Maatschappelijke en theologische kritiek op kardinaal Eijk en zijn boek over de ethiek van huwelijk en seksualiteit

Tweets van Evelyn Noltus, 24 oktober 2022.

Er is rumoer en onduidelijkheid over uitspraken van de Utrechtse kardinaal (R.K.) Wim Eijk in het door hem geschreven boekDe band van de liefde’. De presentatie inclusief symposium ervan is geschrapt. In een bericht verwijst het Aartsbisdom Utrecht naar ‘om kardinaal Eijk moverende redenen‘. Dat geeft geen duidelijkheid, maar vergroot de onduidelijkheid. Het boek wordt voorgesteld als ‘Het standaardwerk over de ethiek van de Rooms-Katholieke Kerk op het gebied van huwelijk en seksualiteit‘ en is bedoeld als naslagwerk voor katholieke kerkdienaars.

RTV Utrecht zegt in een bericht over deze kwestie dat het ietwat smeuïg een ‘seksboek‘ noemt: ‘Wie de inhoudsopgave van ‘De band van de liefde’ bestudeert, ziet al snel dat geen onderwerp wordt geschuwd op het gebied van seksualiteit. Van prostitutie tot masturbatie en van pedofilie tot bestialiteit. Seksuele handelingen worden expliciet en technisch beschreven. Waarom eigenlijk?

Met name homoseksuele katholieken zeggen zich geschoffeerd te voelen door het boek omdat het ‘elke aansluiting met de samenleving mist en ook een beetje viezig en voyeuristisch is’. Het gezag van kardinaal Eijk als ethicus die voor Nederlandse katholieken het laatste woord heeft over huwelijk en seksualiteit wordt zo niet alleen betwist, maar hij wordt als persoon weggezet als verdorven. Dat voelt als wraak van degenen die jarenlang door de Nederlandse katholieke kerk in de ontaarde hoek werden geplaatst waar ze nu deze kardinaal plaatsen. Eijk krijgt een koekje van eigen deeg.

Fundamentele kritiek komt van Evelyn Noltes, de protestante predikante van de Johanneskerk in Leersum als ze over de gedachten van kardinaal Eijk in een interview in bovenstaande tweet zegt: ‘Ik probeer het open en respectvol te lezen. Maar haak af bij de stelling dat Gods zegen niet kan rusten op een homosexuele liefdevolle relatie. Wie bepaalt dat?

De kritiek verbindt ze direct met Eijks visie op homoseksualiteit en jammergenoeg niet met de theologische filosofie of het voor mensen mogelijk is namens God te praten. Op internet en in godshuizen wemelt het van de Godsfluisteraars die God tot eigen object maken. Dat benadrukt het idee dat God door mensen geconstrueerd is, terwijl deze Godsfluisteraars juist het omgekeerde willen aantonen. Die valkuil begrijpen ze niet. Kardinaal Eijk bekent zich ook tot Godsfluisteraar.

Toch slaat Noltes de spijker op de kop. Het namens God praten wat Eijk suggereert te doen ondermijnt de geldigheid van godsdienst omdat het de mystiek en mythologie van Gods bestaan eenzijdig verbreekt. Zoals zij zich afvraagt ‘Wie bepaalt dat?‘.

Wie namens God mag praten is de aloude spanning binnen godsdiensten. Dat gaat om macht en gezag. Want wie door de gelovigen aanvaard wordt als iemand die namens God mag praten heeft een scala aan argumenten die niet weerlegd kunnen worden om de gelovigen in het gareel te houden en de macht binnen de godsdienst te bestendigen. Het voorrecht van Eijk om namens God te praten wordt aangevochten door andere katholieke en niet-katholieke christenen. Dat tast zijn gezag aan.

Het betwisten van dit voorrecht is voor hem kwalijker dan de beschuldiging om als conservatief buiten de samenleving te staan of er merkwaardige standpunten over seksualiteit op na te houden. Het lijkt er sterk op dat Eijk met dit boek over ethiek zijn hand overspeeld heeft. Gelovigen volgen hem niet, terwijl de boek wel de brede pretentie heeft. Het is niet uitsluitend gericht op een harde kern van orthodoxe gelovigen die zijn dogmatiek blindelings volgen.

Kardinaal Eijk heeft met zijn boek op twee paarden tegelijk willen wedden, maar heeft zijn inleg verloren. Nederlandse gelovigen zijn allang verder getrokken. Ze wijzen zijn standpunten niet zozeer af, maar vinden ze niet meer relevant en van deze tijd. Eijk benadrukt met dit boek onnodig zijn eigen overbodigheid.

Krimp geeft katholieke kerk kans om ontspannen terug te keren naar oude roeping

Schermafbeelding van deel artikelMinder gelovigen, geld en pastorale krachten: aartsbisdom Utrecht maakte moeilijk 2020 door‘ in het Katholiek Nieuwsblad, 8 juli 2021.

Afgelopen dinsdag 6 juli 2021 publiceerde het Aartsbisdom Utrecht het jaarverslag 2020. Er wordt een beeld in gegeven dat ondanks ‘praktische moeilijkheden en beperkingen die de coronapandemie met zich bracht‘ de betrokkenen zich goed hebben ingezet, maar dat het vechten tegen de bierkaai is. De middelen in geld en personeel zijn ontoereikend. De financiële situatie van het aartsbisdom is slecht en de ontkerkelijking eist zijn tol. Die zou in 2020 versneld zijn.

Uit statistieken van het CBS blijkt dat in 2019 20,1% van de Nederlandse bevolking aangaf Rooms-katholiek te zijn. In 2015 was dat nog 25,3%. In vier jaar heeft dus 20% van het aantal katholieken de kerk verlaten. Dat heeft te maken met de publiciteit over het kindermisbruik door pastoors en andere kaderleden van de kerk en de daaropvolgende deels mislukte pogingen van de kerkleiding om dat in de doofpot te stoppen. Het heeft ook te maken met natuurlijk verloop. De aanhang veroudert en de aanwas van jongeren blijft achter. In 2020 kwam daar de coronapandemie bovenop waardoor een nieuwe afkalving van het aantal katholieken als deel van de bevolking valt te verwachten. Het jaarrapport sorteert daar op voor. Het aartsbisdom Utrecht schetst een minderheidskerk die probeert te overleven.

Een recensie door Sjoerd Mulder in Trouw van het boekGeloof en godsdienst in een seculiere samenleving‘ van de Belgische kardinaal Jozef De Kesel valt op te vatten als een aanvulling op het jaarrapport van het aartsbisdom Utrecht. De Kesel plaatst kanttekeningen bij de ontkerkelijking en ziet die niet als negatief. Mulder: ‘Sterker nog, volgens De Kesel moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat het christendom wellicht uit ons werelddeel verdwijnt. Die verrassende optiek hangt samen met zijn overtuiging dat de westerse meerderheidskerk een historische uitzonderlijkheid was. Het is volgens hem veel natuurlijker, veel passender voor wat de kerk in wezen is, om als kerk marginaal te zijn, aan de rand van de maatschappij.’ De theorie van kardinaal De Kesel brengt het aartsbisdom Utrecht in praktijk.  

De Kesel schetst het kader waarbinnen de Europese Rooms-katholieke kerk in de toekomst moet opereren. Niet het winnen van zieltjes of het verwerven van wereldse macht via de kerk is daarbij het doel, dus het streven naar meer, maar het tevreden zijn met wat het nu is. Een kleine, compacte kerk is waarde op zichzelf.

De Kesel: ‘Missionering betekent niet noodzakelijk christianisatie van de samenleving. Missionering mag niet verward worden met het herstel van een homogeen christelijke beschaving. De Kerk is niet geroepen om stilaan zelf de wereld te worden en de ganse samenleving in haar schoot op te nemen. De Kerk is de gemeenschap van christenen, niet de verzameling van de bevolking‘.  

Deze teruggang naar het proberen te hervinden van een vroegere kern van een oude kerk is interessant. De Kesel heeft gelijk dat deze ontspannen omgang met de onvermijdelijke krimp van de kerk een nieuwe vrijheid biedt. Een minderheidskerk waar nu waarschijnlijk nog ongeveer 15% van de bevolking lid van is geeft ruimte om meer dan voorheen de eigen roeping te volgen. De pretentie van machtsuitoefening die toch niet meer succesvol kon worden gerealiseerd kan worden losgelaten.

Het secularisme biedt in Nederland en België alle godsdiensten en levensovertuigingen de garantie van de staat gelijkwaardig en waardig beschermd te worden onder de rechtsstaat. Dat is de verzekering voor de toekomst van de Rooms-katholieke kerken van Europa.

Claim van marketingbureau Truman dat de eerste campagne voor een kerk in Nederland pas in 2014 werd opgezet is vals en onnozel

Truman kijkt in deze video terug op een marketingcampagne waar het in 2014 door de Remonstrantse Kerk voor werd ingehuurd. Die kerk kampte met vergrijzing en teruglopend bezoek. Truman presenteert zich als ‘een creatief contentbureau voor kwalitatief hoogwaardige branded content en campagnes’. Het is de vraag hoe kwalitatief hoogwaardig Truman is. Zeker in de analyse van de eigen campagne. Dat oogt mager en lijkt niet uit te komen boven het niveau van het jargon en oppervlakkigheid van de marketingsector. Vaardig en vlot, maar zonder diepgang en zelfreflectie. Truman verwart de inhoud van een campagne met de evaluatie van een campagne. Truman kijkt niet eerlijk naar zichzelf. Truman lijdt aan de blikvernauwing van een marketingbedrijf dat alles in verband brengt met marketing. De terugblik en nabespreking van genoemde campagne is niet bedoeld om te verklaren of inzicht te geven, maar om het merk ‘Truman’ op te hemelen.

Truman slaat de plank mis en geeft te kennen weinig van godsdienstgeschiedenis en religieuze instellingen, maar evenmin van de recente marketinggeschiedenis van Nederland te weten als het in de toelichting bij deze campagne zegt: ‘De eerste campagne voor een kerk in Nederland. Een kerk als merk’. Die claim wordt in de video herhaald. Voor wie de wereld in 2014 begint is dat een waarheid en voor ieder ander is dat een leugen. Het is bovenal een onbenullige opmerking die getuigt van wereldvreemdheid, kortzichtigheid en naïviteit.

Wie de Europese kerkgeschiedenis bekijkt weet dat kerken al eeuwenlang met elkaar concurreren om de gunst van degenen die ze willen inspireren en om de gunst van de wereldlijke macht. Het is een harde strijd van kerken om zichzelf beter te verkopen dan de concurrenten met als doel hun merk te vestigen en verstevigen op de religieuze markt. Wie daarin faalt overleeft niet en zakt weg en gaat economisch en publicitair failliet. Het is een continue veldtocht en campagne van kerken in Nederland. De bouw in Nederland van neogotische, Rooms-katholieke kerken vanaf 1853 toen de bisschoppelijke hiërarchie werd hersteld kan als een grote marketingcampagne van deze kerk worden gezien. Tot 1920 werden er zo’n 800 katholieke kerken gebouwd.

In 1997 liet het aartsbisdom Utrecht bovenstaande poster verspreiden die gebaseerd was op Barnett Newmans ‘Who’s afraid of Red, Yellow and Blue?’ die in 1986 in het Stedelijk Museum door een verwarde man werd beschadigd. J.W.P. Wits legt in een reconstructie uit hoe stichting Beeldrecht het bisdom sommeerde om verspreiding te stoppen. De paradox was dat door de rechtszaak die veel publiciteit trok de campagne van het bisdom extra aandacht trok. In 1998 kreeg de stichting Beeldrecht aanvankelijk gelijk van de rechter, maar verloor het hoger beroep. Deze casus kon nog opgevat worden als een campagne voor God en niet specifiek voor een kerk in Nederland, maar dat kon bij de marketingcampagneAl onze vestigingen elke zondag open! Gratis boodschappen voor het hele gezin!’ uit 2007 van de PKN niet. Wie verder zoekt in de verre en nabije geschiedenis van kerken in Nederland zal ongetwijfeld talloze voorbeelden van marketingcampagnes vinden.

Foto 1: Beeld van marketingcampagne ‘Who is afraid of God’ uit 1997 van het Aartsbisdom Utrecht.

Foto 2: Beeld van marketingcampagneAl onze vestigingen elke zondag open! Gratis boodschappen voor het hele gezin!’ uit 2007 van de PKN (Protestante Kerk Nederland).

College Utrecht wil rijksmonument Willibrordkerk verkopen aan conservatief-katholieke Pius X. Staat Utrechtse raad dit toe?

Het is merkwaardig dat een met 8,5 miljoen euro gemeenschapsgeld gerestaureerd neogotisch rijksmonument in het centrum van Utrecht wordt geprivatiseerd. Dus onttrokken wordt aan het algemeen kunstbezit. Hoewel het openbaar toegankelijk blijft, maar wel onder de ideologische voorwaarden die de beoogde koper Priesterbroederschap Sint Pius X stelt. De afweging is of die voorwaarden aanvaardbaar zijn.

Hamvraag is of dit te rijmen valt met de open en tolerante sfeer van Utrecht als vrijzinnige stad waar D66 en GroenLinks de grootste partijen zijn. Het is merkwaardig dat het college geen andere bestemming voor dit monument weet te vinden. Is het wel actief de boer opgegaan? Zijn alle opties goed onderzocht? Hebben de verantwoordelijke wethouder en zijn ambtenaren wel hun best gedaan om de beste bestemming te vinden?

De aanpak van wethouder Kees Geldof (VVD) doet denken aan de exploitatie van landhuis Amelisweerd door de noodlijdende Stichting Museum Oud Amelisweerd. Het toenmalige gemeentebestuur kwam in 2011 door korte consultatie en verkokerd denken bij een exploitant uit -Armando Bureau- die zichzelf aangeboden had. In een vermenging van bestuur, politiek en private stichtingen werd toen niet verder gekeken. Er werd buiten de eigen ambtelijk-bestuurlijke omgeving niet gezocht naar andere exploitanten en nooit is goed onderzocht of nou de beste exploitant voor deze bestemming was gevonden. Hetzelfde lijkt nu opnieuw aan de orde.

Er is ook een verschil want de internationale Priesterbroederschap Sint Pius X is kapitaalkrachtig en weet geld aan te boren in Zwitserland en Frankrijk. Maar de vraag is of zo’n conservatieve koper in het centrum van de stad gewenst is. Het valt te vergelijken met islamitisch-fundamentalistiche stichtingen die in politieke standpunten haaks staan op de rechtsstaat. In steden als Rotterdam worden ze om die reden door de gemeente tegengewerkt om gebouwen te verwerven. Maar het Utrechtse gemeentebestuur ziet geen beletsel om de Priesterbroederschap Sint Pius X die van antisemitisme en Holocaust-ontkenning wordt beschuldigd als koper aan te wijzen. Dit vraagt op zijn minst om nader onderzoek over aard en karakter van de beoogde koper. Zelfs als de moederorganisatie projectmatig op afstand is gezet verandert dat het profiel ervan niet.

De vraag blijft onbeantwoord hoe het mogelijk is dat het gebouw van de St. Willibrordkerk door de gemeente Utrecht wordt verkocht aan een organisatie die geen van de hoofdstromen van de Utrechtse samenleving vertegenwoordigt. De projectmatige koper is de conservatief-katholieke Stichting Sint Jozef (SSJ) die onderdeel is van de Priesterbroederschap Sint Pius X die er weer een heiligdom van wil maken. Dat laatste is de kern.

In een raadsbrief wordt namens wethouder Geldof een voorbehoud gemaakt: ‘De SSJ garandeert in de overeenkomst dat het kerkgebouw gebruikt kan worden, voor zover niet in strijd met het kerkelijk gebruik’ en dan volgen potentiële gebruikers zoals Kerken Kijken Utrecht, Open Monumentendag, Culturele Zondagen en Festival Oude Muziek. Zo’n afspraak die Geldof maakt is vragen om grensgevechten vanwege het ideologische verschil van mening tussen het conservatief-katholieke gedachtengoed van de beoogde koper en de vrijzinnige en wereldse gebruikers van het monument. Het is een compromis waarvan Geldof bij voorbaat weet dat het problemen gaat opleveren. Maar het verschil is dat de Utrechtse raad nu is gewaarschuwd. In mei 2014 kon theatermaker Dries Verhoeven in de St. Willibrordkerk zijn project De Uitvaart realiseren, terwijl dat bij gebruik en eigendom door de Priesterbroederschap Sint Pius X of SSJ naar verwachting onmogelijk wordt. Vraag is of progressieve partijen als D66 of GroenLinks in de Utrechtse raad in kunnen stemmen met het idee een conservatief-katholieke stichting het laatste woord over het gebouw van de St. Willibrordkerk te gunnen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPius X neemt ondanks protest Willibrordkerk over’ in DUIC, 6 juni 2017.

Staat Utrechtse raad toe dat Pius X Willibrordkerk koopt?

Een artikel van Gidi Pols in de Volkskrant over de bestemming van de neogotische Willibrordkerk roept de vraag op wat het vrijzinnig-progressieve Utrechtse gemeentebestuur (GroenLinks, VVD, D66 en SP) bezielt om in te stemmen met de verkoop van deze kerk aan een ultra-conservatieve katholieke vereniging Pius X (SSPX). De opzet is dat SSPX de schulden overneemt en zo een meerderheid in de stichting van eigenaren krijgt. En het dus voor het zeggen krijgt. Het is onduidelijk hoe groot het overnamebedrag is, maar het zal liggen rond de 1,65 miljoen euro. Dat is de schuld die resteert bij twee restauratiefondsen. De kerk is sinds 1976 een rijksmonument. Volgens de Volkskrant beslist de gemeenteraad eind juni of de verkoop door kan gaan.

De kerk is nu in gebruik bij vrijwilligersstichting Culturele Evenementen Sint-Willibrordkerk. Deze seculiere monumentenstichting heeft als doel het gebouw als sacrale kerk en monument open te houden. Gebruikers zijn een stichting die culturele evenementen organiseert en het aan de RK-Kerk verbonden apostolaat dat er missen houdt. De kerk werd met 8,5 miljoen euro subsidie van Rijk en Europese Commissie gerestaureerd. De kerk wordt beschouwd als belangrijk cultureel erfgoed. Sinds mei 2016 gebruikt de SSPX de kerk elke zondag voor de eredienst. Maar een heiligdom is het niet. Dat wil SSPX bereiken met de aankoop. In 2014 ontstond ophef over de reeks theatervoorstellingen De Uitvaart van theatermaker Dries Verhoeven. In een persbericht protesteerde gebruiker St. Willibrord Apostolaat tegen de voorstellingen omdat ze ‘ontegenzeggelijk een ontwijdend karakter’ zouden hebben. De voorgenomen verkoop valt niet los te zien van de ophef in 2014. 

Volgens de Volkskrant vrezen de vrijwilligers dat als SSPX het voor het zeggen krijgt het gebouw een gesloten karakter zal krijgen. Het is daarom een overweging voor de Utrechtse raadsleden om goed na te denken over het voorstel van de gemeenteraad voor verkoop aan SSPX. De in het Utrechtse centrum gelegen Willibrordkerk heeft een toeristische en culturele bestemming die bij verkoop aan SSPX onder druk kan komen te staan.

Essentieel is niet dat SSPX een ultra-conservatieve katholieke stroming is die in gewapende vrede met het Vaticaan leeft. Het is niet aan het openbaar bestuur om een onderscheid te maken tussen gematigde en extremistische religieuze stromingen. Het gaat erom dat een culturele bestemming geprivatiseerd dreigt te worden en praktisch onttrokken zal gaan worden aan de publieke ruimte. Het gaat erom of de Utrechtse raadsleden daar mee in willen stemmen. Willen ze hun stad toegankelijk houden of in de verkoop doen aan de hoogste bieder? Volgen ze het college dat redeneert vanuit het economisch belang of kijken ze verder?

Foto: Still uit het videoverslag van ‘Het Enfant Terrible’ door Thorsten Alofs op 22 mei 2014 in de St. Willibrordkerk te Utrecht.

Dries Verhoeven op scherp in ‘De Uitvaart’. Magisch theater in tandeloze tijd

et1

‘Ik geloof in de opstand, de almachtige schepper van revolutie, van al wat pijnlijk maar verlossend is. Ik geloof in het bewapenen van onze tandeloze tijd. Met woorden, met wanorde en wapens. Met molotov cocktails, voor ons mensen, en omwille van ons heil Uit de hemel neergedaald. Want de dood is onverschilligheid.’

Aldus een passage uit de geloofsbelijdenis in een uitvaartplechtigheid die geen uitvaart is, maar in de vorm plechtig oogt omdat het aansluit bij de katholieke rituelen. Het werd uitgesproken door de voorganger in de voorstelling Het Enfant Terrible in de 10-delige reeks De Uitvaart van theatermaker Dries Verhoeven die samen met Jibbe Willems de tekst schreef. Onderdeel van Springfestival in Utrecht die was te zien op 22 mei.

Locatie was de Utrechtse neogotische Willibrordkerk, eigendom van de Sint Willibrordus Stichting. Deze seculiere monumentenstichting heeft als doel om het gebouw als sacrale kerk en monument open te houden. Gebruikers zijn een stichting die culturele evenementen organiseert en het aan de RK-Kerk verbonden apostolaat dat er onder meer missen houdt. Die combinatie van seculier en religieus zorgde eerder deze week voor opschudding bij het apostolaat. In een persbericht protesteerde het bestuur ervan tegen een voorstelling van De Uitvaart en verzocht de reeks af te gelasten: ‘Deze voorstelling had ontegenzeggelijk een ontwijdend karakter. Het bestuur van het Sint Willibrord Apostolaat heeft dan ook besloten dat met onmiddellijke ingang geen eucharistievieringen meer kunnen plaatsvinden in dit kerkgebouw.’ Het apostolaat wil de huur opzeggen om ‘de liturgievieringen in een ander, werkelijk Godshuis’ te hervatten.

Juridisch heeft De Uitvaart niets met het apostolaat te maken omdat het huurt van beide seculiere stichtingen. Dries Verhoeven reageerde met een toelichting aan het apostolaat en andere geïnteresseerden en laat niet na om op de verzwakte positie van de Nederlandse RK-Kerk te wijzen: ‘De restauratie van de Willibrordkerk is een aantal jaren geleden met veel gemeenschapsgeld betaald. De vraag is wie dat gebouw toekomt op momenten dat er geen kerkmissen plaatsvinden. In een tijd waarin het kerkbezoek terugloopt, staat U voor de uitdaging om antwoord te geven op die vraag. Kan het gebouw relevantie hebben ook voor die mensen die Uw geloof niet delen? Maar hij meende ook dat de keuze voor een ‘ontwijde’ kerk beter was geweest.

Omdat de grens tussen echt en onecht voor de toeschouwers lastig was te trekken werd Het Enfant Terrible een gedenkwaardige voorstelling. In het nagesprek was de vraag hoe de ‘familie‘ van Enfant Terrible die bestond uit het type krakers en punkers door Verhoeven gestuurd werd. Was de uitroep ‘Revolutie’ tijdens de uitgeleide geregisseerd of niet? En was het de bedoeling dat sommige familieleden de hele tijd door de teksten heenkletsten? Zo ging deze voorstelling niet alleen over de grens tussen secularisme en religie, maar ook over de grenzen aan het theater, de macht van de regisseur, en publiek dat acteur wordt, of andersom.

Voor wie de theaterontwikkelingen sinds de jaren ’60 kent is er niks nieuws onder de zon. Maar toch een oase van bezieling, geestkracht, humor en durf in tijden van herkenning en behoudzucht in de kunsten. Religie en theater hebben gemeenschappelijk dat ze bestaan in het ‘doen alsof’. Ze behagen hun publiek dat ze proberen te binden. Levenslang of voor een avond. De theorie is dat theater uit de rituelen van de religie is voortgekomen. Gisteren kwam Dries Verhoeven thuis. En dat hebben we gemerkt. Vol plezier. Magisch.

et2

Foto’s: Stills uit het videoverslag van ‘Het Enfant Terrible’ door Thorsten Alofs op 22 mei 2014 in de St. Willibrordkerk te Utrecht.