Kritiek op kunstwerk ‘Americana’ van Eric Bui dat politiegeweld zou aanmoedigen leidt tot verwijdering en roep tot inperking van kunst

Begin december 2020 werd het kunstwerk ‘Americana’ van Eric Bui verwijderd van de tijdelijke tentoonstelling ‘Holding the Moment’ op de luchthaven van het Californische San Jose. Aanleiding waren klachten van het publiek dat het geweld tegen de politie zou aanmoedigen. Het was een gezamenlijk project van stad en luchthaven. Het zou op 5 december in deze tentoonstelling worden afgewisseld met werk van andere kunstenaars.

Bui ontkent dat hij geweld tegen de politie wil aanmoedigen, maar zegt tegelijk dat iedereen een eigen interpretatie over zijn werk kan geven. Hij beweert dat zijn werk een reactie is op het buitensporig politiegeweld dat de VS treft. Zoals in mei 2020 tot uiting kwam in de moord op George Floyd door een politieagent.

Eric Bui’s reactie op de kritiek uit onder meer politiekringen is autonoom: ‘Het belangrijkste voor mij is om niet te reageren op de zorgen van mensen door ze weg te poetsen, maar eerder te luisteren naar waarom mijn kunstwerken en het onderwerp in het algemeen zo’n sterke reactie van hen oproepen’.

Deze controverse maakt duidelijk dat kunst er toe kan doen en geen franje of amusement hoeft te zijn. Kunst scherpt aan, kunst stelt ter discussie. Tegelijk lijkt het ook of (een deel van) het publiek weinig kan hebben en niet goed weet hoe het met kritische kunst die inhaakt op een actueel thema om dient te gaan.

Of het stadsbestuur van San Jose verstandig heeft gehandeld door dit kunstwerk van de tentoonstelling te verwijderen na kritiek van luchthavenmedewerkers, leden van een politievakbond en leden van het publiek en mee te gaan in de interpretatie dat ‘Americana’ geweld tegen de politie aanmoedigt valt te bezien.

Opvallend in de mediaberichten die deze kwestie berichten is de invalshoek die gekozen wordt. Die kan toch niet anders dan als onevenwichtig worden beoordeeld. De grote aandacht voor de kritiek uit politiekringen op het werk benadrukt de maatschappelijke macht die de politie in de VS inneemt. Een weerwoord uit de kunstsector, een universiteit of museum dat de vrijheid van expressie en de autonomie van kunst benadrukt ontbreekt. Hoewel Eric Bui zijn zaak goed bepleit laten de media hem geïsoleerd staan in zijn verdediging. Dat is veelzeggend en roept daarenboven de vraag op of Amerikaanse media zich onder druk laten zetten door de wetshandhavingsinstanties.

De klap op de vuurpijl van deze controverse is de rancuneuze en weinig succesvolle petitie op Change.org die dateert van na de verwijdering van het werk en als boter na de vis onder meer eist dat het proces voor het kiezen van kunst wordt gecontroleerd en aangepast om ervoor te zorgen dat ‘geen enkele toekomstige artistieke vertoning geweld of discriminatie bevordert of iemand in gevaar brengt’. Dat is een verregaande en onmogelijke eis. De petitionaris roept niet op tot een open debat met de kunstenaar of degenen die de tentoonstelling hebben ingericht, maar wil het debat erover eenzijdig verbieden en de verantwoordelijken bij stad en Culturele Zaken straffen.

De mentaliteit die uit deze petitie spreekt is angstaanjagend en plaatst kunst en allen die kunst een warm hart toedragen buiten de orde en ontneemt kunst de vrijheid van meningsuiting of expressie. Te weten het in de VS bijna onaantastbare Eerste Amendement van de Grondwet. Dat is een on-Amerikaanse wijze van denken die in bepaalde segmenten van de Amerikaanse samenleving steeds meer ingang vindt vanwege de rugwind van Trumps presidentschap. Deze kwestie is van belang als teken van de intolerantie en de poging tot knechting van de kunst.

Foto 1: Informatie over ‘Americana’ van Eric Bui door de City of San Jose voor de tentoonstelling ‘Holding the Moment’ op San Jose Airport.  Het werk zou tentoongesteld worden van 1 november tot 5 december 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel petitieSan José: Government Should Not Encourage Violence Against Our Police’ van Jonathan Fleming op Change.org, vermoedelijk gepost op 8 of 9 december 2020.

Advertentie

Wat is de essentie van de spionage oorlog met Trump, Putin en Obama?

Het antwoord op de vraag tussen wie de nieuwste spionage oorlog wordt gevoerd is afhankelijk van het eigen perspectief. Is het een oorlog tussen Trump en Obama, Obama en Putin, Trump en de Republikeinse partij GOP, Russische en Amerikaanse inlichtingendiensten, beide staten VS en Russische Federatie of Trump en Putin? Dat laatste lijkt door de vriendschappelijke relaties tussen Putin en Trump op het eerste gezicht het minst waarschijnlijk, maar zou na Trumps inauguratie op 20 januari 2017 wel eens de meest waarschijnlijke optie kunnen worden. Afhankelijk van het antwoord wie de machtsstrijd tussen Trump en de GOP wint.

Critici zijn het erover eens dat Obama in zijn buitenlandse politiek te terughoudend heeft gehandeld, en er weinig van gebakken heeft. In Syrië trok hij in 2013 een rode lijn voor Assad en deed vervolgens niets toen Assad met chemische wapens over die lijn trok. En bij de bezetting van de Krim door de Russische Federatie die in de Algemene Vergadering van de VN in resolutie 68/262 breed werd veroordeeld nam Obama te weinig verantwoordelijkheid hoewel het Boedapester Memorandum uit 1994 de VS tot actie verplichtte. Zie hier het antwoord van Paul Niland op mijn stellingname dat Obama geen verantwoordelijkheid nam. Niland valt Obama niet volledig af, maar geeft wel toe dat Obama gezien de omstandigheden meer had kunnen doen. Zoals John Schindler in een commentaar zegt handelt Obama uiteindelijk ter elfder ure terwijl hij sinds 2013 kans op kans heeft laten liggen om de Russische agressie in Oost-Europa en in cyberspace passend te beantwoorden.

De leiders van de Russische Federatie hebben straks te maken met de onberekenbare president Trump in plaats van de berekenbare Obama. Trump mist de terughoudendheid en de intellectuele blik van Obama die tijdens zijn presidentschap steeds weer de indruk gaf verdwaald te zijn in de politiek. Dat is zo ongeveer het enige dat Obama en Trump gemeen hebben. Obama was geen politiek dier, maar een huiskamergeleerde die er een nachtje over moest slapen. De spionage oorlog verhuist mee naar 2017. Als Obama is afgetreden worden de opties kleiner en het antwoord duidelijker wie er nou exact met wie in strijd is. Misschien is het in essentie wel een oorlog in de psyche van Donald Trump. En dat belooft weinig goeds voor de wereld in 2017.

Censuur op internet vraagt nu om een politieke principe uitspraak

Op 11 augustus legden de BART-autoriteiten mobiele telefoondiensten stil om protesten tegen een dodelijke schietpartij door de BART-politie te voorkomen. Het incident in the Bay Area Rapid Transit in San Francisco werd door de grote Amerikaanse networks laat opgepakt.

Anonymous pakte het op en reageerde met een persbericht.  De wereldwijd opererende groep grijpt met acties van burgelijke ongehoorzaamheid in als bedrijven of overheden de vrijheid van meningsuiting inperken. Wat in San Francisco gebeurde. Onder de naam Anonymous wordt ook in Nederland geopereerd. Deze afdeling legde naar eigen zeggen de site van pedofielenvereniging Martijn plat. Da’s een actie die de meningsuiting beperkt en doel en middelen verkeerd afweegt. Ver afgedwaald van het idee van Anonymous.

In het persbericht staat dat in de VS de persvrijheid steeds meer onder druk staat en censuur toeneemt: You do not censor people because they wish to speak out against the wrongs the wrongful things occurring around them. The Bay Area Rapid Transit has made the conscious decision of ordering various cell phone companies to terminate services for the downtown  area inhibiting those in the area from using cell phones – even in the case of an emergency. De groep riep op tot een vreedzaam protest op 15 augustus tegen de overheidscensuur en voor de vrijheid van meningsuiting.

De lokale pers komt achteraf met een verhaal dat haaks staat op de beweringen van Anonymous. Het zegt dat een lelijke bende demonstranten in juli voor chaos in een trein zorgde in protest tegen het neerschieten van een voorbijganger door de BART-politie. Indien BART op 11 augustus de mobiele diensten niet had uitgeschakeld dan had zoiets opnieuw kunnen gebeuren stelt de San Francisco Chronicle. Maar het bevestigt dat het deze hypothese niet hard kan maken en het koffiedik kijken is.

De vrijheid van het internet staat op het spel. Niet alleen in China, Egypte of Syrië, maar ook in de VS of in Nederland. Telecommaatschappijen en bedrijven worden onder het mom van de openbare veiligheid door overheden onder druk gezet om hun diensten te staken als overheden dat wensen. Zoals WikiLeaks dat geen electronische betalingen meer kon ontvangen. Twitter weigerde recent verzoeken van de Britse politie om accounts van relschoppers af te sluiten die achteraf hun verhaal aan elkaar deden.

Politieke partijen als GroenLinks of D66 die zich het meest identificeren met burgerrechten zouden nu al in een principe uitspraak in de Tweede Kamer duidelijk moeten maken dat in Nederland niet mag gebeuren wat in San Francisco gebeurde. Ofwel, dat er geen enkel motief is voor overheden om mobiele diensten en het internet in te perken en tijdelijk af te sluiten. Veiligheidsdiensten die steeds meer macht naar zich toetrekken moeten de tegenmacht tolereren, hoe onaangenaam dat op enig moment ook is.

Burgerrechtenbeweging ACLU van Noord California zet het in een kader: All over the world people are using mobile devices to organize protests against repressive regimes, and we rightly criticize governments that respond by shutting down cell service, saying it’s anti democratic and a violation of the right to free expression and assembly. Are we really willing to tolerate the same silencing of protest here in the United States? Voor Nederland geldt hetzelfde. Daarom moeten we ons hierover nu uitspreken.