
In een commentaar van 16 mei 2020 pleitte ik voor landelijke geluidsregels voor kerken en moskeeën. En andere religieuze gebouwen waar mensen bijeenkomen voor de eredienst. Nu meer dan twee jaar later zijn die landelijke regels er nog steeds niet.
Velen zullen het niet beseffen, maar er zijn geen landelijke, wettelijke regels voor het geluid van kerken en moskeeën. De gemeente is bevoegd regels te maken voor de duur en het geluidsniveau, maar is dat niet verplicht. Zo ontstaat rechtsongelijkheid tussen gemeenten.

Bovenstaande bericht van Meld; Centraal Meldpunt Nederland geeft aan hoe verwarrend de situatie is en hoe gefragmenteerd het beleid is inzake geluid van kerken en andere religieuze gebouwen waar de eredienst gevierd wordt. Meld.nl waarvan onduidelijk is wie het beheert geeft foute informatie door de bevoegdheid van de gemeente verkeerd voor te stellen. De gemeente is bevoegd om ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau, maar is daartoe niet verplicht. Artikel 10 van de Wet Openbare Manifestaties zegt:

Dit is een ongewenste situatie omdat in gemeenten waar de dominante religieuze stroming en de politiek hecht verweven zijn het gemeentebestuur die kerk, moskee of andere religieuze instelling waar de eredienst gevierd wordt alle ruimte kan geven. Ik gaf in het commentaar van mei 2020 het volgende voorbeeld:
Stel het geval dat een religieuze stroming met honderden stemgerechtigde aanhangers zich vestigt in een kleine gemeente en met een eigen partij meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en een meerderheid behaalt. En de meerderheid in het gemeentebestuur heeft. Dat is minder gezocht dan het lijkt voor wie de geschiedenis van Maharishi Mahesh Yogi in Vlodrop in ogenschouw neemt. Deze religieuze voorman had een politieke partij opgericht: de Natuurwetpartij. Dan kan zo’n religieuze of spirituele organisatie onder het mom van de vrijheid van godsdienst zelf de duur en het geluidsniveau bepalen van het geluid dat vanuit het eigen gebouw klinkt. Dan zou 24 uur per dag klokgebeier of een gebedsoproep, meditatie of mantra met versterkte luidsprekers kunnen galmen. De vrijheid van godsdienst wordt dan niet zozeer gebruikt om hieraan een wettelijke basis te geven, maar om het protest ertegen vanuit de omgeving naast zich neer te leggen.
Ik concludeerde toen wat ruim twee jaar later nog onveranderd geldt:
Doorgaans treedt er geen overlast op omdat een gemeente de belangen afweegt van inwoners en de religieuze organisatie die geluid produceert dat door omwonenden als hinderlijk wordt ervaren. Dat is afhankelijk van het willen optreden van een gemeente en de inschikkelijkheid van de religieuze organisatie. Zo ontstaat rechtsongelijkheid tussen gemeenten. Het ontbreken van landelijke geluidsregels voor religieuze organisaties zorgt voor onduidelijkheid waar commerciële bedrijven op inspringen. Het verdient aanbeveling om landelijke regels te stellen voor deze geluidsregels. Mede omdat een gemeente die geen enkele beperking aan de geluidsproductie van de religieuze organisaties wil stellen daartoe bevoegd is.
In het voorbeeld van de Sint Martinuskerk in Voorburg draait het kerkbestuur de zaken om. Het toont zich verbolgen en hamert op oude rechten. Maar een situatie die in 1893 is begonnen geeft juridisch geen garantie voor de toekomst. Een uitspraak uit 2011 van de Raad van State over een kerk in Tilburg geeft aan dat een kerk niet tegen een plaatselijke verordening kan ingaan. De verwijzing in het bericht naar een strafbaar feit moet begrepen worden als een APV (algemene plaatselijke verordening) die de gemeente Voorburg bevoegd is om in te voeren en die zegt dat het geluid tussen 23.00 en 07.30 uur niet boven een niveau van 15 decibel mag komen. Daar heeft de parochie zich aan te houden omdat het wettelijk is vastgelegd.
De enige kans van de parochie Sint Maarten om het besluit terug te draaien is lobbyen bij de raadsleden en het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg om de APV aan te passen. Dat is niet kansloos zoals een casus in Mijnsheerenland (gemeente Hoeksche Waard) verduidelijkt waar drie christelijke partijen (CDA, SGP, CU) in de coalitie zijn opgenomen en de APV begin 2021 in het voordeel van de Laurentiuskerk en in het nadeel van enkele bewoners werd aangepast. Leidschendam-Voorburg heeft twee wethouders van een religieuze partij, het CDA en CU-SGP.
De affaire in Voorburg wijst opnieuw op de willekeur van het luiden van kerkklokken. Er zijn geen landelijke geluidsregels en als die er waren, dan zouden minderheden in religieuze gemeenschappen beschermd zijn door landelijke regels.