Vragen over rol Russische generaal Lentsov in Oekraïne-missie OVSE

Al maanden voert GorseFires Collectif actie tegen de Special Monitoring Mission to Ukraine (SMM) van de OVSE omdat deze missie de Russische luitenant-generaal Alexander Lentsov die plaatsvervangend commandant van het Russische leger is in de gelegenheid zou stellen om onder bescherming van de OVSE commando te voeren en ter plekke informatie te verzamelen die hij aan het Kremlin doorspeelt. De SMM werd op 21 maart 2014 op Oekraïens verzoek ingesteld en is een civiele, onbewapende missie met observatie en het gaande houden van de dialoog als doel. Lentsov en de Oekraïense generaal-majoor Oleksandr Rozmaznin maken deel uit van de Joint Centre for Control and Co-ordination (JCCC) die toeziet op de strijd en voortdurend locaties bezoekt. SMM rapporteert in dagrapporten en spotrapporten. Tweets van GorseFires zijn geblokkeerd door de SMM.

go

Of GorseFires gelijk heeft dat Lentsov een paard van Troje, een ‘spearhead general’ is valt lastig uit te maken. Maar het is merkwaardig dat een hoge Russische militair als Lentsov in de afgelopen maanden ongehinderd alle strijdterreinen ongehinderd kon verkennen, zoals het vliegveld van Donetsk, Debaltseve, de omgeving van Mariupol of Ilovaisk. Het valt niet uit te sluiten dat deze plaatsvervangende commandant van het Russische leger als coördinator en informant betrokken is bij de versterkingen die vanuit Rusland Oost-Oekraïne binnen blijven stromen. Is de OVSE-SMM missie een weeffout die in de huidige vorm maar beter gestopt kan worden?

Het is tegenstrijdig dat een hoge Russische generaal een hoofdrol kan spelen in een observatiemissie van een oorlog waarbij Rusland elke betrokkenheid ontkent. Wat heeft een Russische generaal er te zoeken? Door hem te vervangen door een militair uit een Scandinavisch land, Wit-Rusland of Kazachstan wordt de schijn van belangenverstrengeling tussen de Russische vertegenwoordiging in de JCCC en het Russische leger vermeden.

Reporter Simon Ostrovsky besteedt opvallend geen enkel woord aan de al maanden durende controverse over de rol van generaal Lentsov. Inclusief de aantijgingen die woordvoerder Michael Bociurkiw van de SMM keer op keer weerspreekt dat de SMM rechtstreeks gegevens zou doorgeven aan het pro-Russische leger in Oekraïne.

CC3QXBRWgAAi3lh

Foto 1: Tweet van GorseFires Collectif, 17 april 2015.

Foto 2: Simon Ostrovsky (Vice News) praat met de Russische luitenant-generaal Alexander Lentsov tijdens bezoek aan Shyrokyne, Donetsk op 16 april 2015.

Het échte politiewerk volgens de VVD

Op de VVD-site staat prominent een standpunt over Meer Blauw. Politie dus. Veiligheid is een beleidsterrein waar de VVD zich graag op profileert. Met minister Opstelten als nationale bestevaer en Fred Teeven als zijn tovenaarsleerling. Kern van het bericht is dat de partij voorstander is van een nationale politie. ‘Met als gevolg: meer capaciteit voor het échte politiewerk‘. Niet ongewoon dat voordelen die kunnen volgen uit een doelmatige organisatie vooraf worden ingeboekt. Als schaalvergroting in zijn tegendeel verkeert, dan is zo’n claim vaak sterker dan de uitwerking. Alleen de claim rest. Beleid wordt ondergeschikt aan beeldvorming.

Partijen profileren zich door voordelen in te boeken. Het moet hun onmisbaarheid aantonen. Een en ander dient coherent te zijn. Claims moeten geen tegenstrijdigheden bevatten. Die bouwt de VVD echter in met de volgende zin: ‘Door de grote veiligheidsproblemen is er per definitie weinig politie beschikbaar, gemeentelijke toezichthouders/handhavers en cameratoezicht hebben grote toegevoegde waarde.’ Er is per definitie weinig politie beschikbaar? Lieve help, maar dient het oprichten van een nationale politie nou niet juist om meer capaciteit voor het ‘het échte politiewerk’ te realiseren? Niet dus. De VVD verliest de samenhang uit het oog.

De aap uit de mouw is dat particuliere beveiligers politietaken overnemen. ‘Dit ontlast de politie waardoor er meer tijd is voor de échte politietaken.‘ De VVD maakt niet duidelijk wat het ‘échte politiewerk’ inhoudt. De partij redeneert vanuit het perspectief van een nationale politie om voordelen te claimen en voor de toekomst in te boeken. Maar het redeneert vanuit het nu om restrictieve maatregelen door te voeren. Dat rijmt niet.

Foto: Cor Mulder, ‘Donderdagavond: samenscholingen van provo’s en nozems. De Haarlemmerdijk wordt door de politie schoongeveegd.’ Amsterdam, 6 april 1967. Credits: ANP Archief.

Identiteitsbewijzen worden in Nederland niet serieus bekeken

Journalist Brenno de Winter gebruikt sinds januari als legitimatiebewijs een ‘Lichtbildausweis‘ om te testen hoe de beveiliging is. Het is een niet ambtelijk identiteitsbewijs. Hij kwam overal binnen. De Duitse digitale burgerrechtenbeweging FoeBuD biedt een ‘Lichtbildausweis voor 15 euro aan onder het mom ‘wat is er mooier dan het creëren van een (niet-officiële) pasfoto die precies de gegevens bevat die u bereid bent te onthullen. Of misschien wilt u een compleet andere identiteit? Met onze paspoorten kunt u iets leuks uitzoeken’. Een Duits protest met een knipoog wordt in Nederland door de instanties niet begrepen.

De Winter toont aan dat identiteitsbewijzen slecht gecontroleerd worden. Instanties weten niet wat een officieel ambtelijk legitimatiebewijs is. Hij had er journalistieke bedoelingen mee. Maar het misbruik ligt op de loer als identiteit een handelsartikel wordt en burgers elkaars identiteit kunnen aannemen. De Winter toont aan dat de veiligheidsdiensten door surveillance op straat, aftappen van telefoons en ongericht afluisteren van internet de privacy van de burger inperken, maar de voordeur wijd open laten staan voor kwaadwillenden. Dat roept de vraag op waarmee de veiligheidsdiensten bezig zijn en wat hun uiteindelijke doel is bij het volgen van de burger. De Winter heeft het failliet van het huidige privacy- en veiligheidsbeleid van de overheden doelmatig aan de kaak gesteld. Dit vraagt om een fundamenteel debat over veiligheid en privacy.

Foto 1: Lichtbildausweis van Brenno de Winter

Foto 2: Bestelling Lichtbildsausweis via shop op FoeBuD e.v.

Politie schendt privacy van burgers op grote schaal; waarom?

Volgens een persbericht van de digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom (BOF) overtreedt de politie op grote schaal de wet Bescherming Persoonsgegevens. Tofik Dibi (GroenLinks) heeft kamervragen gesteld. Dibi vraagt minister Opstelten van Veiligheid en Justitie hoe hij het belang van de privacy gaat borgen.

BOF heeft in een eigen onderzoek de gegevens boven tafel gekregen door tientallen WOB-verzoeken en vindt de conclusies schokkend. BOF vraagt om strengere controle van de politie en een stop aan het uitbreiden van de bevoegdheden. Volgens BOF overtreedt de politie de privacynormen van de Wet Politiegegevens (Wpg) op grote schaal. De Wpg bevat normen hoe de politie met de verwerking van persooonsgegevens moet omgaan. Ook van mensen die niet verdacht zijn. De Koninklijke Marechaussee zou 80% van de normen niet naleven.

Waakhond BOF is geschokt. Onderzoeker Rejo Zenger zegt: ‘Het werk van de politie is te belangrijk om teniet te worden gedaan door slordigheden in de toepassing van bevoegdheden. De politiekorpsen moeten de komende maanden keihard aan de slag om het beleid op orde te brengen.’ Het is onbegrijpelijk dat de korpsen onzorgvuldig met persoonsgegevens van niet verdachten omgaan en de privacy met voeten treden.

De uitkomst geeft te denken over de sturing vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het breekt op dat Veiligheid en Toezicht binnen een ministerie zijn verenigd. Maar onverenigbaar zijn omdat de huidige politiek prioriteit geeft aan veiligheid met veronachtzaming van toezicht. Daar helpen geen Chinese muren aan. Deze weeffout dient in een komende formatie hersteld te worden. Want het gaat ten koste van de privacy.

Foto: Overzicht van Bits of Freedom van de mate van overtreding van normen door korpsen bij het bewaren van persoonsgegevens

Nijmegen observeert met camera’s tegen bijstandsfraude

Update 2 augustus 2013: Voorzitter van het CBP Jacob Kohnstamm heeft in uitzonderlijke gevallen geen bezwaar tegen het inzetten van geheime camera’s voor het opsporen van uitkeringsfraudeurs. Kohnstamm legt uit aan de NOS. Hiermee schuift de voorzitter van het CBP de grenzen aan de privacy op. Kohnstamm begeeft zich hiermee op een hellend vlak. Niet in het minst wat zijn eigen geloofwaardigheid betreft.  

Volgens een bericht in het Reformatorisch Dagblad gaat de gemeente Nijmegen camera’s inzetten bij de bestrijding van bijstandsfraude. Als een vermoeden van fraude bestaat. Dat heeft de gemeente deze week bekendgemaakt. Volgens een woordvoerder houdt een auto met een observatiecamera de voordeur van de vermeende fraudeur in de gaten. De beelden worden dan elders bekeken en bij overtreding kan een sociale rechercheur in actie komen. Bijvoorbeeld als iemand niet op het aangewezen adres blijkt te wonen. Nijmegen zegt dat andere steden zoals Groningen al camera’s tegen uitkeringsfraude gebruiken. De aanschaf van een mobiele camera kost 30.000 euro. Hoe duur de inzet van auto, camera en surveillance is wordt niet genoemd. De inzet van de camera’s moet voor Nijmegen tot een bezuiniging van 4 miljoen euro op de bijstand leiden.

SP-kamerlid Sadet Karabulut heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken er kamervragen over gesteld. Ze vraagt in het bijzonder naar de voorwaarden voor de inzet van de camera’s. Want wie geeft er toestemming, hoe sterk moet het vermoeden zijn om de inzet te rechtvaardigen en hoe lang worden camera’s ingezet? Mw. Karabulut wil ook weten hoe de inzet zich verhoudt tot het recht op eerbiediging van iemands privéleven.

Er is kritiek mogelijk op de proportionaliteit van deze maatregel. Surveillance met camera’s in de openbare ruimte is maatschappelijk geaccepteerd. Surveillance van zware criminelen of een risicovol uitgangsgebied is anders dan een camera die bij een idee van vermoeden continu op de voordeur van een bijstandsgerechtigde wordt gericht. Er zijn ook praktische bezwaren. Wat als iemand meerdere ingangen tot de eigen woning heeft of hoog in een flat woont? Nijmegen stelt dat de beelden in de openbare ruimte worden gemaakt, maar de ruimte achter de toegangsdeur kan ook in beeld komen. En passanten worden ongevraagd geregistreerd.

Inzet van camera’s wordt door Nijmegen als bezuinigingsmaatregel gepresenteerd. Het past in een patroon van de overheid om arbeidsintensieve en dus dure controles in te wisselen voor goedkopere technische oplossingen. Het perkt de privacy van burgers in zonder dat ze zich daartegen kunnen uitspreken. In dit geval niet alleen van de bijstandsgerechtigde, maar ook van bezoekers en passanten. De claim van Nijmegen dat de camera in de openbare ruimte de inzet rechtvaardigt is een luie redenering. Het zou onder het mom ‘Select Before You Collect‘ per geval moeten beredeneren dat andere methoden en instrumenten niet werken voordat deze methode van surveillance toegestaan wordt. Maar wie bewaakt in Nederland de privacy van de burger?

Foto: Mobiele observatie camera