Simpele geesten die deelnamen aan de rellen worden gestraft, maar leunstoelgeneraals die ertoe hebben aangezet blijven buiten schot

De simpele geesten die deelnamen aan de rellen komen nu voor de rechter. De eisen zijn fors. Naast gevangenisstraf dreigen er ‘megaclaims’ voor betrapte daders waarvan ze de gevolgen tientallen jaren ondervinden. Het OM heeft al beslag gelegd op bankrekeningen en auto’s van verdachten. Het ED citeert in een bericht de Eindhovense advocaat Thom Beukers: ‘Stel dat je deel hebt genomen aan de plundering van de Jumbo en je wordt als enige geïdentificeerd, dan draai je op voor alle schade. Dat kan in de tonnen lopen’.

Tegelijkertijd heeft het iets onrechtvaardigs dat de simpele geesten die deelnamen aan de rellen worden opgepakt en de schade op hen verhaald wordt, terwijl de aanstichters en ophitsers buiten schot blijven. Zoals politici van PVV en FvD die in de aanloop naar de rellen de boel flink hebben opgehitst, de initiatiefnemers van organisaties als Viruswaanzin of de aan de zijlijn koffiedrinkende failliete feestorganisator Michel Reijinga die zich distantieert van de demonstraties op het Amsterdamse Museumplein waartoe hij heeft opgeroepen.

De vergelijking met de bestorming van het Capitool op 6 januari is door velen gemaakt. Ondanks de verschillen zou dat de inspiratie voor deelnemers aan de rellen zijn geweest. Onder het mom, kijk eens hoe makkelijk de democratie aan het wankelen kan worden gebracht. Wie de vergelijking verder doortrekt ziet nog iets anders. Namelijk dat drie weken later de Republikeinen terugkomen op hun eerdere houding van de dagen na de rellen om de bestorming te veroordelen. Nu hebben de rijen zich weer gesloten, wordt het feit ontkend dat vanuit ultra-rechtse hoek de bestorming werd geleid en hervindt president Trump geleidelijk zijn geslonken machtsbasis.

Als hetzelfde voor Nederland te verwachten valt, dan zullen de extreem- en radicaal-rechtse politici en initiatiefnemers over twee weken de aard van de rellen ontkennen en gaan doen alsof er niks ernstigs gebeurd is. Als de regering Rutte de ontmanteling van de extreem-rechtse organisaties wil forceren, en dus de leunstoelgeneraals achter de schermen wil aanpakken, dan moet het daar nu ernst mee maken  voordat het momentum verloopt en ultra-rechts (mentaal) gehergroepeerd is en een nieuwe strijdroute heeft ontwikkeld.

Het debat over een nationaal designmuseum is gepolitiseerd

Update 25 augustus 2022: De lokale partij Bosch Belang pleit ervoor om het Design Museum van Den Bosch te verkassen naar Eindhoven. Achtergrond is dat het Noordbrabantsmuseum ruimte nodig heeft om een schenking van Jos Koster van 550 topwerken te kunnen presenteren. Daarom moet het aangrenzende Design Museum verhuizen naar een andere lokatie, waarschijnlijk de Bossche spoorwegzone. Die verhuizing staat begroot voor 30 miljoen euro. Dat stelt Bosch Belang nu ter discussie.

Update 7 januari 2021: In het Eindhovense Evoluon wordt weer een museum gevestigd, aldus een bericht in Trouw. Het zou gaan om een Museum voor de Toekomst. Het concept is ontwikkeld door industrieel ontwerper Koert van Mensvoort. De verknoping van techniek en design lijkt nog steeds het uitgangspunt van dit museum. Maar het wordt zo niet meer genoemd. De neutrale term ‘Toekomst’ moet de eerdere mislukte poging om een museum voor Design te vestigen doen vergeten. 

Hoeveel designmuseums kan Nederland hebben? Die vraag wordt opgeroepen door politieke ontwikkelingen en de opmerking van de nieuwe artistiek directeur van het Stedelijk Museum Rein Wolfs in een interview in NRC. Hij zegt: ‘Maar als ik het hele Nederlandse aanbod overzie, zou wat meer variatie en specialisatie goed zijn’. Dat is een pleidooi tegen het kluitjesvoetbal in de museumsector waarbij ieder museum hetzelfde doet.

In Den Bosch is er het Design Museum Den Bosch -dat als vanouds het accent op sieraden en keramiek legt- waarmee directeur Timo de Rijk sinds eind 2016 succesvol aan de weg timmert. Hij noemt zich in februari 2017 in een interview in BD samen ‘met Gent en Groningen’ nu ‘het grootste designmuseum in West-Europa‘. Voor het gemak vergeet hij het London Design Museum, het Duitse Vitra Design Museum, het Parijse Cité de l’Architecture et du Patrimoine of het V&A in Dundee. Maar ook het in 2015 geopende Cube Design Museum  in Kerkrade dat zich presenteert als ‘het eerste museum van Nederland volledig gewijd aan design. Cube toont design met inhoud; design dat impact heeft op de wereld.’ De stilzwijgende suggestie hiervan is dat andere designmusea design zonder inhoud presenteren. De Rijk en Wolfs geven te kennen dat ze belang hechten aan de kunstgeschiedenis en meer moderne of na-oorlogse kunst willen tonen. De Rijk en zijn team bereiden nu een overzichtstentoonstelling van design van het Derde Rijk voor die op 7 september 2019 opent.

Daarnaast is er in Rotterdam het HNI dat ‘Design’ in de naam heeft (naast Architectuur en Digitale Cultuur) dat zich eind 2016 opwierp als coördinator voor een tijdelijk designmuseum in Amsterdam om daar langdurige bruiklenen van andere musea te tonen. Een initiatief waarover sinds die tijd weinig is vernomen. Ik gaf daar in december 2016 een commentaar op waarin ik weinig begrip toonde voor dit initiatief, maar ook wees op twee interessante opmerkingen van het hoofd beleid en actualiteit van HNI Floor van Spaendonck. Breder kijkend dan dit initiatief alleen zei zij: ‘(..) is er behoefte aan één plek die geheel in het teken staat van design’ en ‘Het aanleggen en beheren van een vormgevingsarchief behoort niet tot de opdracht van HNI’. Er bleek dus eind 2016 volgens Van Spaendonck in Nederland geen museum dat geheel in het teken staat van design (wat haaks staat op de claim van het in 2015 geopende Cube) en evenmin een nationaal vormgevingsarchief voor design.

De politieke ontwikkeling blijkt uit bovenstaand citaat uit het artikelPlan Designmuseum Eindhoven krijgt steeds meer vorm’ in het ED van november 2018. Het lijkt er sterk op dat het een plan is uit de koker van D66 dat door de VVD wordt gesteund. In het huidige Eindhovense college is D66 niet vertegenwoordigd. Van 2014 tot 2018 was Mary-Ann Schreurs namens D66 wethouder van Innovatie en Design, Cultuur en Duurzaamheid. Nu is ze onafhankelijk raadslid en heeft volgens een persbericht van maart 2019 over een verschil van mening D66 verlaten. Schreurs maakte zich sterk voor design en technologie zoals uit de steunbetuiging van een D66’er blijkt. Ook de Dutch Design Week (DDW) is een manifestatie van de verknoping van design en techniek.

Er is dus in de afgelopen jaren een sterke D66-lobby opgezet voor een Designmuseum in Eindhoven waarbij het de vraag is of dat doorzet omdat D66 in Eindhoven en in de provincie Noord-Brabant aan macht heeft ingeboet. Daarnaast richt Timo de Rijk zich in het 35 km verder gelegen Den Bosch sinds 2016 nadrukkelijk op design en toegepaste kunst. Een grotere ambitie viel af te lezen in de naamsverandering. In juni 2018 werd de naam Het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch veranderd in Design Museum Den Bosch. Maar wellicht kan wat in de pijplijn zit nog gematerialiseerd worden zodat er nog net een Eindhovens Designmuseum uitgeperst kan worden. Een in de Provinciale Staten van Noord-Brabant in oktober 2017 aangenomen motie van D66 vraagt om uit te zoeken of er een nationaal designmuseum kan komen in het Evoluon in Eindhoven:

Minister van OCW Ingrid van Engelshoven (D66) houdt de signalen van haar partijgenoten uit Brabant in elk geval nog in de lucht zoals deze week bleek uit de presentatie van de ‘Ontwerp-subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021-2024’ dat op het lijf van een Eindhovens Designmuseum is geschreven en uitgaat van de verknoping van design en techniek. Zo vanzelfsprekend is dat echter niet. Hooghartigheid blijkt uit het interview uit november 2018 met DDW-directeur Martijn Paulen die meent dat het een fluitje van een cent is om een museum met als uitgangspunt de combinatie van design en techniek in een nationaal designmuseum te realiseren. Dat gaat eraan voorbij dat die formule die afgeleid is van de Eindhovense situatie waarbij design en techniek nauw worden gecombineerd een keuze is die niet alleenzaligmakend is. Design kan ook worden gekoppeld aan autonome kunst, (kunst)geschiedenis of sociaal-maatschappelijke aspecten. Het is de vraag of, als er een nationaal designmuseum of rijksmuseum voor design moet komen dat gesteund wordt vanuit de landelijke overheid, die combinatie van kunst en techniek (of technologie) het uitgangspunt dient te zijn. Op z’n minst zou er een breed debat aan vooraf moeten gaan over het profiel van zo’n nieuw te vormen nationaal designmuseum waarbij de gesprekspartners liever niet alleen uit Eindhoven of uit de kringen van D66 komen.

Nederland kan best meerdere designmusea herbergen, in Den Bosch, Kerkrade, Eindhoven of waar dan ook. Laten we evenmin de kunstmusea met belangrijke afdelingen design (Museum Boijmans, Stedelijk Museum, Centraal Museum, Groninger Museum, HNI) en de ‘materiaalmusea’ (Nationaal Glasmuseum, TextielMuseum, Keramiekmuseum Princessehof) vergeten die zo’n nationaal designmuseum kunnen ‘voeden’. Of de herhaling van meer van hetzelfde zonder voldoende variatie en specialisatie wenselijk en doelmatig is, is een vraag die het bovensectorale ministerie van OCW zich moet stellen. De museumsector moet ideeën kunnen aandragen.

OCW zet echter op onaanvaardbare wijze een dubbele pet op als het bij de bekostiging van een nationaal designmuseum uitgaat van normen die meer volgen uit de partijpolitiek en een regionale lobby, dan uit een beredeneerde keuze voor profiel, kwaliteit en inbedding in de culturele basisstructuur ervan. In het verlengde speelt de vraag bij welke instelling een nationaal vormgevings/designarchief ondergebracht moet worden.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelPlan Designmuseum Eindhoven krijgt steeds meer vorm’ in ED, 24 november 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘Actuele Motie M1 Provinciale Staten 27 oktober 2017; Nationaal Designmuseum in het Evoluon` door Statenfractie van D66 (AANGENOMEN).

Foto 3: Schermafbeelding van deel ‘Ontwerp-subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021-2024’ van het ministerie van OCW, 11 juni 2019 (p. 35).

Opnieuw kritiek op rondreizende tentoonstelling ‘Real Human Bodies’. Onzekerheid over herkomst lijken. Dakloze Chinezen?

RTV Oost bericht over het protest tegen de al vijf jaar rondreizende tentoonstelling Real Human Bodies die nu Raalte aandoet. De toelichting zegt over de herkomst van wat er te zien is: ‘Deze verzameling bestaat uit bewaarde menselijke lichamen, skeletten, ledematen, organen, simulatie van functies, proefmodellen en 3D afdrukken.’ De tentoonstelling is een productie van Primetime Exhibiton Las Vegas en is tot nu toe in 24 Nederlandse gemeenten te zien geweest. Een bericht van het ED van 28 augustus 2017 geeft meer details. Manager Eddy Mareco van dit tentoonstellingsbedrijf beweerde eerst dat de lijken van overleden Amerikanen afkomstig waren, maar gaf daarna toe dat het om lijken van Chinezen ging. ED: ‘De getoonde lichamen zouden volgens Corcoran afkomstig zijn van overleden dakloze Chinezen, wier lichamen door de overheid op straat gevonden zijn en die illegaal zijn doorverkocht.’ Zoals blijkt uit de kritiek van de activist in het verslag verwijzen burgemeesters defensief naar de openbare orde, maar lijkt er meer mis met deze tentoonstelling.

Het is niet best gesteld met kunst en cultuur in Best. Mede dankzij de Adviescommissie Beeldende Kunst

Best

Meestal wordt D66 gezien als de partij met hart voor kunst en cultuur en de christelijke partijen niet. Soms is het andersom zoals het voorbeeld van de Brabantse gemeente Best leert. Volgens een bericht in ED vindt raadslid Aaldert van der Vlies (Christen Unie) dat de cultuurwethouder ‘blijkbaar geen enkele affiniteit met kunst en cultuur’ heeft. Het ging om de kunst- en cultuurnota 2016 die leest als een scriptie van een middelbare scholier die kwistig gebruik heeft gemaakt van Wikipedia. Verantwoordelijke wethouders zijn Peet van de Loo (kunst: D66) en John Verheijen (cultuur: VVD). Twee voorbeelden uit het onderdeel beeldende kunst waarbij de Adviescommissie Beeldende Kunst betrokken was benadrukken het gelijk van Van der Vlies:

Beeldende kunst is alle kunst waarbij door middel van beeldvorming een boodschap wordt overgedragen van de kunstenaar naar het publiek. Bij beeldende kunst staat dan ook de afbeelding voorop. Deze afbeelding kan een platte vorm (bijvoorbeeld schilderij of foto) of ruimtelijke vorm (bijvoorbeeld een beeldhouwwerk) aannemen. Het zijn visuele uitingen, dat wil zeggen dat het gaat om kunstwerken die je kunt zien. Vormen van beeldende kunst zijn: beeldhouwkunst, schilderkunst, textiele kunst, grafiek, fotografie en film. Ook toegepaste kunst wordt gerekend tot de beeldende kunst. Toegepaste kunst is esthetische vormgeving van functionele voorwerpen zoals gebouwen, meubels, kleding, drukwerk en dergelijke. In tegenstelling tot de niet-functionele, autonome uitingen van beeldende kunst hebben ontwerpen van toegepaste kunst ook een praktisch nut, een functie.’

Zo die zit. Autonome uitingen van beeldende kunst hebben geen praktisch nut. Met andere woorden, volgens de opstellers van dit onderdeel in de kunst- en cultuurnota van de gemeente Best heeft autonome kunst geen praktisch nut en geen functie. Deze paragraaf eindigt met een aantal uitgangspunten waarin de opsteller Adviescommissie Beeldende Kunst adviseert om de Adviescommissie Beeldende Kunst ‘met het oog op de autonome kwaliteit’ te betrekken bij ‘alle zaken aangaande beeldende Kunst toegepaste kunst’ evenals bij ‘nieuwbouwplannen en ontwikkelingsprojecten’ om ‘te onderzoeken of en hoe beeldende kunst op een zinvolle manier kan worden ingepast.’ Zucht. Ook in Best adviseert WC-KunstEend blijkbaar WC-KunstEend.

De passages dwingen tot de omgekeerde conclusie, namelijk om de kwaliteit van kunst in de Best op een hoger peil te brengen is het verstandig om de Adviescommissie Beeldende Kunst er niet in te betrekken. Laat duizend kunstbloemen bloeien in Best en vermijd de clichés van de Adviescommissie Beeldende Kunst. De wethouders verdienen beter advies, en de gemeente een beter opgeschreven en doordacht kunstbeleid.

Foto: ‘Website gemeente Best‘, foto opgenomen op p.13 van de notaCULTUUR & KUNST BEST 2016 EN VERDER’ van de gemeente Best, 2016.

Helmond bezuinigt 10 tot 12% op kunst en cultuur. Kleingeld?

Gemeente Helmond bezuinigt vanaf 2016 tussen de 10 en 12 procent op kunst en cultuur, aldus een bericht in het ED. Wethouder Frans Stienen (CDA) kondigde dit voornemen van het college vandaag aan op een bijeenkomst in de plaatselijke Cacaofabriek. Stienen roept de culturele sector op om samenwerking te zoeken. Uit een enquête onder gemeenten door Berenschot naar de verwachte lokale bezuinigingen op kunst en cultuur bleek in januari 2014 dat de helft van de gemeente  extra bezuinigingen op cultuur voorziet. Wat Helmond van plan is in ongeveer in lijn met de gemiddelde bezuiniging op kunst en cultuur door gemeenten.

ED-columnist Jos Kessels mompert op de kunst. Zo triest

ED-columnist Jos Kessels krijgt ruim baan van het Eindhovens Dagblad om z’n ongenoegen over de subsidies van de gemeente Eindhoven voor kunst en design te uiten. Een filmpje dat leuk wordt omdat Kessels vooral zichzelf te kijk zet. Het valt nauwelijks te geloven dat-ie echt meent wat-ie mompelt. Hoewel het ergste valt te vrezen. Z’n kunst bashing past in een patroon van schoppen tegen kunst, kunstenaars en overheidssubsidies.

Kessels’ tocht door Strijp-S heeft iets intriest. Het beeld van een somberman op z’n retour die anderen niks gunt en de voeling met de vibraties van z’n tijd onderweg is kwijtgeraakt. Zijn monoloog is niet fijnzinnig of grappig. Eindhoven krijgt de columnist die het verdient, humeurig en vol haat tegen kunst. Treurig om te zien.

Vlemmix gaat ‘out of the box’ in de Eindhovense politiek

Johan Vlemmix denkt met z’n Partij van de Toekomst ‘out of the box‘. Zulk denken vraagt volgens de mode van internationalisering uiteraard om een niet-Nederlandstalige uitdrukking. Juist om te onderstrepen dat de politieke entrepreneur Vlemmix z’n huiswerk kent, niet van dat benauwde houdt, hij de ramen openzet om de spruitjeslucht te verdrijven en totaal van de wereld is. Vrouwen -en mannen- mogen topless door de stad. De ultieme consequentie van out of the box. Om aan te geven dat discrimineren op basis van geslacht niet kan.

d39c8b6ccada56ac1ebc8e43f453e37b88d456f4-2

De stad is Eindhoven waar de PvdT meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart. Vlemmix heeft kunst als speerpunt. Da’s weer eens wat anders dan die PVV, VVD, CDA, D66, SGP, PvdA en hoe al die partijen ook heten die korten op kunst. Het als het ware maar al te graag terug in de box doen. En in hun wijsheid de kunst daarbij liefst nog een trap na geven. Dan Vlemmix die buiten alle dozen denkt. Als een hedendaagse dadaïst die de politiek serieus neemt door er de humor van in te zien. En door net naast de politiek te kijken er een diepte aan geeft die andere partijen in hun ernst missen. Hoe dan ook is het woord aan de toekomst.

vle

Foto 1: Openbare zeden. Vijf topless meisjes, met een kort broekje aan, en een verpleegster in een haven. Plaats onbekend, 1939. Credits: Spaarnestad Photo.

Foto 2: Schermafbeelding van paragraaf ‘Eindhoven en Kunst‘ uit het programma van de Partij van de Toekomst, 19 januari 2014.