GroenLinks Amersfoort twijfelt aan het bestaan van de waarheid over het Armando Museum en wijst een onderzoek hoe dan ook af

Groenlinks neemt in Amersfoort met twee wethouders deel aan de coalitie. Dit feit alleen verklaart het optreden van de woordvoerder cultuur van GroenLinks Linda van Tuyl. Wat ze zegt is zo afwijkend van waar GroenLinks voor zegt te staan dat nauwelijks valt te geloven dat Van Tuyl echt gelooft in wat ze zegt.

Van Tuyl zegt in een raadsdebat dat ze niet wil dat de onderste steen boven tafel komt in een mogelijk onderzoek naar de besluitvorming over de verhuizing van het Armando Museum naar Bunnik. De reden die ze daarvoor geeft is dat het een complex onderzoek zou worden. Dat meent ze al op voorhand te weten, zonder dat het onderzoek is verricht. En als men de onderste steen boven tafel krijgt vraagt ze zich af wat men ermee gaat doen. Men krijgt medelijden met haar dat Van Tuyl dit om partijpolitieke redenen moet zeggen.

Aan de orde is een onderzoek naar de gang van zaken rond het MOA. Dat heeft de gemeente veel geld gekost. Deze Amersfoortse vertegenwoordiger van GroenLinks gaat niet voor openheid en onderzoek, maar voor het tegendeel. In haar argumenten redeneert ze naar een situatie toe die juist onderzocht moet worden om te weten wat de situatie is. Evenmin is het duidelijk waar Van Tuyl haar observatie op baseert dat het dossier MOA zo uniek is dat een onderzoek weinig oplevert. Afgelopen jaren zijn opvallend veel culturele projecten in Amersfoort mislukt. Valt daar geen patroon in te herkennen? Volgens Van Tuyl niet, want ze weet op voorhand het antwoord. Zij redeneert in een cirkel en stelt haar uitgangspunt als onherroepelijke conclusie voor.

Van Tuyls argumenten kunnen ook omgekeerd worden en tegen haar gebruikt worden. Als namelijk het dossier MOA zo uniek is zoals ze veronderstelt, dan verdient dat juist een onderzoek. Of in de vorm van een raadsenquête of anderszins, naargelang de wens van de meerderheid van de raad. Dit soort onderzoeken zijn ernstig en gaan niet over futiliteiten. Ze zijn bedoeld om de controlerende rol van de raad te herstellen, en om van gemaakte fouten te leren zodat die in de toekomst vermeden kunnen worden.

Precies dat is aan de orde bij het dossier MOA toen het toenmalige college het convenant uit 1998 met Armando en zijn ex eenzijdig opzegde. Toenmalig directeur Gerard de Kleijn van Amersfoort-in-C noemde dat in 2010 ‘onbehoorlijk bestuur’ en woordbreuk van de toenmalige gemeenteraad die via de coalitiepartijen het besluit van het college volgde. Het is niet niks als een ambtelijk diensthoofd de raad (en in het directe verlengde daarvan het gemeentebestuur) beticht van onbehoorlijk bestuur. Verdient dat geen onderzoek?

Blijft de vraag over de beeldvorming en GroenLinks. Is dit nog wel de partij van voormalig kamerlid Mariko Peters die in 2012 een wetsvoorstel indiende voor een transparante overheid? In de motivatie zei ze: ‘Teveel publieke informatie blijft nu geheim of te lang achter slot en grendel.’ Van Tuyl vindt het blijkbaar prima dat informatie achter slot en grendel blijft. Namens welk GroenLinks spreekt zij? Het is soms politieke realiteit als een partij kernwaarden inwisselt voor deelname aan de macht, maar doorgaans gaat dat gepaard met geloofwaardig theater. Van Tuyl voert dat echter zo ongeloofwaardig en onhandig op dat het absurd wordt.

In het dossier Armando Museum en MOA speelde een van de voorlopers van Van Tuyl een andere rol. Ook toenmalig fractievoorzitter van GroenLinks Hiske Land pleitte in 2010 voor pragmatiek en haalbaarheid, maar koos vervolgens niet voor een kleinere, maar een grotere rol van de raad. Ze pleitte voor een brede, kritische blik en zoektocht naar de waarheid die Van Tuyl bij voorbaat als onmogelijk kenschetst. Hiermee verschilt Van Tuyl niet van rechts-populisten die succesvol het idee van ‘de waarheid’ ondermijnen. Dat is het verschil in intellectuele nieuwsgierigheid en politiek-filosofische stellingname tussen Land en haar opvolger Van Tuyl.

In 2010 schreef Land: ‘Essentie dus: het Amersfoortse culturele klimaat wordt voor een groot deel bepaald door de verzelfstandigde instellingen. We kunnen niet veel meer doen dan hopen dat zij kiezen voor het belang van de stad… Ik pleit voor een brede blik op het museale aanbod, in plaats van te focussen op één instelling zoals nu gebeurt. De bezuinigingen zijn wat mij betreft alleen de aanleiding om ernaar te kijken. Wat willen we voor de stad? Welke betekenis heeft iedere instelling daarin?’ Een zoektocht naar de waarheid is aan Van Tuyl en GroenLinks Amersfoort niet besteed. Linda van Tuyl ontkent het bestaan van de waarheid.

Jesse Klaver en GL krijgen het verwijt inhoudsloos te zijn. Ook van Lubach

Het politieke seizoen is geopend en de aanval op de oppervlakkigheid van GL-leider Jesse Klaver is ingezet. Niet alleen door de rechtse, natuurlijke vijanden, maar ook door de natuurlijke bontgenoten uit links-liberale hoek. Zoals de VPRO of de NRC. Aanleiding is de ‘documentaire’ ‘Jesse’ van Joey Boink die volgens critici elke inhoud en verdieping mist. Met terugwerkende kracht slaat de gehekelde persoonsverheerlijking van Klaver in ‘Jesse’ terug op de campagne van GL. En het weglopen tijdens de formatie van de onderhandelingstafel door Klaver over een Afrika-deal voor migranten. Het lijkt nu waarschijnlijk dat dat uit onmacht en door een gebrek aan inhoud gebeurde. GL wordt zo in de beeldvorming de partij van marketing und gar nichts. GL bevestigt dat beeld door sinds de verkiezingen van 15 maart niet met beleid in het nieuws te komen. Wat denkende doeners als Mariko Peters of Femke Halsema ooit deden. Wetenschappelijk bureau De Helling lijkt geïsoleerd.

De marketing van GL waarachter niet inhoudelijks te ontdekken is zou niet rampzalig zijn als de twee andere linkse partijen PvdA en SP in vorm waren. Maar dat zijn ze niet. De PvdA worstelt na de verkiezingsnederlaag nog steeds met de eigen leegte en in de SP verstikt centralisme het functioneren. Ideeën die met overtuiging en continuïteit worden gepresenteerd zijn op dit moment bij PvdA, SP en GL niet te vinden. Bas Heijne zegt het in zijn NRC-column aldus: ‘Waar houden Klaver en Boink ons voor, zien ze ons als zo dom en oppervlakkig?’ Die vraag kan ook aan de PvdA en SP gesteld worden. Waar houden deze partijen ons voor? Links liep weg van de onderhandelingstafel (GL) of weigerde er zelfs aan plaats te nemen (PvdA, SP).  Zodat de rechtse VVD en CDA het initiatief konden nemen, wat zo traag gebeurt dat ook daar weinig zelfvertrouwen lijkt te bestaan.

Een schijnoplossing van GroenLinks: grenzen aan politieke kunst

VVD2

‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor  € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.

Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.

Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.

Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.

De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.

Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.

Bernie Sanders stapt in race om president te worden. Echte hoop?

11205486_10153260404302908_2800591635437173445_n

De onafhankelijke en tegen de Democratische Partij aanleunende senator van Vermont Bernie Sanders maakte deze week bekend dat hij presidentskandidaat is voor de Democraten. Hij moet het opnemen tegen de gedoodverfde kandidaat Hillary Clinton. Sanders geeft velen hoop nu de progressieve Elizabeth Warren zich niet kandidaat stelt. En president Obama een teleurstelling voor progressieve politiek bleek te zijn. Sanders laat met verstand het hart spreken als hij opkomt voor de werkende klasse, zoals vorige week in de Senaat waar hij de Republikeinse voorstellen fileerde: ‘Republicans Want to Take America in the Wrong Direction’. Republikeinen gaan met het land aan de haal en leiden het de verkeerde kant op. Weg van de working class.

Sanders vecht voor het terugdringen van de rol van het grote geld in de Amerikaanse politiek. Die spottend ‘corporate politics’ genoemd wordt omdat bedrijven de politiek bepalen en politici opkopen. Zodat de burgers het nakijken hebben. En in het congres nog nauwelijks vertegenwoordigd zijn door beeldbepalende politici. Sanders is de uitzondering. Maar is hij kansrijker dan die andere eeuwige linkse kandidaat Eugene McCarthy?

Politici van het kaliber Sanders zijn om jaloers op te zijn. In 2013 vroeg ik me af waarom Nederland ze mist: ‘Hoe komt het dat ik in Nederland geen ‘progressieve‘ politici kan vinden? Want die zoek ik en vind ik niet. Als referentie voor de richting waarin ik zoek verwijs ik naar de Amerikaanse senator Elizabeth Warren. Dat soort ongebonden en eigenzinnige politici mis ik in Nederland. Vele politici zoals Ronald van Raak, Gerard Schouw of de teruggetreden Mariko Peters of Boris van der Ham verenigen volop kwaliteiten in zich, maar kan ik toch niet opvatten als ‘progressief‘. Zo wordt hun vrijzinnigheid aangevuld met een economisch wereldbeeld dat ik te behoudend (D66), te etatistisch (SP) of te naïef (GroenLinks) vind. Ik begrijp waarom deze politici zo zijn. Maar ik begrijp niet waarom er in Nederland geen progressieve partij is die progressieve politici voortbrengt.

Foto: Publiciteit van Bernie Sanders op Facebook.

Nodig voor Nederland: transparantiewet en transparantieportaal

the_lion_for_real

Vandaag is in Spanje het Transparantieportaal (‘portal de la transparencia’) gelanceerd. Het geeft Spanjaarden toegang tot gegevens die met de overheid en het openbare leven te maken hebben. Zoals contracten, subsidies, werkzaamheden van ministeries, budgetten, rechten en heffingen en bezoldiging van ambtenaren. Vraag is hoever de openheid gaat. Buitenlandse betrekkingen, openbare veiligheid en milieubescherming zijn uitgezonderd. Vooral uitsluiting van openbare veiligheid roept vragen op. TheLocal.es geeft bijzonderheden.

Openbaarheid is een middel om corruptie te bestrijden. Het mes snijdt aan twee kanten omdat corruptie een bedreiging van economische groei is. Eigenlijk aan drie kanten omdat het ook een manier is om nieuwe politieke partijen als het progressieve Podemos de wind uit de zeilen te nemen. En aan vier kanten als het om het verbeteren van het imago van Spanje gaat dat slechts 37ste staat op de Transparency Index 2014.

De digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom en de Piratenpartij pleiten in Nederland voor transparantie van overheid en openbaar bestuur. Waarbij deze organisaties dat doorgaans aan internetgebruik of vrije communicatie koppelen of het daar op toespitsen, terwijl dat slechts een verschijningsvorm is. Transparantie is echter een mentaliteit. Zeker nu in Nederland vanuit het huidige kabinet van VVD en PvdA een repressieve wind waait die inperkt, betuttelt, verhult en zelfs tegen Europese richtlijnen ingaat kan een transparantie portaal dat meer is dan politieke marketing een middel zijn om de partijpolitiek tegen zichzelf te beschermen. Nodig is een nieuwe transparantiewet. Transparantie is een modieus begrip. Niemand is er in beginsel tegen, maar evenmin willen de gevestigde politieke partijen dat het concreet wordt gemaakt. Dat moet veranderen.

In juni 2012 nam toenmalig kamerlid voor GroenLinks Mariko Peters een initiatief tot een transparante overheid met haar Nieuwe Wob. Dat mondde eind 2013 uit in de initiatiefwet Wet Open Overheid (Woo) van GroenLinks en D66 die onvoldoende politieke steun kreeg. Dat afgeschoten initiatiefvoorstel leest als een antiek bestuurlijk-ambtelijk wangedrocht dat zich niet op de burger van nu richt door een begin te maken om nieuwe technieken voor de informatievoorziening, besluitvorming, controle en verantwoording in te zetten.

De Spaanse Transparantiewet (‘Ley de Transparencia’) zegt: ‘In order to decisively foster access for all to information disseminated, the Transparency Portal shall be created, including not only information regarding which there is an active publicity obligation, but also that which is most frequently requested. The Portal will be a meeting point and dissemination hub, exemplifying a new way of understanding citizens’ right to access public information. It is also set forth here that the Central State Administration, the Administrations of the Autonomous Communities, and the entities forming the Local Administration may adopt collaboration measures for compliance with their active publicity obligations.

Foto: Eric Drooker, The Lion for Real. Credits: Eric Drooker.

Op zoek naar progressieve politici. Ik vind ze niet. Vreemd?

hall014gesc02ill322

Van politici meen ik iets te begrijpen. Het zijn immers ook mensen van vlees en bloed. Met hun ambities en kwaliteiten, nukken en kuren. Er zijn twee hoofdvisies op politici. Ze offeren zich op voor het algemeen belang of het zijn zakkenvullers. Waarschijnlijk zijn ze het een noch het ander. Mensen raken verzeild in de politiek en blijven erin hangen of zien het als een sector waarin carrière valt te maken. Het publiek ziet politici als een noodzakelijk kwaad. Zoals de uitvaartverzorger of de schuldsaneerder. Ze horen bij het leven, maar je hebt er liever niks mee te maken. Maar ontkennen dat ze er niet zijn of geen functie vervullen kan niet.

Uit nationale enquêtes blijkt bij herhaling dat politici de minst gewaardeerde beroepsgroep zijn. ‘Misschien heeft dit iets te maken met de zweem van groot geld en graaicultuur rond deze beroepen, vaak gecombineerd met matige prestaties,’ zegt een commentaar uit 2008. Het is een bekende reflex om bij kritiek onder het mom van ‘we moeten het beter uitleggen‘ de fout bij de communicatie te leggen. Dat ooit zo moderne toverwoord als toverterm waaronder niemand hetzelfde verstaat en dat alles en niks betekent. De uitspraak ‘gecombineerd met matige prestaties‘ duidt op beginnend inzicht. Het is niet de vorm waarom de politicus niet door het publiek gewaardeerd wordt, maar de inhoud. Laten we dat eens als uitgangspunt nemen.

Of nee, laat ik mezelf als uitgangspunt nemen. Tot 1998 stemde ik D66 omdat ik geloofde dat het deze partij menens was met de vernieuwing van het politieke bestel. Dat was in die tijd waarschijnlijk ook wel zo. Ik ben voor democratisering tot in de haarvaten van de samenleving. D66-‘krullebol’ en oud-minister Thom de Graaf is de representant van een partij die regeren belangrijker vindt dan staatsrechtelijke hervormingen. Tja, dat kan, maar daarom vind ik D66 volstrekt niet meer belangrijk als partij omdat het inwisselbaar is geworden. Trouwens De Graaf zei in september 2012: ‘een coalitie over het midden kan vrijwel niet bestaan zonder D66‘. Naast principes ontbeert het dit D66 dus ook vaak aan realiteitszin en strategisch inzicht. In arren moede en met onbegrip voor m’n eigen stap werd ik in juli 2012 lid van de Piratenpartij. Ik leg hier uit waarom.

Hoe komt het dat ik in Nederland geen ‘progressieve‘ politici kan vinden? Want die zoek ik en vind ik niet. Als referentie voor de richting waarin ik zoek verwijs ik naar de Amerikaanse senator Elizabeth Warren. Dat soort ongebonden en eigenzinnige politici mis ik in Nederland. Vele politici zoals Ronald van Raak, Gerard Schouw of de teruggetreden Mariko Peters of Boris van der Ham verenigen volop kwaliteiten in zich, maar kan ik toch niet opvatten als ‘progressief‘. Zo wordt hun vrijzinnigheid aangevuld met een economisch wereldbeeld dat ik te behoudend (D66), te etatistisch (SP) of te naïef (GroenLinks) vind. Ik begrijp waarom deze politici zo zijn. Maar ik begrijp niet waarom er in Nederland geen progressieve partij is die progressieve politici voortbrengt.

Foto: ‘De toekomst begint vandaag. Affiche voor een propagandafilm van het Comité voor Vrijheid en Democratie. 1958. Leuven, KADOC’

Open Data. Weg met de gesloten bestuurscultuur: D66 Nijmegen

touch

Vandaag bespreekt de Nijmeegse raad het raadsinitiatiefvoorstel ‘Open Data van Kristie Lamers (D66). Het geeft het college zes opdrachten mee op het gebied van ‘Open Data‘. D66 meent dat dat “de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. Alle data moet eenvoudig, in een standaard formaat op internet beschikbaar worden gemaakt, tenzij dat strijdig is met belangen als privacy of veiligheid”. D66 beredeneert de openheid niet alleen vanuit de democratie, maar ziet er ook een stimulans voor innovatie en economische activiteit in. Zelfs: ‘Open data zijn dus niet alleen gunstig voor het ontwikkelen en aanbieden van diensten, maar ook voor de verbetering van de kwaliteit van het leven‘.

Openbaarheid en toegankelijkheid in het openbaar bestuur zijn voorwaarden voor goed bestuur, maar verre van vanzelfsprekend. Opvallend in het internettijdperk waarin technisch zoveel mogelijk is. Het openbaar bestuur loopt achter in het bieden van openheid. Vreemd is dat ICT-projecten van overheden vaak mislukken. De basisregel van informatieanalyse is betrokkenheid en medewerking van allen. Zonder dat gaat het niet.

D66, GroenLinks en de Piratenpartij zijn voorstanders om de gesloten bestuurscultuur open te breken. In een toelichting zegt D66: ‘Nederlandse overheden stellen de gegevens (data) die zij verzamelen meestal niet openbaar beschikbaar. Zij hebben daar vaak geen principiële reden voor. Het is eerder een gewoonte dan een keuze.  (..) D66 Nijmegen vindt dat de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. (…) Dat vraagt om een open houding van de gemeente Nijmegen.

Bij een prijsvraag voor de preambule van ‘De Nieuwe Wob; Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks voor een transparante overheidvan toenmalig kamerlid Mariko Peters schreef ik: ‘Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is….
’dat niet de ene waarheid de andere blokkeert, maar ideeën elkaar opvolgen, dat inzichtelijkheid in de werking van de overheid de bereidheid van burgers om zich in te zetten voor de samenleving vergroot, dat openheid een voorwaarde is om goed geïnformeerde en betrokken burgers voor de publieke zaak te winnen zodat ze op hun beurt kunnen deelnemen aan een prikkelend debat als voorwaarde voor een open samenleving en dat het daarbij wenselijk is dat de overheid de vergroting van het aantal burgers dat meepraat ondubbelzinnig toejuicht en actief ondersteunt omdat het alleen zo een basis legt onder de democratische orde
….Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.’

De Raad van State oordeelde in november 2012 in een advies over dit initiatiefvoorstel van GroenLinks dat het onvoldoende onderbouwd was. Ook vond de raad dat de problemen die wel worden genoemd in het voorstel niet veroorzaakt worden door de huidige wet maar voornamelijk door de uitvoering ervan. Dit duidt opnieuw op een gesloten Nederlandse bestuurscultuur die openheid en toegankelijkheid niet als noodzakelijke voorwaarde voor haar functioneren ziet. Maar als een mentaliteit die in de uitvoering openheid tegenhoudt. 

Foto: Hans Wildschut, Touch, 2009. Credits: Hans Wildschut.

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Jolande Sap treedt af en biedt GroenLinks een uitweg

Jolande Sap is vandaag afgetreden als partijleider van GroenLinks, zo maakt ze in een verklaring bekend. Ze stapt uit de fractie van de Tweede Kamer. Bij de verkiezingen van 12 september verloor de partij zes van de 10 zetels. Haar politiek inzicht komt tot uiting in het volgende fragment: ‘tot de dag van vandaag is mij onduidelijk welke oplossing een overhaast vertrek biedt‘.  Welnu, dat heet politieke verantwoordelijkheid.

Sap was sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die onvast met de macht omgaat. Het door Femke Halsema voorbereide Kunduz-akkoord zorgde keer op keer voor irritatie. Onder Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. Paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het Lenteakkoord slaagde. Maar als een politiek leider meer goedkeuring vindt buiten dan binnen de eigen partij dan legt dat een bom onder de toekomst. Die bom ging vandaag af. Sap was tweeslachtig door de ruimte naar zowel links als rechts open te willen houden. Telkens bezorgde Sap haar partij een onduidelijk profiel.

De gebrekkige organisatie en het schoolmeesterachtige optreden van de verkiezingscommissie onder leiding van senator Tof Thissen bij het samenstellen van de kandidatenlijst zorgden voor veel kwaad bloed. Een beeld van een kinderachtige partij die door hardleerse partijbobo’s wordt geleid ontstond. Dat beeld kon niet meer rechtgezet worden. Kamerleden als Tofik Dibi, Arjan El Fassed, Mariko Peters en Bruno Braakhuis ruimden het veld. Ineke van Gent liet eind juli in de pers zelfs weten dat GroenLinks al een jaar geen leiding meer had.

GroenLinks moet zichzelf opnieuw uitvinden. Sap’s aftreden is de juiste stap. Aan haar kleefde de blamage van een slecht verkiezingsresultaat en onvast optreden. Organisatorisch en strategisch is de partij zwak, maar programmatisch sterk. In de luwte kan de partij opnieuw beginnen. Verlost van het recente verleden.

Foto: Jolande Sap. Credits: GroenLinks