Fluxus. Gedachte bij de foto ‘Fluxus-performance by the German artist Wolf Vostell at art gallery Monet, Amsterdam (1962)’

Hans de Boer, Fluxus-performance by the German artist Wolf Vostell at art gallery Monet, Amsterdam (1962). Collectie: Nederlands Fotomuseum.

Van 1962 tot 1966 bestond Galerie Monet op het Rokin 97 te Amsterdam, volgens informatie van de RKD. Joop (J. P.) Smid was de galerist. De datum van de foto is 5 oktober 1962. De kunstenaar is Wolf Vostell die een ‘Fluxus-performance’ geeft. Maar op de foto zien we niet Vostell, maar een vrouw die op de tafel danst die diende als basis voor Vostells optreden. Zo te zien met Kleenex-tissues in haar handen van de performance. Zij is deel van de show.

Is dat het Fluxus idee? Een performance die wordt toegeschreven aan Wolf Vostell waar hij uit gewist is? Maar hoe zit het dan met de beschrijving? Ook het vlottende moet toch nauwkeurig beschreven worden door het te omcirkelen? Of is dat deel van de performance die 60 jaar later nog doorwerkt? Ik weet het niet. Misschien is het oprekken van grenzen wel het ultieme Fluxus idee. Niet zozeer vergeten, maar voorbijgegaan in het geheugen van Nederland. Nagelaten in dubbel opzicht.

Gedachte bij foto ‘Mevrouw Offerhaus bij een Haagse waarzegster die iemand tot waanzin zou hebben gebracht’ (1910)

De beschrijving van deze foto luidt: ‘Waarzegsters : Mevrouw Offerhaus bij een Haagse waarzegster die iemand tot waanzin zou hebben gebracht. Nederland, Den Haag, 1910. Foto is zwaar geretoucheerd’. Dat laatste valt te bezien.

Spirituele fotografie was eind 19de eeuw populair. Dat omvatte beelden van spoken, geesten en onthoofden die door filmeffecten en dubbele belichting werden bereikt. Hoe dat werkte beschreef ik in een commentaar over William Mumler. Dat lijkt hier echter niet aan de orde te zijn. Het is waarschijnlijk dat het gaat om een studiofoto van drie vrouwen en een kind. Maar het achteraf bewerken van het beeld van kind en de staande vrouw in het midden roept de gedachte aan een geest wel op. Het is dus niet waarschijnlijk dat door fotografische technieken de deels onzichtbare  dame en het zittende kind in het midden geen onderdeel van de oorspronkelijk foto waren.

De beschrijving roept de vraag op wat de bedoeling van de foto was. Waarom gingen de waarzegster, Mevrouw Offerhaus en de twee deels weggewerkte figuren naar de studio van fotograaf Wilhelm Stremme uit het Duitse Korbach? Die namen worden genoemd in de indruk. De stad in Hessen werd tot 1934 als Corbach geschreven. Werkte Stremme in die tijd tijdelijk in Den Haag? Het gaat immers om een ‘Haagse waarzegster’ en de plek is Den Haag. Waarom zegt de informatie bij deze foto dat de fotograaf onbekend is terwijl zijn naam expliciet genoemd wordt?

Als het vervaardigingsjaar niet 1910 maar enkele jaren later was, zeg 1915, dan zou het kunnen dat Stremme het neutrale Nederland had opgezocht omdat dit veiliger en lucratiever was. Hij was in 1914 met 59 jaar te oud om gemobiliseerd te worden. Maar dat is gissen en weten we niet zeker.

Waarom heeft de waarzegster iemand tot waanzin gebracht? En wie is dan degene die zij tot waanzin zou hebben gebracht? Deze foto roept vooral vragen op die op antwoord wachten. Wat in 1910 al een raadsel was is het meer dan 110 jaar later niet minder. De geesten staan niet op de foto, maar vergezellen die wel. Zo lijkt het.

Foto: [Wilhelm Stremme], ‘Waarzegsters : Mevrouw Offerhaus bij een Haagse waarzegster die iemand tot waanzin zou hebben gebracht. Nederland, Den Haag, 1910. Foto is zwaar geretoucheerd.’ Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Bij foto: ‘Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937’

Zo op het eerste gezicht is er niets opvallends aan deze foto. In een binnenruimte van een woonhuis staan mensen opgepropt. Ze houden hun rechterarm in de lucht gestrekt, als een Hitlergroet. Alsof ze verbinding zoeken met iets of iemand. Enkelen houden hun linkerarm gestrekt. Links vooraan staan drie mannen die de menigte toespreken of toezingen. Rechts vooraan in de hoek bespeelt een zittende man een huisorgel. Een geborduurd doek dat naar de menigte gekeerd is geeft een tekst die begint met ‘Jezus’. Hier is een religieuze bijeenkomst aan de gang. Maar het bijschrift gaat verder en geeft er een zwaardere lading aan: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Waarom is hier sprake van een groep die aan godsdienstwaanzin lijdt? Het is niet makkelijk aan te geven waar godsdienst overgaat in godsdienstwaanzin. Wat is normaal? Dat lijkt afhankelijk van het perspectief van de beschouwer. De steekwoorden bij de foto zijn onder meer ‘extase’, ‘religie’ en ‘overdreven devotie’. Dat roept opnieuw een vraag op, namelijk waar devotie (vroomheid, toewijding) overgaat in overdreven devotie. Dus in toewijding die buitensporig is. Dit is het Hongarije van de autoritaire admiraal Miklós Horthy die toenadering zoekt tot Hitler. Wordt met die notie deze religieuze bijeenkomst gewaardeerd?

Foto: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Collectie: .

Bij de foto ‘Strand (..) Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand (..) Nederland, 1941’

Strand. 1941. Een vrouw in geblokte bikini hangt omgekeerd aan de ringen. Kunnen we de steekwoorden van de titel geloven? Die luidt ‘Strand. Badnummer van Het Leven. Serie van 7 foto’s. Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand. Op de achtergrond hoge, ronde. rieten strandstoelen en de zee. Nederland, 1941.’ Het gooit onze verwachtingen omver. Was tijdens de Tweede Wereldoorlog het Noordzeestrand geen Sperrgebiet, verboden gebied? En werd de bikini niet pas in 1946 ontworpen door de Fransman Louis Réard?

Twijfels knagen wat we hier te zien krijgen. Wat hangt de vrouw er trouwens ongemakkelijk en onflatteus bij. We zetten het recht en doen haar recht. Bevrijd uit haar geketende positie. Het is niet om aan te zien zo triest.

Foto’s: Jan Stevens, ‘Strand. Badnummer van Het Leven. Serie van 7 foto’s. Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand. Op de achtergrond hoge, ronde. rieten strandstoelen en de zee. Nederland, 1941’. Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Bij een foto ‘Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929’

Het bijschrift bij de foto uit de luidt: ‘Schilderkunst : Schildersmodellen : Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929.’ Het is geen halszaak, maar wat is er hindoestaans aan de ‘jonge vrouw’? Dit roept de vraag op hoe nauwkeurig de beschrijving is en waar de toeschrijving ‘hindoestaans’ vandaan komt. Uit de hoge hoed van de geschiedenis?

Foto: ‘Schilderkunst : Schildersmodellen : Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929’. Uit: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Herinneren: Den Haag – Kunst – Buks – 1965 – Paul van Solingen

Wat we hier zien is niet op voorhand duidelijk. De omschrijving bij deze foto lost (na een lichte bewerking) een deel van het raadsel op: ‘DE POLITIE HEEFT DE JONGE HAAGSE MOZAIEKLEGGER PAUL VAN SOLINGEN MAANDAG OP DE HOFWEG IN DEN HAAG AANGEHOUDEN, OMDAT HIJ OP HET TROTTOIR ALS JAMES BOND EEN VAN ZIJN WERKSTUKKEN, GENAAMD NAAR DE ROLPRENT GOLDFINGER, VOLTOOIDE DOOR ER MET EEN BUKS LOOD IN TE JAGEN, TOT ALLE DERTIG KOGELTJES OP WAREN. HET WERKSTUK, EEN TABLEAU VAN 2.50 METER BIJ 1.50 METER, HAD EEN PLAATSJE GEKREGEN IN DE HAL VAN HET PASSAGE-THEATER.’ De datum is 26 april 1965. Op 15 april was de populaire Bond-film Goldfinger met Sean Connery in Nederland in première gegaan.

Paul van Solingen is een in 1944 geboren Haagse kunstenaar. Onduidelijk is of hij overleden is. Volgens opgave van de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri wel, want dat zet een kruisje bij zijn naam. Ook staat zijn naam niet (meer) op de lijst van werkende leden van de Haagse Kunstkring in de Denneweg. Maar elders wordt dat niet bevestigd, zoals in de tot 14 februari 2019 bijgewerkte Scheen die stelt: ‘Paul van Solingen geb. Den Haag 14 september. 1944. Woont en werkt aldaar’. Van Solingen zou dan inmiddels 75 jaar oud zijn.

Op de tweede foto zien we waar op 26 april 1965 de kunstenaar op mikt: het mozaïek. De portier van het Passage-theater ziet het welwillend, maar ook wel wat gelaten aan. Anno 2019 zouden we dit evenement een photo op(portunity) noemen. Op de eerste foto neemt een fotograaf Van Solingen op de korrel die op zijn beurt weer wordt gefotografeerd door een professionele fotograaf van het ANP. Als in de schiettent op de kermis schiet Paul van Solingen met z’n buks op de roos die bij een succesvol schot de camera activeert. Dat is echter andere koek dan wat Sean Connery in Goldfinger liet zien. Het idee van de kermisbuks en de loden kogeltjes moet dat benaderen. Of dat overtuigend gebeurt is de vraag. Toen wellicht wel, maar nu na bijna 55 jaar nauwelijks nog. De vraag blijft bestaan wie hier in opdracht van wie met welk doel op wat schiet. Waar de politie is te zien die Van Solingen zou hebben aangehouden is ook een raadsel dat vooralsnog blijft bestaan.

Foto 1: DEN HAAG-KUNST-BUKS, met als onderschrift: ‘DE POLITIE HEEFT DE JONGE HAAGSE MOZAIEKLEGGER PAUL VAN SOLINGEN MAANDAG OP DE HOFWEG IN DEN HAAG AANGEHOUDEN, OMDAT HIP OP HET TROTTOIR ALS JAMES BOND EEN VAN ZIJN WERK STUKKEN, GENAAMD NAAR DE ROLPRENT GOLDFINGER, VOLTOOIDE DOOR ER MET EEN BUKS LOOD IN TE JAGEN, TOT ALLE DERTIG KOGELTJES OP WAREN. HET WERKSTUK, EEN TABLEAU VAN 2.50 METER BIJ 1.50 METER, HAD EEN PLAATSJE GEKREGEN IN DE HAL VAN HET PASSAGE-THEATER.’ ANP, 26 april 1965. Collectie:

Foto 2: DEN HAAG-KUNST-BUKS, met identieke gegevens als foto 1.

Willy Rhodes, levend begraven in Letland, 1927. Als ‘Messias’ van de sekte

Een bijschrift bij deze foto roept vragen op. Er staat ‘Religieuze stromingen en sekten. Willy Rhodes, de eerste ‘Messias’ van de sekte. Hij levend werd begraven. Riga, Letland, 1927.’ Het is een foto die in 1927 in ‘Het Leven‘ werd gepubliceerd en nu in de collectie van het Geheugen van Nederland is opgenomen. Verdere informatie ontbreekt en is op internet niet te vinden. De suggestie van het bijschrift is dat Willy Rhodes levend begraven zou zijn vanwege zijn geloof. Het is een lot dat een Messias die zich opwerpt als redder vaak treft. Overmoed komt voor de val. Maar in 1927 weet de Amerikaans uitziende Willy Rhodes nog niets van zijn tragisch lot. Als het klopt wat het bijschrift meldt. Met een vreemde zinswending ‘Hij levend werd begraven’. 

In de collectie van Het Leven zijn ook twee foto’s te vinden met een vergelijkbaar onderwerp: ‘Religieuze stromingen en sekten. Doopplechtigheid van de ‘Godsdienst der Elf” waarbij iedereen de rivier door moet waden. Riga, Letland, 1927.’ Maar het valt niet vast te stellen of Willy Rhodes iets te maken had met deze ‘Godsdienst der Elf’ uitmaakt. Waarschijnlijk niet. Dat ziet er toch eerder als een sekte van wederdopers uit.

Religieuze stromingen en sekten zijn van alle tijden. Het blijft knagen, waarom was Willy Rhodes de eerste ‘Messias’ van de sekte? Welke sekte was dat? Waarom is hij blijkbaar uit de geschiedschrijving verdwenen? Is er een reden voor dat hij in de anonimiteit is verdwenen? Hoe was hij in 1927 in Letland terecht gekomen? Wie hebben hem om het leven gebracht en levend begraven? Zijn beide beelden bewaard gebleven? Vragen vragen.

Foto 1: ‘Religieuze stromingen en sekten. Willy Rhodes, de eerste ‘Messias’ van de sekte. Hij levend werd begraven. Riga, Letland, 1927.’ Collectie: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Foto 2: ‘Religieuze stromingen en sekten. Doopplechtigheid van de ‘Godsdienst der Elf” waarbij iedereen de rivier door moet waden. Riga, Letland, 1927. Collectie: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Pasen. Twee foto’s van een gezin met een geheim: 1963-1965

Een foto van Henk Hilterman uit het Geheugen van Nederland. ‘Pasen. Gezin gaat aan gedekte tafel voor het paasontbijt met o. a. paasbrood en geverfde paaseieren’ zo heet het. Met de toevoeging ‘Nederland, 1963. Studio-opname.’ De volgende foto die op de kleurcorrectie van groen naar bruin en de spiegeling na zeer, zeer sterk op de vorige lijkt heeft een andere titel: ‘Paasontbijt. Gezin staat op het punt aan tafel te gaan, moeder komt met de theepot, de kinderen bekijken het mandje met gekleurde paaseieren.’ Met de toevoeging ‘1965’. Geen woord over het paasbrood. Opvallend dat er twee jaar zit tussen de opname van twee identieke foto’s. Meesterlijk zo’n reconstructie. Fotografie legt vast en iemand plakt er een onderschrift (‘caption’) aan vast. Wat doet overigens de lamp naast vader op de onderste foto? Is dat het geheim van dit gezinstafereel?

Foto 1: Henk Hilterman, ‘Pasen. Gezin gaat aan gedekte tafel voor het paasontbijt met o. a. paasbrood en geverfde paaseieren. Nederland, 1963. Studio-opname.’ Collectie: ‘Fotografen De Spaarnestad’.

Foto 2: Henk Hilterman, ‘Paasontbijt. Gezin staat op het punt aan tafel te gaan, moeder komt met de theepot, de kinderen bekijken het mandje met gekleurde paaseieren. 1965.’ Collectie: ‘Fotografen De Spaarnestad

Racisme in de metro of de misleiding van de schijn

‘Laat u niet misleiden door de schijn’, geeft maker Olivier Kissita als boodschap aan z’n kortfilm mee. Is het racisme om in de Parijse metro als blanke man naast een andere blanke man te gaan zitten en niet naast een man met een donkere huidskleur? Is het op dezelfde manier racisme om als zwarte man naast een zwarte man te gaan zitten en niet naast iemand met een lichte huidskleur? Is de moeilijkheid om met z’n allen tot overeenstemming te komen over wat alledaags racisme is niet dat de gevoeligheden zo afwijkend zijn? De bepaling van racisme in dit soort gevallen is even lastig als de plaatsbepaling van een trein vanuit een andere trein. Is een prent van Sinterklaas en Zwarte Piet met een geweer aan de muur geladen met een slechte afloop?

08_St._Nikolaas_bij_een'_Snoeper

Foto: Jan Schenkman, St. Nikolaas en zijn knechtSt. Nikolaas bij een’ Snoeper. G. Theod. Bom, Amsterdam, [1850].

Prijst de Gouden Koets slavernij aan?

Update 16 september 2014: Vandaag op Prinsjesdag rijdt-ie weer door Den Haag, de Gouden Koets. Elk jaar is er weer belangstelling voor en kritiek op de afbeeldingen die verwijzen naar de koloniale geschiedenis van Nederland. Ieder denkt daar weer anders over.

Na de negerzoen en Zwarte Piet is nu de Gouden Koets aan de beurt. In een ingezonden brief stellen Barryl Biekman (Landelijk Platform Slavernijverleden), Jeffry Pondaag (Comité Nederlandse Ereschulden) en de kamerleden Harry van Bommel (SP) en Mariko Peters (GroenLinks) dat een afbeelding op de zijkant van de Gouden koets niet door de beugel kan. Omdat het verwijst naar kolonialisme en slavernij.

In aanvulling op de ingezonden brief doet Iwan Leeuwin, coördinator van de African Diaspora en lid van het Landelijk Platform Slavernijverleden er nog een schepje bovenop. Op de weigering van historicus en premier Mark Rutte om het gewraakte paneel te verwijderen zegt Leeuwin dat de Koets strijdig is met het VN-verdrag en Nederland de plicht heeft om haar geschiedenis te herschrijven. Leeuwin wil het paneel wel in een museum, maar niet op een nationaal symbool als de Gouden Koets.

Het gewraakte zijpaneel zit aan de linkerkant en verbeeldt de hulde van de koloniën. Producten en inwoners van de overzeese gebieden van het koninkrijk liggen aan de voeten van de Maagd.  Het ontwerp is van Nicolaas van der Waay en dateert van 1898. Halfnaakte zwarte mannen, maar geen halfnaakte vrouwen staan er trouwens afgebeeld. Dat laatste zien de vier verkeerd. De Nederlandse Maagd is evenmin een zinnebeeld van het koningshuis zoals de vier suggereren, maar van het Nederlandse gemenebest.

Het is een grappige discussie die de vier opgestart hebben. Door slordigheid worden ze tegenstrijdig. Zo suggereren ze dat de Nederlandse overheid erop uit is om wat ze zeggen ‘het enige kennisinstituut over slavernij’ het NiNsee graag te zien opgeheven. Want Kennelijk moet de meest beschamende bladzijde van de Nederlandse geschiedenis uit het collectieve geheugen worden verdrongen. Maar als dat zo is lijkt het niet logisch dat dezelfde overheid dat slavernijverleden op een beeldende manier levend houdt. De publiciteit die de Gouden Koets jaarlijks trekt is immers het tegendeel van verdringing uit het collectieve geheugen.

Verder verwijzen de vier naar Australië en de VS. In tegenstelling tot Nederland dat niet verder komt dan diepe spijt over het eigen verleden zouden deze landen in het recente verleden excuses aangeboden hebben aan respectievelijk Aboriginals en Afro-Amerikanen. Maar vraag is hoe vergelijkbaar en passend de spijtbetuiging aan inwoners van een oud-kolonie is met het excuus aan nakomelingen van eigen inwoners.

Het gevolg van de discussie rond het linkerpaneel van de Gouden Koets is dat links en rechts zich verschansen in de loopgraven. En dat het Koninklijk Huis opnieuw onderwerp van discussie is geworden. Dat hebben de kamerleden Van Bommel en Peters met hun ondertekening bereikt.

Foto: Zijpaneel Gouden Koets; Ontwerptekeningen voor de beschildering van de Gouden Koets, Nicolaas van der Waay, 1898.