niet.

In Duitsland zorgde de jonge schrijfster Helene Hegemann in januari 2010 voor veel ophef. Haar roman Axolotl Roadkill werd goed ontvangen. De Franse L’Express zag in Hegemann de Berlijnse Sagan en het Duitse Bild Charlotte Roche. Hegemann die ook een succesvol actrice en regisseuse is werd de hemel in geprezen voor haar rauwe roman met sex, drugs en rock and roll over de generatie nul.

In februari 2010 kwam de omslag. Het wonderkind werd een total loss om met de grote schrijver te spreken. Blogger Deef Pirmasens wees op zijn blog gefuehlskonserve.de op de gelijkenissen tussen Axolotl Roadkill en de roman Strobo van de Berlijnse blogger Airen. Had Helene Hegemann alles gejat, Alles nur geklaut?

Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding. Auteurs als Sonja Bakker, René Diekstra of Adriaan van Dis werden ervan beschuldigd. Ernst van Alphen maakt onderscheid in soorten plagiaat: Plagiaat is altijd verwerpelijk, maar Van Dis maakt het hier wel erg bont. Hij zet zich in Een Barbaar in China continu af tegen de opinie van zogenaamde Chinakenners. Zijn visie op China zou authentiek zijn, want hij is een leek, een toerist. Zo probeert hij zijn lezers te winnen voor zijn overwegend negatieve visie op China. Van Dis’ visie is echter weinig authentiek wanneer deze voor grote gedeeltes overgeschreven is van Vikram Seth.

Plagiaat kent dus een overtreffende trap. Betrapte auteurs verdedigen zich doorgaans dat ze vergaten waren iets gelezen te hebben dat ze zich blijkbaar onbewust eigen hadden gemaakt. Dat betreft dan zinswendingen, zeldzame feitjes of meningen. Daar moeten we maar niet te moeilijk over doen in onze sample-cultuur, hoewel een bronvermelding voorwaarde blijft. Maar waar het paginalange citaten of de kunstmatige pose van Van Dis betreft past kritiek. Bij Hegemann gaat het slechts om gelijkenissen in passages.

Bloggers lusten er ook pap van. Gedrukte media en Wikipedia worden leeggeplukt om eigen teksten met gejatte citaten op te pimpen. Lenen van anderen wordt maatschappelijk aanvaard, maar dan mag een correcte bronvermelding niet ontbreken. Bloggers die dat nalaten bezorgen de blogosfeer een beroerde naam.

Door ontwikkeling en opkomst van de serieuze journalistiek op internet wordt het echter tijd voor nader onderscheid. The Huffington Post, WikiLeaks, Politico, Salon of Slate zijn onvergelijkbaar met minder journalistieke uitingen. Journalisten van gedrukte media hebben gelijk in hun kritiek op de jatters van de blogosfeer. Maar ze vergeten dat zij voor hun berichtgeving vaak even een rondje Slate, Huffington of Politico doen. Soms roepen de zichtbare restanten van die strooptocht in hun kolommen een voldane glimlach op.

In de afloop van de affaire Helene Hegemann heeft consensus overwonnen. Na de onthulling door Deef Pirmasens gaf Hegemann toe voor haar roman passages van Airen gebruikt te hebben. Maar vervolgt Wikipedia: Hegemann gab dabei zunächst an, den Roman selbst nicht zu kennen, sondern die Passagen aus Airens weitgehend textidentischem Blog übernommen zu haben. Kurz darauf wurde jedoch bekannt, dass im August 2009 Airens Buch über den Amazon-Account ihres Vaters bestellt worden war.

Helene Hegemann heeft dus met andermans veren gepronkt, zoals SuKuLTuR Verlag antwoordt op de verdediging van Hegemann en uitgeverij Ullstein. Helmut Krausser heeft gelijk als-ie zegt: Diefstal blijft diefstal. Ondanks alle mooie praatjes van Hegemann en haar uitgever. En de roman Strobo van Airen die door Hagemann geplukt werd is in de herfst van 2010 als pocketboek bij Ullstein verschenen. Eind goed, al goed. Het ongenoegen is afgekocht. Sex, drugs en rock and roll moeten immers verkocht worden.

Foto: Omslag Axolotl Roadkill van Helene Hegemann