Ik ga naar ArtOnPaper en wat neem ik mee?

Abrecht Genin, Himmelsleiter, 1999, ets op handgemaakt Japans papier, 50 x 60 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Horst Dietrich.

I. Gisteren was ik op de opening van de kunstbeurs ArtOnPaperAmsterdam in de gashouder van de Westergas. Een opvallend rond gebouw met een hoge koepel. Een interessante beurs met 50 binnenlandse en buitenlandse galerieën die werken op papier en werken van papier tonen.

Slechts een kritische kanttekening voor de opbouw van de beurs. De selectie was door de inzet van externe curatoren beter dan op vergelijkbare beurzen als de KunstRAI, maar organisatie ONK had de routing onoverzichtelijk gemaakt. Dat kwam vooral door de buitenste ring en de doorgang in het midden die breed uitwaaierde. Wellicht kan ONK behalve de selectie volgende keer ook de routing uitbesteden. Dat komt de kwaliteit zeker ten goede.

Zo’n opening is een kwestie van kijken en praten. Het is een geïsoleerde wereld. Naast de gashouder was in het Westerpark de kermis in volle gang. Daar waren na onregelmatigheden op de Osdorp kermis in oktober 2022 meer veiligheidsmaatregelen getroffen met bewaking, detectiepoortjes en hoge hekken dan op de beurs. Je zou het omgekeerde verwachten.

Corinne von Lebusa, Ich hänge hier nur rum, 2019, tekening, waterverf, lak op karton, ingelijst, 40 x 30 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Jarmuschek + Partner.

II. Twee gescheiden werelden naast elkaar die elkaar niet raken. Dat is in een notendop het knelpunt van de kunst- en museumsector. Deze sectoren vinden niet alleen onvoldoende aansluiting bij de samenleving, maar bewegen in de richting van een eigen parallelle wereld.

Nu moet men dat tegelijk relativeren want niets kan én hoeft een volledige representatie van de samenleving te zijn. Ook een kunstbeurs niet. De een gaat naar een kerkdienst, de ander naar een voetbalwedstrijd, miljonairsfair, popconcert of kermis, maar niemand doet dat allemaal.

Er is een verschil tussen een private kunstbeurs en met publiek geld gefinancierde niet-particuliere musea. De laatsten hebben een publieke taak, eerstgenoemde niet. Maar ze hangen samen door overlappingen. De publieke opinie die op afstand staat, kan dat vaak niet onderscheiden.

Carien Vugts, Untitled (Witte kwikstaart), 2023, papier, potlood en kleurpotlood, 39,5 x 45 x 1,5 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Sanaa.

III. De redenen voor de Alleingang van de museumsector zijn talrijk. Het debat over diversiteit is te eenzijdig op etniciteit gericht en bereikt het omgekeerde van wat het beoogt. Hoewel het de vraag is of musea zich echt willen openen of ze slechts lippendienst bewijzen aan een politiek die dat halfslachtig eist. Vervolgens gaan musea halfslachtig aan de slag. Net kosmetisch genoeg om de politiek te behagen, maar niet voldoende genoeg om zich werkelijk te openen voor de samenleving.

Zo wordt door musea niet gezien dat het verschil in sociaaleconomische status aan de basis ligt van de segregatie, die niet alleen niet overbrugd wordt, maar door musea in stand wordt gehouden. Dat zou wat het aspect van (re)presentatie van musea betreft pleiten voor sluiting van alle musea. Hun collecties kunnen dan losgekoppeld worden om centraal bewaard te worden. Sluiting is wellicht een radicaal antwoord, maar wel een logische uitkomst van een problematiek die onoplosbaar lijkt.

Het recente rapport Eigentijdse Ongelijkheid van het SCP constateert een verschil in cultureel kapitaal tussen sociale klassen. Deze structurele ongelijkheid is hardnekkig en heeft grote gevolgen. De oplossing begint in het onderwijs, maar lijkt op dit moment dood te lopen in een gesloten museumsector.

Het is het misverstand om dat te kwalificeren als ‘wit bastion‘. Dat is een schijnconclusie. Daar gaat het niet om. Het gaat vooral om het gebrekkige sociale en culturele kapitaal van mensen aan de onderkant van de samenleving. Mensen met een sociaaleconomische én dientengevolge sociaalculturele achterstand.

Himmelsbach, Paper Monument Portret nr. 46 ed. 1_5, 2022, Hahnemühle-papier en inkt, 70 x 50 cm. Op de website van ArtOnPaperAmsterdam 2023 bij Galerie Helder.

IV. Dat zijn dus de soort gesprekken en overwegingen die op zo’n kunstbeurs circuleren. Dat is een combinatie van zelfverloochening, benaderingswijze, ideologie, wensdenken, hoop op een egalitaire samenleving en opereren in een reservaat. Er wordt volop nagedacht voorbij de handel van het moment of de kick om een mooi kunstwerk te zien. Dat is het stilstaan bij het stilstaan van de kunst- en vooral de museumsector.

Advertentie

Kritiek op EuropArtFair en Stichting Kunstweek dat over de rug van kunstenaars een verdienmodel heeft

Column van Marina van der Kooi op site Nederlandse Kring van Beeldhouwers NKVB,16 juli 2021.

Wijze, moedige en waarachtige column van kunstenaar Marina van der Kooi die meedeed aan de kunstbeurs EuropArtFair die van 2 tot en met 4 juli 2021 plaatsvond op het Westergasterrein in Amsterdam. Dat was voor haar eens, maar nooit weer. Want volgens haar verdient iedereen aan zo’n beurs, behalve de kunstenaars die niet uit de kosten komen.

Overigens waren kunstenaars die zich goed informeren gewaarschuwd niet aan deze beurs deel te nemen. Het is een val voor kunstenaars. In hun boekTussen Kunst en Cash” besteedden NRC-journalisten Arjen Ribbens en Pieter van Os in hoofdstuk 11 (De Promotor David Polak) aandacht aan de Stichting Kunstweek van Polak in Raamsdonkveer dat onder meer certificaten aan kunstenaars verkoopt waar niemand op zit te wachten. Maar het organiseert ook een reeks kunstbeurzen met interessant klinkende namen.

Raoul Locht is bestuursvoorzitter van de Stichting Kunstweek en ook organisator of beursmanager van EuropArtFair. Els van Lent is secretaris van de Stichting en was tevens assistent beursmanager van EuropArtFair. Volgens Ribbens en Van Os is Locht de enige aandeelhouder van De Kunst Collega’s BV uit Roermond. Die werkt samen met de First Art Group BV die initiatieven van de Stichting Kunstweek uitvoert. Locht zou volgens beide auteurs initiatiefnemer van zes kunstbeurzen zijn.

De Stichting Kunstweek zegt dat het ‘staat voor de collectieve promotie van beeldende kunst en heeft als primaire doelstelling het vergroten van de belangstelling voor beeldende kunst in het algemeen en van de bekendheid van Nederlandse beeldend kunstenaars en hun werk in het bijzonder‘.

Dat is een ruime definitie die niets zegt over het verdienmodel. De beurzen van Locht krijgen lof omdat ze goed georganiseerd zijn, maar ook kritiek. Kunstenaar Jeroen Bosch en een van de twee drijvende krachten achter de populaire kunst(enaars)site Trendbeheer schreef in 2014 het artikelWist u dat de Kunstweek niet deugt?‘ waarnaar Ribbens en Van Os verwijzen. Omdat kunstenaars geen informatie hebben over de achtergrond van Polak, Locht en de door hen georganiseerde kunstbeurzen zouden ze er als ‘rommelende sukkelaars’ intrappen. Kunstenaars worden dankzij de column van Martine van der Kooi nogmaals gewaarschuwd.

Het laatste woord is aan haar, want behalve het verdienmodel dat eruit bestaat dat alle betrokkenen behalve de kunstenaars van de beurs profiteren is het niveau bedenkelijk: ‘Welgeteld zag ik drie kramen van mensen die ik als kunstenaar wil beschouwen. De rest, ongeveer 100 deelnemers, presenteerde vooral lieve of verleidelijke meisjesgezichten, en veel naakte borsten. De zigeunerin met de traan was niet ver weg‘. Deelname aan een beurs van Locht kan voor een professionele kunstenaar eindigen in een dubbele teleurstelling. Artistiek is het niveau bedenkelijk en financieel het risico groot. Advies: niet doen.

Gedachte bij de foto ‘Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’ (1983)

Het is maar een kleine, doch niet onbelangrijke gedachte. Namelijk dat de ‘vijand’ hetzelfde kan denken als de beschouwer. Dat is de empathische variant van het waarschuwende gezegde ‘Feind hört mit!. Dat kan iedereen zijn. Het kunnen Donald Trump en oprichter Q Clearance Patriot van QAnon zijn, gestaalde Leninisten die de wereld willen verbeteren door die te vernietigen, religieuze scherpslijpers die claimen alleen de wijsheid in pacht te hebben, complotdenkers die COVID-19 als een griepje voorstellen of kunsthaters die de functie van kunst ontkennen of terugbrengen tot amusement of een middel om politiek te bedrijven.

Het vergt soms een forse portie hersengymnastiek om je je voor te stellen hoe de vijand denkt. Maar bij bovenstaande foto van Christian Louis uit 1983 is dat niet moeilijk. Het is een variatie op de stelregel ‘de grootste vijand ben je zelf’. Hoewel dat ook weer tot een cliché is geworden in de softe kanten van de lifestyle, de mindfulness-industrie en adverteerders die een product willen slijten met pseudo-interessante zwaarwichtigheid.

De titel van de foto is ‘Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain ), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’ en de fotograaf zet zijn handtekening onder de foto alsof het een schilderij of tekening betreft. De indirecte associatie met het schilderij ‘La reproduction interdite (Verboden af te beelden)‘ van René Magritte uit de collectie van Museum Boijmans is aanwezig. De twee mannen poseren met een interessante blik voor de schilderijen. Voor de kunsthater is het een koud kunstje om van dit ensemble dat de pretentie stapelt alsof het bakstenen zijn gehakt te maken.

Voor deze uitzonderlijke keer schaar ik me aan de kant van de kunsthaters. Soms brengt zelfingenomenheid van ‘vrienden’ kunst meer schade toe dan ‘vijanden’ doen. De grootste vijand van onszelf zijn we soms zelf. Mee eens? 

Zie hier voor een verslag van de kunstbeurs FIAC 1983.

Foto: Christian Louis, Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’. Collectie: Musée Carnavalet, Histoire de Paris.

Is ARCO 2020 controversieel of minder controversieel?

Twee videoverslagen van de Madrileense kunstbeurs ARCO die op 1 maart 2020 eindigt. Ze leggen andere accenten. Het Spaanse nieuwsagentschap EFE meent dat ARCO ‘minder controversieel en wraakzuchtiger is’ (‘Menos polémica y más reivindicativa’). Maar dat verhoudt zich slecht tot een verslag van de Duitse versie van Euronews dat inzoomt op de in Spanje wonende Finse kunstenaar Riiko Sakkinen met zijn werk ‘Franco no fue tan malo como dicen’ (‘Franco was niet zo slecht als ze zeggen’) dat getoond wordt door Galerie Forsblom en voor 15.000 euro te koop is. Dit werk dient de marketing en is een referentiepunt. In het commentaar meent Euronews dat Sakkinen met dit werk de radicaal-rechtse partij VOX bekritiseert die Franco bagatelliseert. Het linkse Izquierda Diario kiest in een verslag dezelfde invalshoek als Euronews als het zegt dat de polemiek in Riiko Sakkinen een speler heeft en dat de controverse wordt geserveerd (‘Este año la polémica ya tiene protagonista: la obra ‘Franco no era tan malo como dicen’ del artista finlandés Riiko Sakinen. La polémica está servida’). Men kan alleen maar gissen naar de reden van de uiteenlopende conclusies of de ARCO wel of niet controversieel en polemisch is. De constatering is dat een Spaans nieuwsagentschap dat ontkent of klein probeert te houden en een Spaanse nieuwsmedium en de Duitstalige versie van Euronews niet. Blijft de vraag of dit valt binnen de normale bandbreedte van de journalistiek of dat een politieke mening het relaas kleurt.

Onzichtbare stijl van een kunstbeurs als Art Rotterdam is onhoudbaar

Deze Hongaarse video zegt het zonder terughoudendheid: ‘Art is Business’. Dat is wel zo oprecht. Het draait er niet omheen. Kunst kan voor bedrijven een verdienmodel zijn. Wie afgelopen week de grootste kunstbeurs van Nederland bezocht, te weten Art Rotterdam zag de vermenging van kunst en commercie in volle werking. Maar dit wordt ontkend, niet volmondig toegeven of afgeschermd. De strategie om de vermenging van kunst en commercie te verhullen is klassiek. Het komt overeen met de strategie van de gestandardiseerde film in het klassieke Hollywood-studiosysteem, de zogenaamde onzichtbare stijl. De film lijkt zichzelf te vertellen. De film verwijst niet naar zichzelf. De film verbergt techniek en montage zoveel mogelijk. Een kunstbeurs als Art Rotterdam kent ook een onzichtbare stijl. Het doet net alsof kunst zichzelf vertelt. Het doet net alsof kunst niet tot onderdeel van een organisatie is gemaakt. Het doet net alsof kunst zichzelf verkoopt. Maar zoals de klassieke Hollywood-film rond 1960 verdween zal ook dit soort kunstbeurs verdwijnen. Ontdekt worden.

Foto: Bericht over Art Rotterdam op site van Nationale Nederlanden.

Sepulchrum van hedendaagse kunst: een filmpje over het werk van Horst Antes op Cologne Fine Art 2018

Ik kan het niet helpen, maar van zo’n video word ik opstandig. Het ontdek je plekje van de kunst. De Duitse beeldhouwer Horst Antes wordt dit jaar in het zonnetje gezet op kunstbeurs Cologne Fine Art. Dat is prima. Maar waarom leidt dat tot een zielloos en saai filmpje dat uit lijkt te schreeuwen: ‘Niemand komt levend uit dit graf van de hedendaagse kunst’. Het roept ook de vraag op wat kunstbeurzen nog met kunst van doen hebben. Als ik kunsthater was dan wist ik het wel, dan verspreidde ik dit filmpje ruim op internet. Wat moet een kunstliefhebber er in hemelsnaam mee? Signaleren dat het niks is? Wie of wat wordt daarmee geholpen?

Kunstwerk ‘Politieke gevangenen in het hedendaagse Spanje’ van Santiago Sierra onder druk verwijderd van kunstbeurs ARCOmadrid

Opnieuw raken kunst en politiek elkaar. Een nieuwe controverse over hedendaagse kunst is geboren. Deze keer op de Spaanse kunstbeurs ARCOmadrid die van 21 tot 25 februari plaatsvindt. Het bestuur van de overkoepelende IFEMA (Institucion Ferial de Madrid) heeft de Madrileense Helga de Alvear Galerie verzocht om het werk ‘Presos políticos en la España contemporánea’ (Politieke gevangenen in het hedendaagse Spanje) van de Madrileense kunstenaar Santiago Sierra terug te trekken. De galerie heeft daar gehoor aan gegeven.

Als reden hanteert IFEMA de argumentatie dat de controverse waartoe de presentatie van Sierra’s werk in de media heeft geleid ‘schadelijk is voor de zichtbaarheid van de inhoud die ARCOmadrid 2018 samenbrengt’ (la polémica que ha provocado en los medios de comunicación la exhibición de estas piezas, está perjudicando la visibilidad del conjunto de los contenidos que reúne ARCOmadrid 2018) en daarom ziet organisator IFEMA het als haar taak om afstand te nemen van het publieke debat dat afleidt van de beurs als geheel (tratar de alejar de su desarrollo los discursos que desvíen la atención del conjunto de la feria). Volgens een bericht van de BBC probeerde het linkse stadsbestuur van Madrid de verwijdering of uitsluiting tevergeefs te voorkomen.

Santiago Sierra is een kritische kunstenaar die in zijn werk politiek stelling neemt. Op ARCOmadrid toonde hij een serie van 24 met pixels bewerkte foto’s van politieke gevangenen, onder wie separatistische politici uit Catalonië. Omdat dit in het huidige Spanje, en vooral in het centrum van de macht Madrid, politiek gevoelig ligt moest het werk van de beurs verwijderd worden. De Spaanse regering ontkent dat er in Spanje politieke gevangenen zijn. Volgens Sierra beschadigt Spanje met deze actie haar eigen reputatie en die van de beurs. Inmiddels is volgens een bericht in het Catalaanse La Vanguardia het voor 80.000 euro te koop staande werk verkocht aan een ‘Spaanse particulier’. Of het een Catalaanse koper betreft wordt niet gespecificeerd.

Het probleem met de opstelling van het bestuur van IMEFA dat zich kennelijk gedwongen voelt om onder druk van de Spaanse regering te handelen is dat er geen neutrale stellingname bestaat. Ofschoon IMEFA anders probeert te suggereren. Het tonen van Sierra’s werk op de ARCO is een politiek signaal en het verwijderen ervan is dat evenzeer. In een analyse voor La Vanguardia gaat Llucia Homs in op de rol van ARCO die meer is dan een kunstbeurs: ‘Het is geen toeval dat het het handelsgebeuren overstijgt en fungeert als forum voor debat, wat de rol die we aan beurzen en biënnales toekennen verwart.’ Homs meent dat in gevallen van artistieke censuur het effect vaak averechts is omdat het eerder meer dan minder aandacht vestigt op het gecensureerde werk. Dankzij IMEFA is Sierra’s werk ‘Presos políticos en la España contemporánea relevanter voor de Spaanse kunst en de Spaanse politieke geschiedenis dan het voor het verbod op ARCOmadrid was.

Foto: De sponsors van ARCOmadrid 2018.

Dries Verhoeven op Art Brussels: Intrusion of the Artspace

ig

De ghettoblasters van theatermaker Dries Verhoeven blijven voor irritatie zorgen. Maar ook voor nieuws. In het kader van de Utrechtse kunstmanifestatie Hacking Habitat worden de ‘Songs for Thomas Piketty‘ op steeds wisselende openbare plaatsen in Utrecht opgesteld. Het werd laatst nieuws dat een ghettoblaster zou zijn ontvreemd. Zie hier voor commentaar. Uiteindelijk bleek het te gaan om medewerkers van busmaatschappij U-OV die uit voorzorg een ghettoblaster weggehaald hadden in verband met de veiligheid van reizigers.

Nu was er Art Brussels (22-24 april 2016). Grimm Gallery had onderdak verleend aan een ghettoblaster van Dries Verhoeven met Julia uit de ‘Songs for Thoma Piketty‘ die volgens een bericht op Facebook van de initiatiefnemer van Hacking Habitat Ine Gevers na nog geen uur werd verwijderd vanwege ‘Intrusion of the Artspace’. Op zich een prachtige titel voor een kunstwerk op een beurs die Frans noch Nederlands wil en kan praten. De ghettoblaster stond opgesteld aan de rand van de stand. Zo te zien net in het gangpad.

Hoe moeten we dit begrijpen? Een kunstbeurs is kunsthandel en geen kunst. Kunst is middel, maar geen doel. Een kunstbeurs is commercie. Een stand vraagt een hoge investering en daarom zijn er regels. Over veiligheid, over inrichting van de stand of over de gangpaden. Een galerist wil uit de kosten komen of in elk geval zich via marketing goed in de markt zetten. Een kunstenaar als Dries Verhoeven heeft een andere doelstelling. Hij wil met z’n kunst irriteren, confronteren en het vanzelfsprekende bevragen zoals uit een paneldiscussie bleek.

Dat binnen een uur de ghettoblaster werd verwijderd is dan ook niet opzienbarend, maar past perfect in het patroon van een kunstbeurs die eerder moet worden opgevat als een microkosmos van handelaren, dan als een vrijplaats voor kunstenaars. Een slimme kunstbeurs weet dat idee van een vrijplaats te suggereren en bouwt daartoe ruimte in voor het onverwachte dat kan worden opgevangen. Met twee vliegen in éen klap. Het maakt zich commercieel concurrerend en profileert zich als een beurs waar kunstenaars de ruimte krijgen onder de gezamenlijke afspraak net te doen alsof het geen kunstbeurs is. Art Brussels is te rechtlijnig om niet eerlijk te zijn. Binnendringen van kunst in de kunsthandel is nu eenmaal ongewenst op een kunstbeurs.

DV2

Foto: Schermafbeelding van Facebook-berichten van Hacking Habitat (Ine Gevers).

Banksy’s Dismaland als vlucht in de werkelijkheid. Themapark tegen behaagzucht

Het is weer eens iets anders. Kunst die niet behaagt, maar prikkelt. De geheimzinnige graffti-kunstenaar Banksy geeft in de Britse badplaats Weston-super-Mare in de golf van Bristol de komende zes werken samen met onder meer Damien Hirst, Jenny Holzer en Jimmy Cauly met Dismaland een parodie op Disneyland.

Somberte (‘dismal’) in plaats van opgeklopte pret. Geen vlucht uit, maar in de werkelijkheid. Een mix van maatschappijkritiek en amusement die we ontwend zijn. Voeten diep in de modder is weer wat anders dan Art Fairs of kunsthandel die tot in de hemel reikt. Veroveren kunstenaars de kunst terug op de kunstwereld?

disma-3

Foto: Dismaland. Credits: Christopher Jobson voor Colossal.

Nederlandse kunstbeurzen: een cultureel tekort van Nederland?

Aldus in 2013 Erik Hermida, de directeur van de KunstRai over de doelstelling van die beurs. Zoals hij het formuleert kan alles getoond worden. Het profiel van de KunstRai is dat het geen profiel heeft. De editie 2015 is vandaag afgelopen. In Amsterdam was er dit jaar een concurrerende beurs, de Amsterdam Art Fair. De Volkskrant gooide olie op het vuur door over een kunstbeurzenstrijd te praten. Opmerkelijk is dat de organisator van laatstgenoemde beurs in het Comité van Aanbeveling van de KunstRai zit: Wim van Krimpen.

Op de grootse Nederlandse kunstsite Trendbeheer is een discussie na te lezen die probeert scherp te krijgen hoe kunstenaars, kunstprofessionals en kunstliefhebbers tegen die kunstbeurzen aan kunnen kijken. Wat zijn ze nou eigenlijk, waartoe dienen ze en hoe verhouden ze zich tot het kunstklimaat van Nederland? Wat zeggen ze over cultureel Nederland? Mijn voorlopige conclusie: ‘Ik weet niet of de nieuwe beurs een alternatief is voor de KunstRai. Dat zou kunnen. Maar waarschijnlijk is het van het kaliber vissen in dezelfde vijver. Dus herschikken. De vraag die eerst beantwoord moet worden is waarom Nederland geen prestigieuze galeries kent die verschil maken en Amsterdam geen prestigieuze kunstbeurs. Zo bekeken wordt dat herschikken door een nieuwe beurs niet iets dat kwaliteit toevoegt, maar iets dat aanwezige kwaliteit anders verdeelt.