
Doorgaans kan ik me goed vinden in de observaties van Luuk van Middelaar in zijn column in NRC. Net als de andere NRC-columnist Caroline de Gruyter representeert hij een gematigde pro-Europese koers. Overigens geen wonder, want vanaf 2009 werkte Van Middelaar in het kabinet van de Belg Herman Van Rompuy, tot 2014 de eerste voorzitter van de Europese raad van regeringsleiders. Maar in zijn column ‘Geen centimeter oostwaarts’ van 12 januari kan ik me om verschillende redenen niet vinden. Ik zal uitleggen waarom dat is.
Van Middelaar neemt als uitgangspunt de levering door de Amerikaanse regering van de draagbare antitank-raket Javelin aan Oekraïne. Ermee kunnen moderne tanks worden uitgeschakeld. In een recent bericht van 17 januari zegt de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne Marie Jovanovic dat de VS de wapens gratis zal leveren.
Jovanovic zegt echter ook dat de details nog niet uitgewerkt zijn en het congres geïnformeerd moet worden. Maar dat is geen probleem omdat de Senaat al op 18 september 2017 met een meerderheid van 89 tegen 9 stemmen instemde met de levering van wapens aan Oekraïne ter waarde van 500 miljoen dollar. Senator John McCain was hier de afgelopen jaren één van de pleitbezorgers van.
Ambassadeur Jovanovic, senator McCain en andere voorstanders van levering van deze zogenaamde letale wapens aan Oekraïne benadrukken keer op keer dat de Javelin antitank-raketten defensieve wapens zijn die het Oekraïense leger de mogelijkheid geeft om zich te verdedigen tegen het hybride leger van Russische reguliere militairen en zogenaamde separatisten dat sinds 2014 delen van Oost-Oekraïne bezet houdt.
Het idee is dat de Javelin geen escalatie van de Russisch-Oekraïense oorlog inhoudt, maar juist het tegendeel. Levering van antitank-wapens trekt de strijd gelijk en zorgt voor deëscalatie. Naar verluidt omvatte het hybride Russische leger in de Donbas in 2017 bijna 700 tanks, meer dan het Oekraïense of het Duitse leger.
Van Middelaar redeneert omgekeerd en denkt dat de levering van de Javelin voor escalatie zorgt: ‘Maar als Washington een tandje bij steekt, zal ook Moskou beter materiaal sturen. Dan kan het conflict dat sinds 2014 al 10.000 slachtoffers vergde, uitgroeien tot Amerikaans-Russische war by proxy op Europese bodem.’
Dit is theoretisch mogelijk, maar vindt geen onderbouwing in de praktijk. Uit bronnen blijkt dat het Kremlin al in 2014 haar modernste materiaal naar Oost-Oekraïne stuurde. Onder meer om deze oorlog als proeftuin te gebruiken en nieuwe wapens te testen.
Sinds 2014 is de kloof tussen de vuurkracht van het leger van Oekraïne met dat van de Russische Federatie aanzienlijk vergroot. Oekraïne moest sinds de vlucht van president Viktor Janoekovitsj en de Maidan-opstand in 2014 haar leger met behulp van westerse partners (VS, Canada, Polen, Tsjechië, Kroatië, Turkije) praktisch opnieuw opbouwen vanwege materiaalgebrek, onderbesteding, corruptie, slechte commandostructuur en Russische ondermijning van het leger tot op het hoogste niveau.
Van Middelaar doet ook de Amerikaanse politieke praktijk geweld aan als hij zegt: ‘Washington raakt steeds verder in de greep van anti-Russische retoriek. Van de Republikeinen wekt het geen verwondering. Maar ook de Democraten zijn sinds de nederlaag van Hillary Clinton tegen Trump volledig door Poetin geobsedeerd.’
Door het te etiketteren als ‘anti-Russische retoriek’ suggereert Van Middelaar dat kritiek op het Kremlin loos en bombastisch is, en geen aangrijpingspunten in de werkelijkheid vindt. Hij gaat voorbij aan de inmenging van het Kremlin in de presidentsverkiezingen van 2016 dat het establishment in Washington uit balans heeft gebracht. Des te meer omdat de Russische inmenging tot op de dag van vandaag doorgaat en de regering-Trump in haar eerste regeringsjaar geen enkel beleidsprogramma of zelfs maar vergadering hieraan heeft willen wijden.
Het is dan ook onjuist om te constateren dat de Republikeinen in de greep van anti-Russische retoriek zijn. Eerder het omgekeerde is waar: de regering Trump en de leidende Republikeinen in het congres die Trump steunen zijn in de greep van pro-Russische retoriek. Veelzeggend zijn opiniepeilingen over de Republikeinse achterban die door de pro-Russische politiek van Trump en de Republikeinse meerderheidsleiders in Huis en Senaat in twee jaar sinds 2015 een omslag van een toegenomen populariteit van 20% ten gunste van Putin laten zien.
Het is de vraag hoe Van Middelaar die daar niet vaak op te betrappen valt in dit geval tot zijn verkeerde inschatting van de feiten komt. Mogelijk geeft de volgende zin dat aan: ‘ook de pro-Russische separatisten doen geen concessies als Poetin ze niet dwingt’. Van Middelaar lijkt niet echt te begrijpen hoe het Kremlin in de bezette gebieden van Oost-Oekraïne aan de touwtjes trekt en de Russische geheime dienst de operatie leidt.
Warlords die zich tegen de sturing vanuit het Kremlin verzetten zijn de afgelopen jaren stuk voor stuk door de Russische geheime dienst uit de weg geruimd. De oorlog kan uitsluitend voortduren door de levering van militair materiaal, munitie en personeel vanuit de Russische Federatie. Dit alles houdt niet in dat Putin op dit moment zijn macht niet wil inzetten om Minsk-II af te dwingen, maar dat hij zijn macht juist heel specifiek inzet om de uitvoering van Minsk-II te blokkeren. Overigens doet Kiev niet veel anders, maar het heeft in de bezette gebieden uiteraard niet dezelfde krachtige machtspositie die Putin daar heeft.
Van Middelaar besluit zijn in mijn ogen niet overtuigende column met het aanstippen van de afspraken op het hoogste politieke niveau over de uitbreiding van de NAVO. Hij suggereert met de titel ‘Geen centimeter oostwaarts’ dat westerse leiders in de jaren 1990-1991 aan de leiding van de toenmalige Sovjet-Unie wellicht niet naar de letter (in een verdrag), maar wel naar de geest (via informele afspraken) hebben beloofd om de NAVO niet verder dan de toenmalige DDR oostwaarts uit te breiden. Dat staat haaks op zijn opvatting tussen de regels door van geopolitiek die de geest van Realpolitik boven de letter van internationale verdragen en soevereiniteit van staten stelt. Macht boven recht.
Zo resteert de kruisstelling van gelegenheidsdenkers als Van Middelaar of Jaap de Hoop Scheffer. In het opinie-artikel ‘De NAVO brak zijn woord aan Rusland niet’ verwijst Hubert Smeets de theorie dat westerse leiders hun beloften zouden hebben gebroken naar het rijk der fabelen. Niet de Sovjet-Unie of de Russische Federatie zijn bedrogen door het Westen, maar opinie-leiders als Luuk van Middelaar laten zich om de tuin leiden door Russische retoriek die het verleden verkeerd voorstelt. Hun mening weerklinkt zelfs met een valse echo tot in Washington en op het slagveld in Oost-Oekraïne.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Geen centimeter oostwaarts’ van Luuk van Middelaar in NRC, 12 januari 2018.