Mogelijk referendum in Zoetermeer over subsidie Museum de Voorde. VVD claimt ten onrechte tegen referenda in het algemeen te zijn

In het commentaarJuridische twijfels of nieuwe coalitie Zoetermeer subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen‘ van 4 juni 2022 besteedde ik aandacht aan Museum de Voorde in Zoetermeer. Het nieuwe rechtse college wilde volgens het coalitieakkoord de subsidie aan dit stadsmuseum per 1 juli 2023 stoppen en het vrijkomende geld besteden aan een Nationaal Videogame Museum en het behoud van erfgoed.

Met velen vond ik dat niet alleen onverstandig, maar ook een plan dat niet goed doordacht en uitgewerkt was en het vermoeden liet bestaan dat de rechtse coalitiepartijen de betekenis van kunst en erfgoed onvoldoende begrijpen. Ze lijken het voornamelijk als een kostenpost te zien. Het college heeft nog steeds niet duidelijk gemaakt wat er met het erfgoed moet gebeuren. Dat is nog ‘in onderzoek’.

De oppositie tegen de plannen om het museum te sluiten liet het er niet bij zitten. Eerst waren er hoorzittingen waar museumdirecteur ad interim Hans van de Bunte als inspreker de bezwaren tegensluiting naar voren bracht. Hij stak de hand in eigen boezem door te bevestigen dat er in het verleden veel verkeerd was gelopen, maar dat er een nieuwe start in het museum was gemaakt die perspectief voor de toekomst gaf.

Opmerkelijk is een interview met Van de Bunte van 24 augustus 2022 in het Streekblad waarin hij verslag doet van een gesprek met de nieuw aangetreden wethouder Marijke van der Meer van de lokale partij Zo! Zoetermeer:

Als het citaat klopt wat Van de Bunte geeft van Van der Meers uitspraak, namelijk ‘dat museum zijn we al 10 jaar zat’ en dat het museum hoe dan ook dicht moet gaan, dan blijkt dat de rechtse coalitie zich laat leiden door emotie, rancune en vergelding. Met zulke uitspraken heeft het college de strijdbaarheid van de oppositie tegen de sluiting van het museum gevoed. Dat verzwakte het draagvlak voor de plannen van de coalitie om de subsidie te stoppen.

Onlangs kwam het voormalige raadslid va D66 Peter Vergers met een inleidend verzoek voor een referendum. Het AD van 19 oktober 2022 zegt daarover in een bericht het volgende: ‘Nu is het eerst tijd voor de volgende stap naar een mogelijk referendum: een definitief verzoek. Dit verzoek moet binnen zes weken ondersteund worden door tenminste 5 procent van de kiesgerechtigden. Dat zijn 4964 Zoetermeerders.’

Dus als een kleine 5000 inwoners van Zoetermeer het verzoek tekenen, dan komt er een referendum waar alle inwoners hun mening kunnen geven over het stoppen van de subsidie aan het museum. Volgens Vergers is de stemming in Zoetermeer hierover 50/50 verdeeld, maar kunnen de voorstanders door een hogere opkomst winnen. Of dat realisme of wensdenken is valt te bezien.

Het raadslid Rob Duiven van de VVD Zoetermeer verklaart zich nu tegen het referendum. Dat is opmerkelijk omdat in maart 2022 Zoetermeer een referendum over het nieuwe afvalbeleid had, dat het uiteindelijk niet haalde. VVD Zoetermeer was toen voor het referendum, zoals blijkt uit een bericht van Zoetermeer Actief.

Op de site van VVD Zoetermeer verscheen op 7 maart 2021 bovenstaand bericht waarin Rob Duiven zich geen tegenstander van het referendum toont. Hij zegt over het referendum: ‘Als je het doet, dan moet je het goed doen‘. Nu zegt hij over het referendum over Museum de Voorde in een bericht: ‘De Zoetermeerse VVD is tegen het openhouden van De Voorde en overigens ook tegen referenda in het algemeen en dus ook tegen dit referendum in het bijzonder.

Duiven zegt dus dat de Zoetermeerse VVD tegen referenda in het algemeen is. Klopt dat?

Over het houden van een referendum over de subsidie aan Museum de Voorde neemt Duiven een standpunt in dat haaks staat op het referendum over het nieuwe afvalbeleid. Dat is opmerkelijk. Het lijkt er sterk op dat Duiven die namens de VVD Zoetermeer spreekt geen principieel standpunt heeft over het referendum als politiek middel, maar zijn houding over het referendum af laat hangen van wat hij er politiek mee kan bereiken. Maar in zijn uitspraken claimt hij nu een principieel standpunt over het referendum te hebben. Dat is ongeloofwaardig en toont opportunistisch.

Dat dubbelzinnige gedrag is waar ik in bovenstaande tweet Duiven op wijs: ‘Duiven verzet met zijn kritiek op het referendum halverwege de wedstrijd de doelpalen. Dat is bestuurlijk onzorgvuldig. En ook onsportief.’

Stedelijk Museum Schiedam is het redden waard. Zit generieke steun aan de hele museumsector dat in de weg?

Stedelijk Museum Schiedam worstelt met oplopende kosten. Zoals energielasten die in 2023 drie keer over de kop gaan, van 83.000 naar 250.000 euro. Ook de huur wordt in 2023 door de gemeente Schiedam verhoogd.

Directeur Anne de Haij vraagt om compensatie van de overheden. Ze zet voorzichtig druk op de ketel: ‘Het zou dan denkbaar zijn, ik vind het gewoon bijna moeilijk om uit te spreken, maar dat wij bijvoorbeeld alle objecten en de kunst uit het museum moeten halen. De verwarming en de installaties uit en even dicht. Dat is echt het laatste waar ik naartoe wil. Ik hoop dat we daarover snel het gesprek aangaan op het stadhuis. Is dit wat we met elkaar willen?

Kleinere en middelgrote musea zoals het Stedelijk Museum Schiedam hebben tijdens de corona-pandemie ingeteerd op hun reserves. Het vlees is van de botten. Bij de minste tegenwind, zoals oplopende energielasten, dreigen musea om te vallen. Daar bovenop komen nog eens teruglopende bezoekcijfers, zodat de inkomsten afnemen.

Vraag is hoe erg het is als musea om economische redenen moeten sluiten. Dat verschilt per museum. Sommige kunnen gemist worden omdat ze geen bijzondere collectie of een interessant tentoonstellingsprogramma hebben. Net als bij de lokale voetbalclub of vroeger de symfonieorkesten speelt echter de trots van de lokale politiek om een museum open te houden.

Hoewel die trots afneemt als het veel kost en er politieke partijen zijn die om zich te kunnen profileren musea om partijpolitieke redenen als ‘elitair’ kenschetsen. In Zoetermeer draaide in 2022 een radicaal-rechtse coalitie het gemeentelijk museum De Voorde de nek om.

Het lijkt een taboe om de vraag te stellen of er niet te veel musea in Nederland zijn. Het lijkt ook een taboe om een museum dat slecht functioneert te sluiten. Het debat erover kan jammergenoeg niet meer onbeschroomd gevoerd worden door het sentiment van rechts (van VVD tot PVV en FVD) dat musea en kunst als linkse hobby voorstelt. Zo verdwijnt de kans op nuancering.

Zou de vraag die overheden, politiek en museumsector zich moeten stellen niet moeten zijn of Nederland 470 musea nodig heeft. Is er wel of niet sprake van overbelasting wat betreft totale financiële steun aan musea en het potentiaal aan bezoekers? Het is jammer om zo’n vraag uitsluitend door professionele bureaus als Berenschot te laten beantwoorden omdat dan oplossing en verantwoordelijkheid gescheiden worden.

Branchevereniging de Museumvereniging zegt in een verklaring van 21 oktober 2022: ‘De Museumvereniging doet namens ruim 470 musea een beroep op overheden en politici om in  deze uitzonderlijke tijd maatwerk te leveren in de vorm van energiecompensatie. Zo kunnen we de collectie Nederland nu én in de toekomst blijven tonen. Want in musea kun je niet zomaar de verwarming lager zetten met collecties die klimaatbeheersing vereisen.’

De Museumvereniging kan als belangenbehartiger niet anders dan vragen om zo’n generieke maatregel die opkomt voor rijp en groen, geschikt en ongeschikt. Dat is nu eenmaal haar taak en beleidsruimte. De Museumvereniging wordt gegijzeld door de eigen doelstelling. Daarmee is de Museumvereniging niet in staat om belangeloos de vraag te beantwoorden wat de optimale voorwaarden zijn om de levensvatbaarheid van zoveel mogelijk musea te garanderen.

De generieke coronasteun (TOZO en ander gelden) van de afgelopen jaren leert dat veel bedrijven en instellingen op de been werden gehouden die zonder steun vanwege slecht functioneren waren omgevallen. Dat is de makke van generieke steun.

Dat alles geldt overigens niet voor Stedelijk Museum Schiedam dat een waardevol museum is dat het verdient om te bestaan. Regionaal en landelijk voorziet het in een behoefte, onder meer door de focus op tekenkunst.

Laat het besef indalen bij overheden en Museumvereniging dat generieke steun aan musea de specifieke, gerichte steun in de weg zit. Dat is het taboe dat door bestuurlijke beperking en schroom; mentale, politieke kramp; lokale trots; onvoldoende durf om de museumsector vanuit een macro-economisch standpunt te benaderen niet geslecht kan worden. Voorlopig, hopelijk.

Foute kop in AD roept vragen op over kwaliteit van journalistiek en nazorg

Schermafbeelding van artikelPieter schenkt bijzonder schilderij, maar als Museum De Voorde moet sluiten wil hij het meteen terug‘ van Remon van Zuijlen in het AD, 8 september 2022.

Het is een terugkerend verschijnsel in de Nederlandse dagbladpers. Een eindredacteur of redacteur online maakt een kop die in strijd is met de tekst waar die kop bij wordt geplaatst.

De vraag of een foute kop komt door slordigheid, tijdsdruk, gebrek aan inhoudelijk kennis of een verkeerde opvatting van journalistiek is niet van belang. Het resultaat is hoe dan ook een kop die haaks staat op de tekst en voor verwarring zorgt. Dat is ook vervelend voor de journalist die de tekst heeft gemaakt.

In een stukje van 8 september 2022 in het AD over het in zijn voortbestaan bedreigde Museum De Voorde in Zoetermeer zegt de kop dat Pieter een schilderij ‘schenkt‘. Maar de tekst beweert het tegendeel en sluit af met de volgende zin over de intenties van Pieter: ‘Daarom kiest hij voorlopig voor een bruikleen, niet voor een schenking.’ 

Hoe duidelijk kan het zijn? Heeft de eindredacteur de tekst wel gelezen en begrepen? Het lijkt er niet op. De eindredacteur begrijpt blijkbaar de betekenis van de museale termen schenking en bruikleen niet. Pieter schenkt niet aan Museum De Voorde, Pieter geeft het schilderij in bruikleen. 

Waarom een grote krant als het AD de foute kop bij dit bericht van 17:03 uur 8 september 15 uur later nog niet heeft gecorrigeerd is een andere vraag. Het AD kent blijkbaar geen afdeling nazorg en controle achteraf op de inhoud van de eigen krant. Dat geeft te denken over de bedrijfsvoering en de gekozen prioriteiten van het AD.

Het is geen halszaak en het lijkt wellicht onbelangrijk zo’n kop die in strijd is met de tekst, maar het tast wel de eenduidigheid en begrijpelijkheid van de tekst aan en beschadigt de reputatie van de dagbladjournalistiek. Een foute kop is de druppel die de steen van de journalistiek uitholt. Tot het AD is het nog niet doorgedrongen.

Juridische twijfels of nieuwe coalitie Zoetermeer subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen

Schermafbeelding van deel van paragraaf 13. Vrije Tijd uit het coalitieakkoord 2022 -2026 van de gemeente Zoetermeer, 3 juni 2022.

Museum De Voorde in Zoetermeer vraagt om respect van de nieuwe coalitie die in het coalitieakkoord 2022 -2026 zegt de subsidie van dit stedelijk museum te zullen beëindigen. Het museum heeft volgens eigen opgave zes vaste medewerkers onder wie één conservator. Verder werkt het met vrijwilligers. Het museum heeft in een reactie op dit besluit gereageerd:

Schermafbeelding van deel verklaringReactie Museum De Voorde op coalitieakkoord‘, 3 juni 2022.

In Zoetermeer is op 3 juni 2022 het nieuwe coalitieakkoordSamen doen wat nodig is‘ gepresenteerd. De volgende zeven partijen vormen de nieuwe coalitie: VVD, Lijst Hilbrand Nawijn, Partij Democratie voor Zoetermeer, Zó! Zoetermeer, CDA Zoetermeer en ChristenUnie – SGP. Het profiel van deze partijen is centrum-rechts. De teneur van het coalitieakkoord valt te kenschetsen als rechts-populistisch. Daarbij past blijkbaar het beëindigen van de subsidie van Museum De Voorde.

In de jaarrekening 2020 wordt een bedrag van € 660.410 subsidie opgevoerd. Wat opvalt is dat het museum bij Bank BNG in 2018 een lening van € 900.000 euro is aangegaan die gedurende 15 jaar jaarlijks met een bedrag van € 66.174 euro wordt afgelost. Van de gemeente Zoetermeer ontving het museum over 2020 een subsidie van € 648.206 waar de renteaflossing aan Bank BNG is in inbegrepen.

Schermafbeelding van deel jaarrekening 2020 op p. 15 van Museum de Voorde.

De gemeente Zoetermeer heeft volgens de toelichting in de jaarrekening 2020 een borgstelling afgegeven voor de lening. Daarom is het de vraag of de nieuwe coalitie juridisch de subsidie aan Museum De Voorde kan beëindigen, zoals het in het akkoord stelt. Opvallend is dat dit aspect van de lening in de reactie van het museum niet wordt genoemd. Het voornemen van de nieuwe coalitie raakt aan onbezonnenheid en mogelijk onzorgvuldig bestuur. Het is de vraag of de gelouterde partijen VVD en CDA in de koehandel van het nieuwe akkoord bestuurlijk goed hebben opgelet.

De intenties van de nieuwe coalitie blijken uit het akkoord. Daarin ontbreekt een paragraaf kunst of cultuur. Het voornemen over de beëindiging van de subsidie van Museum de Voorde wordt genoemd in een paragraaf ‘Vrije tijd‘. Het woord ‘kunst’ komt in het akkoord niet voor. De jaarlijkse subsidie van zo’n € 650.000 zal volgens het nieuwe akkoord ‘worden ingezet voor een structurele subsidie van het Nationaal Videogame Museum en het behouden van het erfgoed‘. Welke organisatie het cultureel erfgoed moet gaan beheren maakt het coalitieakkoord niet duidelijk.

Het is de vraag waarom er geen budget in Zoetermeer is om zowel Museum De Voorde als het Nationaal Videogame Museum te subsidiëren. De PvdA pleitte daar in haar cultuurparagraaf in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 17 maart 2022 voor: ‘Wat de PvdA betreft is er plaats genoeg voor twee musea in Zoetermeer: Museum De Voorde en het Nationaal Videogame Museum‘.

Wordt de pijn bij Museum De Voorde dubbel gevoeld omdat de subsidie gedeeltelijk wordt overgeheveld naar het Nationaal Videogame Museum? Museum De Voorde reageert er in de verklaring indirect op als het zegt ‘het enige officiële en geregistreerde museum van Zoetermeer‘ te zijn. Dat in het museumregister is opgenomen. Deze registratie kan een voorwaarde zijn voor verzekering van objecten, bruiklenen en het verkrijgen van subsidies.

Het hoeft geen keuze te zijn voor de een of de ander. Zoetermeer heeft met wat goede wil en compassie de financiële ruimte om beide instellingen te subsidiëren. Het Nationaal Videogame Museum heeft overigens nog een lange weg te gaan om de functies van een ‘officieel museum‘ waar te maken. Nu lijkt het vooral nog een plek voor beleving en vermaak zoals rechts-populistische partijen de functie van musea graag zien: vrije tijd. Het mag niet bijten, maar moet in de smaak vallen bij de belastingbetalers.

Schermafbeelding van deel paragraafGameplay‘ van het Nationaal Videogame Museum in Zoetermeer.

Nagekomen bericht. Tweet van D66-fractievoorziter Zoetermeer Frank Schoonbeek in reactie op eigen tweet: