Over Nederlandsheid

Mijn reactie bij bovenstaande videoOver Nederlanderschap en Wij/Zij denken‘ uit 2016. Zihni Ozdil in gesprek met RTL Z. De reactie kon echter niet geplaatst worden, zodat hij hier staat:

Wat is Nederlandsheid? Zihni, je weet wellicht dat George Orwell in zijn latere jaren voortdurend in conflict was met zowel de conservatieven die hem wilden claimen als met de socialisten die hem niet begrepen. Jij lijkt ook in zo’n onbegrepen tussenpositie te verkeren.

Orwell die zich in zijn persoonlijk leven als een bourgeois Engelsman gedroeg benoemde de Englishness concreet: het groene plattelandsleven, vissen, tuinieren, de Engelse taal, een lekkere kop thee en vriendelijke mensen. 

Wat is de Nederlandse evenknie daarvan? Wat is Nederlandsheid? Ik gebruik niet het woord ‘Nederlanderschap’ want dat klinkt te juridisch, te politiek en te weinig cultureel. Nederlanderschap is een uitgekauwd begrip waar geen eer meer aan valt te behalen.

Zoals het voorbeeld van Orwell verduidelijkt kan het koesteren van Nederlandsheid niet per definitie gebonden worden aan links of rechts, conservatief of progressief. Nederlandsheid onttrekt zich daar juist aan. Maar in het publiek debat van de afgelopen jaren is het omgekeerde waar. Het begrip is herverkaveld en eenzijdig geclaimd. Zodat het debat erover niet van de grond komt omdat het politiek besmet is en op slot zit.

Nederlandsheid speelt op cultureel vlak. Wellicht op dat van de nostalgie. Met het verlangen naar een deels verdwenen verleden. Dat is evenmin partijgebonden, hoewel rechtse partijen via hun retoriek over nationalisme en een roemrijk verleden (Gouden Eeuw, VOC-mentaliteit, Wilhelmus) het alleenrecht op Nederlandsheid claimen.

Het is de fout van links als het dat niet begrijpt, zelfs afwijst en heeft ingewisseld voor begrippen als multiculturalisme of sociale identiteit van doelgroepen. Dat is een vlucht vooruit in vaagheid. Het is de fout van rechts als het dat gebruikt om mensen uit te sluiten. Dat is een vlucht in wraak en vergelding. Zowel links als rechts weten zich niet te verhouden tot het begrip Nederlandsheid.

Maxima zei ingefluisterd door een adviserende PvdA’ster in 2007 dat de Nederlandse identiteit niet bestaat, maar is daarmee ook gezegd dat Nederlandsheid niet bestaat? Enige variatie moet in de Nederlandsheid inbegrepen worden om het werkbaar te houden. Tussen de Amsterdammer en de Zeeuw, de Fries en de Tukker bestaan verschillen. Het is gratuit om te beweren dat de Nederlandse identiteit niet bestaat omdat het eerder een commentaar is op de bandbreedte van het eigen perspectief. Over het begrip Nederlandsheid zegt het niks.

Ik pleit voor een positieve benadering van het begrip Nederlandsheid. Zonder dat de woorden identiteit, nationalisme en Wij/Zij-denken in de verklaring worden aangewend. Want die geven vooral onduidelijkheid. Dat is van het niveau: fiets = rijwiel en rijwiel = fiets. Dat is de doodlopende weg van de invuloefening.

Wat is Nederlandsheid in culturele, niet-politieke zin? Laten we een poging doen, daarover nadenken en komen tot een formulering. Het heeft met de Nederlandse taal, geschiedenis, wetenschap, cultuur en kunst te maken. Dat zijn precies die sectoren waar geen enkele politieke partij zich eigenaar van voelt en verantwoordelijk voor wil zijn. Komt dat omdat het begrip Nederlandsheid door de voltallige politiek verkeerd begrepen wordt? 

Advertentie

Identiteitspolitiek van Sylvana Simons concentreert op etnische eigenheid die een beletsel voor emancipatie en integratie is

Ik ga niet mee in de hetze tegen politica Sylvana Simons die door vooral het rechtse volksdeel gereduceerd wordt tot haar etniciteit. Dat is onvolwassen gedrag en staat haaks op de manier waarop mensen met verschillende achtergronden het in Nederland met elkaar moeten proberen te vinden. Zij is afgelopen jaren op sociale media afgebrand en staat onder druk. Het is lastig om het inhoudelijk met haar oneens te zijn en dat etnische debat erbuiten te laten. Vooral als Simons dat zelf thematiseert. Zo wordt een trauma tot een stigma.

Tim Engelbart van DDS besteedt in het artikelSylvana Simons ontkent bestaan van echte Nederlanders: “Wil de Echte Nederlander opstaan?”’ aandacht aan Simons en verwijst naar een FB-post van haar die bestaat uit de zin ‘“Wil de Echte Nederlander opstaan?” en een verwijzing naar het  artikel ‘Nederlanders, buitenlanders, ‘allochtonen’. De cijfers’ van Ewoud Butter in Republiek Allochtonië. Het is een deels verhelderend en deels verwarrend artikel. Dat laatste als het de term ‘Echte Nederlanders’ introduceert waar Simons naar verwijst: ‘Ja maar, kan dan worden geroepen, ‘echte Nederlanders’ zijn de inwoners waarvan ook de voorouders altijd al in Nederland woonden. Volgens deze definitie bestaat waarschijnlijk slechts 2% van de Nederlandse bevolking uit ‘echte Nederlanders’. Dat zijn ongeveer 340.000 mensen.’ Butter claimt met de term ‘Echte Nederlander’ dat die nauwelijks bestaat en daarom het Nederlanderschap gerelativeerd kan worden. Hij gaat ermee voorbij aan andere criteria om het Nederlanderschap of de Nederlandse identiteit te definiëren die te maken hebben met het onderschrijven van de Nederlandse waarden, taal, geschiedenis en cultuur. In deze passage reduceert hij het Nederlanderschap tot een genenkaart. Simons volgt dit met haar citaat en krijgt daarvoor kritiek in DDS. In een reactie probeer ik haar kritiek anders te richten waarbij ik Simons’ identiteitspolitiek kritisch benader:

Eens met het commentaar. Het gaat erom dat iemand een Nederlands paspoort heeft en de Nederlandse waarden, zeg: rechtsstaat, democratie en grondrechten erkent. Daarbij kan nog een derde aspect toegevoegd worden: beheersing van de Nederlandse taal en begrip van de Nederlandse cultuur

Wie de geschiedenis van Nederland kent weet dat er altijd immigranten zijn geweest die naar Nederland kwamen en daarna integreerden: Duitsers, Franse Hugenoten, Belgen, Molukkers, Antillianen, Surinamers. Dat is een wetmatigheid. Zonder deze inwijkelingen was het huidige Nederland nooit zo krachtig geworden wat het nu is.

Wat Sylvana Simons probeert te bewijzen is onduidelijk. Haar uitgangspunt lijkt verkeerd. Nederlanderschap of Nederlandse identiteit gaat niet om afkomst of de samenstelling van een genenkaart, maar om de ondubbelzinnige omarming van de Nederlandse waarden en cultuur.

Wat Simons doet is hetzelfde soort misleiding als het debat over de Gouden Eeuw dat door het Amsterdam Museum recent op scherp werd gezet door de term af te schaffen. Het gaf daarvoor als legitimatie dat er een te eenzijdig, positief beeld van de Gouden Eeuw bestaat. Maar dat is onjuist omdat de negatieve aspecten al eeuwenlang genoemd worden en evengoed bij de term Gouden Eeuw horen als de positieve aspecten.

Simons doet aan hetzelfde soort misleiding en publicitaire acrobatiek door eerst een verkeerd beeld te scheppen van de werkelijkheid over het Nederlanderschap en dat vervolgens als een stropop in de fik te steken. Maar wat er vervolgens brandt is niet wat Simons zegt ter discussie te stellen, maar is Simons zelf. Zonder dat ze dat doorheeft. Dat zegt niet alleen iets over Simons’ oprechtheid, maar vooral iets over haar gebrekkige intellectuele integriteit en vermogen.

Het is feitelijk nog erger dan dat omdat Simons bewust identiteit reduceert tot afkomst. Daarmee gaat ze tekeer als een olifant in de porseleinkast en stapt ze 40 jaar terug in de tijd. Want het integratiedebat is al moeilijk genoeg zonder de versimpelingen van Simons. Waarom zij deze nauwe blik kiest is onduidelijk, wellicht heeft het te maken met haar politieke loopbaan die het moet hebben van het motiveren van een electorale achterban die op weg naar emancipatie betrekkelijk geïsoleerd blijft.

Simons zou er slim aan doen door bij dit debat een andere invalshoek te kiezen. Zoals het perspectief dat het niet gaat om de feiten van de genetische of etnische achtergrond, maar om het integratiebeleid. Zij zou een punt scoren en maatschappelijk zinvol bezig zijn als ze zou wijzen op de halfslachtige wijze waarop de integratie van migranten in Nederland gebeurt. Daar is de winst te halen. Niet bij het ter discussie stellen van de etniciteit.

Simons maakt dezelfde fout als de radicale boeren die de feiten van de stikstofuitstoot ter discussie stellen omdat ze het beleid dat daaruit volgt afwijzen. In plaats van het beleid af te wijzen menen ze dat door de feiten af te wijzen ze daarmee het beleid afwijzen. Maar zo werkt het niet.

Dat is verwarrend, zoals de opstelling van Simons ook verwarrend is. Zij heeft vanuit haar betrokkenheid als politicus gelijk als ze het integratiebeleid afwijst en onrecht constateert dat aangepast moet worden door verbeteringen voor te stellen. Maar ze heeft ongelijk als ze zich opstelt als een amateur-antropoloog en halfslachtig aanhaakt bij een journalistieke stelling die nationalisme verwart met etniciteit, en sociaal-culturele aspecten met genealogie. Simons is een politicus en zou er goed aan doen om zichzelf beter te kennen en zich voortaan te profileren op haar sterke punten en niet op haar zwakke punten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSylvana Simons ontkent bestaan van echte Nederlanders: “Wil de Echte Nederlander opstaan?”’ van Tim Engelbart in DDS, 16 oktober 2019.

Omroep West: ‘Wethouder Baldewsingh: ‘Den Haag is niet meer alleen van Nederlanders’’. Een lesje in communicatie van de PvdA

De vertrekkende PvdA-wethouder in Den Haag Rabin Baldewsingh wordt door PvdA-bashers met leedvermaak de laatste PvdA-wethouder in een van de vier grote steden genoemd. De PvdA is haar oude positie in de grote steden verloren en de verwachting is niet dat de PvdA bij de komende gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart het verloren terrein terugwint. Verder verlies voor de sociaal-democraten ligt eerder in het verschiet.

Op het YouTube-kanaal geeft Omroep West deze video de volgende titel mee: ‘Wethouder Baldewsingh: ‘Den Haag is niet meer alleen van Nederlanders’. Dat zegt hij niet letterlijk in het gesprek, maar wel iets wat er op lijkt: ‘De Nederlanders moeten nou eindelijk eens een keer wennen dat die stad ook inmiddels van hun is’. Hiermee doelt hij op mensen met een hoofddoek of met een lange jurk waar de interviewster naar verwijst.

Baldewsingh bedoelt het ongetwijfeld goed, maar weet niet de juiste woorden te vinden om dat uit te drukken. Hij mist de nuancering. Want onbedoeld is zijn uitspraak ‘Den Haag is niet meer alleen van Nederlanders’ niet verbindend, maar het omgekeerde daarvan. Hoewel hij waarschijnlijk het tegendeel tracht te beweren, zegt hij dat mensen met een hoofddoek of een lange jurk geen Nederlanders zijn. Dat komt precies op hetzelfde neer als wat Geert Wilders beweert. Baldewsingh had uiteraard moeten zeggen dat hij mensen met een hoofddoek of een lange jurk als volbloed Nederlanders beschouwt. Wat ze meestal volgens hun paspoort zijn.

Dat de vermoedelijk laatste PvdA-wethouder van een van de vier grote steden deze nuancering mist is een teken aan de wand. Voor de PvdA, voor Nederland en voor het wij/zij-denken in het hoofd van Baldewsingh.

Vaak wordt door bestuurders die in problemen komen het containerbegrip ‘communicatie’ van stal gehaald en als pleister op misverstanden en verkeerd beleid geplakt. De strekking is dan als ze het nog een keer uitleggen de mensen het vanzelf gaan begrijpen. Dit is een hooghartige houding waarmee bestuurders de burgers de mogelijkheid ontzeggen het er op inhoudelijke gronden mee oneens te zijn. Bij Baldewsingh is het omgekeerde aan de hand. Burgers moeten hem uitleggen wat goede communicatie is. De wethouder roept misverstanden in het leven die er niet zijn. Hoewel hij mogelijk ook inhoudelijk de boel niet op orde heeft.

Esther Voet schiet in eigen voet met aanval op Broertjes

ev

CIDI-directeur Esther Voet reageert op Pieter Broertjes (PvdA), burgemeester van Hilversum en voorheen hoofdredacteur van De Volkskrant. Hij zou geblunderd hebben door Joden die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël vertrokken te vergelijken met jihadstrijders en ISIS-terroristen die naar Syrië en Irak afreizen. De gewraakte uitspraak deed de burgemeester in het radioprogramma Stand.nl op radio 1: ‘Nederlanders gingen na de oorlog ook naar Israël om daar tegen de Engelsen te vechten. Wij hebben ze toen ook niet tegengehouden.’ Esther Voet noemt de uitspraak een flater en stelt vragen bij de integriteit van Broertjes. Hiermee trekt zij niet zozeer zijn politiek standpunt in twijfel, maar zet ze vragen bij zijn oprechtheid en motivatie. Hiermee overschrijdt niet Pieter Broertjes, maar Esther Voet de grenzen van de betamelijkheid.

Waarom de ophef over een redelijk neutrale opmerking van Broertjes over Nederlanders die naar het buitenland reizen om zich als strijder aan te sluiten bij een buitenlandse groepering? Wie de strijders of die buitenlandse groepering ook zijn. Welk aspect van de gewraakte uitspraak leidt nou tot zoveel ophef en verontwaardiging? Mogen bepaalde landen niet vergeleken worden met andere landen? Het verschijnsel is niet nieuw. Zo’n 700 ‘Spanjestrijders‘ deden in de jaren ’30 hetzelfde en verloren hun Nederlanderschap. Het is merkwaardig dat telkens blijkt dat de waardering voor de Nederlanders die in buitenlandse krijgsdienst treden direct afhankelijk is van de politieke voorkeur in Nederland van de meerderheid. Dus Spanjestrijders en ISIS-strijders niet, maar het Franse vreemdelingenlegioen of Israël-strijders wel. Dit onderscheid is willekeurig.

int

Foto 1: Schermafbeelding van tweet van Esther Voet, 23 oktober 2014.

Foto 2: Schermafbeelding van tweet van Esther Voet, 23 oktober 2014.

EenVandaag en OmroepWest passen reportage jihadstrijders aan na bedreiging geïnterviewden

Op verzoek van zich door radicale moslims bedreigd voelende Nederlands-Marokkaanse ouders heeft EenVandaag een op 6 mei uitgezonden item over het ronselen van jihadstrijders voor Syrië van YouTube verwijderd. Een coproductie met de regionale omroep OmroepWest. Het is in een aangepaste versie van 8’51” nog wel op de eigen site te zien. Een interview met familieleden van de geronselden is verwijderd. Op het YouTube-kanaal van OmroepWest is het verslag nog wel te zien, ook in een aangepaste versie. (zie boven).

Op BNR noemt hoofdredacteur Jan Kriek van EenVandaag het ‘een heftige keuze’ om de volledige reportage niet meer online te plaatsen. ‘Het was een zware beslissing, maar we konden niet anders om onze bronnen te beschermen’, aldus Kriek in De Telegraaf. Onder de titel ‘Het programma EenVandaag, dat buigt voor jihadisten‘ heeft Lilian Helder (PVV) kamervragen gesteld aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De bedreiging van de Nederlands-Marokkaanse ouders is ontoelaatbaar. Zij moeten vrij kunnen spreken. De bedreigers moeten daarom opgespoord worden. Maar het moet niet verward worden met de overtuiging van Nederlandse jongeren om voor de islam te vechten. Da’s legitiem, hoewel ze er mogelijk hun Nederlandse nationaliteit mee verliezen. Onze geschiedenis kent het voorbeeld van de Spanjestrijders die ruim 70 jaar geleden naar Spanje trokken om voor de Republiek te vechten. Waarop hun nationaliteit door de Nederlandse overheid ontnomen werd omdat ze in vreemde krijgsdienst waren getreden. Het is ook de vraag of de jong-volwassenen die door ronselaars onder druk worden gezet altijd hun beslissingen kunnen overzien.

image-388616-galleryV9-vmim

Foto: Strijders van het Vrije Syrische Leger in Aleppo. Augustus, 2012.

Ouders van Marokkaans-Nederlandse rotjochies moeten opvoeden

koran

Directeur Hasib Moukaddim van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) zoekt het initiatief in de column: ‘Aan ouders van rotjochies: voedt jouw kinderen ook buiten de woonkamer op‘. De afgelopen week haakten belangengroepen aan bij de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen die door enkele Marokkaanse Nederlandse rotjochies dood werd getrapt. Nederland verkeerde in een schok. De vonken sprongen van het debat, ook hier. Was het geweld gerelateerd aan voetbal, Marokkanen of aan iets anders?

Moukaddim keilt aan met het idee dat het publieke debat opvalt door het benoemen om het benoemen zonder aanpak en oplossing: ‘Dit alles in de traditie van het typisch Hollandse debat: het benoemen van het probleem, daarna nog eens benoemen, dan op eigen borst kloppen voor het benoemen om tot slot over te gaan tot de orde van de dag.’ Mooi gezegd. Het idee dat het bij dit soort maatschappelijke verschijnselen vaak aan aanpak en oplossing schort lijkt juist. Maar benoemen in de zin van kwalificeren? Gesteld dat dat voorafgegaan wordt door observatie, analyse en een presentatiestrategie. Het lijkt erop dat Moukaddim in een retorische valkuil loopt door het benoemen af te willen zetten tegen het uitblijven van de oplossing. Daardoor mist-ie het wegkijken en ontkennen als eerste fase in het weglopen voor een oplossing. Daar gaat het al mis.

Moukaddim constateert ‘een schrijnend gebrek aan toezicht op sociale regels in de openbare ruimten‘. Zijn uitspraak dat ook Marokkaanse-Nederlandse rotjochies daar gebruik van maken, klinkt als understatement. Als weinig anderen rekken ze grenzen op. Moukaddim manoeuvreert voorzichtig, maar ook voorspelbaar in het vinden van een middenweg. Hij verbreedt de opvoeding naast de ouders tot ‘de school, de buurtwerker, de voetbal- of handbaltrainer, de buurman en buurvrouw, familieleden en eventuele hulpverleners.’ Dat er in de opvoeding van de eigen kinderen ‘óók een belangrijke rol [is] weggelegd voor de Marokkaans-Nederlandse ouders‘ klinkt ongeloofwaardig. Natuurlijk ligt er een rol voor de ouders. Bizar dat het gezegd moet worden.

Deze ouders mag volgens Hasib Moukaddim niet het verwijt gemaakt worden dat ze hun kinderen niet goed opvoeden: ‘Ouders proberen wel degelijk hun kinderen op te voeden door ze de juiste normen, waarden en liefde mee te geven.’ Maar hier verwart-ie goede bedoelingen met feitelijke opvoeding. Intenties of pogingen zijn wat anders dan ouders die hun kinderen in de gaten houden, zich in hun plaats stellen en ook praktisch met hun kinderen verbinden. Dat gebeurt in vrijwilligerswerk, huiswerk, ouderavonden, spelen op straat, achter het beeldscherm of de spelcomputer en overal waar opgroeiende kinderen hun ouders tegenkomen.

Moukaddim loopt op eieren en spreekt tegen diverse doelgroepen die hij niet van zich wil vervreemden. Zijn betoog verbreedt tot ondoorzichtigheid toe. Het klopt: ‘De Marokkaanse gemeenschap is onderdeel van de Nederlandse samenleving en dus is ‘jouw probleem ook mijn probleem en andersom’‘. Maar dat betekent niet dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van deze kinderen door de hele samenleving gedeeld wordt. Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid. Als ze die om culturele of sociaal-economische redenen niet kunnen nemen, dan moet dat benoemd worden. Maar juist dat laat Hasib Moukaddim na. Ook hij denkt dat-ie iets kan benoemen zonder man en paard te noemen. Hij past in het typisch Hollandse debat van wegkijken.

Foto:  Opvoeden met de koran.

Voetbal, opvoeding, Wilders, Marokkanen, publiek debat en media

afgelast-610x400

De Telegraaf van 4 december citeert voorzitter Marcel Oost van BuitenBoys: ‘Na het laatste fluitsignaal gaven vrijwel alle spelers de scheidsrechter een hand om hem te bedanken voor de leiding. Alleen de drie Marokkaanse spelers van Nieuw Sloten liepen naar onze grensrechter, trokken hem naar de grond en begonnen op zijn hoofd en nek in te trappen.’ Waren de drie spelers die de grensrechter trapten de enige Marokkaanse spelers uit het team en waarom greep niemand in als zo’n precieze reconstructie mogelijk is?

Is het belangrijk om te weten dat de drie jeugdspelers van Nieuw Sloten die afgelopen zondag de grensrechter van BuitenBoys doodtrapten Nederlandse Marokkanen waren? In de berichtgeving in bijvoorbeeld de NRC bleef dat feit ongenoemd. De media zoeken zich blijkbaar een weg tussen maatschappelijke taak, politieke correctheid, adequate berichtgeving en eigen verantwoordelijkheid. Moeten media het nou wel of niet melden?

Het niet noemen van de hele context gaf de PVV gisteren alle ruimte om over een ‘Marokkanenprobleem‘ te praten. De partij zegt: ‘De Nederlandse politiek en media zijn in een totale staat van ontkenning. Er wordt n.a.v. de dood van een grensrechter gesproken over een voetbalprobleem, terwijl dat het echte probleem verhult. “Het is geen exclusief voetbalprobleem maar een Marokkanenprobleem dat zich uit op straat, op school, in het winkelcentrum, op het voetbalveld” (..).’ De PVV kon deze analyse slijten omdat het als eerste ondubbelzinnig de achtergrond van de drie spelers en haar ‘oplossing’ voor het probleem combineerde.

Voordat de PVV erover begon bleef de achtergrond van de drie spelers niet ongenoemd, zoals het bericht in De Telegraaf bewijst. Nadat de PVV het gisteren oppakte kreeg het echter dynamiek doordat de PVV zich erover uitliet. Pas daarin zagen andere media als ElsevierRTL of de NOS er een nieuwsfeit in. Omdat er geen andere analyse was die het feit van de Marokkaanse spelers noemde kon Wilders voor open doel scoren.

Geert Wilders schetst de tegenstrijdigheden door in een tweet te spreken over de daders, een Nederlands paspoort, retour Marokko en grenzen dicht. Hij dikt het aan en weet dat wat-ie zegt niet kan. Iemand kan een Nederlands paspoort niet zomaar ontnomen worden. Daartoe is zoiets als dienen in een vreemde krijgsmacht nodig, zoals de Spanjestrijders overkwam. Maar wat Wilders zegt wordt gehoord omdat de media en andere partijen de feiten niet noemen. Dat zwijgen van de media heeft twee ongewenste gevolgen. Zoals gezegd zet het de PVV op voorsprong bij gebrek aan tegengeluid. En media nemen hun lezers en kijkers niet serieus doordat ze informatie achterhouden die van belang zou kunnen zijn. Zelfs dat weten we nu niet eens zeker.

Foto: Bordje Voetbal Afgelast, de KNVB last het amateurvoetbal voor komend weekend af.