Museum Het Valkhof en Museum Arnhem betrekken nieuwe publieksgroepen als klankbordgroep bij vier tentoonstellingen in project ‘Ontgrenzen’. Fundamenteel anders of handige marketing?

Daar is weer zo’n kop van een nieuwsmedium dat de lading van het artikel niet dekt. Er wordt in de kop iets gezegd dat in het artikel wordt weersproken. Heeft de eindredacteur die de kop heeft gemaakt het artikel niet gelezen of niet goed begrepen? Allebei is mogelijk.

De kop is onjuist. Ook iemand die geen verstand heeft van hoe een museum reilt en zeilt kan weten dat de kop niet klopt De kop veronachtzaamt de vakprofessional en vervangt dat door dom populisme. Wat volgt? ‘Publiek vormt voorhoede van Nederlands Elftal‘, ‘Publiek maakt eten in sterrenrestaurant‘ of ‘Publiek vervangt ministers in Vrijdagse ministerraad’?

In hoeverre De Gelderlander en beide musea publicitair onder een hoedje spelen om een wilt voetje te halen bij de regionale politiek en het binnenhalen van een miljoen overheidssubsidie te verantwoorden is de vraag. Het kan dat dit artikel dit experiment van beide musea meer beschadigt dan de eindredactie ervan beseft.

Beide musea laten het publiek niet zelf tentoonstellingen maken. Dat is uiteraard praktisch onmogelijk omdat het publiek de kennis, vaardigheid en het netwerk hiertoe mist. Dat is logisch omdat anders museummensen overbodig zouden zijn. Ofwel, het maken van tentoonstellingen gebeurt door museumprofessionals met ervaring. Ze hebben een vak dat niet zomaar door leken vervangen kan worden.

Het gaat erom dat twee musea, te weten Museum Het Valkhof in Nijmegen en Museum Arnhem samenwerken om nieuwe, moeilijk bereikbare publieksgroepen naar hun museum te trekken. Dat doen deze musea volgens eigen zeggen door ‘publieksgroepen te vragen de tentoonstelling mee in te richten‘. Het gaat om samenwerking met publieksgroepen terwijl de coördinatie zoals gebruikelijk bij het museum ligt. Wat er ‘fundamenteel‘ anders is aan zo’n vermeend nieuwe opzet is dan ook de vraag.

De betrokkenheid van de publieksgroepen bestaat eruit dat geselecteerde leden van achtereenvolgens vier verschillende publieksgroepen in vier tentoonstellingen als ‘public in residence‘ meedenken over de inhoud. Twee in Nijmegen, twee in Arnhem. Het heeft zelfs een projectnaam: ‘Ontgrenzen‘. De geselecteerde leden van de publieksgroepen leveren suggesties aan waarmee de medewerkers van de musea aan de slag gaan om een tentoonstelling te maken.

De Gelderlander voegt toe: ‘Voor dit plan hebben de musea subsidie gekregen van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, de zogeheten de BIS-gelden (Basis Infra Structuur). In totaal 1 miljoen euro, 250.000 voor elke tentoonstelling. De Raad voor Cultuur, die het plan beoordeelde, is enthousiast over de vernieuwende benadering van publiek die fundamenteel anders is.

Of dit plan werkelijk anders en vernieuwend is valt te bezien en moet geëvalueerd worden. Elke poging om publieksgroepen naar musea te trekken die tot nu toe het museum moeilijk weten te vinden is hoognodig en waardevol. Want musea zijn conservatieve bastions.

Maar het is onduidelijk of het betrekken van een geselecteerde publieksgroep de oplossing is. Nieuw is dat geenszins. Buitenstaanders zijn vaak al betrokken bij het maken van tentoonstellingen. Of als klankbordgroep, bruikleengever of experts. ‘Ontgrenzen‘ is een initiatief dat aan ‘de buitenkant’ blijft en de organisatie en werkwijze van het museum niet fundamenteel wijzigt. Zo beredeneerd kan het als een defensieve handelswijze van beide musea worden opgevat.

Hedwig Saam van Museum Het Valkhof houdt een slag om de arm: ‘Het is een toegepast onderzoek dat kan leiden tot een nieuwe aanpak in musea. Dat is wat wij hopen en waarom de Raad voor Cultuur ons steunt‘. Maar niets is zeker.

Kwestie Inès von Rosenstiel. Is Integrative Medicine een nieuwe visie op de gezondheidszorg of een marketingmodel dat geen medisch, maar een cultureel en economisch belang dient?

Schermafbeelding van deel artikelIM-gelovige kinderarts Inès von Rosenstiel krijgt lintje‘ op de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK), 11 november 2021.

Er bestaat verschil van mening over het feit of een kinderarts wel of niet aangesloten is bij de kinderartsenvereniging NVK. Het gaat om Inès von Rosenstiel over wie op een informatiepagina van het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem wordt gezegd dat ze lid is van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). In een artikel van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) van 11 november 2021 lijkt het tegenovergestelde te worden beweerd: ‘In 2010 distantieerde haar beroepsgroep, de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) zich van haar alternatieve praktijken. Von Rosenstiel was overigens geen lid van de kinderartsenvereniging‘. Er staat in dit citaat ‘was‘ zodat het mogelijk is dat ze sinds 2010 alsnog lid is geworden.

Het artikel van de VtdK schetst dat Von Rosenstiel op 8 oktober 2021 op het eerste Nederlandse Integrative Medicine-Congres ‘In or outside the box?‘ in Amersfoort (niet in Arnhem ) is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ze ontving een lintje uit handen van de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch. In zijn lofrede zei hij over haar: ‘Zij stuurt deze mensen niet van functionele therapie naar complementaire therapie en hopelijk ook weer terug, maar ziet de mens als optelsom en zet dus alle methoden in die bewezen hebben te helpen. Patiënten zijn voor haar mensen die de regie kunnen nemen voor een gezonde levenswijze‘.

Schermafbeelding van deel aankondiging IM-congres ‘In or outside the box?’ op 8 oktober 2021 in de Flint, Amersfoort. Via Congressen met zorg.

De VdtK is daar niet gelukkig mee en zegt hierover: ‘De Vereniging tegen de Kwakzalverij vindt de benoeming tot Oranje-Nassau-officier betreurenswaardig, de alternatieve achterban van Von Rosenstiel reageert daarentegen juichend. ‘Inès von Rosenstiel heeft een ontzagwekkende staat van dienst’, aldus de Vereniging Homeopathie in een persverklaring‘. VdtK merkt op dat Von Rosenstiel op andere gebieden te prijzen valt, zoals haar inzet voor het verbeteren van de gezondheid van kinderen in met name ontwikkelingslanden. Maar daarvoor heeft ze het lintje niet gekregen.

De vraag is of Inès von Rosenstiel de deur open zet naar kwakzalverij. In genoemd artikel geeft de VtdK een verklaring over het handelen van Inès von Rosenstiel en de populariteit van de Integrative Medicine: ‘Na een aanvankelijk vlekkeloze loopbaan als kinderarts-intensivist in het AMC is Von Rosenstiel geleidelijk afgegleden naar een bedenkelijk niveau, kritiekloze liefde voor alternatieve geneeswijzen als visualisatie, yoga, babymassage, aromatherapie en muziektherapie. Zij meent dat er in de ziekenhuizen ook plaats moet worden gemaakt voor Chinese acupunctuur. De IM-arts beweert weliswaar dat zij alleen geneeswijzen introduceert, waarvan de werkzaamheid goed is aangetoond, maar legt daarbij geheel eigen zeer soepele criteria aan. Integrative medicine is niets anders dan het binnensmokkelen van alternatieve geneeswijzen in ziekenhuizen. Directies vinden dergelijke initiatieven vaak prima omdat er – op populistische wijze – klanten mee kunnen worden getrokken‘.

Het Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid (CIZG) probeert op haar site de kritiek voor te zijn dat de Integrative Medicine (IM) de deur open zet naar de kwakzalverij door te benadrukken dat het dit gevaar kent en daarom zorgvuldig handelt:

Schermafbeelding van deel rubriekVeelgestelde vragen & antwoorden‘ op site Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid (CIZG).

Maar dit antwoord van het CIZG gaat voorbij aan de vraag of er wel zoiets bestaat als alternatieve geneeskunde die wetenschappelijk is. Een artikel over Integratieve ‘gezondheidsmethoden’ uit 2017 van Stephen Barrett in Quackwatch ontkent dat en citeert een redactioneel artikel uit 1998 van de Journal of the American Medical Association: ‘Er is geen alternatieve geneeswijze. Er is alleen wetenschappelijk bewezen, evidence-based geneeskunde die wordt ondersteund door solide gegevens of onbewezen medicijnen, waarvoor wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Of een therapeutische praktijk nu ‘oosters’ of ‘westers’ is, onconventioneel of mainstream is, of waarbij lichaamseigen technieken of moleculaire genetica betrokken zijn, is grotendeels irrelevant, behalve voor historische doeleinden en cultureel belang. (…) Desalniettemin moeten we, als gelovigen in wetenschap en bewijs, ons concentreren op fundamentele kwesties, namelijk de patiënt, de beoogde ziekte of aandoening, de voorgestelde of toegepaste behandeling en de noodzaak van overtuigende gegevens over veiligheid en therapeutische werkzaamheid.’

Schermafbeelding van deel artikel Be Wary of “Alternative,” “Complementary,” and “Integrative” Health Methods‘ van Stephen Barrett in Quackwatch, 30 oktober 2017.

Catherine J. de Jong, anesthesioloog en secretaris van de VtdK is de vermoedelijke auteur van het VtdK-artikel over IM en Inès von Rosenstiel. In 2010 kruisten de twee medici in Medisch Contact de degens. In reactie op een artikel van Von Rosenstiel schreef De Jong het volgende:

Schermafbeelding van deel briefRegulier-plus zoekt de consensus‘ van Catherine J. de Jong in Medisch Contact, mei 2010.

Is IM of integratieve geneeskunde nou kwakzalverij, geen kwakzalverij of iets daartussenin, namelijk een verlengstuk van de reguliere gezondheidszorg dat dient als extra verdienmodel voor ziekenhuizen en medische centra om geld binnen te halen? Dat laatste zou de in de afgelopen 20 jaar sterk toegenomen positie van IM binnen Nederlandse ziekenhuizen verklaren.

Dat is het verschil tussen het antwoord op de vraag of IM schadelijk, overbodig of niet zozeer direct schadelijk is maar de doelmatigheid van de gezondheidszorg wel doet afnemen en deze daarmee indirect schade aandoet. Kernvraag die beantwoord dient te worden door de medische sector is of IM een nieuwe visie op de geneeskunde is of een uit de VS overgewaaid handig marketingmodel dat geen medisch, maar vooral een cultureel en economisch belang dient.

Gezien de waardering voor IM en het sentiment in de samenleving dat het belang van wetenschap verregaand relativeert valt niet te verwachten dat de reguliere gezondheidszorg met verzekeraars, ziekenhuizen, medici, belangenverenigingen en overheden, kortom met veel tegengestelde en grote financiële belangen nog in staat is om op deze vraag een eerlijk antwoord te geven.

Hypocrisie van kunstmanifestatie sonsbeek20→24. Het is niet gedekoloniseerd en kent veel kritiek, maar geen zelfkritiek

Deel artikelREKENING VOOR KOLONIALE DWANGARBEID: 9,5 MILJOEN‘. One World, 23 augustus 2021.

Wie kritiek op de ander heeft en die beschuldigt van onmaatschappelijk handelen loopt de kans ongeloofwaardig te zijn door samenwerking met iemand die precies dat is waarvan men de ander beschuldigt. Namelijk een fraudeur of profiteur die onmaatschappelijk handelt. Het woord dat zo’n dubbele standaard karakteriseert is hypocrisie.

De critici zijn in dit geval Mitchell Esajas (The Black Archives) en co-curator Amal Alhaag van kunstmanifestatie sonsbeek20→24 die in het artikel ‘REKENING VOOR KOLONIALE DWANGARBEID: 9,5 MILJOEN’ dat op 23 augustus 2021 werd gepubliceerd op One World de aanval openen op de Arnhemse regentenfamilie Brantsen. Door de ondertekening van artistiek directeur Bonaventure Soh Bejeng Ndikung die expliciet verwijst naar sonsbeek20→24 valt dit artikel op te vatten als deel van de manifestatie. Dus de kritiek komt van sonsbeek20→24 als instelling.

Ze vragen 9,5 miljoen euro voor ‘de onbetaalde arbeid door hun voorouders in de periode 1727 – 1780‘. Het is geen serieuze juridische claim die bij een rechtbank enige kans op succes maakt. Het is een politiek pamflet dat de activisten gebruiken om hun politieke doelen onder een breed publiek te verspreiden.

De site van sonsbeek20→24 zegt bij de beschrijving van Amal Alhaag het volgende: ‘Haar projecten bevinden zich op de snijvlakken muziek en hedendaagse kunst, (post)kolonialisme en antropologie om ‘oncomfortabele’ zaken te onderzoeken, te agenderen en te bekritiseren‘.

Bij de deelnemende kunstenaars wordt ‘The Black Archives’ genoemd als een ‘fysiek en digitaal archief en cultureel platform op het snijvlak van archieven, cultureel erfgoed, kunst en onderwijs‘. De mensen achter ‘The Black Archives’ zijn geen traditionele kunstenaars met een kunstopleiding of autodidacten die op eigen kracht een artistiek niveau hebben bereikt, maar interdisciplinaire activisten die een politiek geëngageerd verhaal vertellen. ‘The Black Archives’ kan als de definitie van kunst ver opgerekt wordt een kunstinstelling worden genoemd, maar het valt eerder op te vatten als een historisch archief, een ontmoetingsplaats voor activisten of een debatcentrum.

Die politieke inzet kan waardevol zijn, maar waarom iemand als Mitchell Esajas door sonsbeek20→24 genoemd wordt als kunstenaar en niet als politieke activist is naar twee kanten verwarrend. Het rekt zoals gezegd de definitie van wat een kunstenaar is op en het schept ook verwarring over wat een politieke activist is.

In het project ‘Sound Waves of Resistance‘ van ‘The Black Archives’ en Yinka Ilori wordt ook verwezen naar Huis Zypendaal dat in het artikel van One World centraal staat. In dat artikel zegt Mitchell Esajas met Amal Alhaag: ‘Onlangs bezochten wij uw terrein, waar de tentoonstelling ‘Sound Waves of Resistance’ de verborgen ontstaansgeschiedenis van Huis Zypendaal op het landgoed zichtbaar maakt‘. Esajas verwijst naar zijn eigen project van sonsbeek20→24 zonder dat hij bekend maakt dat hij naar zichzelf verwijst. Het moet steekhoudende argumenten en legitimiteit suggereren.

Partners van sonsbeek20→24, onder wie financier en sponsor Stichting Ammodo.

Wie open is en maatschappelijk onrecht wil bestrijden doet er verstandig aan om dat naar alle kanten te doen. Een financier en sponsor van sonsbeek20→24 is de Stichting Ammodo. Daar heeft Mitchell Esajas geen kritiek op. Maar anderen wel, zoals FTM in meerdere publicaties, kunstenaar Timo Demollin in het artikelDe Fuik van de Filantropie‘ in Platform BK en ikzelf in een commentaar. Stichting Ammodo geeft geld aan sonsbeek20→24 dat het van havenwerkers heeft ontvreemd. Tot verbijstering van velen is het protest tegen deze opmerkelijke gang van zaken uiteindelijk gaan liggen.

Demollin zegt over de herkomst van het besmette geld van Ammodo: ‘Maar hoe is het verzuimen van een eerlijke reflectie op de herkomst van dit geld te rijmen met de huidige inspanningen van zoveel door Ammodo gesponsorde kunstinstellingen om hun organisaties te ‘dekoloniseren’, om onderdrukkende machtsstructuren te herkennen en te ontmantelen?

Dat is de valkuil waar Mitchel Esajas intrapt. Hoe kan hij volhouden met zijn politieke projecten de samenleving te willen dekoloniseren als hij daarvoor, al is het indirect, de steun van een stichting aanvaardt die havenwerkers heeft bedrogen? Esajas neemt besmet geld aan om besmet geld aan de orde te stellen. Hoe cynisch is dat?

Het Ammodo-dossier is van nu. Het speelt niet in de 18de, maar in de 21ste eeuw. Esajas en het curatorenteam van sonsbeek20→24 dat kritiek heeft op ‘oncomfortabele’ zaken missen zelfkritiek. Ze hadden respect verdiend als ze hadden geweigerd om bij een kunstmanifestatie betrokken te zijn die besmet geld aanvaardt.

De Code Inclusie & Diversiteit in de kunstsector zegt in theorie ruimte te maken voor nieuwe verhalen en te werken aan een gelijkwaardige sector voor iedereen. Dat is een evenwichtig streven waarbij niet de politiek meest actieven en best georganiseerden die het meest brutaal en inventief de publiciteit weten te bespelen en het beste weten politieke druk weten te zetten in media, politiek en onderwijsinstellingen telkens weer subsidie ontvangen of vanwege hun politieke overtuiging en relatieve bekendheid die buiten de kunst is gelegen worden uitgenodigd voor presentaties.

Volgens de code gaat diversiteit ook over het verschil of de achterstand in sociaaleconomische status en opleidingsniveau. Dat betreft ook de havenwerkers van Ammodo die zijn verdwenen achter een Arnhems verhaal over slavernij, historische achterstelling, sociaal onrecht en ongelijkheid. Volgens de organisatie van sonsbeek20→24 weegt blijkbaar de ene ongelijkheid zwaarder dan de andere ongelijkheid. Dat is Animal Farm anno 2021. Laten we beseffen dat maatschappelijke verontwaardiging aan mode onderhevig is en de kunstsector uit zelfbehoud een grotere afstand tot die activistische waan van de dag moet houden dan nu gebeurt.

Raad Arnhem neemt motie aan om stedenband met Wuhan te verbreken vanwege de schokkende behandeling van de Oeigoeren door China

Aangenomen motie 21M81 ‘Verbreek stedenband met Wuhan (Volksrepubliek China)’ in gemeenteraad Arnhem, 21 juli 2021.

Een motie die op 11 november 2020 nog door DENK werd ingetrokken omdat er geen meerderheid voor was kreeg gisteren wel een meerderheid in de Arnhemse raad.

Vergeleken met toen was de motie op twee punten gewijzigd. In de tekst was toegevoegd: [We weten dat] ‘De 2de kamer op 25-02-2021 een motie heeft aangenomen waarin uitgesproken wordt dat in China genocide plaatsvindt en China strafkampen erop na houdt die bedoeld zijn om geboorte binnen een specifieke groep te voorkomen’. In de presentatie van de motie verwees de vertegenwoordiger van DENk uitdrukkelijk naar deze motie in de Tweede Kamer. Verder was de motie medeondertekend door de Partij voor de Dieren en de ChristenUnie.

De Gelderlander noemt in een bericht van 21 juli 2021 het besluit van de raad om de stedenband met Wuhan te verbreken ‘verrassend‘, Het zegt ook dat de raad hiermee inging tegen het voorstel van het college dat bestaat uit GL, D66, VVD en PvdA. De partijen die voor de motie stemmen waren Denk, GroenLinks, D66, SP, ChristenUnie, PVV en Partij voor de Dieren. Ze hebben een meerderheid van 23 van de 39 zetels. Van de coalitiepartijen stemden GL en D66 voor en PvdA en VVD tegen.

In oktober 2019 verscheen in opdracht van het college een door Buck Consultants International uitgevoerde evaluatie over de 20 jarige relatie van Arnhem met Wuhan. Het leest als een stuk uit een vorig tijdperk. Dat bureau adviseerde om de stedenband niet te verbreken omdat ‘De relatie biedt betrokkenen rechtstreeks inzicht in de werkwijze en uitdagingen binnen deze enorme groeimarkt, kansen voor nuttige contacten en zakelijke mogelijkheden, en Arnhem als stad een grotere uitstraling‘. Dat is een economische benadering die door de motie naar de prullenbak is verwezen. De paradox is dat Arnhem dat zich nu laat kennen als criticus van het Chinese mensenrechtenbeleid een uitstraling krijgt dat het anders nooit had gehad.

Deze motie staat niet op zichzelf en is er een teken van dat binnen de EU en het Westen in het algemeen (met name Australië, Zweden en de VS) de kritiek op China op de laagste en hoogste bestuurlijke niveau’s toeneemt. Europese landen laten zich steeds lastiger chanteren door de economische macht van China. Dat wordt aan twee kanten ook beter realiseerbaar door de ontknoping van de Chinese economie van de wereldeconomie die zowel door het leiderschap van de Communistische Partij China als westerse landen wordt nagestreefd. Dat maakt de dreiging van economische chantage door de Chinese communisten op termijn minder krachtig.

Het is de verdienste van DENK dat het dit in Arnhem in een motie heeft opgeschreven en het is een teken van veranderend denken over de relatie met China dat de motie door links, rechts, niet-coalitiepartijen en coalitiepartijen is aangenomen.

Welke gemeenten volgen? Als de lijst nog actueel is: Amsterdam heeft stedenbanden met Beiijng en Shenzhen, Delft met Jingdezhen, Emmen met Shangluo, Enschede met Dalian, Groningen met Tianjin en Xi’an, Maastricht met Chengdu, Oosterhout met Nantong, Tilburg met Changzhou en Weert met Hangzhou. Activisten en politieke partijen die de stedenband van hun eigen gemeente met een Chinese gemeente willen verbreken of ter discussie willen stellen kunnen uit de Arnhemse motie moed putten.

CDA en SP proberen plannen voor Nationaal Historisch Museum nieuw leven in te blazen

Er klinken weer geluiden om een Nationaal Historisch Museum op te richten. Eerdere pogingen strandden onder meer vanwege de keuze voor de locatie. Maar in 2007 besliste toenmalig minister Ronald Plasterk dat het museum in Arnhem moet komen. Wegens meerkosten kwam dat echter niet van de grond. In 2010 blies toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) de plannen af vanwege de bezuinigingen in de kunstsector.

Voortrekkers waren in 2006 Maxime Verhagen (CDA) en Jan Marijnissen (SP). De nieuwe voortrekkers zijn weer van deze partijen: de fractievoorzitters Pieter Heerma (CDA) en Lilian Marijnissen  (SP). In een bericht in het AD van 15 februari 2020 menen ze dat ‘de urgentie van een museum door toenemende polarisatie en de opkomst van identiteitspolitiek alleen maar toegenomen’ is. Marijnissen: ‘Er zijn heel veel musea die een bijdrage leveren aan het historisch besef, maar één plek waar alles samenkomt, die heeft Nederland gewoon niet’. Uitgewerkte plannen zeggen ze niet klaar te hebben liggen. Ze zien de functie van een Nationaal Historisch Museum om de ‘saamhorigheid binnen de samenleving’ te bevorderen en ‘meer historisch besef’ te kweken.

De tweet van Heerma maakt het er onnodig ingewikkeld op omdat hij zijn pleidooi vermengt met zijn christen-democratische stokpaardje. Want hoe moet anders de opmerking over het ‘groeiende individualisme’ opgevat worden dat Heerma negatief framet en positioneert tegenover het communitarisme van het CDA dat hij als heilzaam veronderstelt? Zo laat hij zich niet alleen kennen als een initiatiefnemer die een voorschot neemt door het gemeenschapsdenken van iemand als Amitai Etzioni die onder meer oud-premier Balkenende inspireerde centraal te zetten, maar vervreemdt hij zich ook van de liberale VVD en D66 die hier mentaal ver van staan. Het is onduidelijk hoe en waarom Heerma aan de hand van welke onderzoek concludeert dat het  groeiende individualisme heeft bijgedragen aan een nonchalante omgang met de geschiedenis in Nederland.

Vraag is of de aanspraak of ambitie die Heerma en Marijnissen aan een Nationaal Historisch Museum toemeten te rijmen valt met het autonoom opereren ervan. Ofwel, de bedrijfsvoering, presentatie en inhoud van een museum heeft een eigen logica die niet per definitie in lijn hoeft te zijn met de functie die politici eraan geven. Als het museum volgens deze politici de saamhorigheid binnen de samenleving bevorderen moet, dan is de eerste vraag die dit streven oproept wat dat voor de eenheid of samenhang van het museum zelf betekent. Daarnaast is het de vraag of het niet te hooggegrepen is om een museum in te zetten voor het bevorderen van nationale saamhorigheid of sociale cohesie. Cynisch gezegd, is dat niet eerder een taak voor politieke partijen? Desondanks is het een prima initiatief als de politici zich kunnen beheersen en niet in de verleiding komen er goedkope retoriek mee te bedrijven, zoals Heerma nu doet. Een voorwaarde voor succes is dat politici een museum niet hun stokpaardjes of hobbyisme opdringen. We zullen zien of ze dat kunnen.

Foto 1: Tweet van Pieter Heerma (CDA), 15 februari 2020.

Foto 2: Tweet van Lilian Marijnissen (SP), 15 februari 2020.

Wat is het nieuwsfeit van het bericht dat Museum Arnhem de collectie digitaliseert?

Museum Arnhem digitaliseert de collectie van 25.000 kunstwerken. Dat neemt twee jaar in beslag. Het is op dit moment gesloten voor het publiek in afwachting van een renovatie waarover in oktober 2018 zou worden beslist in de gemeenteraad. Maar die deadline is inmiddels gepasseerd. Het nieuwsfeit van dit bericht over de digitalisatie is dat het geen nieuws is. Elk groot of middelgroot museum digitaliseert of heeft die operatie inmiddels al grotendeels achter de rug. Maar niet het Museum Arnhem dat net doet alsof het het wiel uitvindt door bij nul te beginnen. Directeur Saskia Bak gooit ook nog wat openstaande deuren open door uit te leggen wat het voordeel van digitalisatie is in het bruikleenverkeer met anders musea. Zo ontstaat de indruk dat het in Museum Arnhem in vele opzichten nog 1990 is. Is het een wonder dat het dit museum zo tegenzit?

Bij Museum Arnhem ligt dure kunst voor het grijpen in niet-beveiligde binnentuin. Gemeente Arnhem ontkent het probleem

Het dievengilde is gewaarschuwd door een bericht in de Gelderlander. Kunst ligt voor het grijpen in Arnhem bij de binnentuin achter dranghekken met groene zeilen van Museum Arnhem. De Gelderlander: ‘Er zit onder meer kostbaar werk tussen van gerenommeerde kunstenaars als Allghiero Boetti, Sjoerd Buisman, Pearl Perlmuter, Wessel Couzijn, Hildo Krop, Klaas Gubbels en Henry Moore. Van die laatste, Engelse beeldhouwer werd zes jaar geleden een werk – Reclining Figure: Festival – voor ruim 21 miljoen euro verhandeld.

Volgens critici kan iedereen gewoon naar binnen lopen en beelden weghalen. Beeldend kunstenaar Jeroen Huisman spreekt van  een ‘onzorgvuldige en amateuristische oplossing‘. Museumdirecteur Saskia Bak ziet dat anders, volgens haar is de beveiliging op orde. De Gelderlander: ‘De gemeente benadrukt ook dat de beelden voldoende beveiligd zijn, dankzij camera’s en met hulp van leegstandsbeheerder Ad Hoc, die in het lege museumgebouw anti-kraakwachten heeft gehuisvest.’ De verzekeraar zou volgens de gemeente akkoord zijn gegaan met deze situatie. De gemeente zegt ook dat ‘de beelden net zo goed bewaakt zijn als vroeger’, maar dat is onjuist en onwaarachtig omdat ze nu niet ingegraven en gefundeerd zijn maar los boven de grond liggen. Dus kwetsbaarder en makkelijker weg te halen. Arnhemse kunstenaars willen graag de beeldentuin openen totdat er duidelijkheid is over de toekomst van het museum. Het besluit over de verbouwing ligt stil.

Met dank aan kunstenaar Erik Buijs die op Facebook zegt: ‘Deze beelden zijn miljoenen waard. Het minste wat je moet doen, is het bekisten en in een professionele opslag doen. Een verzekering brengt het origineel niet terug namelijk. Dit is een grove belediging naar de kunst en makers van dit werk.’ Hij vraagt ons aandacht te besteden aan deze kwestie en Museum Arnhem en Gemeente Arnhem om tot inkeer te komen. Bij deze, Erik.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDure kunst ligt voor het grijpen bij Museum Arnhem’ van Anita van Rootselaar in de Gelderlander, 12 juli 2018.

Ahmed Marcouch geïnstalleerd als burgemeester van Arnhem. Radicale reacties van PVV, FvD en DENK laten zich kennen

Vandaag is voormalig PvdA-kamerlid Ahmed Marcouch geïnstalleerd  als burgemeester van Arnhem. Het is een benoeming van een modaal ex-kamerlid. Middelmaat zoals die past bij het openbaar bestuur van Nederland. Een degelijke keuze, maar niet exceptioneel. Zo gaat dat in Nederland. Sommigen vinden het bijzonder omdat Marcouch belijdend moslim is. Ze knopen er van alles aan vast en bieden tegen elkaar op. De extremen raken elkaar. Les extrêmes se touchent, zoals het Franse gezegde luidt. Die uitersten zijn Geert Wilders (PVV), Thierry Baudet (FvD) en Tunahun Kuzu (DENK) die tegen elkaar opbieden in hun afkeer van een Marokkaans-Nederlandse burgemeester die zegt te gaan voor de ‘democratische rechtsstaat‘. Omdat radicale partijen als PVV, FvD en DENK daar geen boodschap aan hebben wijzen ze Marcouch’ benoeming af. Dat zegt meer over de democratische gezindheid van deze  partijen dan over de geschiktheid van Ahmed Marcouch.

Klopt claim dat kunst sociale cohesie in probleemwijken vergroot?

Een interessant bericht op Buurt en Regio over kunst en cultuur die de sociale cohesie in probleemwijken (‘aandachtswijken’) zou vergroten. Kunst en cultuur wordt er door een Arnhemse ‘cultuurmakelaar’ als succesvol sociaal bindmiddel voorgesteld. Dat roept twee vragen op. Klopt de claim dat kunst de sociale cohesie in probleemwijken vergroot en wat is de onderbouwing daarvan? En wat betekent dat voor de functie van kunst en de kunstenaar als ze door de (lokale) overheid een sociale rol worden opgelegd?

Onderbouwing door harde cijfers zoals die blijken uit onderzoek wordt in het bericht niet gegeven. Het blijft bij aannames en impressies die maar niet concreet willen worden, zoals ‘een sterkere relatie met de wijkbewoners’, ‘er wordt hard aan gewerkt’, ‘er zijn (..) veel positieve ervaringen’ of ‘een hele leuke activiteit met elkaar doen die positieve energie kan geven’.  ‘Cultuurmakelaar’ en dramadocente Mieke Hendrikse wijst op succesvolle incidentele projecten, zoals een stage van scholieren bij een creatief ondernemer, het theaterproject ‘Open Deuren’ uit 2003 of een bus vol wijkbewoners uit Klarendal die het Kröller-Müllermuseum bezochten. Maar wat dat zegt over de stelselmatige vergroting van de sociale cohesie over een periode van 15 jaar maakt het bericht niet duidelijk. Niet te controleren valt hoe representatief deze voorbeelden zijn en welk blijvend effect ze hebben gehad voor de sociale cohesie in de probleemwijken. Op maatregelen die averechts werken en die de sociale cohesie doen afnemen wordt al helemaal niet gewezen.

Zoals de naam al zegt is het begrijpelijk dat een ‘cultuurmakelaar’ zich bezighoudt met cultuur. De verzamelterm cultuur kan op vele manieren opgevat worden. Het heeft overeenkomsten met kunst, maar ook verschillen. Want anders zou het onderscheid tussen kunst en cultuur niet gemaakt worden en zou de ‘cultuurmakelaar’ wel ‘kunstmakelaar’ heten. Cultuur is de verzameling leefwijzen, gedragskenmerken, gewoonten en gebruiken, normen en waarden van mensen in een samenleving. Kunst of een kunstuiting is daar een klein onderdeel van. Genoemde ‘cultuurmakelaar’ Mieke Hendrikse zet in opdracht van het openbaar bestuur kunst in als een sociaal instrument voor cohesie. Een ‘cultuurmakelaar’ gaat het niet in de eerste plaats om de kunst of de kunstenaar, maar om het middel, het instrument dat kunst is. De ‘cultuurmakelaar’ is een tussenpersoon, geen promotor van kunst, maar van een doel dat met kunst bereikt moet worden.

Opvallend aan het bericht is de overlap tussen probleemwijken, bewoners of sociaal achtergestelden uit die wijken en cultuureducatie in het lager en middelbaar onderwijs. Het loopt door elkaar heen en dat biedt weinig vertrouwen in een stelselmatige aanpak. Zelfs de kerndoelen van het vak CKV in het basisonderwijs lopen niet gelijk op met wat de ‘cultuurmakelaar’ beoogt met het vergroten van de sociale cohesie. Hoewel er wel raakvlakken zijn, zoals kunstzinnige oriëntatie en het in aanraking komen met culturele aspecten in de eigen leefwereld van de scholieren. Wat vooral blijft hangen na lezing van dit bericht over sociale cohesie in Arnhemse probleemwijken is de vraag of autonome kunst en instrumentele kunst elkaar in de weg zitten. Met als tussenpersoon de’ cultuurmakelaar’ die heen en weer schakelt en het onverenigbare probeert te verenigen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelCity na’ van Simon Trommel in Buurt en Regio, 26 juni 2017.

Homo’s mishandeld door Marokkaanse-Nederlanders. Omroep Gelderland noemt achtergrond daders niet. Waarom niet?

Je ziet het voor je, de baas van de regionale omroep Omroep Gelderland zit met de handen in het haar. Wat te doen? Zich politiek correct opstellen of zwichten voor wat als rechts-populisme wordt gezien? Moet het   gewoon nauwkeurig verslag doen van de feiten of gevoelige feiten achterwege laten? Omroep Gelderland kiest voor dat laatste. Het verzwijgt de etnische achtergrond van de daders. Is dat de juiste journalistieke houding?

In Arnhem werden zaterdagavond de twee homoseksuele jongens Jasper en Ronnie belaagd door een groep Marokkaanse-Nederlanders. Bij Ronnie zijn alle voortanden eruit geslagen met een betonschaar. Jasper noemt het ‘een hate-crime richting homo’s‘. Jasper doet er op FB verslag van en benoemt de achtergrond van de daders: ‘dus belaagd werden door een groep Marokannen met een leeftijd tussen de 14 en 18 jaar.’ Deze mishandeling is voor een regionale omroep zwaarwegend en aangrijpend genoeg om er serieus aandacht aan te besteden. Maar opvallend ontbreekt in het item een verwijzing naar de etnische achtergrond van de daders.

Dat is journalistiek niet altijd van belang, maar in dit geval wel. Daarom had het vermeld moeten worden. Want Marokkaanse-Nederlandse jongeren zijn vaker opvallend agressief jegens homoseksuelen. Het is een feit dat het vermelden waard is omdat het meer duidelijkheid geeft over de achtergrond van de mishandeling.

De mishandeling van Jasper en Ronnie staat niet op zichzelf als een geïsoleerd incident, maar past in een patroon. Het verslag van Omroep Gelderland geeft echter geen details over de daders. Zo mist deze omroep de kans om volledig te zijn en de kijkers optimaal te informeren. Is dat nou lafheid of koudwatervrees?