Begripsverwarring over het populisme dat zich in de greep van de pseudo-populisten bevindt

Wat is een populist? In elk geval is iemand die zich populist noemt er niet per definitie een. Donald Trump is geen populist omdat hij geen populistische agenda heeft en niet opkomt voor het volk. Bernie Sanders is wel een populist omdat hij wel een populistische agenda heeft en opkomt voor het volk. Dat gaat samen met de waardering die populisten van het volk krijgen. Sanders is op dit moment de populairste senator van de VS en Trump de in de recente geschiedenis minst populaire president. Een populist die niet scoort is geen populist.

Het begrip populisme is inderdaad breed. Om het te begrijpen kan het best een onderscheid gemaakt worden tussen authentieke populisten en pseudo-populisten. Want iemand als Trump die een volksverzekering wil afschaffen of talrijke bankiers van Goldman Sachs in zijn team benoemt komt niet op voor het volk. Iemand als Trump zou de journalistiek daarom niet langer een populist moeten noemen, maar een pseudo-populist. Dat dekt de lading beter en vermijdt begripsverwarring. Om in Trumps eigen termen te blijven: neppopulist.

Populisme heeft dus te maken met echtheid en oprechtheid. Premier Mark Rutte of CDA-leider Sybrand Buma die zich populistisch uitlaten zijn geen populisten -zonder dat ze dat zelf overigens pretenderen- omdat ze in hun politiek het belang van het volk niet centraal stellen. UKIP-leider Nigel Farage of Tory-leider Boris Johnson zijn evenmin populisten omdat ze geen populistische agenda hebben en slechts in naam opkomen voor het volk. Hun populisme is pure marketing. Bij Geert Wilders of Marine Le Pen is het beeld gemengd. Ze hebben hun agenda via marketing afgestemd op het volk en doen alsof ze dat bedienen. Of ze dat echt doen is echter de vraag. Hun inzet is niet het opkomen voor het volk, maar het volk gebruiken voor het realiseren van hun politieke agenda. In dit geval nationalisme en verzwakking van de EU. Sanders lijkt de enige echte populist.

Breuklijn tussen traditionalisten en gevestigde politiek vraagt om antwoord dat waarden centraal zet

wt

Aldus Ishaan Tharoor in een opinie-artikel voor The Washington Post. Hij geeft een correctie op een politiek debat dat door framing een te eenzijdige invalshoek heeft gekregen. Het is niet het beleid van Putin, Trump, EU, globalisme of de machtspolitiek tussen landen, maar het beroep dat daarbij gedaan wordt op waarden.

De basale scheiding tussen autoritaire leiders als Erdogan, Putin of Trump met hun rechts-extremistische volgelingen als Le Pen, Wilders of Farage en de rest van de politiek is gelegen in de houding tegenover immateriële aspecten als nationaliteit, identiteit, kunst, religie, secularisering en traditionele waarden.

Autoritaire leiders en hun acolieten brengen die missie niet in pure vorm, maar verwateren het en kleden het aan met kritiek op de gevestigde orde en hun zelfbenoemde rol om namens het volk te spreken. Terwijl ze in vele gevallen bij uitstek de vertegenwoordigers van de gevestigde klasse zijn of het volk in meerderheid helemaal niet achter deze leiders staat, maar achter politici van de middenpartijen. Zoals Hillary Clinton die 3 miljoen meer stemmen kreeg dan Trump of Wilders die in peilingen slechts zo’n 20% van de stemmen trekt.

Het is autoritaire leiders om de macht te doen. Doel is om de macht vast te houden en uit te breiden. Niets bijzonders, want dat doet elke politicus. Maar door de instituties buiten spel te zetten proberen autoritaire leiders hun politieke leven te rekken en rivalen uit te schakelen. In het geval van Putin worden verkiezingen gemanipuleerd doordat de oppositie bij voorbaat uitgeschakeld is, staatsmedia in dienst staan van de officiële kandidaat en uitslagen vervalst worden. Met als gevolg dat het zittende bewind in het Kremlin zich niet hoeft bezig te houden met het verdedigen van de eigen positie, maar de aanval kan inzetten. Bijvoorbeeld op de EU.

Of conservatieven en traditionalisten werkelijk traditioneel denken of dat ze dat traditionalisme om politieke redenen aanwenden om steun te verwerven is geen makkelijk te beantwoorden vraag. Het beroep op christelijke waarden en nationalisme van de in de kern pragmatische leiders als Putin en Trump die het om macht en geld te doen is lijkt ingegeven door opportunisme. Ze trekken die waarden aan als een politieke jas die ze ook zo weer uit kunnen trekken. Het is mogelijk dat bij andere autoritaire of rechts-extremistische politici de waarden dieper zitten, maar ook de uit de liberale VVD afkomstige Wilders lijkt de islamkritiek een politieke jas die hij ooit om partijpolitieke redenen heeft aangetrokken. Dat hij daarna door isolatie en bedreiging die leidden tot zijn radicalisering vergroeid is geraakt met die jas van islamhaat is mogelijk.

Het beste antwoord op de conservatieven en traditionalisten door de middenpartijen is niet het meegaan in de framing over de EU, de euro, het globalisme of de positie van de Russische Federatie of Oekraïne. Het beste antwoord gaat onder de huid van de traditionalisten en zoekt ze op door in het politieke debat centraal te zetten wat ze aan waarden zeggen te verwerpen. Zoals hedendaagse kunst, secularisering, etniciteit of een open samenleving. Toon maar aan hoe achterlijk en economisch dom de verwerping daarvan is. Om aan te spreken moeten de middenpartijen zich hierover wel krachtiger en duidelijker dan nu positief uitspreken.

De praatjes van conservatieven en traditionalisten over elite, volk of islam zijn niet de hoofdzaak. Het is een afleiding om hun opportunisme en greep naar de macht te verhullen. Door in te zoomen op de waarden die de traditionalisten verwerpen kan aangetoond worden dat de tegenstellingen die ze in het publieke debat als fundamenteel presenteren oppervlakkig zijn en bedoeld zijn om hun ware bedoelingen te verhullen. Dit betekent geen teruggang naar naïef multiculturalisme, volledige open grenzen of een proces van outsourcing van de maakindustrie. Het betekent realisme, werken aan de herbevestiging van het oppergezag van de politiek en echte machtsdeling van politiek met burger. Voorbij de schijnoplossingen van de traditionalisten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBeyond Flynn, other ties bind the White House to the Kremlin’ van Ishaan Tharoor in The Washington Post, 13 februari 2017.

Onderzoeksjournalistiek van NRC: DENK verspreidt nepnieuws

DENK is een gespleten partij die oproept tot verdraagzaamheid, maar onverdraagzaam handelt. Die harde toon en meedogenloze opstelling wordt vanuit de partij georkestreerd en is ongekend in de Nederlandse politiek. Alleen Geert Wilders namens de PVV is ermee vergelijkbaar. Maar DENK lijkt agressiever te zijn dan Wilders die toch een eenmansbedrijf is. In een commentaar noemde ik DENK en PVV schijnpopulistisch. Ze pretenderen voor het volk op te komen, maar dat is schijn die ze vooral op sociale media proberen te wekken.

NRC concludeert in een mooi voorbeeld van onderzoeksjournalistiek van Andreas Kouwenhoven en Hugo Logtenberg dat de partij tegenstanders monddood probeert te maken door de inzet van trollen. Met name PvdA’ers worden met nepaccounts agressief aangevallen. De twee oprichters van DENK splitsten zich in 2015 af van de PvdA. Tekenend is dat DENK door publiciteitsstunts vijanden creëert om zich tegen af te zetten. Zoals ‘de media’. Uit NRC blijkt dat Sylvana Simons die eind 2016 uit DENK stapte de enige in de partijtop was die af en toe bezwaar maakt tegen de agressieve manier van campagnevoeren. Dat pleit voor haar. Zonder dat ze daar iets over heeft gezegd kan het mede een overweging voor haar geweest zijn om uit DENK te stappen.

Of het hartstikke goed gaat met DENK, zoals partijleider Tunahan Kuzu zegt valt te bezien. De peilingwijzer geeft aan dat de partij tussen de 0 en 2 zetels kan halen bij de verkiezingen van 15 maart. DENK timmert aan de weg en heeft een mediabeleid en een omgaan met de feiten dat vergelijkbaar is met die van autoritaire leiders als Putin, Erdogan of Trump. Ze fabriceren door verdraaiingen en ontkenningen hun waarheid bij elkaar en zetten die naast de realiteit. Zodat het bestaan van één waarheid wordt betwist en alles kan worden gerelativeerd. Dit verklaart dat DENK media die onderzoek verrichten of kritisch verslag doen probeert af te schilderen als deel van het establishment. Een opzichtige wijze om zich te onttrekken aan verantwoording,

Kuzu zegt in het filmpje: ‘Meerdere journalisten van NRC zijn op dit moment aan het graven en aan het wroeten om iets te vinden over Denk. En binnenkort zullen ze vast en zeker opnieuw met een kulverhaal komen.” Hij sluit af met: „Trap er niet in!”’ Inderdaad trap niet in DENK. Per tweet heb ik gesolliciteerd naar een functie als DENK-troll. Wie wil niet behoren tot een politieke partij die zegt dat het hartstikke goed gaat?

denk

Foto: Schermafbeelding van tweet aan DENK, 11 februari 2017.

Het schijnpopulisme van DENK en PVV als dekmantel

poster-patriot-the-1928_02-1

Ik zal niet op haar stemmen, maar ik heb wel waardering voor de strijd van Sylvana Simons. De haat op sociale media tegen haar begrijp ik niet. Simons heeft kritiek op DENK dat ze eind 2016 verliet. Het zou een partij voor Turkse Nederlanders zijn zonder dat DENK dat erkent. Toen ik de StemWijzer invulde stond tot mijn verrassing Artikel 1 zelfs op mijn tweede plek. Overigens bevat de StemWijzer normatieve en sturende vragen (’17. De regeling voor de aftrek van de hypotheekrente moet niet verder worden ‘aangetast”) en valt het te bezien of er waarde aan moet worden toegekend. In mijn ogen is het een te grof middel om politieke voorkeur te meten. Het is triest en tekenend dat zo’n speeltje blijkbaar nodig geacht wordt om de kiezers bij de politiek te trekken. Initiatiefnemer ProDemos onttrekt zich niet aan de tijdgeest van sexy, snel en hapklare brokken.

DENK is een soort PVV te zijn die het moet hebben van kritiek en niet van creatief meedenken. DENK en PVV bestaan in marketing en poppetjes, maar niet in inhoud. Bij de PVV is dat trouwens slechts één poppetje, Geert Wilders die vanuit zijn ivoren toren op Twitter campagne voert. En zoals Amerikaanse media in de eerste fase van de campagne door overmatige aandacht Trump op het schild hesen, zo houden Nederlandse media niet op aandacht te besteden aan de persoon Wilders. Onbewust helpen ze groot te maken wat ze menen te bekritiseren. Of liever gezegd, de publieke figuur ‘Wilders’ die zich profileert als islamkritisch en kritisch is op alles van rechts tot links zonder ergens warm voor te lopen en een hart voor te hebben. De rest van de PVV is niet-bestaand. Wanneer zien we interviews met de andere 30 kamerleden die namens de PVV in de kamer kunnen komen? Nooit. Zoals de PVV een partijprogramma heeft dat op één A4-tje past, zo maakt Simons duidelijk dat DENK vooral tegen is, maar niet nadenkt over oplossingen of ideeën ontwikkelt. DENK legt geen verbindingen naar andere partijen en de samenleving die anders is dan electorale binding van de doelgroep.

De paradox is dat partijen als DENK en de PVV pretenderen namens het volk te spreken, maar zich in hun marketing helemaal niet op het volk richten, maar op hun achterban die door de atypische samenstelling geen dwarsdoorsnede van het volk is. Dit soort partijen wordt populistisch genoemd, maar als dat betekent het in naam van het volk spreken, dan zijn de PVV en DENK eerder te omschrijven als schijnpopulistische partijen.

DENK is opgericht door Turkse-Nederlanders, verbreedde zich door het aantrekken van de Marokkaanse- Nederlander Farid Azarkan tot islamitisch en probeerde zich toen door de Surinaamse-Nederlander Simons te verbreden tot allochtonenpartij. Maar in de kern blijft het een partij van Turkse-Nederlanders waar voor de marketing laagjes vernis overheen zijn geschilderd. De PVV volgde een soortgelijke ontwikkeling en opbouw. Rond een islamkritische kern probeerde de partij zich met linkse, sociaal-economische onderwerpen zoals zorg, AOW en uitkeringen te verbreden en de achterban van sociaal achtergestelden die overwegend negatief tegen de toekomst aankijken te ronselen, en vast te houden. Dat lukt volgens de peilingen goed, maar de kern blijft islamkritiek en de kern van de achterban zijn mensen die de kritiek op vluchtelingen en moslims delen.

Door partijen als DENK en PVV in de beeldvorming niet langer te beschouwen als populistisch, maar als schijnpopulistisch of pseudo-populistisch wordt een misverstand opgeruimd. Onderzoeker Paul Lucardie omschreef in 2007/9 in zijn studie ‘RECHTS-EXTREMISME, POPULISME OF DEMOCRATISCH PATRIOTISME?’ het populisme niet als ‘een complete ideologie (zoals liberalisme of socialisme) maar een ‘dunne’ ideologie die meestal vastgeplakt wordt aan een ‘dikke’ ideologie of elementen daaruit.’ Populisme bestaat niet op zichzelf, maar verbindt zich altijd met een ‘dikkere’ ideologie. Lucardie typeert de beweging die Geert Wilders of Pim Fortuyn vertegenwoordigen als ‘democratisch patriotisme’. Waarbij de PVV sinds 2007/9 niet heeft stilgestaan en zich duidelijk in nationalistische richting heeft ontwikkeld. Het lijkt met de ‘minder, minder’-uitspraak van Wilders in een gematigd rechts-extremistische hoek verzeild te zijn geraakt. Hoe tegenstrijdig dat ook klinkt.

Sommigen vinden de negatieve lading van de term populisme voldoende om partijen te omschrijven. DENK en PVV komt de redelijk gunstige, maar verhullende typering populisme -die electoraal als geuzennaam gebruikt kan worden- echter niet toe. Want het ontneemt het zicht op waar het deze partijen werkelijk om te doen is: verdeeldheid zaaien, het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen door uitsluitend de eigen achterban te bedienen en het heimelijk aanhaken bij een ‘dikke’ ideologie. Dat heeft niets met het volk te maken.

Foto: Neil Hamilton in The Patriot (1928) van Ernst Lubitsch.