Komt er een eind aan de papieren werkelijkheid van Museum Oud Amelisweerd? Wat moeten de Utrechtse politieke partijen doen?

b605ab1f3413908a249900fc38e7d5763d280f4171c99a3e53b2c3721d1e5e18

In media wordt het beeld opgeroepen dat de weigering van het Utrechtse college om een advies uit mei 2016 van een Advies Commissie Cultuur over Museum Oud Amelisweerd (MOA) voor een jaarlijkse subsidie van 75.000 euro niet over te nemen de nekslag voor dat museum is. Dat is in strijd met de feiten. Over 2014 vertoonde het MOA een tekort van 138.000 euro. Sinds 31 augustus 2012 exploiteert Stichting MOA landhuis Oud Amelisweerd. Vanaf het begin bestonden er over de exploitatie twijfels door de hoge kosten en de randvoorwaarden om inkomsten te genereren. Telkens werden plannen met de hakken of de sloot aanvaard door de Utrechtse raad. Dat kwam mede doordat andere exploitanten door de toenmalige cultuurwethouder Frits Lintmeijer (GroenLinks) niet waren aangezocht, zodat het MOA een machtspositie kon opbouwen en de Utrechtse raad aangewezen was op die ene exploitant van wie de bestuursvoorzitter in de marge van een commissievergadering kon uitroepen ‘ Wat is het alternatief?’ Nog steeds is het onverklaarbaar en niet in de volle openbaarheid gekomen waarom Lintmeijer eind 2010 geen openbare aanbesteding of pitch voor de bestemming van landhuis Oud Amelisweerd uitschreef, maar Utrecht in een chantabele positie liet belanden.

Daarnaast stelde Stichting MOA in de plannen dat ‘in de nieuwe situatie’ naar verwachting de ‘inkomsten door derden’ hoger zouden zijn dan in de oude situatie in Amersfoort. De gemeente Utrecht nam deze prognoses over, maar stelde wel dat het in de praktijk bewezen moet worden. Deze verwachtingen werden gefundeerd bevonden, maar bleven een papieren werkelijkheid. En zoals al in 2011 gevreesd werd ging het mis omdat de papieren in de plaats kwam van de echte werkelijkheid. De inkomsten door derden vielen tegen. Deels was dat buiten de schuld van Stichting MOA door de teruglopende economie en de afgenomen sponsoring van kunst en cultuur door rijksoverheid en bedrijfsleven, maar deels was het wensdenken tegen elk realisme in.

Nu halen de media twee aspecten door elkaar: het vastgoed en de bedrijfsvoering van de huidige exploitant. Met de suggestie dat die strikt met elkaar verbonden zijn. Dat is een misverstand. Uit debatten in de Utrechtse raad blijkt dat de partijen vanaf het begin onderscheid maakten tussen het vastgoed en de exploitant. Hoewel vooral GroenLinks het er moeilijk mee had. De gemeente Utrecht zag het als haar taak om landhuis Oud Amelisweerd op orde te brengen met een investering van 1.666.000 euro, waarna een exploitant het vastgoed mocht gebruiken onder de voorwaarde dat het zichzelf financieel zou bedruipen.

Na het besluit van het Utrechtse college om MOA voor de komende 4 jaar geen jaarlijkse subsidie van 75.000 euro toe te kennen is het museum niet bij de pakken neer gaan zitten, maar een publiciteitsoffensief gestart. De echte reden voor het niet opvolgen van dit advies is dat niet de gemeente Utrecht, maar exploitant Stichting MOA verantwoordelijk is voor de exploitatie. Een commissiebrief van 13 december 2011 maakt dat duidelijk: ‘De gemeente Utrecht als eigenaar van het vastgoed wordt in financiële en beheersmatige zin niet verantwoordelijk voor de exploitatie, de Armandocollectie en de nieuwe museumstichting.’

MOA benadert direct of via organisaties die het voor zich laat spreken media met de boodschap dat investeringen in erfgoed en kunst noodzakelijk zijn en zet Utrechtse politieke partijen onder druk om de subsidieaanvraag te heroverwegen. Landelijke media opereren onzorgvuldig en geven een verkeerd beeld door te spreken over ‘het schrappen van een subsidie’ zonder de achtergronden van de besluitvorming over Museum Oud Amelisweerd te geven. Zoals de NOS in een artikel doet. Maar er wordt geen subsidie geschrapt, maar een advies van een cultuurcommissie niet opgevolgd omdat het in strijd is met gemaakte afspraken tussen raad en gemeentebestuur, en college en Stichting MOA over de verantwoordelijkheid van de exploitatie. Dat was alle betrokkenen bekend, zodat de aanvraag voor een cultuursubsidie bij de gemeente Utrecht door de Stichting MOA als eenzijdig opzeggen van deze afspraak opgevat kan worden.

Partijen in de Utrechtse raad staan voor een dilemma. Ze zijn in 2012 in zee gegaan met exploitant Stichting MOA zonder dat er in de jaren 2010-2011 door het Utrechtse gemeentebestuur serieus gekeken is naar alternatieven. Deze bestonden wel, maar zijn nooit op tafel gekomen. Daarbij speelde een politieke afspraak tussen de gemeenten Utrecht en Amersfoort een rol omdat deze laatste gemeente eenzijdig een juridische afspraak uit 1998 over het Armando Museum verbrak. Toenmalig voorzitter Gerard de Kleijn van Amersfoort in C noemde dat ‘onbehoorlijk bestuur’ van het Amersfoortse college. De gemeente Utrecht liet het probleem op haar bordje schuiven. Nu blijkt uit te komen wat altijd al vermoed werd en als mogelijkheid in alle officiële documenten van die tijd werd geschetst, namelijk dat de huidige exploitant Stichting MOA het niet redt.

De partijen die de intentie hebben om landhuis Oud Amelisweerd een culturele of museale bestemming te laten behouden moeten goed beseffen wat dat inhoudt. Raadsleden moet kunnen oordelen aan de hand van de feiten. Een begin van een oplossing bestaat eruit dat via cultuurwethouder Kees Diepeveen aan een beleidsambtenaar van het type Hans van Oort gevraagd wordt om binnen enkele weken in een notitie in kaart te brengen 1) hoe de afspraken tussen de gemeente Utrecht en de huidige exploitant Stichting MOA luiden over het gebruik van het vastgoed en de investeringen, 2) wat hiervan de financiële consequenties zijn en 3) wat de voor- en nadelen van de terugvaloptie of een andere exploitant zijn. Het is in het belang van gemeente en publiek dat landhuis Oud Amelisweerd een levensvatbare exploitant heeft en dat het debat niet gegijzeld wordt door emoties. Maar vooral: het is in het belang van het vertrouwen in de politiek dat het zich aan eigen afspraken houdt zonder die oneigenlijk op te rekken, ook als dat betekent in een zure appel te moeten bijten.

Foto: Benedenkamer landhuis Oud Amelisweerd. Tentoonstelling ‘De verboden kamers van Amelisweerd. Exotische ambiances in de Chinese salons met Chinese kunst’ met Ben van Os. Foto: Paul van Galen, 1991.

Museum Flehite en het noodlot van Amersfoort: anti-politiek

Een filmpje van Rabobank TV uit april 2013 over Museum Flehite valt te lezen als de aankondiging van een ramp. Als het noodlot dat als gevolg van een besluit van een hogere macht onafwendbaar is. Het lot slaat op enig moment toe omdat het in zijn aard ligt. In Amersfoort is die hogere macht geen verticale macht die als het ware achter de wolken huist, maar een gezelschap dat voortkomt uit de plaatselijke politiek en zich aan de normale democratische controle onttrekt. Een middelgrote gemeente met 150.000 inwoners is blijkbaar net groot genoeg om zo’n informeel netwerk in stand te houden, maar te klein om het te kunnen corrigeren.

De economische crisis kastijdt het land. Onder druk van lastenverzwaringen, belastingverhogingen en de zich steeds mondiger opstellende burgers kiezen op landelijk en gemeentelijk niveau colleges voor een eerlijke verdeling van de pijn. Handen aan het bed, blauw op straat of voeten in de modder worden gespaard terwijl sectorinstituten of voorwaardenscheppende instellingen worden gekort of gesloten. In Amersfoort is dat besef nog onvoldoende doorgedrongen. Laat de burger zich er onvoldoende horen en blijft-ie te braafjes?

De gemeente Amersfoort faalt vaak in de uitvoering omdat het blijft steken in een papieren werkelijkheid van beleidsplannen. Met het Eemhuis of grondaankopen waarmee trouwens veel gemeenten door overmoedigheid de fout in zijn gegaan. Doorgaans hebben niet eens de goedwillende politici in de raad, maar het gezelschap achter de schermen het voor het zeggen. Tegen de schijndemocratie is geen oppositie mogelijk. Of correctie.

Het filmpje is illustratief voor de gesloten bestuurscultuur waarin taken en verantwoordelijkheden niet goed gescheiden zijn. Wie heeft het laatste woord? In de kunst is er de koepel Amersfoort-in-C (AiC) waarvan het bestaan in rijkere tijden verdedigbaar was, maar dat allang niet meer is. Het afgenomen volume rechtvaardigt geen bovensteuning meer. Daarbij komt dat AiC een op afstand gezette instelling is waarover de raad niets te zeggen heeft. Feitelijk beslist een partner van advies- en managementbureau BMC dat Amersfoort jaarlijks nog steeds voor zo’n 17 miljoen euro diensten laat inhuren. Dat wordt verkocht onder de slogan: ‘Meer Zelfstandigheid, Minder Overheid‘ die vooral de politiek verzwakt. En er bijvoorbeeld de voorwaarden voor creëerde dat het in Amersfoort gevestigde Armando Museum naar een rijksmonument in Bunnik kon verhuizen met een politieke besluitvorming waarin begin en eind van de procedure werden omgewisseld. 

BMC en een type als oud-burgemeester Albertine van Vliet (D66) die zelf AiC opgetuigd heeft en nu in het bestuur zit, houden de illusie in stand dat zo’n koepel ook nu nog verstandig is. De oppositie krijgt er geen vinger tussen omdat de besluiten achter de schermen worden genomen. Of worden voorgekauwd. Dus als straks medewerkers van een Amersfoorts museum gekort of ontslagen worden dan is dat niet omdat het onafwendbaar is. Hoewel dat zo zal worden medegedeeld. Maar omdat een illuster gezelschap dat onder elkaar beslist. Vanwege hun eigen economisch belang, reputaties die samenhangen met ooit genomen besluiten en een gevoel van belangrijkheid om de hotemetoot te kunnen spelen. Als in een gevangendilemma zwijgen ze samen om er beter van te worden. Deels buiten de echte politiek om, deels ermee verknoopt.

d8e8e6e09a7dd91d8d455c25e92e90f2

Foto: Paulus Bor, Aanbidding der koningen, 1634, Collectie: Museum Flehite, Amersfoort.

Armando verdwaald in het museale woud van Bunnik

CM01_T198913-D-001_X

Update 21 maart 2014: Vandaag opent met vertraging prinses Beatrix het Museum Oud Amelisweerd (MOA) dat een deel van de Armando collectie herbergt. Er is hier al veel over gezegd en een feestdag is geen dag voor kritiek. Wel voor relativering van alle publiciteit die vanuit het MOA komt en het voorstelt alsof het zo moest zijn. Dat betwijfel ik nog steeds. De lange weg had anders bewandeld kunnen worden. Een terugblik. 

Hier verschenen vanaf december 2010 zo’n 60 stukken over de huisvesting van de Armando collectie in het landhuis en rijksmonument Oud-Amelisweerd te Bunnik. Onder de titel ‘Oud-Amelisweerd: staalkaart van bestuurlijke onzorgvuldigheid‘ vatte ik mijn inzet in juni 2012 samen met de volgende verantwoording: ‘De toon was kritisch vanwege de onlogische keuze, de slechte voorbereiding door de beoogde exploitant en de onheldere besluitvorming. Wethouder Lintmeijer gaf zonder openbaar debat de exploitant het groene licht. Met als gevolg dat deze gemeenschapsgeld ging uitgeven dat niet formeel gedekt was en zo een machtspositie opbouwde. De exploitant kreeg toegang tot Oud-Amelisweerd zonder dat dit formeel besloten was. Dit bracht ambtenaren van gemeentelijke diensten in een lastige positie, dat soms tot ontslag leidde’.

Als ’n in Utrecht woonachtige blogger die zich interesseert voor zowel politiek, cultuurpolitiek, museumbeleid als kunst was het niet toevallig dat ik aandacht aan de kwestie Oud-Amelisweerd besteedde. Ik kende het landhuis uit de jaren ’90 en kwam er vaak op evenementen van het Centraal Museum. Zoals met Robert Devriendt die het logo van dit blog schilderde: een valk. Alle gevestigde media lieten dit onderwerp liggen zodat het ook over het dralen en falen van de journalistiek ging. Ik sprong eind 2010 maar in het gat. Deels uit plichtsbesef deels uit overtuiging. Ik vond dat een kritisch verslag nodig was. Pas begin 2012 voegden AD en De Volkskrant zich in de kritiek. Ruim een jaar te laat. De publieke opinie was toen al voldoende bespeeld.

De debatten over Oud-Amelisweerd hebben de 84-jarige kunstenaar Armando beschadigd. Hoewel betrokken bestuurders het ongetwijfeld goed bedoelden hadden ze zich zijn positie beter moeten beseffen toen ze met elkaar hun plannen bespraken. Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere die incidentele bruiklenen voor tentoonstellingen aan het Armando Museum gaf, maar daar op een gegeven moment uit ongenoegen mee stopte, gaf haar opgeslagen collectie in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.

Toen het besluit in juni 2012 viel antwoordde ik het Utrechtse PvdA-raadslid Bert van der Roest dat ik blij was met het museum en hoopte dat het een succes werd. Hierop zei hij: ‘Ben in ieder geval blij dat George de hoop uitspreekt dat het nieuwe museum een succes wordt, dat voorbeeld zouden andere criticasters moeten volgen in mijn ogen!‘ Maar ik voegde ook toe: ‘Juist op het moment dat het moment voor de gemeente aangebroken was om na te gaan denken over een nieuwe huurder kwam ineens het Armando Museum op de proppen. En dat bleef de enige kandidaat. Dat moest de enige kandidaat zijn. Ik heb hier meermalen, en tijdig, de vraag gesteld waarom er niet breder gekeken kon worden. En ondanks het feit dat ik me hier in verdiept heb, weet ik het antwoord nog steeds niet. En heeft niemand dat me nog duidelijk kunnen maken.

Museum Oud Amelisweerd kan opgevat worden als voorbeeld van gegrepen en gemiste kansen. Maar net welk perspectief men kiest. Of in welk kamp de beschouwer zich bevindt. In een kantelende politieke situatie die sinds enkele jaren vijandig en negatief over kunst is kon op het nippertje een museum gerealiseerd worden. Da’s de winst. Het biedt een expositieplek voor kunstenaars. Maar of Utrecht en Nederland veel opschieten met een museum in een kwetsbaar rijksmonument met lastige randvoorwaarden in de Bunnikse bossen dat Armando, Chinees behang en de historische buitenplaats combineert blijft een vraag die nooit afdoende beantwoord is. Maar in de herfst van 2010 breed beargumenteerd had kunnen worden. Dat gebeurde nooit.

In een interview met de Volkskrant van 28 december vraagt Lotte Grimbergen aan directrice Yvonne Ploum van Museum Oud Amelisweerd dat voorjaar 2014 opent of Armando, Chinees behang en de buitenplaats bij elkaar passen. Ploum antwoordt: ‘De drie vormen zijn los van elkaar al indrukwekkend, maar hier komen ze mooi samen. Juist het feit dat ze zó verschillend zijn, geeft een andere dimensie. Hoe mens en natuur zich tot elkaar verhouden is een centraal thema, dat vind je in alle drie de collecties terug.’ Yvonne Ploum praat haar kunsthistorische fruitmand recht door samenhang in een onsamenhangend ensemble te suggereren. Ze meent dat het verschil een andere dimensie geeft, maar er geen verschillen zijn omdat Armando, Chinees behang en buitenplaats mooi samenkomen en zelfs thematisch samenhangen. Snapt u? Zo hangt alles met alles samen.

Foto: Tentoonstelling ‘Armando: vier reeksen uit de Berlijnse jaren‘ in de stallen van het Centraal Museum, 1989-1990.

Dé Europese stad van cultuur verliest twee musea: Utrecht

TH-1992-G-01

Twee niet gelukte projecten komen soms samen: Utrecht Culturele Hoofdstad 2018 en het Geldmuseum. Met op de achtergrond de Vrede van Utrecht. Dit in Utrecht gevestigde rijksmuseum sluit per 1 november omdat Financiën het laat vallen. In november 2012 werd bekend dat Utrecht in 2018 geen Culturele Hoofdstad zou worden. Eindhoven, Maastricht en Leeuwarden mochten door na de tweede ronde. Cultuurwethouder Frits Lintmeijer vond in een eerste reactie ‘dat Utrecht een – zo niet dé – Europese stad van kennis en cultuur blijft.’

Maar wat betekenen woorden in de praktijk als tijdens het wethouderschap van Lintmeijer het Moluks Museum (Museum Maluku) en het Geldmuseum uit Utrecht verdwijnen? Nu blijkt de Vrede van Utrecht 35 miljoen euro te kosten. Behalve gemeenschapsgeld omvat dat ook subsidie van derden. Hoe erg is een ‘puur elitair‘ feest? Voor het Utrechtse CDA zijn de kosten geen nieuws. Maar hadden beide musea met een deel van dat geld niet voor de stad bewaard kunnen blijven? Soms wordt cultuurbeleid beredeneerd vanuit een aparte wereld vol stadspromotie en netwerkbeheer van de politiek. Met minder voeten in de modder, dan hoofden in de wolken.

Foto: Thomas Huber, Bank in der Nacht, 1992. Credits: Thomas Huber, 2013.

Elleboogkerk mogelijk weer museum. Amersfoortse logica

interieur 22 mei 2012-1

Amersfoort worstelt met de Elleboogkerk die op 22 oktober 2007 door brand zwaar beschadigd werd. En nu zo goed als herbouwd is. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het college eenzijdig de in 1998 met Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere afgesloten prestatieovereenkomst. Zie RIB 2010-136. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused. Hij beschouwt het handelen van het college als onbehoorlijk bestuur. Om er vanaf te zijn en het leed af te kopen besluit de raad onder veel protest het Armando Museum een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven voor een doorstart buiten Amersfoort. Van een leien dakje gaat de besluitvorming niet. Zo beticht de Amersfoortse PvdA het college van misleiding.

Het Armando Museum moest op zoek naar een andere locatie en liet het oog vallen op rijksmonument Oud-Amelisweerd. Bezit van de gemeente Utrecht in Bunnik. Volgens critici een ongeschikte en te dure locatie die een gezonde exploitatie zo goed als onmogelijk maakt. Cultuurkoepel Amersfoort-in-C en de organisatie van het Armando Museum gingen vanaf 2010 met verkenningen en haalbaarheidsonderzoeken aan de slag. Dat resulteerde in een door alle partijen minimaal gesteunde variant voor een museum onder de naam ‘Museum Oud-Amelisweerd‘ met een bredere doelstelling dan het tonen van de Armando Collectie. Ook toen was al voorzienbaar dat dit moest gebeuren in een teruggaande economie en bij krimpend sponsoraanbod. Het museum is nog steeds niet regulier geopend. De keuze voor het Armando Museum is niet onbetwist. Zelfs bestuurlijk onzuiver omdat de Utrechtse politiek met kennis van belangenverstrengeling tussen de directeur van beheerder Centraal Museum en de beoogde directeur met de keuze voor het Armando Museum instemde.

Amersfoort heeft een museumbeleid dat wispelturig oogt. De bestuurlijke lijn van de colleges sinds 2010 is moeilijk te herkennen. Het kan samengevat worden als ‘van incident naar incident’. Amersfoort betaalde een miljoen voor een museum dat het de gemeentegrenzen over joeg met als gevolg dat het Armando Museum in een te ruim en luxe jasje zit. Amersfoort gaat nu mogelijk opnieuw geld besteden aan een museum in de Elleboogkerk. In elk geval als het aan Amersfoort-in-C ligt. Dat gaat het komende half jaar een plan voor een museum uitwerken. Het college kijkt de kat uit de boom. Het zegt voor een culturele bestemming te voelen.

Foto: Herbouw Elleboogkerk. Credits: Wil Groenhuisen.

Tuinontwerp Oud-Amelisweerd is kwalitatief nog niet op orde

OA Tuin

Uit de presentatie van bureau Copijn over de tuin van Oud-Amelisweerd blijkt dat tekst ondergeschikt is. Er staat geen zin in met een begin, midden en eind. Foto’s, schetsen, pijlen en citaten zetten de toon. Niet wordt duidelijk gemaakt wie eraan gewerkt hebben en wie ervoor verantwoordelijk zijn. Een landschapsarchitect met cultuurhistorische kennis, een architect zonder die kennis of een stagiaire? De expertise of juist het gebrek eraan blijken wellicht morgenavond uit de informatieavond over de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen.

Vanwege bijzondere cultuur- en natuurwaarden zijn de landgoederen op de Rijksmonumentenlijst geplaatst. Evenals landhuis en koetshuis. Dat vraagt zorgvuldigheid omdat de monumenten beschermd zijn. De status van het schetsontwerp van Copijn is onduidelijk. Belangengroep De Vrienden van Amelisweerd is geschrokken van de voorlopige schets van het tuinontwerp: ‘In een tijd dat de gemeente in de stad aan bewoners vraagt hun tuinen vooral natuurvriendelijk in te richten, komt men met een tuinontwerp dat vooral uit een stenen voorplein bestaat. Wij roepen de gemeente en het MOA op hier nog eens goed over na te denken.’ Vraag is overigens of een exploitant als MOA iets over het ontwerp van een Rijksmonument te zeggen dient te hebben.

De Vrienden vinden dat de gemeente Utrecht onduidelijk is over de plannen, de uitvoering, de procedure en de inspraak. Gezien de hoge kosten vinden ze dat ongewenst. Omwonenden, belangengroepen en inwoners van Utrecht en Bunnik behoren in hun ogen volgens de normale gang van zaken inspraak te hebben.

De RCE is op afstand betrokken. In de procedure zijn historisch onderzoek en ontwerp uit elkaar gehaald. Mede om te voorkomen dat de beschrijving en de waardering van de historische gegevens worden beïnvloed door vooropgezette plannen of verborgen agenda’s van de opdrachtgever. Daarnaast gaat de RCE ervan uit dat onderzoekers inventiviteit en ontwerp vaardigheid missen om een goed inrichtingsplan te maken. Door historische onderzoekers/landschapsarchitecten wordt hier bezwaar tegen gemaakt. Een goed plan vraagt juist geen strikte scheiding tussen onderzoek en ontwerp. Samenwerking tussen historische onderzoekers en ontwerpers leidt in deze visie tot meer diepgang en betere resultaten. Voorzover niet verenigd in een persoon.

Bij een gescheiden traject is overdracht van onderzoeker naar ontwerper onontbeerlijk, maar niet afdwingbaar. Daar hapert de procedure. Dat lijkt zich nu te wreken. Bureau Copijn is los van het historisch onderzoek door ecologisch adviesbureau Maes en landschapsarchitecte Anja Guinée aan de slag gegaan. Werken aan een Rijksmonument stelt hoge eisen. Daarom is het gebrek aan afstemming dat zich nu voordoet onacceptabel.

OA-BA

Foto 1: Schermafbeelding van het schetsontwerp voorplein Oud-Amelisweerd door bureau Copijn.

Foto 2: Schermafbeelding van de kaart van de belangrijkste historische elementen als uitgangspunt voor een ontwerp door Anja Guinée in: ‘De tuin van Oud Amelisweerd – uitgangspunten voor inrichting en beheer‘, 2012. Historisch onderzoek in opdracht van de gemeente Utrecht.

Een museum sluit, maar een bank nooit. Waarom is dat?

ff12044

Gisteren was ik in het voormalige Museum Maluku, ofwel het Moluks Museum aan de Utrechtse Biltstraat. Op de kijkdag van de inventaris. Die wordt geveild door BVA-Auctions en tot 5 maart kan men online bieden. Het museum is sinds oktober 2012 gesloten. Het was mij droevig te moede. Een museum vol potentie dat sluit. Wellicht door een combinatie van mismanagement en onvoldoende ondersteuning. Het gebouw is verkocht. Op de benedenverdieping rust een museale bestemming. Geruchten gaan dat er plannen zijn voor een Games-museum. In mei 2012 opperde ik om er het Armando Museum in onder te brengen. De match was in m’n ogen perfect, maar de lokale politiek had zich al te veel verschanst om nog flexibel te kunnen handelen.

Hoe dan ook waren er onvoldoende fondsen om dit museum te steunen. Mogelijk was het aantal Molukkers te klein. Zo’n 40.000-45.000 personen. Mogelijk had de focus verbreed kunnen worden tot alle in Indonesië en het voormalig Nederlands-Indië geboren personen en de volgende generaties. Een Insulinde Museum. Van Louis Couperus tot Rudy Kousbroek en Tjalie Robinson, van Adriaan van Dis tot Marion Bloem. Die weg is niet gekozen. Nu sluit een museum dat ons iets had te vertellen over ons gemeenschappelijk verleden. Spijtig.

Maar merkt de maatschappijcriticus dan op, waarom is er wel steeds voldoende overheidsgeld om banken te ondersteunen? Een maand geleden werd de SNS-bank genationaliseerd omdat het werd aangemerkt als systeembank. U en ik betaalden er 3,7 miljard euro voor en blijken ook  nog eens voor 5 miljard euro garant te staan. Zo’n 5 jaar geleden stopten u en ik ook al 30 miljard euro in ABN AMRO. Zonder onze banken had Nederland er nu niet zo beroerd voorgestaan. En wat doen de banken? Ze gaan door met het uitkeren van bonussen en het traineren van hervorming van de sector. Veelzeggend is dat de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken Chris Buijink de nieuwe directeur wordt van de lobbygroep de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). De rot zit tot in de haarvaten van de politiek. Banken kopen die politiek op.

Wat is de beste reactie voor een welwillende burger die dit als ongewenst en onrechtvaardig beschouwt? Hoe kan de burger zich verzetten? Zoals gezegd komt de oplossing niet van de gevestigde politiek. Die wordt omgekocht en is op zijn best vol goede bedoelingen, maar onmachtig. Dus Rutte en zijn regering zijn tot onderdeel van het probleem gemaakt. Wat dan? Buitenparlementaire actie? Maar dat komt niet in de buurt van de macht. De media staan aan de kant van de politiek en bespelen de publieke opinie met bezweringen.

De oplossing is de bundeling van tegenkrachten (beter gezegd: krachten die een andere kant opwijzen) en bewustwording op lange termijn. Bewustwording begint met het besef dat de enige weg voor de burger de politiek is en de enige vijand op dit moment ook de politiek is. Dat verschil moet overbrugd worden. Geduld. Bankiers en politici die onze economie hebben geruïneerd zijn het waard om kritisch gevolgd te worden. Voor wie niks in een revolutie met bloedvergieten ziet is er geen andere weg. Zo sluit zich het net naar de uitweg.

Foto: ‘Wie kent?’ op site Museum Maluku.

Komt Lintmeijer met een heldere huurprijs voor Oud-Amelisweerd?

Lintm

Op 7 januari besteedde ik aandacht aan de motie 2012/M55zorgvuldig beheer, heldere huurprijs‘. Over het Koetshuis en landhuis van het Bunnikse Oud-Amelisweerd dat eigendom is van de gemeente Utrecht. De raad wilde van alles weten over de bepaling van een eerlijke huurprijs. Het antwoord van wethouder Lintmeijer aan de Utrechtse raad was vertraagd. Nu is er een brief van 9 januari die op 22 januari naar de raad is gestuurd.

Het is een technisch verhaal over vastgoed dat door alle cijfers objectief lijkt, maar toch subjectieve keuzes bevat. Twee aspecten staan centraal. Wat zijn de kosten per saldo voor de gemeente en welke huurprijs moet berekend worden aan de gebruikers, respectievelijk van Koetshuis en landhuis. In de  second opinion van erfgoedmakelaar Redres en horecamakelaar Van de Weerd resteert een hogere huurprijs van het landhuis en een lagere voor het Koetshuis. De wethouder laat dit uiteindelijk niet meewegen bij de bepaling van de huurprijs. Wat de vraag oproept of de second opinion meer mag zijn dan een formele voorwaarde van de raad.

De uitkomst valt des te meer op door het te vergelijken met brief 12.055860 van 18 juni 2012 over hetzelfde onderwerp. Hierin wordt uitgaande van dezelfde situatie en met gebruikmaking van dezelfde argumenten voor het landhuis een huurprijs van €61.000 en voor het Koetshuis van €48.000 voorgesteld. Opvallend genoeg is die huurprijs meer in lijn met de bedragen die Redres en Van de Weerd noemen dan de ‘onafhankelijke exploitatieopzet’ van horeca-adviesbureau Double Six van Wim Wiersma. Twee dagen later liet de wethouder aan de raad weten dat per abuis in die brief niet de juiste huurbedragen voor landhuis en koetshuis waren vermeld. Mogelijk een echte vergissing, maar ook is het mogelijk dat Lintmeijer los van de feiten redeneert.

Foto: Schermafbeelding van brief 13.000831 van 9 januari 2013 van wethouder Frits Lintmeijer aan de Utrechtse raad.

Antwoord over huur Museum Oud-Amelisweerd vertraagd

STAM

Hoe staat het eigenlijk met de levensvatbaarheid van Museum Oud-Amelisweerd? Op 21 juni 2012 gaf de Utrechtse raad onder strikte voorwaarden toestemming voor een krediet dat bedoeld is voor het herstel van het rijksmonument waarop Utrecht terecht trots is. Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd is daarom op eigen initiatieven aangewezen. Een zware opgave met de huidige economische tegenwind. Gerenommeerde culturele instellingen hebben geluk als ze gekort worden en mogen overwinteren. Utrecht stopt geen cent gemeenschapsgeld meer in het gebouw zo heeft de raad expliciet bedongen en de wethouder toegezegd. Alleen zo kon een meerderheid ontstaan waarbij ook de kritische VVD en D66 zich uiteindelijk voegden.

Na de tijdelijke tentoonstelling ‘Het Gebouw‘ van 7 september tot 7 oktober 2012 met medewerking van de Utrechtse galerist en ondernemer Jaap Sleper werd het weer stil in het bos van Oud-Amelisweerd. Maar er ligt nog de motie 2012/M055 die vraagt om zorgvuldig beheer en een heldere huurprijs. Want dat laatste ontbrak in juni 2012. Wethouder Lintmeijer compliceerde het debat over de WOZ-waarden en huurwaarden van land- en koetshuis. Mede door schuivende bedrijfsplannen die als communicerende vaten op elkaar in werken.

Op 7 september 2012 begreep ik van de verantwoordelijke ambtenaar dat er reeds een second opinion was gevraagd en dat de antwoorden naar verwachting in de eerste week van oktober naar de raad gestuurd zouden worden. Technische informatie was dus al in september beschikbaar. Maar drie maanden later is er nog steeds niets gestuurd. In de planning staat dat uiterlijk in het vierde kwartaal van 2012 de raad het antwoord van het College over de huur had moeten ontvangen. Met een verdeling tussen land- en koetshuis. Da’s niet gebeurd. Ook die termijn is gepasseerd. Het is volop gissen naar de reden van het oponthoud.

MOAHuur

Foto 1: Schermafbeelding Stand van zaken op 7 januari 2012 van de commissie Mens en Samenleving op de site van de gemeente Utrecht.

Foto 2: Tekst van de aangenomen motie 2012/M055 van 21 juni 2012.

Essentie om inhoud te vinden in museumplannen Utrecht en Amersfoort is tot mislukken gedoemd

In het in juni 2012 in opdracht van het Amersfoortse college gemaakte rapport ‘De Kiemkracht van Amersfoort’ adviseert voormalig Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed Fons Asselbergs om de Elleboogkerk en Museum Flehite ondergronds met elkaar te verbinden. Dat ziet-ie als kansrijke, eerste optie. De Elleboogkerk zou dan voor moderne kunst van 1850 tot 1950 gebruikt kunnen worden. De onderdoorgang wordt ook expositieruimte. Museum Flehite plus Elleboogkerk krijgen de naam Museum Amersfoort.

Het concentreert zich dan op de hoofdlijnen ‘cultuurhistorie (inclusief Amersfoortse oude kunst) en moderne beeldende kunst‘. In de taakverdeling neemt kunsthal KAdE de internationale hedendaagse kunst voor de rekening. Vraag is waar in Amersfoort de kunst van 1950 tot 1962 een plek vindt. Bij genoemde taakverdeling tussen KAdE en Museum Amersfoort zal het gat tussen 1950 en de hedendaagse kunst met de jaren groeien.

Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. Ondanks een convenant, afspraken en toezeggingen aan de toenmalige beheerder Amersfoort in C besliste het college vanwege economische tegenvallers dat het Armando Museum niet terug kon keren naar de Elleboogkerk. Na een moeizame besluitvorming, scepsis van de hele raad over de onderbouwing van de plannen en een bruidsschat van 1 miljoen is de Armando Collectie in 2012 naar Oud-Amelisweerd verhuisd.

Op 21 juni 2012 nam het Utrechtse college bij monde van wethouder Lintmeijer de motie 55: ‘Armando zonder overheidsgeld‘ over. Hier staat in dat de gemeente via huur, de bijdrage in de exploitatie of hoe dan ook geen cent subsidie verleent aan Museum Oud-Amelisweerd. Tevens zegde Lintmeijer aan VVD-raadslid Jesper Rijpma toe de opbouw van de meerjarige kostprijsdekkende (ook: marktconform) huur aan de raad te verstrekken. Uit gesprekken buiten de raad bleek me dat aan twee instanties hier advies over gevraagd werd. En rond 1 oktober de gegevens verstrekt zouden worden aan de raad. Da’s openbaar nog steeds niet gebeurd.

Wat leren we ervan? Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd kan zonder reserve de kleinste tegenslag niet opvangen. Een raad ziet het aan, gaat met een exploitant in zee die onmiskenbaar bedrijfseconomisch zwak is en houdt de hand op de knip. Amersfoort krijgt een advies waarvoor tientallen gesprekken gevoerd zijn met als uitkomst ondergronds bouwen in een historische binnenstad. De moderne kunst moet naar de Elleboogkerk, terwijl het Amersfoortse college in 2010 de Armando Collectie de kerk uitdreef omdat het geld op zou zijn. Logica in de cultuurpolitiek is soms ver te zoeken. Wereldvreemdheid is echter ruim voorradig. Als het niet zo triest was, dan zou er voor een kunstliefhebber heel wat te lachen zijn om dit absurdisme.