Waarom krijgt in NRC de tentoonstelling Remix Rotterdam in het Rotterdamse Wereldmuseum niet de aandacht die het verdient?

Daar gaan we weer. Deze keer in het artikelHet Wereldmuseum is weer open, nu met meer verhalen en perspectieven’ in NRC. Een verslaggever vraagt niet door en laat zich knollen voor citroenen verkopen. Het Wereldmuseum is er sterk in om selectief informatie te geven aan media die blijkbaar verslaggevers sturen die onvoldoende geïnformeerd zijn om geen gemankeerd verhaal op te schrijven. Zo wordt het echte verhaal over het Wereldmuseum en de koepel NMVW die er de beleidslijnen uitzet ook deze keer niet in de media verteld.

Het Wereldmuseum opent na een jarenlange verbouwing. Het hele gebouw is eindelijk brandveilig verklaard. Stapsgewijze openstelling die gecertificeerd is door de veiligheidsbranche bestaat niet voor wie beseft wat de veiligheid van een gebouw is, wat voor risico’s een verbouwing in een in gebruik zijnd gebouw inhouden en hoe branden kunnen uitslaan. De verslaggever gaat mee in de misleiding van het Wereldmuseum. Bij een geïnformeerde journalist zou dat de vraag oproepen hoe het dan het afgelopen jaar zat met de veiligheid van de gepresenteerde tentoonstellingen. Zoals Dossier Indië met kostbare, originele afdrukken van foto’s.

Deze vraag wordt niet gesteld door Dominique van Varsseveld die niet in het colofon van NRC wordt genoemd als correspondent Rotterdam of lid van de kunstredactie. Waarom stuurt NRC niet iemand met verstand van zaken naar het Wereldmuseum? De recente geschiedenis van dit museum geeft er toch alle aanleiding toe om te kijken of de aan de Rotterdamse raad gedane beloften over de Rotterdamse signatuur worden nagekomen.

Het artikel noemt terloops de tentoonstelling Remix Rotterdam zonder te vertellen dat dit een samenwerking van het Wereldmuseum met Museum Boijmans Van Beuningen is die gesteund wordt door de Stichting Droom en Daad. NRC noemt Boijmans niet eens. Dat is een omissie in een artikel over een tentoonstelling in een Rotterdams museum dat in 2016 door de politiek opgeroepen werd om een Rotterdams karakter te behouden.

In de publiciteit heeft het Wereldmuseum, of liever gezegd de top van koepel NMVW Remix Rotterdam stelselmatig genegeerd of minimale aandacht gegeven. Wat voor psychische gesteldheid is dat? Klopt het vermoeden dat het NMVW in zichzelf gekeerd is en zich geen raad weet met presentaties die het niet kan controleren? Dus in dit geval een tentoonstelling met bruiklenen van Museum Boijmans die gecureerd is door conservator Alexandra van Dongen namens dit museum en conservator Wouter Welling namens het NMVW.

Remix Rotterdam zou een jaar geleden op 1 oktober 2019 opengaan. Dat werd vooraf spaarzaam in de publiciteit van het Wereldmuseum gemeld. Maar Remix Rotterdam ging niet open op 1 oktober 2019. Waarom niet? Het Wereldmuseum gaf er toen geen uitleg over en doet dat nu nog steeds niet. NRC geeft evenmin duidelijkheid en blijft hangen in een oppervlakkige beschouwing over wat haar op de mouw wordt gespeld.

Dit artikel van NRC kent vooral verliezers: de lezers van NRC die onvolledig geïnformeerd worden en het politiek correcte frame opgelegd krijgen van het Wereldmuseum, en het sturende NMVW dat zich laat kennen als organisatie die er aan de top moeite mee heeft om een normale relatie aan te gaan met collega-musea.

NB: Zie hier een commentaar van oktober 2017 (vanaf vierde alinea) voor een nadere omschrijving van mijn kritiek op het beleid van het NMVW in relatie tot het Wereldmuseum.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelHet Wereldmuseum is weer open, nu met meer verhalen en perspectieven’ van Dominique van Varsseveld in NRC, 9 september 2020.

Foto 2: Schermafbeelding uit september 2019 van aankondiging Remix Rotterdam op site Wereldmuseum.nl. .

Advertentie

Ondeugdelijke beantwoording vragen veiligheid Wereldmuseum

De beantwoording van de raadsvragen van Ruud van der Velden (Partij voor de Dieren) over de veiligheid van het Wereldmuseum is onbevredigend omdat het onduidelijk is wie er aan het woord is en de antwoorden om de hete brij heen draaien. Ze zijn op 18 december 2019 naar de raad gestuurd. Op 8 november besteedde dit blog er in een commentaar aandacht aan. De veiligheid van het Wereldmuseum zou in het geding zijn.

Wie beantwoordt de vragen? Als ‘steller’ wordt Gilbert Boutier genoemd. Hij is volgens zijn profiel op LinkedIn ‘Financieel Interim Manager’ van zijn eigen bedrijf Three Mountains, of preciezer gezegd dochter Three Mountains Interm Management BV en wordt vanwege zijn kennis op het gebied van Vastgoed blijkbaar gevraagd om de vragen te beantwoorden. Boutier was in 2013-2014 in dienst als ‘Project Manager’ bij de gemeente Rotterdam. De afdeling die bij de vragen genoemd wordt is dienst ‘SO Stadsontwikkeling’. Betrokken wethouder is Bas Kurvers (VVD) die onder meer verantwoordelijk is voor ‘Bouwen’. 

In de beantwoording wordt gezegd: ‘De gemeente (afdeling SO Vastgoed) is als eigenaar verantwoordelijk voor het gebouw en voert de verbouwing van het museum, in samenwerking met het Wereldmuseum, gefaseerd door. Door de fasering kan de gemeente eerder gebouwdelen opleveren en kan het museum deze inrichten met tentoonstellingen.’ Die laatste zin is de essentie omdat het doet uitkomen dat het functioneren van het Wereldmuseum centraal staat. Hoe zich dat verhoudt tot regelgeving en voorschriften is secundair.

Hoe kan het dat kritische vragen van Ruud van der Velden objectief beantwoord kunnen worden door een interim manager die handelt in opdracht van een gemeentelijke dienst van wie de nalatigheid in het toezicht juist een aspect van de kritische vragen is? Kortom, dit betreft een dienst die potentieel onder vuur ligt vanwege de gang van zaken en allerlei onregelmatigheden die resulteerden in de kritische vragen. Hiermee is niet gezegd dat Boutier, SO Stadsontwikkeling en wethouder Kusters niet integer handelen, maar de procedure is verwarrend en ongelukkig als de schijn ontstaat dat WC Eend zelf stelt dat WC Eend volgens de regels heeft gehandeld. Het is niet onmogelijk, maar hoe geloofwaardig kan die claim nog zijn?

Museum Boijmans van Beuningen was bezorgd over de veiligheid en besloot de tentoonstelling ‘Remix Rotterdam’ niet te laten doorgaan toen het constateerde dat het Wereldmuseum geen ‘gebruiksmelding brandveilig gebruik’ voor het hele pand had. Omdat het Wereldmuseum dit aan de bruikleengevers niet had gemeld, konden die zich niet beraden, laat staan hun bruiklenen terugtrekken. Want ze gingen ervan uit dat het hele gebouw veilig was gekeurd en het gemeentelijk toezicht voldoende was. De beantwoording doet hier badinerend over en poetst de zorgen van Boijmans en de andere bruikleengevers weg. Terwijl ze bewust in het ongewisse werden gelaten over de veiligheid van het gebouw. Illustratief voor de tegenstrijdigheden in de beantwoording is de mededeling ‘De certificering van de brandmeldinstallaties staat gepland op 6 januari 2020’. Als het management van het NMVW dit voor 1 oktober 2019 niet aan de bruikleengevers had gemeld, welke afweging konden die dan maken als ze de informatie niet hadden gekregen? De claim dat ‘alle bruikleengevers [er staat ‘bruikleengegevens’] van Dossier Indië geïnformeerd [waren] over de gefaseerde verbouwing‘ wil niet zeggen dat ze erover waren geïnformeerd dat op 1 oktober de omgevingsvergunning voor het gehele gebouw niet in orde was. Ook de ene bruikleengever die telefonisch contact opnam met het Wereldmuseum deed dat op eigen initiatief en niet omdat het door het Wereldmuseum was geïnformeerd.

De beantwoording suggereert dat het Wereldmuseum volgens de regels heeft gehandeld, maar slalomt langs de kritische vragen heen. Dit biedt eerder vaagheid dan duidelijkheid. Dat het Wereldmuseum iets van plan is of iets aanvraagt, wil nog niet zeggen dat het volgens de voorschriften handelt. Een vraag wordt in veel gevallen met een antwoord op een andere vraag beantwoord. Neem de hernieuwde keuring door het Museumregister bij een verbouwing die wordt gereduceerd tot de afgifte over verantwoord collectie­ beheer. Ook blijft onduidelijk hoe de calamiteitenteams zijn bemenst en wie zitting nemen in het crisisteam.

De beantwoording geeft geen uitsluitende duidelijkheid en kan daarom niet als de definitieve beantwoording van de vragen van Ruud van der Velden worden beschouwd. De verwarring blijft bestaan of wordt door de beantwoording mogelijk bewust of vanuit onwetendheid vergroot door zand in de lucht te gooien zodat een heldere blik op het reilen en zeilen van het Wereldmuseum en een antwoord op de vraag of het toezicht door de gemeentelijke instanties voldoende is geweest onmogelijk wordt gemaakt. Dat is een trieste constatering.

Foto 1: Schermafbeelding van site Wereldmuseum, september 2019  (inmiddels verwijderd).

Foto 2: Schermafbeelding van deel ‘Beantwoording van de schríftelijke vragen van het raadslid R. van der Velden (Partij voor de Dieren) over ‘Zorgen over onveilige situaties bij het Wereldmuseum’, 17 december 2019.

Fundamentele vragen over veiligheid bij het Wereldmuseum

Ruud van der Velden van de Partij voor de Dieren in de Rotterdamse gemeenteraad heeft vandaag bovenstaande raadsvragenZorgen over onveilige situaties bij Wereldmuseum’ gesteld aan de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte (2018-2022). Los van deze vragen en zonder contact met Van der Velden heb ik deze week onderstaand commentaar geschreven. Vragen en commentaar wijzen dezelfde richting op. Er zijn talloze betrokkenen die zich zorgen maken over de onveilige situaties bij het Wereldmuseum, zich daar over verwonderen en willen dat de situatie bij het Wereldmuseum zich ten goede keert. Mijn commentaar:

Het is een publiek geheim dat de veiligheid en brandveiligheid van het Wereldmuseum niet op orde zijn. Juiste of geldige brandveiligheidsvergunningen voor het gebouw aan de Willemskade te Rotterdam ontbreken. Het Rotterdams gezag had in moeten grijpen na de heropening in juli 2019. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Die opening werd door het museum aangekondigd als ‘na de grote verbouwing’, maar dat is onjuist omdat de verbouwing nog steeds aan de gang is. Het is opmerkelijk waarom de toezichthoudende Brandweer voor een publiek toegankelijk gebouw dat verbouwd wordt, onvoldoende brandscheidingen bevat en de kans op brandoverslag bestaat een vergunning afgeeft. Dat lijkt dan ook niet te zijn gebeurd, maar hoe de Brandweer dan wel handhaaft is de vraag. Ook het electriciteitsnet geeft risico’s en kans op kortsluiting. Zo was er een week na de opening in juli 2019 een grote kortsluiting/stroomstoring en zijn er recent vaker stroomstoringen gesignaleerd waarbij het licht uitvalt of een lift niet werkt. Dat volgt noodzakelijk uit een grote verbouwing.

Voorschriften waar een museum zich aan moet zijn de richtlijnen uit 1994 bij punt 5. Het management van het Wereldmuseum lijkt in gebreke te zijn gebleven bij de inventarisatie en beoordeling van bedrijfsactiviteiten en risico’s zoals het Museumregister (dat de museumnorm beoordeelt) als checklist geeft (punt 4.4). Niet duidelijk is of er een calamiteitenplan is, er sinds juli 2019 brandveiligheidsoefeningen zijn gehouden en er voldoende geschoolde en getrainde BHV- (Brand Hulp Verlening) en CHV- (Collectie Hulp Verlening) medewerkers zijn en ingezet worden. Onduidelijk is trouwens of het Wereldmuseum dat sinds 27 februari 2002 als museum in het Museumregister geregistreerd staat wel een volwaardige museale vergunning heeft.

Het Wereldmuseum is sinds 2017 onderdeel van het Nationaal Museum voor Wereldculturen (NMvW) waar Stijn Schoonderwoerd algemeen directeur is. Klaarblijkelijk opereert de NMvW op de locatie Wereldmuseum niet of niet volledig volgens de normen die de museumsector via het Museumregister of de Museumvereniging stelt. Het is lastig om één oorzaak voor het ontbrekende professionalisme van het NMvW te geven. Het lijkt eerder een combinatie van factoren die elkaar versterken en te maken hebben met ontbrekend leiderschap van de NMvW-directie, slechte organisatie, een bedrijfscultuur die gehoorzaamheid afdwingt, een ontbrekend locatiehoofd/eindcoördinator voor het Wereldmuseum, een lastige voorgeschiedenis van het Wereldmuseum onder de weggestuurde directeur Stanley Bremer die roofbouw had gepleegd op gebouw en personeel, en de speciale en (financieel) kwetsbare positie van het Wereldmuseum binnen het NMvW als afzonderlijke stichting.

Hoe verder is de vraag. Door inzet van velen is in 2015 het Wereldmuseum gered uit handen van Bremer die de Afrika-collectie wilde verkopen en het museum het pad van vervlakking en populisme opstuurde waarbij hij kunst en kunstobjecten ondergeschikt maakte aan andere doelen zoals publieksbereik of commerciële levensvatbaarheid. Merkwaardig genoeg herhaalt zich deze recente horrorgeschiedenis in een andere vorm bij het NMvW. Want dat maakt ook de kunst ondergeschikt aan doelen zoals politieke correctheid of cultureel populisme. Bremer en Schoonderwoerd lijken meer gemeenschappelijk te hebben dan op het eerste oog blijkt. Ze hebben zich onder het mom het goede te doen laten kennen als tegenspelers van het Wereldmuseum.

Wat Rotterdam moet met de constructie van een onvriendschappelijk en onprofessioneel NMvW en het NMvW met een Wereldmuseum dat het blijft beschouwen als een ‘vreemd lichaam’ is de vraag. Het geknoei met de ontbrekende (brand)veiligheidsvergunningen is een symptoom van een slecht huwelijk. Want dit is niet zozeer amateurisme, maar onwil van het NMvW om het Wereldmuseum een volwaardige en autonome plek te gunnen. De Rotterdamse gemeenteraad moet nog maar eens nadenken wat het met het Wereldmuseum wil. Want de gemeente Rotterdam subsidieert het Wereldmuseum jaarlijks met 5 miljoen euro en heeft daarom een drukmiddel om de Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum als harde eis te stellen aan het NMvW. Die signatuur is tot nu toe onzichtbaar. Dat komt bovenop de eis het NMvW te verplichten om het Wereldmuseum te laten opereren volgens de Museumnorm en de normale basisvoorwaarden van de museumsector.

Foto 1, 2 en 3: Schermafbeelding van raadsvragen van Ruud van der Velden (PvdD) in de gemeenteraad Rotterdam over de onveilige situaties bij het Wereldmuseum, 8 november 2019.

Foto 4: Schermafbeelding van (inmiddels verwijderde) aankondiging ‘Museum gedeeltelijk geopend’ op site Wereldmuseum, gedateerd 1 juli 2019.

Verbouwing Museum De Lakenhal valt 3,2 miljoen duurder uit. Maar fouten zijn er volgens wethouder Strijk niet gemaakt

Museumbeleid is vastgoedbeleid. Museum De Lakenhal in Leiden krijgt naar verwachting 3,2 miljoen extra op de 16 miljoen die nodig is voor verbouwing en renovatie, aldus een bericht van Omroep West. Er lijkt in de raad een meerderheid voor te zijn, maar de stemming in de raad op 11 oktober zal dat pas duidelijk maken.

In een voorstel zegt het College over de aanbesteding: ‘Helaas heeft deze aanbesteding niet tot het gewenste resultaat geleid. Alle aanbiedingen bleken aanzienlijk hoger te zijn dan het beschikbare budget. Daarom is de aanbesteding ingetrokken en een nieuwe procedure gestart. Samen met het ontwerpteam en het museum is gekeken naar mogelijke besparingen en optimalisaties. Daaruit blijkt dat we het volledige verschil niet kunnen overbruggen zonder ingrijpende aanpassingen van de plannen. Deze aanpassingen hebben echter grote gevolgen, zowel voor de planning en de plankosten van het project, als voor de exploitatie van het museum.’

Vraag blijft waarom alle aanbestedingen ‘aanzienlijk hoger’ waren dan het beschikbare budget. Wethouder Robert Strijk (D66) geeft er niet echt antwoord op. Hij praat eromheen. Ondanks zijn uitspraak dat ‘we zeer uitgebreid hebben onderzocht wat moet er gebeuren in het museum, dat we een bestek hebben gemaakt waar heel precies in staat wat er allemaal moet gebeuren, dat er een aannemer is die zegt ‘ik ga het daar voor bouwen   (..) maar we hebben het toch wel erg goed nu allemaal berekend’. De waarheid is anders. Wat duidelijk wordt uit dit dossier is dat het Leidse College de verbouwing en renovatie van Museum De Lakenhal juist niet goed heeft ingeschat. Ondanks alle superlatieven die wethouder Strijk het College toedicht. Het zou verstandiger zijn om gewoon toe te geven dat het College in dit geval een inschattingsfout heeft gemaakt.

Herinrichting van Museum voor Religieuze Kunst in Uden

Museum voor Religieuze Kunst (MRK) in Uden, wie kent het niet zonder er ooit te zijn geweest? Conservator Wouter Prins weet dat de herinrichting gaat lukken. Hij valt op zijn woord te geloven. Want het MRK heeft alles in zich om een succes te worden. Al is het maar vanwege de bijzaken, zoals de kloosterpoort, de kloostertuin en de bijzondere sfeer van het gebouw die misschien wel de hoofdzaak zijn van dit museum. Zoals ook het Missiemuseum in het Limburgse Steyl waar de ambiance en de museuminrichting het pas aantrekkelijk maken.

RTV Arnhem: Museum Arnhem ‘krijgt’ 11,2 miljoen euro

Volgens RTV Arnhem ‘krijgt’ Museum Arnhem 11,2 miljoen euro. Alsof het een verjaardagscadeautje is. Met de notie innen, beuren en opstrijken en de achterliggende gedachte of het wel echt verdiend is. Ach, het zal hedendaags taalgebruik zijn, maar er zit toch een manier van denken achter die niet deugt. Alsof overheden geven en instellingen nemen. Dat is natuurlijk niet zo, want overheden zelf verdienen doorgaans nauwelijks iets en krijgen hun geld van anderen. Ze nemen het van de belastingbetaler. Die geeft als enige. Onder dwang of vrijwillig. Als een belastingbetaler geniet in Museum Arnhem met het mooiste uitzicht van Nederland, dan roept dat al snel de vraag op waar we het allemaal aan te danken hebben. En dat is weer een ander aspect.

Verbouwing Huis ten Bosch flink duurder. Ondanks belofte Rutte

De verbouwingskosten van paleis Huis ten Bosch bedragen volgens RTL Nieuws geen 35, maar 60 miljoen euro. Vorig jaar kostte het premier Rutte moeite om de Tweede Kamer te overtuigen van die 35 miljoen euro. Dat vond de Kamer al te duur. Het voormalige woonpaleis van prinses Beatrix moet vanaf 2018 onderdak bieden aan koning Willem-Alexander en zijn gezin. De Kamer is officieel nog niet op de hoogte gebracht, maar D66 en SP willen volgens Het Parool nu al uitleg van Rutte over de oplopende kosten en over zijn harde belofte dat de kosten 35 miljoen euro zouden bedragen. Die belofte lijkt Rutte nu niet na te kunnen komen.

Uit onderzoek in 2008 en 2009 van de Gentse hoogleraar Matthijs bleek het Nederlandse koningshuis het duurste van Europa. Uit recent onderzoek zou blijken dat de Noorse monarchie nog duurder is. Wat de Nederlandse monarchie kost valt lastig te zeggen, ook omdat het niet in het belang van de monarchie is om kosten openbaar te maken. Inschatting van de totale kosten varieert van 40 tot 110 miljoen euro per jaar.

Woonwensen van moslims ingewilligd, maar volgens welke norm?

De kamerleden voor de VVD Barbara Visser en Malik Azmani stellen de ministers voor Wonen Stef Blok en van Sociale Zaken Lodewijk Asscher kamervragen over sociale woningen die speciaal voor moslims in Amsterdam worden ingericht. Woningcorporatie Eigen Haard zegt in een toelichting dat het om de renovatie van het complex Koningsvrouwen gaat. Wensen van islamitische bewoners zijn ingewilligd, zoals ‘een plek buiten de woning om schoenen op te bergen, een kraan voor rituele wassingen en schuifdeuren tussen de woonkeuken en achterkamer.’ Volgens de corporatie juichen andere bewoners die betrokken waren bij de renovatie dat toe.

Vraag 5 raakt aan het principe dat ‘woningcorporaties zich niet moeten bezighouden met het aanbieden van woningen die specifiek inspelen op woonwensen van diverse geloofsgroepen in dit land.‘ In vraag 6 vragen beide VVD-ers of speciale aanpassingen de segregatie niet bevorderen en de integratie belemmeren. En: ‘Kunt u tevens voorstellen dat er moslims zijn in dit land die hier helemaal niet op zitten te wachten, die niet anders zouden willen worden behandeld dan alle andere Nederlanders, gelovig of niet gelovig?

Dat laatste aspect lijkt het enige steekhoudende bezwaar tegen de aanpassingen. Het sluit moslims af van een vrije keuze en op in de sociale dwang om voor een ‘halal‘-woning te kiezen. Volgens enkele islamologen is de ‘halalwoning’ trouwens een fictie. Dus zijn de aanpassingen dat ook. Daarbij komt dat moslims onderling divers zijn, ook in hun mate van integratie en belijden van de islam. Sommigen zijn op weg naar de uitgang van hun geloof, maar worden door sociale redenen gedwongen die stap nog niet definitief te zetten. Dit is de afgelopen decennia door overheden onvoldoende onderkend. Ze sluiten moslims op in hun eigen beeld van de islam. Behalve deze aanmerking lijken er geen bezwaren om sociale huurwoningen aan de wensen van bewoners aan te passen. Het verdient juist aanbeveling om daar veel meer dan nu gebeurt werk van te maken.

Foto: Halal-stempel.