Sinds ik in de jaren 1970 tegen mijn zin in in militaire dienst moest en in een opvallend slecht passend, lelijk en schurend uniform werd gehesen heb ik een grondige hekel aan uniformen. Zowel om ze aan te hebben of te zien.
Hoewel ik begrijp dat uniformen noodzakelijk zijn voor het handhaven van de orde bij krijgsmacht of politie. Als ze maar functioneel, neutraal en minimaal zijn vormgegeven om er niet nog meer symboliek in te leggen dan strikt noodzakelijk is. Daarom ben ik tegen het uitbreiden van het uniform met religieuze symbolen zoals de hoofddoek. Dat dient een ander doel.
Als het verder gaat, dan vind ik het van een kinderlijke onzin om je uit vrije wil in een uniform te hijsen. Er lijkt sprake van een zekere her-uniformering van de samenleving in jeugdcultuur, paramilitaire groepen en particuliere beveiliging. Dat kleedt zich in nep-uniformen. Een aparte categorie is de re-enactment van groepen die opgedirkt in historische uniformen veldslagen naspelen.
Het uniform geeft de worsteling aan tussen individu en gemeenschap. Het lijkt alsof iemand alleen mee kan tellen als individu door op te gaan in de groep. Dat is de paradox van het ‘maatschappelijke’ uniform.
Toch moet men dat relativeren, want nog tot de jaren 1970 waren uniformen en beroepskleding meer wijdverbreid dan nu. Dat bepaalde voor een groot deel iemands maatschappelijke positie die voor iedereen zichtbaar was.
Nu zijn die grenzen vervaagd, maar zoeken sommigen opnieuw het uniform om zich te uiten. Of dat geheel vrijwillig gebeurt of uit sociale dwang valt te bezien.
Uniformen vertegenwoordigen niet alleen de zittende macht, maar ook de orde die daar onder ligt. Met allerlei onderdrukkende, ‘onzichtbare’ mechanismen, Het uniform is de zichtbare uitsluiting van de ander. Dat is een extra argument tegen het uniform.
Als het handhaven van de orde blijkbaar het uniform van krijgsmacht, politie en brandweer noodzaakt, dan kan de uitbreiding ervan door her-uniformering naar de rest van de samenleving op twee manieren opgevat worden. Als bevestiging of ondermijning ervan.
Dit is spannend en sluit aan bij de ironisering van de samenleving. Wanneer ben je wie je denkt te zijn en is daarvoor uniformering nodig?
Wordt de orde die het uniform vertegenwoordigt versterkt of verzwakt door her-uniformering? Ik denk niet dat daar een eenduidig antwoord op te geven is. Ook omdat de bedoelingen van de dragers van nep-uniformen niet eenduidig zijn. Wat bedoelen ze ermee? Enfin, het is duidelijk, voor mij hoeft het niet.