Macht wettigt verschil tussen eredienst en theatervoorstelling. Kop ‘Seculier Nederland valt over vrijheid van godsdienst’ is misleidend

Een commentaar in het RD van kerkjournalist Klaas van der Zwaag die tevens verbonden is aan de SGP gaat over de reactie op de commotie die is ontstaan door de bijeenkomst in de kerk van de Hersteld Hervormde Gemeente in Staphorst. In drie diensten kwamen daar op 4 oktober 2020 in totaal 1800 mensen samen. Dat was op het moment dat de maatregelen om COVID-19 te bestrijden pas waren aangescherpt en de volgende dag 5 oktober nog verder zouden worden aangescherpt. De kritiek daarop was breed tot en met de politieke leider van de ChristenUnie en het CDA Staphorst dat vond dat deze kerk haar verantwoordelijkheid voor de hele gemeente niet nam. De grootste protestante kerkorganisatie PKN maakte bekend het overheidsbeleid te volgen en geen diensten met meer dan 30 personen te houden.

Van der Zwaag toont zich verbolgen over de kritiek en maakt er een anti-religieus verhaal van als hij de kritiek reduceert als afkomstig van seculier Nederland. In protestant-orthodoxe kringen is het bewust verkeerd weergeven van wat het secularisme is een terugkerend thema dat wordt gebruikt om kerkpolitieke redenen. Dit vijandbeeld dient om de gelovigen te motiveren om hun belangen te verdedigen omdat die onder druk zouden staan. Dat betreft echter niet hun rechten die onder de wet gegarandeerd zijn, maar hun informele voorrechten die dateren uit de tijd dat Nederland nog niet pluriform was en de protestanten tot diep in de 19de eeuw de lakens uitdeelden. Die tijd van voorrechten begint echter geleidelijk voorbij te raken. Dat wordt door sommige protestanten onverteerbaar gevonden. Ze willen de klok terugdraaien of de gelijkgeschakeling van hun geloof met andere godsdiensten en levensovertuigingen zoveel mogelijk vertragen.

Het secularisme als politieke filosofie of seculier Nederland als sociale bevolkingsgroep, die onderhand zo’n 55% van de bevolking uitmaakt, staat echter niet vijandig tegenover godsdienst of zou atheïstisch zijn. Het secularisme staat neutraal jegens alle godsdiensten en levensovertuigingen en heeft per definitie geen voorkeur voor het een of het ander. Van der Zwaag stelt dus het secularisme bewust verkeerd voor, blijkbaar omdat het een welkom vijandbeeld ter motivatie van een orthodox-reformatorische achterban is.

Van der Zwaag laat zich kennen als een volksmenner als hij stelt dat seculier Nederland de vrijheid van godsdienst hekelt. Deze generalisatie doet pijn aan de ogen en aan het gezond verstand. Zoals gezegd, de kritiek op genoemde kerkdienst in Staphorst kwam ook van niet-orthodoxe protestanten. Probeert Van de Zwaag te suggereren dat CDA en CU de vrijheid van godsdienst hekelen? Daarmee zouden we belanden in een interne strijd binnen de protestante zuil. De kritiek van wat Van der Zwaag seculier Nederland noemt betrof echter niet de principes van de vrijheid van godsdienst, maar het gebrek aan verantwoordelijkheid van het Staphorster kerkbestuur om in een tijd dat iedereen moet afzien van sociale contacten de maatregelen zonder veel maatschappelijk gevoel en met gebrek aan fijngevoeligheid in zichzelf gekeerd naast zich neer te leggen.

Essentieel is het citaat van Sophie van Bijsterveld over privileges van kerken: ‘Mensen accepteren niet makkelijk dat sommige clubs anders worden behandeld dan anderen. Of het nu kerken zijn of andere organisaties, maakt niet veel uit.’ Dat is een weerlegging van Van der Zwaags bewering dat seculier Nederland de vrijheid van godsdienst hekelt. Een andere deskundige van wie Van der Zwaag gedachten parafraseert is Teunis van Kooten. Van der Zwaag geeft die zo weer: ‘Kerken zouden op dit vlak volgens Van Kooten moeten nadenken hoe zij het beeld dat kennelijk van godsdienst bestaat –namelijk dat een eredienst een vergelijkbaar iets is als een theatervoorstelling of andere culturele zaken– kunnen bijstellen (..).

Dit is een normatieve stellingname van Van Kooten. Wie teruggaat in de theatergeschiedenis en aanbelandt bij de vroegste fase ervan zal zien dat vanuit rituelen de toenmalige (hol)bewoners van de Aarde met hun creativiteit en zelfbezwering om de onzekere en onveilige werkelijkheid op afstand te houden twee disciplines hebben ontwikkeld: religie en theater. Ze putten uit dezelfde bron en wie een kerkdienst bijwoont zal de overeenkomst met een theatervoorstelling niet ontgaan. Een eredienst is dus historisch-dramaturgisch goed vergelijkbaar met een theatervoorstelling. Door de politieke en juridische macht van christelijke kerken is hun eredienst vele malen beter beschermd dan de theatervoorstellingen van culturele organisaties. Waarom dat verschil bestaat valt echter niet goed te beredeneren. Het is namelijk geen principieel, maar een willekeurig verschil dat uitsluitend vanwege de machtsvorming van de christelijke kerk in Nederland zo is gegroeid.

Van der Zwaag sluit af met Willem Ouweneel die verstandige opmerkingen maakt en niet van mening is dat de kerken worden bedreigd. Hij zegt dat geloofsvrijheid door de overheid sterker dan ooit gewaarborgd wordt. Het is interessant als hij zegt dat die vrijheid door de overheid ‘sterker dan volgens de grondwet strikt geboden is’ gewaarborgd wordt. Waarom zou de overheid geloofsvrijheid sterker beschermen dan volgens de grondwet nodig is? Volgt dat trouwens niet vooral uit een culturele vooringenomenheid van ambtenaren en rechters die de wet toetsen, maar met hun normen en waarden mentaal nog in het verleden verkeren?

Dit gaat om informele voorrechten voor kerken en het accent op de christelijke godsdienst zoals dat volgt uit de interpretatie van artikel 6 van de Grondwet, de vrijheid van godsdienst. Het eerste zou er niet moeten zijn omdat de grondwet dat niet voorschrijft en het laatste zou breder geïnterpreteerd moeten worden omdat dit artikel tot stand is gekomen vanuit een 19de eeuws christelijk perspectief om het christendom en protestante organisaties te beschermen. De 20ste eeuwse toevoeging om de levensovertuiging en de niet-christelijke godsdiensten te beschermen en op gelijke hoogte te stellen met die christelijke traditie wordt als een wassen neus gevoeld. Het zou nog niet gerealiseerd zijn. Dat is de kritiek op de godsdienstvrijheid die wat uitvoering betreft nog te veel in het verleden hangt. Seculier Nederland hekelt niet de vrijheid van godsdienst, maar de beperkte en corrupte interpretatie ervan. Klaas van der Zwaag doet net alsof hij dat niet begrijpt en probeert de achteruitgang van christelijk Nederland seculier Nederland in de schoenen te schuiven. Dat is potsierlijk.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSeculier Nederland valt over vrijheid van godsdienst’ van Klaas van der Zwaag in het RD, 16 oktober 2020.

Wat zegt het over de emancipatie van Marokkaanse- en Turkse Nederlanders dat godsdienstvrijheid rol speelt bij partijkeuze?

Het rapportTurkse en Marokkaanse Nederlanders over de komende verkiezingen’ werd in opdracht van de NOS door IPSOS met het Opiniehuis opgesteld. Het gaat om het politieke gedrag van Turkse- en Marokkaanse Nederlanders. Een conclusie luidt: ‘Marokkaanse Nederlanders voelen zich dan ook vaker Nederlander dan Turkse Nederlanders. Desalniettemin zijn godsdienstvrijheid, verdeeldheid in de samenleving en discriminatie van bevolkingsgroepen juist voor Marokkaanse Nederlanders belangrijke thema’s voor hun partijvoorkeur.’

Wat het rapport onder godsdienstvrijheid verstaat wordt niet duidelijk gemaakt. Dat is een gemis omdat het een thema is dat op vele manieren kan worden opgevat. Dit maakt de strekking van het rapport diffuus. Wordt door de respondenten met de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging verstaan het uit vrije wil of dwang kiezen van een godsdienst of levensovertuiging? Wordt er het in alle vrijheid en zonder sociale dwang of geweld het uit uit een godsdienst of levensovertuiging kunnen treden onder verstaan? Wordt er het in het openbaar het laten zien van de eigen godsdienstige overtuiging onder verstaan? En wordt dat alles uitsluitend begrepen voor de eigen etnische groep, de eigen geloofsgemeenschap  of de hele bevolking van Nederland? Het onderzoek legt ook vast dat 9 van de 10 Turkse- en Marokkaanse Nederlanders zich tot de islam rekenen.

Alle politieke partijen die meedoen aan de Tweede Kamer verkiezingen onderschrijven zonder uitzondering de Nederlandse grondwet inclusief artikel 6, de vrijheid van godsdienst. Het is weliswaar politieke realiteit dat Geert Wilders van de PVV ageert tegen de islam -zonder daarbij overigens buiten de wet te gaan- maar hij heeft geen macht of instrumenten om de vrijheid van godsdienst in te perken. In Nederland heeft geen enkele partij die macht of ziet het ernaar uit dat een partij in de nabije toekomst de macht krijgt om eenzijdig de grondwet aan te passen. De godsdienstvrijheid zou de respondenten in hun partijkeuze sturen. Maar alle partijen onderschrijven volmondig de grondwet en de vrijheid van godsdienst. Onderscheidend is dit niet.

De rol die de godsdienstvrijheid voor de partijkeuze bij de Turkse- en Marokkaanse Nederlanders speelt lijkt iets anders te zeggen dan het belang dat ze er zelf aan hechten. Namelijk dat deze twee groepen niet precies begrijpen wat de Nederlandse partijpolitiek inhoudt en ze evenmin doorhebben hoe hecht de democratische instituties, grondwet en rechtsstaat verankerd zijn in de Nederlandse samenleving. Dit leidt tot de conclusie over de emancipatie van beide groepen. Ze achten het blijkbaar nodig hun focus op de islam te vertalen in hun partijkeuze met voorbijgaan aan alle waarborgen die de Nederlandse rechtsstaat aan allen biedt.

Foto: Schermafbeelding van diagram ‘Top 5 thema’s die een rol spelen bij partijkeuze’ uit rapportTurkse en Marokkaanse Nederlanders over de komende verkiezingen’ van IPSOS.

Bijbel voorlopig geen staatsboek van Tennessee. Heilige onzin!

De bijbel wordt voorlopig geen staatsboek (‘state book’) van de staat Tennessee. Nogal logisch, vanwege de scheiding van kerk en staat in het Eerste Amendement, artikel 6 van de Amerikaanse grondwet die tot stand kwam door toedoen van Thomas Jefferson. Maar wat is logisch als conservatieve gelovigen politiek menen te moeten bedrijven? David Pakman stelt de vragen. Is de bijbel vol leed en geweld het goede voorbeeld om als staatsboek te dienen? Welke editie moet het dan in Godsnaam zijn? Of komt daar een godsdienstoorlog over?

Bezinningsruimte op school moet er voor iedereen zijn

gewoon-1

Moslimstudenten verzoeken om een gebedsruimte binnen hun school. Ze vragen in de petitie Gebedsruimten in ROC’senkel een open plek of een leegstaand lokaal, waar de moslims in volledige rust gebruik van kunnen maken’. Het gaat dus feitelijk om leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Is hun verzoek redelijk?

Op de Facebook-pagina ‘From Athan to Salat‘ waarnaar petitionaris Shrouk Ibrahim verwijst wordt Artikel 6 van de Grondwet geciteerd in een versie eenvoudig Nederlands die uitlegt wat de Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging inhoudt. Het artikel 6.1 luidt: ‘Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.’ Vraag van Ibrahim is ‘Welke reden houden zij dan nog aan om ons geen gebedsruimte te verlenen?

Onduidelijk is wat de petitionaris bedoelt met ‘open plekken’ binnen de school. Het creëren van wat ook een ‘bezinningsruimte‘ genoemd kan worden is een kwestie van redelijkheid. Leerlingen zijn echter geen werknemers die in een arbeidsrelatie tot de werkgever staan. Maar ze moeten in hun pauzes de religie of levensovertuiging van hun eigen keuze kunnen praktiseren. Dat kan van individu tot individu bekeken worden.

Als binnen scholen een geschikte ruimte ingericht kan worden als bezinningsruimte, dan is het verstandig als de schoolleiding een plek voor de uitoefening van religieuze of levensbeschouwelijke plichten aanwijst. Er zijn honderden religies en levensovertuigingen. Zo kent de islam vele stromingen en richtingen die soms haaks op elkaar staan. Alle varianten dienen in gelijke mate gebruik te kunnen maken van de bezinningsruimte.

Er moet door de school goed op gelet worden dat leerlingen in gelijke mate gebruik kunnen maken van de bezinnigsruimte en niet een groep de ruimte claimt. Dus zich de plek toe-eigent. Leerlingen zijn individuen met individuele rechten. Juist het individueel kunnen belijden zonder dwang van anderen is karakteristiek voor de vrijheid van godsdienst. Groepsvorming is daarmee in strijd. Da’s het zwakke punt van Ibrahims verzoek.

Shrouk Ibrahims initiatief is sympathiek en verdient ondersteuning. Maar het is jammer dat-ie niet samen optrekt met christenen, communisten, vrijdenkers, boeddhisten, hindoes, jehova’s getuigen, humanisten, atheïsten, antitheïsten, joden, pacifisten, nihilisten en allen die vanwege religieuze of levensbeschouwelijke plicht gebruik willen maken van een bezinningsruimte op school. Nu lijkt het alsof het Ibrahim niet zozeer te doen is om het uitoefenen van een religieuze plicht, maar om het promoten van de islam. Hij zou z’n pleidooi er een stuk sterker op maken als-ie dat vermoeden wegnam door actief met vertegenwoordigers van andere religies en levensovertuigingen te pleiten voor een gezamenlijke bezinningsruimte voor alle leerlingen.

Foto: Zen-boeddhisme. De petitie van Shrouk Ibrahim kan hier getekend worden. 

Johanna en George over religie en islam 7

Deel 7 van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.

Johanna: Het onderwerp van dit blog was de zoektocht van iemand naar wat zijn broer ertoe dreef om een bomaanslag te plegen. In de documentaire komt een heel scala van redenen langs. Op enig moment lijkt de broer onder invloed te komen van een extremistische imam, met de bekende afloop. Mij raakte de zoektocht, mij raakte nog veel meer de pijn en het verdriet dat ik voelde bij de broer, de gedrevenheid ook waarmee hij in het leven stond.

Er zijn aardig wat factoren de revue gepasseerd. Goed onderwijs, dat mensen leert nadenken en begeleiden om autonoom denkende individuen te worden. Culturele, economische, educatieve, wetenschappelijke en sociale ontwikkeling. Armoede en uitzichtloosheid. Individuele factoren. En religie.

Voor wat religie betreft, ben je gestart met het je onthouden van een uitspraak, maar in diezelfde reactie eindigde je met de stelling dat religies hun taboes overdragen zodat openheid praktisch onmogelijk is. Dat suggereert toch wel een duidelijk oordeel.
Mij valt op dat als het gaat over religie de ervaringen van de religieuzen zelf buiten beschouwing worden gelaten, dat er uitermate selectief wordt geshopt in de heilige teksten van religies, en dat de extremen als standaard worden gehanteerd in plaats van de mainstream. Mij valt tevens op dat in tegenstelling tot andere religies in het geval van de islam alle gelovigen verantwoordelijk gehouden worden voor en aangesproken worden op de daden van de extremen. Extremen over wie gelovigen zelf zeggen dat dit niet deel uitmaakt van hun geloof.

Islam wordt in het debat op een fundamenteel andere wijze beschouwd dan bijvoorbeeld het christendom, het jodendom en het hindoeïsme, terwijl in alle drie die religies geweld evengoed voorkomt. Daarnaast zijn er legio voorbeelden aan te dragen van niet-religieuze ideologieën waarop geweldplegers zich beroepen.
Ik maak er dan ook ernstig bezwaar tegen dat moslims als een soort Sonderncategorie worden behandeld, op wie de wetmatigheden die voor alle andere wereldburgers van toepassing zijn, kennelijk niet gelden.

Daarmee zeg ik niet dat religieus geïnspireerd geweld niet voor zou komen. Het biedt echter geen afdoende verklaring, laat staan dat het handvatten biedt om mogelijke daders gericht preventief op te sporen en hun daden te voorkomen. En dat is waar het mij om gaat: wat kunnen we doen om geweld te voorkomen? Kunnen we het überhaupt voorkomen?

Wat mij betreft is de discussie hiermee afgerond.

George: Als je me zou kennen dan zou je weten dat ik me vrijdenker voel, voor een vrijzinnige politieke partij met een links-liberaal profiel ben en niets met religie heb maar uiteraard de pluriformiteit en de grondrechten accepteer. Tevens ben ik voor een ruime opvatting aan de meningsuiting en een open publiek debat en heb ik niets met neo-moralisme dat in mijn ogen op oneigenlijke gronden verbiedt en beperkt.

Mijn religiekritiek is in zoverre van belang dat ik het ongewenst vind dat religie in Nederland juridisch extra beschermd wordt. Dat zag ik graag veranderd. Maar verder interesseert de achtergrond van iemand me niet. Mits het de ander direct of indirect niet het zwijgen wil opleggen. Van persoon tot persoon, of van organisatie tot een persoon. Wel of niet vanuit een religie of levensovertuiging.

Met het idee dat de eigen achtergrond van weinig belang is probeerde ik te zeggen dat mensen zich met elkaar in gelijke mate moeten kunnen verstaan zonder beroep te doen op de uitgangspunten van een religie of levensovertuiging. Dat hoort thuis in de individuele beleving, kan ook best mee de straat opgenomen worden, maar kan nooit als eis voor het gesprek met de ander dienen.

Je beschrijving dat de islam kritischer wordt benaderd herken ik tegelijk wel en niet. Wel omdat uit het rechtse spectrum het bestaansrecht van de islam ter discussie wordt gesteld. Da’s onterecht. Niet omdat uit het centrum-linkse spectrum in Nederland de islam de afgelopen decennia onvoldoende op rechten en plichten is gewezen. En omdat religie in het algemeen in Nederland extra bescherming geniet in het publieke debat.

Ik probeer vanuit een zakelijke opstelling zowel de linkse als de rechtse positie te overstijgen. Oftwel, ik zie in de pluriformiteit een plek voor de islam in Nederland, maar zie het als normaal dat de islam -in al haar verschijningsvormen- daarover zelf duidelijkheid geeft. Meer dan nu gebeurt in de openbaarheid. Ik zei je eerder die houding van de Nederlandse islam te missen. Ik zie dat uitblijven als een bron voor veel onrust bij burgers. Voor de sociale vrede lijkt me dat ongelukkig.

Het lijkt me terecht om geweld en religie niet op een lijn te stellen. Dat verdient religie niet. We bespraken eerder de rol van pseudo-religie die religie probeert te kapen. En van autoritaire regimes en externe krachten die met name de islam misbruiken en onder druk zetten. Dat neemt niet weg dat er in naam van de islam veel geweld wordt gebruikt en moslims het slachtoffer zijn. Ik mis de ondubbelzinnige veroordeling daarvan en de toelichting vanuit de Nederlandse islam zelf.

Je laatste alinea maakt me triest. Want je geeft aan op korte termijn geen uitweg te zien uit de spiraal van geweld. Voorkomen ervan zal denk ik nooit mogelijk zijn, maar op een vermindering mogen we hopen. Wellicht tegen beter weten in. Want de demografische en culturele omstandigheden in moslimstaten blijven olie op het vuur.

Resumerend denk ik dat een zakelijke opstelling de positie van de islam in Nederland kan versterken. Dat heeft met duidelijkheid te maken. Er is trouwens al veel bereikt, maar de integratie moet nu in de versnelling gezet worden. De politiek moet de islam niet langer in een uizonderingspositie zetten en het precies zo gaan benaderen als andere religies en levensovertuigingen. De Nederlandse islam is sterk genoeg en kent onderhand voldoende talenten die dat vorm kunnen geven.

Persoonlijk zou ik dat graag willen combineren met een strikte scheiding van kerk en staat waarbij geen enkele overheidssubsidie meer naar religieuze instellingen gaat. Dus: ook niet naar gereformeerde scholen. Ook dat zal de relatieve achterstand van de islam rechttrekken. De Nederlandse islam zou haar acceptatie door bevolking en politiek en het proces van integratie kunnen versnellen door zich ondubbelzinnig uit te spreken voor de volledige erkenning van alle rechten en plichten van de rechtsstaat. Zodat individuele moslims door de islam geen strobreed in de weg gelegd wordt in het verwezenlijken van hun integratie in de Nederlandse rechtsstaat.

Johanna: Ik beoordeel je op wat je schrijft en wat je schrijft laat een preoccupatie zien met de islam en een tendens om religie eenzijdig, selectief en negatief te beoordelen.

Jij spreekt over neo-moralisme alsof gevrijwaard blijven van valse aantijgingen onbehoorlijk zou zijn. Daarmee zet je de wereld op zijn kop. Ook ik ben voor vrijheid van meningsuiting. Dat geeft de ander echter niet het recht om leugens, halve waarheden en selectieve informatie te verspreiden. Binnen de context van onze discussie is bijvoorbeeld relevant hoe gelovigen zelf hun heilige boeken interpreteren en wat gebruikelijk handelen is.

Wat jij neo-moralisme noemt, is voor mij het recht om gevrijwaard te blijven van valse aantijgingen. De vrijheid van meningsuiting betekent niet, en heeft ook niet betekend, dat mensen het recht hebben om leugens en halve waarheden te verspreiden noch om bepaalde informatie die relevant is buiten beschouwing te laten. Relevante informatie in deze context is bijvoorbeeld hoe gelovigen zelf hun heilige boeken interpreteren en wat gebruikelijk handelen is onder die gelovigen.

Religie wordt in Nederland beschermd net als elke andere levensovertuiging. Zie artikel 6 lid 1 van de Grondwet: Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Daarmee neemt religie dus helemaal geen bijzondere plaats in, in tegenstelling tot wat vaak wordt gesuggereerd.

In het vervolg van je reactie spreek je over de islam die in Nederland duidelijkheid moet verschaffen, en de islam die ondubbelzinnig afstand moet nemen van geweld. Daarmee bereiken we een abstractieniveau wat los van de werkelijkheid is. De islam is een begrip. Begrippen handelen niet. Het zijn mensen die handelen. Ik zie bij mensen, moslims in Nederland, niet dat die duidelijkheid niet wordt gegeven, en ik zie evenmin dat ze geweld aanhangen. Dat gezegd hebbend is de vraag waarom het je dit überhaupt vraagt. Het lijkt erop dat er voor moslims een aantal extra criteria zijn op basis waarvan hun burgerschap wordt beoordeeld, telkens weer opnieuw. Want hoe vaak ze zich ook uitspreken, de beoordelaar staat buiten hen en neemt geen genoegen.

De vraag is wat jij concreet voor ogen hebt. Moslims zeggen zelf dat je je aan de wetten van het land moeten houden. Moslims in Nederland roepen niet op tot geweld, ze keuren terrorisme af. Net als alle andere burgers, de meesten althans, in Nederland. Waarom is het dat jij aan moslims andere eisen stelt dan aan jezelf?

Niet alle geweld, misschien wel heel veel zelfs niet, dat voorkomt in islamitische landen vloeit voort uit de islam. Een Oeigoer in China die in opstand komt, doet dat omdat buitenlandse overheersers (de Chinezen) zijn land koloniseren vanwege de bodemschatten. Een Irakees die aanslagen op het Amerikaanse leger pleegt zouden we kunnen zien als een verzetsstrijder; per slot van rekening vroeg hij er niet om dat zijn land werd binnengevallen.

Hoe zou jij het vinden als ik aan jou zou vragen: George, het is belangrijk dat zij ondubbelzinnig afstand neemt van het geweld door Amerika, door het westen. Dat je ondubbelzinnig afstand neemt van de misstanden in Guantanamo, in Abu Ghraib, van al die burgerdoden die onze legers laten vallen. Van de geheime gevangenissen, de renditions? Zolang jij daar geen afstand van neemt, ga ik ervan uit dat jij dat soort gedrag goedkeurt?

Het zijn slechts voorbeelden, in de hoop dat je gaat inzien waarom je vraag zo misplaatst is. Waarom het niet bijdraagt aan het actieve burgerschap dat we beiden willen zien als telkens weer opnieuw dit soort vragen worden gesteld aan de loyaliteit van medeburgers.

Mijn laatste alinea was de vraag naar het waarom en het hoe. Waarom ontstaat geweld? Hoe kunnen we het voorkomen. Kunnen we het überhaupt voorkomen? Daar staat niet dat er geen uitweg is. Dat is jouw interpretatie.

Ik geloof niet in het met dwang afdwingen van ontwikkelingen, in het ontzeggen van grondrechten om de rechtsstaat te verdedigen. Zoals ik evenmin geloof in het opleggen van seculariteit. Ook seculariteit is een levensovertuiging, een keuze. Dat opleggen betekent eenvoudigweg dat een seculiere meerderheid aan een niet-seculiere minderheid haar wil gaat opleggen. Het is in strijd met de grondbeginselen van onze samenleving. Ik snap dan ook niet dat iemand zoals jij, die zegt die beginselen te willen verdedigen, dit soort ideeën kan voorstaan.

Wat ik geloof, is mijn zaak. Tenminste zolang ik me aan de wetten van ons land hou. Daar een mening over hebben staat je geheel vrij. Mij op andere gedachten proberen te brengen ook. Zoals het mij ook vrij staat een mening over jouw gedachtegoed te hebben. Maar op het moment dat jij vindt dat jouw mening het inperken van mijn rechten rechtvaardigt, ga je de grens over. En dat is dan ook gelijk het belangrijkste verschil tussen jou en mij. Naast het feit dat ik praat over mensen van vlees en bloed en jij over ongrijpbare abstracties als de Nederlandse islam die van jou van alles moet. Heb jij wel eens een abstractie in actie zien komen?

Foto: Derwisj