Nacht 7: Mackó-buffet is moderniteit van socialistische horeca (1959)

Sándor Bauer, Magyarország, Budapest VIII. Rákóczi út 9., Puskin utca sarok, Mackó büfé, 1959. Collectie: Fortepan.

Er lijkt tegenspraak tussen de bovenste foto en de beschrijving bij de onderste wat betreft het karakteristiek van dit type buffet (vertaald):

Mackó (teddybeer) buffetten zijn een nieuw hoogtepunt geworden in de socialistische horeca. Ze zijn ontstaan ​​uit de combinatie van buffetten en delicatessenzaken. De winkels lieten staand verbruik en afhalen toe. In hun ontwerp en uitrusting is moderniteit hun kenmerkende eigenschap - schreef de publicatie Hotels en restaurants die begin jaren zestig werd gepubliceerd, waarin ook werd gemeld dat zes van dergelijke buffetten in Boedapest werden geopend. Misschien wel de bekendste was die in Kígyó Street (ook een banketbakkerij), maar er waren er nog meer in Nagymező Street, József Boulevard, Széna Square, Váci Street en op Ferihegy Airport. Vier andere winkels waren Bistro Mackó, waar je kon aanschuiven en in showkeukens bereide barbecuegerechten serveerden. De populariteit van de Mézes Mackó (Honingteddybeer) was naast de heerlijke koffie gemaakt door een Italiaans koffiezetapparaat, te danken aan de koude buffetgerechten (waaronder casino-eieren en allerlei aspic-specialiteiten).

Op de bovenste foto van dit Mackó-buffet staan vier stoeltjes. Zijn die bedoeld om even op te zitten bij het afhalen? Voor een lange zit zijn ze niet comfortabel. Op de wand links naast de toonbank is nog net het logo van de teddybeer zichtbaar. In een anders gespiegelde foto van dezelfde ruimte is dat beter te zien.

De omschrijving: ‘In hun ontwerp en uitrusting is moderniteit hun kenmerkende eigenschap‘ slaat de spijker op de kop. Dat is moderniteit van achter het IJzeren Gordijn in 1959. Het is trouwens de vraag of het uitdragen van ‘moderniteit’ een bewuste keuze was of terloops tot stand kwam door knippen en plakken uit westerse voorbeelden.

Zo ontstond in Hongarije in de jaren 1950 de mengvorm ‘socialistische horeca‘ met een Italiaans koffiezetapparaat, West-Europese keukenapperatuur en neonverlichting, een mozaïekvloer en koude buffetgerechten. En wie weet, stuurse bediening.

Het doet qua inrichting denken aan de Utrechtse IJssalon Venezia die is gesloten, maar in 2021 in het Zaanse dorp in het Openluchtmuseum opnieuw is opgebouwd. Dat geeft aan dat deze ‘moderniteit’ inmiddels cultureel erfgoed is. In een artikel voor het Vakblad IJS wordt gesproken over ‘de ijssalon in jaren zestig-stijl‘. Dat is te laat gedateerd. Het neon was van 1946. Laten we het houden op de stijl van de jaren 1950.

Licht en donker van Európa Áruház (1947-48)

Európa Áruház. Európa Store House in 1947-48 in the night at a corner building with glass shop windows and neon writing Európa Áruház above the entrance on both sides. Collectie: Magyar Kereskedelmi és Vendéglátóipari Múzeum – Budapest.

In Oost-Europa gaat na de Tweede Wereldoorlog het licht uit. De Sovjet-Unie heeft het voor het zeggen. Maar in 1947-48 straalt in het Hongaarse Boedapest de Europa Winkel, de Európa Áruház.

Een andere foto van dezelfde winkel bij dag die eveneens gedateerd is op 1947-48 toont een stuk minder indrukwekkend. Een alledaagse sleur die niet feeëriek aandoet. Bomen en een reclamezuil staan voor de winkel. Ze ontbreken op de bovenste foto.

Het is logisch om te veronderstellen dat die zijn verwijderd omdat ze niet passen in het sprookje van een gemoderniseerde winkel achter het IJzeren Gordijn waar consumenten terecht kunnen voor de meest uiteenlopende producten die concurreren met het Westen. Met Europa.

De twee foto’s tonen een verhaal van twee winkels. Detailhandel als politieke promotie.

Európa Áruház. Európa Store House in 1947-48 with shop windows, people waking and an advertisement column in Budapest. Collectie: Magyar Kereskedelmi és Vendéglátóipari Múzeum – Budapest.

Gedachten bij een foto met Miklós Bánffy (1934)

Erdélyi írók sátra a Könyvnapon a Szervita-téren. Ülnek: Szántó György, Bornemissza Elemérné, Makay Sándor református püspök. Állnak: Szántó Györgynégróf Bethlen Balázsné, Tamási Áronné, Kovács Lászlóné, báró Kemény János, KeményGizella, Bánffy Miklós, Be 1934‘. Collectie: Hungarian National Museum.

De Hongaarse schrijver Miklós Bánffy (1873-1950) is beroemd om zijn Transsylvaanse of Zevenburgen trilogie die hij in de tweede helft van de jaren 1930 publiceerde en in Nederlandse vertaling van Rebekka Herman Mostert verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact. Twee van de drie delen zijn verschenen en het laatste deel staat aangekondigd voor mei 2022. Het speelt in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog in de kringen van de Hongaarse adel.

Hoofdpersoon graaf Bálint Abády is de alter ego van Miklós Bánffy. Hij is een verlichte, rationele en wat buiten de hoofdstroom staande parlementariër en landheer die het het beste voorheeft met de Roemeense boerenstand en bosbouwers in Transsylvanië. Hij is hopeloos verliefd op een vrouw die ongelukkig getrouwd is. Bánffy die in 1921 ook Hongaars minister van Buitenlandse Zaken was geeft vele details over de partijpolitieke strijd tussen de onafhankelijken, de coalitie, de 48’ers en de 67’ers. Voor een niet-Hongaars publiek niet altijd even makkelijk te volgen.

Tot 1918 was Transsylvanië Hongaars grondgebied, sinds die tijd is het Roemeens. De Saksen (Walen, Vlamingen. Lotharingers en Duitsers in het algemeen) en Hongaren hadden na 1918 hun macht verloren. Na de Tweede Wereldoorlog bezette de Sovjet-Unie onder meer Hongarije en Roemenië, werd de adel afgeschaft en werd hun bezit onteigend. De Hongaarse adel stond met lege handen.

Graaf Bánffy vertegenwoordigt de tragiek van Hongarije. Een land dat zich tijdens de associatie met Oostenrijk in de dubbelmonarchie (1867-1918) verliest in muizenissen, politieke stagnatie, grootheidswaanzin en irreële aanspraken op eigenheid en zo de eigen positie en militaire slagkracht ondermijnt. De Hongaarse politieke elite stelt zich hooghartig op tegenover Kroaten, Slowaken en Roemenen waarover het heerst, terwijl het diezelfde hooghartigheid van de Oostenrijkers jegens de Hongaren laakt en daar misbaar over maakt.

De titel van de foto uit 1934 van de medewerkers van het tijdschrift de ‘Transylvanische Helikon‘ (1928-1944) dat nationale en taalkundige verschillen probeerde te overstijgen luidt in vertaling: ‘Kiosk van Transsylvanische schrijvers op Boekendag op het Servita Plein [in Boedapest]. Zittend: György Szántó, Elemérné Bornemissza, gereformeerde bisschop Sándor Makay. Staand: Györgynégrof Szántó Balázs Bethlen, Áronné Tamási, Lászlón Kovács, Baron János Kemény, Gizella Kemény, Miklós Bánffy, Be.’

Bánffy staat half verscholen in de kiosk naast de vrouw met het witte hoedje. De moeilijkste jaren voor hem, Hongarije en de Hongaarse adel liggen nog voor hem. Een beklemmend vooruitzicht.

Bij foto: ‘Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937’

Zo op het eerste gezicht is er niets opvallends aan deze foto. In een binnenruimte van een woonhuis staan mensen opgepropt. Ze houden hun rechterarm in de lucht gestrekt, als een Hitlergroet. Alsof ze verbinding zoeken met iets of iemand. Enkelen houden hun linkerarm gestrekt. Links vooraan staan drie mannen die de menigte toespreken of toezingen. Rechts vooraan in de hoek bespeelt een zittende man een huisorgel. Een geborduurd doek dat naar de menigte gekeerd is geeft een tekst die begint met ‘Jezus’. Hier is een religieuze bijeenkomst aan de gang. Maar het bijschrift gaat verder en geeft er een zwaardere lading aan: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Waarom is hier sprake van een groep die aan godsdienstwaanzin lijdt? Het is niet makkelijk aan te geven waar godsdienst overgaat in godsdienstwaanzin. Wat is normaal? Dat lijkt afhankelijk van het perspectief van de beschouwer. De steekwoorden bij de foto zijn onder meer ‘extase’, ‘religie’ en ‘overdreven devotie’. Dat roept opnieuw een vraag op, namelijk waar devotie (vroomheid, toewijding) overgaat in overdreven devotie. Dus in toewijding die buitensporig is. Dit is het Hongarije van de autoritaire admiraal Miklós Horthy die toenadering zoekt tot Hitler. Wordt met die notie deze religieuze bijeenkomst gewaardeerd?

Foto: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Collectie: .

Antiek Boeddha-beeld weg uit Boedapest. Nu terug naar China?

Is de conclusie dat China dit duizend jaar oude Boeddha-beeld niet op kan eisen omdat de wet daarin niet voorziet? Lex Boon van NRC achterhaalde de Nederlandse eigenaar die liever compleet anoniem was gebleven, een Amsterdamse architect. Voor de zekerheid haalde hij het beeld terug van een expositie in het Hongaars Nationaal Historisch Museum in Boedapest. Reden was dat de inwoners van het Zuid-Chinese dorp Yangchung claimden dat de Boeddha in 1995 uit hun dorp was gestolen. De eigenaar die zegt het beeld in 1996 te goeder trouw te hebben gekocht stelt zich schappelijk op. Of was het eerder gekocht, de feiten hierover zijn niet eenduidig. De eigenaar wil het beeld teruggeven aan het dorp, niet aan een Chinees staatsmuseum dat er toch maar goede sier mee maakt. Roofkunst of geen roofkunst? In 1996 bestonden er geen restricties voor uitvoer van dit beeld uit China. Maar als het om hetzelfde beeld gaat, dan werd het wel uit Yangchung gestolen.

Waar is het buitenlands beleid van EU en VS over Rusland en Krim?

eu

Iedere politieke commentator vult het rijtje aan: Boedapest 1956, Praag 1968, Zuid-Ossetië 2008 en Krim 2014. Te opzichtig om het niet te zien. Iedereen ziet het behalve de EU en president Obama. Deze laatste omschreef gisteren in een persconferentie de Russische agressie slapjes als ‘uncontested arrival‘ (onbetwiste aankomst). Niet als een invasie vanwege de schending van het internationaal recht omdat Russische troepen een deel van Oekraïne bezetten. De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU komen pas maandag bijeen.

Waarom kan dat niet vanavond? Europa dreigt aan de Oostflank in brand te vliegen, maar Brussel zwijgt. Het geeft geen signaal aan Rusland af. Dat hoeft niet agressief of oorlogszuchtig te zijn, als het maar krachtig en eensgezind is. Het is werkelijk onvoorstelbaar dat de VS en de EU geen draaiboek in de kast hebben liggen dat nu in werking wordt gezet. Dreig president Putin uit de G7 (de G8) te zetten, begraaf de OVSE of laat koning Willem-Alexander verklaren dat zijn aanwezigheid in Sochi een vergissing was. Maak buitenlands beleid.

rf

Foto 1: Tweet van EU External Action, 1 maart 2014.

Foto 2: Russische troepen.

Szilárd Cseke monteert met zijn werk de eenvoud

Dit is een werk dat vrolijk stemt. Voor iedereen te volgen. Het doet denken aan Fischli en Weiss met hun Der Lauf der Dinge (1987). Dat zal voor velen de eerste referentie zijn. Dit zijn de omvallende dominostenen van de kunstwereld. Het zegt: we zijn niet van de straat omdat we van de straat zijn. Kunstenaar Szilárd Cseke staat met deze installatie op de Italiaanse kunstbeurs Artissima in Turijn in de stand van de Ani Molnár Gallery uit Boedapest. Deze Hongaar heeft iets met pingpongballetjes en bewegingsleer. Welke kracht is nodig voor beweging? Zo ontstaat een verhaal in tijd en ruimte dat voortgaat en niet stilvalt. Zo speels en ritmisch.

626

Foto: ‘Szilárd Cseke: Good Shepherd 2013, fluorescent tubes, electrical fans, steel, plexi, 110x200x120 cm’.

Groot-Brittannië dreigt Ecuadoriaanse ambassade binnen te vallen

Update: Ecuador heeft Julian Assanges asielverzoek ingewilligd, aldus de Ecuadoriaanse minister van Buitenlandse Zaken Ricardo Patiño in een persconferentie in Quito. De spanning tussen Groot-Brittannië en Ecuador loopt op met wederzijdse verwijten. Voor de ambassade verdringen de cameraploegen elkaar. 

Groot-Brittannië zou de Ecuadoriaanse ambassade in Londen dreigen binnen te vallen. Dat nieuws komt niet toevallig naar buiten in de week dat Ecuador bekendmaakt wat het heeft beslist over de asielaanvraag van Julian Assange die toevlucht heeft gezocht in de ambassade. De klokkenluider van WikiLeaks vreest voor uitlevering aan Zweden en daaropvolgend naar de VS omdat-ie inschat dat in beide landen zijn rechten geschonden worden. Er zijn aanwijzingen dat-ie in een Amerikaanse kerker ‘opgeborgen’ zal worden.

Als onderbouwing van hun dreiging verwijzen de Britten naar hun ‘Diplomatic and Consular Premises Act 1987‘ die het hun zou toestaan om Julian Assange ‘te arresteren op de bestaande terreinen van de ambassade’. Volgens de Ecuadoriaanse regeringskrant El Telégrafo is het Ecuadoriaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in Quito hierover gisteren, 15 augustus, via een document op de hoogte gesteld door de Britten: A través de un documento entregado ayer en la Cancillería ecuatoriana. Dat was na het foutieve, of in ieder geval voortijdige bericht in The Guardian dat Ecuador Assange al asiel had verleend.

Julian Borger van The Guardian heeft inzicht in de aide-memoire van de Britse diplomatieke dienst dat het aan Ecuador overhandigde. Het zegt dat Groot-Brittannië recht heeft om de rechter te verzoeken met politie de ambassade binnen te gaan om Assange te arresteren. Minister van Buitenlandse Zaken William Hague zou dan moeten aantonen dat Ecuador het internationaal recht gebroken heeft en handelt in strijd met de verplichtingen uit de Conventie van Wenen. De arrestatie zou een week vooraf aangekondigd worden. Britse diplomaten zien een en ander als een ernstige stap, maar niet als het verbreken van diplomatieke relaties.

Het oogt vreemd dat de Britten een wet hebben om eenzijdig te beslissen of een in Groot-Brittannië gevestigde ambassade in strijd met de Conventie van Wenen functioneert. Artikel 22 lid 1 van dat verdrag stelt immers dat de terreinen onschendbaar zijn: The premises of the mission shall be inviolable. The agents of the receiving State may not enter them, except with the consent of the head of the mission. Maar artikel 42 geeft de Britten enige ruimte om in te grijpen: The premises of the mission must not be used in any manner incompatible with the functions of the mission as laid down in the present Convention or by other rules of general international law or by any special agreements in force between the sending and the receiving State.

Hoe de Britten denken te onderbouwen dat het geval Assange zo bijzonder is dat het hun toestaat om de ambassade binnen te vallen valt lastig in te zien. Zo is er het precedent van de Hongaarse kardinaal József Mindszenty die van 1956 tot 1971 toevlucht zocht in de Amerikaanse ambassade in Boedapest. Ook toen was de Conventie van Wenen al in werking. De Hongaren vielen de Amerikaanse ambassade niet binnen. Mensenrechtenactivist Klaas de Jonge die van illegale activiteiten werd verdacht vluchtte naar de Nederlandse ambassade in Pretoria. Hij verbleef er van 1985 tot 1987. De Zuid-Afrikanen vielen de ambassade niet binnen.

De spierballentaal van de Britten komt ondiplomatiek over. Ecuador voelt zich door de Britse dreiging als klein kind in de hoek gezet en beseft dat een groter land nooit op die manier bedreigd zou worden. Om dat te neutraliseren heeft het daarom de dreiging bekendgemaakt, wat evenmin diplomatiek oogt. Bij een Britse inval in de Ecuadoriaanse ambassade kan de situatie escaleren als landen als Venezuela en de Britse aartsvijand Argentinië tegenmaatregelen tegen de Britten nemen. Daarom blijft het waarschijnlijk bij een dreiging.

Foto: Ecuadoriaanse ambassade in London met bewaking en spandoek, 2012