Esche lonkt naar de markt: ‘Uw bedrijf en het Van Abbemuseum’

Directeur Charles Esche van het Van Abbemuseum vraagt zich in een promotiefilmpje af hoe kunst vertaald kan worden zodat ondernemers en bedrijven er gebruik van kunnen maken. Verkoopt Esche hier zichzelf en zijn principes die hij op sociale media en ook in de eigen programmering blijft benadrukken? Dat brengt hem in een spagaat en bevestigt het beeld van een museumdirecteur die links denkt en marktgericht handelt. Het tast zijn geloofwaardigheid aan. Esche kan er dan ook niet blij mee zijn dat hij dit filmpje moet maken.

Zet Esche de deur op een kier voor tentoonstellingen van bedrijven die ruimte kopen in het Van Abbemuseum en zelf curator mogen spelen aan de hand van de behoeften van de klanten van dat bedrijf? Het valt te vrezen. Maar hoe verhoudt zich dat tot de reeks Politiek Kunstbezit met Jonas Staal? Een museum geeft kunstenaars de ruimte die het marktdenken veroordelen en profileert zich hiermee, maar omarmt tegelijk het marktdenken en verkoopt het bedrijfsleven een plek in het museum. Er bestaat een woord voor: voor-de-gek-houderij.

Het schaamteloos lonken van Esche naar geld van het bedrijfsleven is ontluisterend. Hij wordt gedwongen en doet dit niet uit eigen keuze. Eerder werd hem door de Eindhovense raad verweten met de rug naar de stad te staan. Nu zet hij zelfs de stap tot in de bestuurskamer. Het is het gevolg van de terugtredende overheid die culturele instellingen de markt opjaagt. Met Charles Esche als ooit principiële directeur die door de knieën gaat voor het grote geld. Is dit beschamender voor de culturele instelling of voor de overheid die dit afdwingt?

Putin als pop in de geschiedenis. Kritiek of geen kritiek?

Indirect weerlegt deze speelautomaat van de president van de Russische Federatie Vladimir Putin de kritiek over kunst die maatschappelijk niet relevant meer kan zijn. In een cultureel determinisme beredeneert die kritiek dat als kunst al kritisch is, het de status quo bevestigt en niet verandert. Want maatschappijkritische kunst zou alleen kunnen dienen als versiering van het bestaande waar het wordt ingepast. Op dezelfde manier redeneert neurobioloog Dick Swaab dat ons leven in en door onze hersenen voorbestemd is en we daar zelf geen sturing aan kunnen geven. Ofwel, hersenen of kunst kunnen niet anders dan reageren door de gebaande paden te volgen. Ontsnappen aan de noodwendigheid is onmogelijk. Uitbreken en revolutie zijn uitgesloten.

Een pop die Putin voorstelt dus. Als mechanische pop die niet anders kan dan de geschiedenis volgen. Steeds weer. In een volgens velen illegale daad die herhaald wordt. Het Duitse veilinghuis Auction Team Breker dat gespecialiseerd is in mechanische instrumenten veilt ‘Putin de Schrijver’ die de wet tekent over de Russische annexatie van de Krim en Sebastopol van de Zwitserse poppenmaker Christian Bailly. Gebaseerd op ‘Pierrot Ecrivain’ (circa 1890) van Gustave Vichy. In de catalogus is de vraagprijs 25.000 tot 35.000 euro. Het object thematiseert zowel de noodwendigheid van de geschiedenis, de menselijke soort als de kunst. Door dit mechanisme zichtbaar te maken doorbreekt het de voorbestemming niet zelf, maar wel het debat erover.

Jonathan Jones trekt vandaag in The Guardian ongemeend fel van leer tegen politieke kunst. Zoals enige tijd terug kunstcriticus Hans den Hartog Jager met zijn ‘Geëngageerde kunstenaars: de wereld luistert niet’ in de NRC deed. Net als Hartog trekt Jones politieke kunst in het absurde, ontneemt het haar bestaansrecht en stelt het als een modieuze bevlieging voor: ‘Political art used to be real and urgent. Now it is an art world fashion. In our Russell Branded days, being angry is being hip. Instead of truly cogent political statements, artists throw in ideological references that have no real relevance.’ Niet toevallig komen deze geluiden uit de ‘burgerlijke’ The Guardian en NRC die zich hoogstens cosmetisch tegen de macht verzetten, maar als het erop aankomt daar altijd voor buigen omdat ze de macht nooit echt zullen uitdagen. Zulke media brengen critici voort die bewust of onbewust deze positie verdedigen door maatschappijkritiek die doorbijt te ridiculiseren.

auc

Foto: Schermafbeelding van deel catalogus ‘Fine Toys & Automata, November 15, 2014’ van het Keulse veilinghuis Auction Team Breker. 

Dichteres Heleen Bosma doet wat ze doet. Wat is dat nou waard?

In de NRC is een debat ontbrand naar aanleiding van het artikel ‘Geëngageerde kunstenaars: de wereld luistert niet’ van Hans den Hartog Jager. Met de sleutelzinnen: ‘Het rare is dat kunstenaars als Hito Steyerl, Jonas Staal of Jeanne van Heeswijk en dito curatoren als Charles Esche, Maria Hlavajova of Jelle Bouwhuis, die zich heel gretig druk maken om allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, dit elementaire probleem in hun eigen wereld nauwelijks de moeite van het overdenken waard lijken te vinden. Steeds vaker vraag ik het me af: zijn ze nou werkelijk zo naïef dat ze niet doorhebben dat hun ‘engagement’ gewoon een integraal onderdeel is van de carrousel van kunstproductie, subsidies en (museale) tentoonstellingen?’ Den Hartog Jager stelt vragen en doet een poging tot reflectie, maar relativeert ook veel en vernietigt hoop. Navelstaarderij ontroert omdat mensen zich belangrijk achten. Ze integreren kunst in hun denken en schatten eigen belangrijkheid hoog in.

Het gemis aan pretentie en dikdoenerij van de dichteres van Overijssel Heleen Bosma is ontwapenend. Daarbij houdt ze hoop in de lucht. Maar aan haar lijkt het nadenken over de functie van kunst, poëzie niet besteed. Lastig om het niet onaangenaam te zeggen, maar haar dichten mist de laag die het dichten zelf meeneemt in dat dichten. Zelfreflectie dus. En die haar poëzie maatschappelijk verankert. Zonder dat wordt het plat. Ze doet verslag. Is ze nou werkelijk zo naïef om niet een een begin van engagement te tonen en de macht van alles aan de orde te stellen? Echt creatief is dat Heleen Bosma gewoon dicht: ‘in plaats daarvan vliegt/ een schim door de lucht/ verslindt het verleden/ verorbert de toekomst/ spuugt veel te grote feiten’. Jeminee.

Eindhoven belooft zichtbaar maken collectie Kempenland voor stad

Wethouder Mary-Ann Schreurs (D66) zoekt een centraal depotgebouw voor de opslag van cultuurhistorische objecten en kunstwerken die eigendom van de gemeente Eindhoven zijn. Schreurs deed de raad de belofte dat de collectie van het sinds januari 2012 gesloten Museum Kempenland snel weer te zien zal zijn. Sinds die tijd in beheer bij Eindhoven Museum. De collectie omvat kleinsculptuur en objecten die met het verleden van Brabant en Eindhoven verbonden zijn: regionale kunst en volkskunde. Daarnaast vestigt de gemeente op het NRE-terrein een Erfgoedcentrum voor registratie, beheer en expositieruimte van bodemschatten.

Enige jaren geleden maakte de Eindhovense politiek het Van Abbemuseum het verwijt met de rug naar de stad te staan. Daarop moest directeur Charles Esche beterschap beloven. De politiek kan nu niet achterbleven bij de eigen pretenties om kunst in de stad zichtbaar te maken. Zie hier over het effectbejag van lokale politiek.

1995_06_360

Foto: Kleinsculptuur uit de collectie Museum Kempenland, Jan Wils, Omhelzing I.

Charles van Otterdijk: ‘Double Space’ in Van Abbemuseum

Het Van Abbemuseum in Eindhoven presenteert tot 12 oktober 2014 de tentoonstelling ‘Positions, vijf projecten in dialoog’. Het museum ziet het als de introductie van een nieuwe tentoonstellingsvorm: ‘Projecten van opkomende binnen- en buitenlandse kunstenaars gaan met elkaar in dialoog in de tien zalen van de oudbouw van het museum.’ Het zijn Lawrence Abu Hamdan, Céline Condorelli, Bouchra Khalili, Charles van Otterdijk en Koki Tanaka. Het zou knap zijn als in Eindhoven echt een nieuwe tentoonstellingsvorm is ontdekt.

Project ‘Double Centre’ van de Nederlandse kunstenaar Charles van Otterdijk (1976) was eerder te zien bij Stroom in Den Haag. In samenwerking met het Van Abbemuseum. Van Otterdijk legt de vinger aan de pols van de tijd door verwijzingen naar spionage, controlestaat en het niemandsland in de rechtsstaat waarin burgers zonder beroepsmogelijkheid door de macht van de staat vermalen kunnen worden. Dat schemergebied  dat zich buiten de juridische en democratische controle van staatsinstituties afspeelt. Hij verwijst naar de Stasi, voor een hedendaags publiek was referentie naar de NSA actueler geweest. Dit geeft al aan dat het de kunstenaar om meer is te doen dan het thematiseren van onrecht en staatsmacht. De vormtaal waarmee hij z’n onderwerp stileert staat voorop. Zoals het een kunstenaar past. Waarbij het opvallend is hoe hij zich het thema eigen maakt door het naar binnen te halen totdat het hem zo goed als verdringt. Identificatie. 

webOtterdijk_Double Centre7location1

Foto: Charles van Otterdijk, L01.#07 (location 1). Credits: courtesy the artist

Sarah van Sonsbeeck verbeeldt het politieke klimaat

Beeldend kunstenaar Sarah van Sonsbeeck gaat vanaf 13 oktober in de ruimte Het Oog van het Eindhovense Van Abbemuseum het ‘politieke weer’ verbeelden. In een compromismodel. Volgens de toelichting van het museum brengt ze met haar project Informational Weather ‘een provisorisch klimaatsysteem aan waarmee ze de Nederlandse politieke situatie vertaalt in weertypen’. Volgens Van Sonsbeeck kan het in de Nederlandse politiek vriezen of dooien. Ze vindt het politieke klimaat als onberekenbaar aanvoelen.

Uit de veranwoording blijkt dat Van Sonsbeeck verrast is door de recente verkiezingsuitslag. Want behalve de VVD, PvdA, CDA, PVV, SP en D66 ziet ze GroenLinks als een van de zeven grootste partijen. Maar de ChristenUnie behaalde 74.000 stemmen meer. Van Sonsbeeck bedeelt elk van de grootste partijen een eigen weerselement toe, geïnspireerd op de partijfilosofie. ‘Zij leidt de verhoudingen tussen de partijen iedere week af van peilingen en berichtgeving in de media. Een actueel weerbericht, met pictogrammen die Van Sonsbeeck speciaal hiervoor ontwierp, wordt opgehangen in het museum’. Hoe het werkt is nu nog lastig voor te stellen, dat moet blijken uit de praktijk. Maar een strenge winter voor kunst en samenleving ligt in het verschiet.

Het Van Abbemuseum engageert zich met haar directeur Charles Esche politiek. In 2006 kreeg het de Stimuleringsprijs Culturele Diversiteit voor musea van moderne kunst van de Mondriaan Stichting voor de tentoonstelling Be(coming) Dutch. Een bedrag van 500.000 euro. Zes jaar later meldt de Mondriaan Stichting dat binnenkort een evaluatie volgt. Sarah van Sonsbeeck won eerder dit jaar de door het museum en de Stichting Niemeijer Fonds ingestelde Theodora Niemeijer prijs voor jonge vrouwelijke kunstenaars. Deze stimuleringsprijs dient om de achterstand van vrouwelijke kunstenaars in museale collecties en tentoonstellingen in te lopen. De tentoonstelling Informational Weather maakt deel uit van de prijs. 

Beeldende weerkunde kent meerdere verschijningsvormen. Sarah van Sonsbeeck simuleert het weer vanuit de werking van de politiek. Andersom kan ook. Zo baseerde Harmen Brethouwer zich voor zijn serie Delft Waves op het door de TU Delft in samenwerking met Rijkswaterstaat ontwikkelde computermodel SWAN. Kunstenaars proberen de werkelijkheid in modellen te vangen. In de hoop ons inzicht te helpen vergroten.

Foto 1: Sarah van Sonsbeeck, Iconen Informational Weather, 2012

Foto 2: Harmen Brethouwer, ‘Composition with SWAN (simulating waves nearshore) – Apocalipse‘ (wind: NW – 315° / waves: height 17 m, velocity 50 m/s) 2004, 100 x 100 cm, uv ink on forex, ed. 3; ontwikkeld in samenwerkig met het Hydrodynamisch Laboratorium in Delft

Kunst zonder oren 1

Is kunst het kind van de rekening? Het lijkt erop. Met name hedendaagse kunst wordt slecht begrepen. Dat betreur ik als liefhebber van beeldende kunst, film, literatuur en muziek. Het is een proces van jaren dat het zover is gekomen. Het raakt me recht in het hart. Kunst heeft geen reputatie, heeft geen oren zoals men zegt. In een serie van drie ga ik er op in.

Steden als Utrecht kenden nog in de jaren ’70 en ’80 (vdve) PvdA-wethouders van cultuur die op de bres stonden voor kunst. Die de gemeentelijke kunstinstellingen altijd het voordeel van de twijfel gunden. Befaamde ouderwetse sociaal-democraten in de lijn van Monne de Miranda en Henri Polak die vanuit hun eigen opvoeding en het voorbeeld van William Morris wisten dat kunst meer was dan kunst alleen.

Dat idee vindt nu nog nauwelijks bijval. Geen enkele socialist of links-liberaal komt in het openbaar nog vol vuur op voor cultuur. Passie voor kunst maakt verdacht. In de visie van de oude SDAP’ers was kunst een middel van permanente educatie en verheffing van de burgers. Volgens het principe van Johan Rudolf Thorbecke namen ze afstand van de kunst en lieten dat in goed vertrouwen aan de professionals over. Dat bleef niet zo.

Charles Esche en Steven ten Thije borduren verder op dit aspect. Dit principe schept volgens de staf van het Van Abbemuseum een bufferlaag van experts tussen parlement en veld (..) die vanuit een pseudoautonomie de regering adviseren. Ofwel, de BV Kunsteend van de Kunst keurt BV Kunsteend en zegt dat het goed is. Het zet de geloofwaardigheid van de kunst op het spel. Een zwakte die in tijden dat instituties moeten inleveren de kunsten van Nederland verzwakt.
 
Hoe gaat het immers als een PvdA-er of GroenLinkser in een grote stad wethouder van cultuur wordt? In lijn van oud-staatssecretaris van cultuur Rick van der Ploeg zijn door links het doelgroepenbeleid en de marktwerking vooropgezet. Zoals ook in zorg en onderwijs zijn de professionals uit de sector op afstand gezet door de introductie van een pseudoautonomie van deskundologen en managers. Kunstenaars zijn vervreemd in hun eigen specialisme.

Tandeloze kunst is geen kunst, maar maatschappelijk behang in de anti-chambre van de macht. Kunst moet een positie innemen, zonder pamflettistisch te worden. Dat laatste leidt tot een reductie van de werkelijkheid. Kunst moet zoeken naar abstracties, naar het achterliggende mechanisme, naar een hogere waarheid om het duur te zeggen, zonder eenzijdig partij te kiezen. Die positie is haar vrijheid.

Sommige kunstenaars hebben zich te eenzijdig vereenzelvigd met politiek. Kunst en politiek kunnen elkaar naderen, maar nooit samenvallen. Kunstenaars moeten zich in een vrije samenleving nooit binden aan politiek. Zo verliezen ze bewegingsvrijheid en eigenzinnigheid. Ze besmetten hun métier.

Een deel van de kunstwereld heeft zich uitgesproken tegen Wilders. Als deel van een brede beweging tegen de PVV. Dat kan, maar werkt alleen als het verstandig gebeurt. En juist dat ontbreekt. Vraag is of dat nog kan veranderen als de PVV een omslag maakt om kunst en cultuur te annexeren in een boodschap van volkse eigenheid. Links claimt onterecht culturele hegemonie. Da’s geen bezit van een klasse of groepering.

Is het een wonder dat Wilders met steun van CDA en VVD de kunst hard aanpakt? Het gaat niet om kaalslag van de culturele infrastructuur, die staat in het welvarende Nederland nog redelijk overeind, maar om het gebrek aan empathie door politici met kunst en kunstenaars. Door de politiek worden kunstenaars als leprozen gezien. In het verlengde van staatsbezoeken mogen ze soms opdraven. Maar terwijl bijna alle kunstsectoren hoge kwaliteit bieden ligt hun reputatie bij de politiek aan flarden.

In Nederland hecht geen enkele stroming of politieke partij waarde aan kunst. De PVV in haar afkeuring nog het minst. De waardering voor hedendaagse kunst die de maatschappij op scherp zet en bijt in de hand die het voedt is nog lager. Kunst wordt als een sluitpost gezien of onder modieus Berenschot-proza ingezet als economisch wondermiddel.

Diepere zin van kunst die het mensen mogelijk maakt naar zichzelf te kijken en ze uit hun eigen situatie opheft wordt niet meer begrepen. Of in elk geval onvoldoende erkend. Zoals de dichter zei is alles van waarde weerloos. Veelzeggend is dat het CDA dat omvormde tot Alles van waarde is weerbaar. Politiek misbruikt de kunst die onbegrepen achterblijft. Zonder oren.

Foto: William Morris. Cray, 1883-4. Illustratie.