Indonesië halfslachtig in toelaten sharia regelgeving in Atjeh

32729121e

In de Sumatraanse provincie Atjeh namen wetgevers een wet aan die homoseks verbiedt en gebaseerd is op sharia regelgeving. De wet benoemt dat expliciet: anale seks voor homo’s en het wrijven van lichaamsdelen van vrouwen voor stimulatie. Op overtreding staan maximaal 100 stokslagen. Mensenrechtenactivisten noemen deze wetgeving een enorme stap terug. Amnesty roept op tot actie. De wet is ook van toepassing op niet-moslims. De wetgevers stellen onder meer ook gokken, drinken van alcohol, alleen zijn met iemand van de anders seks die geen partner of familielid is (khalwat), seksuele intimidatie en verkrachting strafbaar.

Stokslagen zijn volgens Amnesty een vorm van wrede, onmenselijke en vernederende straf die volgens het internationaal recht verboden is. Dat wordt omschreven in artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en het VN-verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Artikel 7 IVBPR zegt: ‘Niemand mag worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing’. Indonesië is op 23 februari 2006 als verdragspartner IVBPR toegetreden en heeft op 28 oktober 1998 de Conventie tegen foltering geratificeerd. Onverklaarbaar is waarom Indonesië een lokale wetgever de ruimte geeft wetgeving te maken die strijdig is met zowel de IVBPR als de Conventie tegen foltering waar het gedragspartner van is.

Daarnaast schendt de criminalisering van vrijwillige seksuele relaties tussen burgers het recht op privacy zoals artikel 17/1 IVBPR zegt: ‘Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam.’ Opnieuw is het onverklaarbaar dat de centrale regering van Indonesië ondanks haar verplichtingen als verdragspartner in de IVBPR deze regelgeving in Atjeh toestaat. Het is van tweeën een: of Indonesië zegt de VN-mensenrechtenverdragen op waarvan het verdragspartner is of het legt de lokale besturen op in de wetgeving deze VN-mensenrechtenverdragen te volgen of overtredingen ervan in te trekken. Wat Indonesië nu klaarspeelt en in Atjeh toelaat is bestuurlijk zwak en politiek halfslachtig en laf.

De totstandkoming van de wetteksten vraagt om satire waarom men kan lachen, maar die welbeschouwd om te huilen is. Je kunt alleen maar medelijden hebben met deze wetgevende moslims die zich vroom achten en hun geloof aan anderen willen opleggen. Om te komen tot wat zij als het goede zien moesten ze door wat ze als een diep dal zullen hebben beschouwd om zich diep te buigen over de problematiek wat homoseks is en hoe dat moet worden gedefinieerd. Om te stijgen in goedheid moesten de moslims eerst afdalen in het boze. In hun verplichting jegens de God van Atjeh verliezen ze de verplichting tegenover de mensheid uit het oog.

Foto: Stokslagen voor een gokkende man in Atjeh op 19 september 2014. Credits: AFP.

Petitie voor vrijheid Vietnamese bloggers. Tegen cybercensuur

vie

Het gaat niet goed met de vrijheid van Vietnamese bloggers. Nog in september 2012 verzocht Catherine Ashton, EU’s vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken de Vietnamese regering om drie bloggers vrij te laten. Hun misdaad was dat ze op internet corruptie en onrecht van de regering aan de kaak stelden. Reporters Without Borders (RWB) vraagt een halt aan de cybercensuur door de Vietnamese regering. Het vraagt om de vrijheid van 35 bloggers en roept iedereen op om hier een petitie voor hun vrijlating te tekenen.

RWB stelt dat Vietnam na China de grootste gevangenis ter wereld voor bloggers en cyber-dissidenten is: Vietnamese bloggers zijn een bron van onafhankelijk nieuws en informatie, als alternatief voor de door de regering gecontroleerde media. De bloggers schrijven over corruptie, milieuproblemen en politieke ontwikkelingen van het land.

De afgelopen jaren waren er verschillende golven van arrestaties van bloggers, netizens en journalisten. Gealarmeerd door de Arabische opstanden traden de Vietnamese autoriteiten harder op tegen afwijkende meningen om eventuele destabilisatie te voorkomen.

Onder de 35 bloggers die momenteel vastgehouden worden zijn onder meer de mensenrechtenactivist Dieu Cay en de advocaat Le Quoc Quan. Ze omvatten ook Paulus Le Son, Ta Phong Tan, Tran Huynh Duy Thuc en Nguyen Tien Trung. Ze zitten allemaal lange straffen uit op valse beschuldigingen als subversie, propaganda tegen de regering en pogingen om de regering omver te werpen.

Hun gezinnen worden onderworpen aan intimidatie en lastercampagnes. De moeder van de gevangen gezette blogger Ta Phong Tan pleegde in een daad van wanhoop over de manier waarop haar dochter werd behandeld in 2012 zelfmoord door zich in brand te steken.

Reporters Without Borders vraagt ​​de onmiddellijke vrijlating van de gevangengenomen bloggers en netizens, de opheffing van de censuur en de intrekking van de repressieve wetten die worden gebruikt tegen nieuwsbronnen, met name artikel 88 en lid 1 van artikel 79 van het wetboek van strafrecht.

Help ons om cyber-censuur te bestrijden in Vietnam! Verspreid deze petitie zo breed mogelijk!

Foto: Schermafbeelding van de petitie van Reporters Without Borders voor vrijlating Vietnamese bloggers, 22 augustus 2013.

Vietnam krijgt kritiek voor hoge straffen tegen bloggers

EU’s vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheid Catherine Ashton riep afgelopen maandag de Vietnamese regering op tot onmiddellijke vrijlating van drie bloggers. Wegens ‘propaganda tegen de staat’ zijn ze veroordeeld tot hoge gevangenisstraffen. Ashton spreekt haar bezorgdheid uit en is van mening dat de straffen bijzonder zwaar zijn. Frans Timmermans (PvdA) heeft vandaag kamervragen gesteld aan minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken. Hij vraagt de EU de Vietnamese autoriteiten hierover aan te spreken.

Ook de Amerikaanse regering bij monde van woordvoerder van Buitenlandse Zaken Victoria Nuland sprak afgelopen maandag zorgen uit: ‘We zijn zeer verontrust door de veroordeling van drie Vietnamese bloggers die niets anders lijken te hebben gedaan dan gebruik te maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting‘. En: ‘Activisten straffen die gewoon gebruik maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting is in strijd met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, alsmede de Universele Verklaring Rechten van de Mens‘ zei Nuland. ‘De Vietnamese overheid moet deze drie bloggers vrijlaten, evenals alle gewetensgevangenen en zich onmiddellijk houden aan haar internationale verplichtingen‘, voegde ze toe.

Woordvoerder Lương Thanh Nghị van het Vietnamese ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat de straffen wettelijk tot stand kwamen. Vietnam zou zich aan internationale verplichtingen houden. Rechtbankpresident Nguyen Phi Long zegt dat de bloggers hoge straffen verdienen, omdat ze zich richten tegen de staat.

Nguyễn Văn Hai, bekend als Điếu Cày, werd door een rechtbank in Zuid-Vietnam veroordeeld tot 12 jaar, terwijl de oud-politieagente Tạ Phong Tần 10 jaar kreeg. Phan Thanh Hải die schuldig pleitte kreeg 4 jaar. Ze zijn lid van de door de regering verboden ‘Free Journalist Club‘ en stelden in hun postings corruptie, onrecht en de buitenlandse politiek van Hanoi aan de orde. Điếu Cày riep op tot hervormingen en democratisering. Reporters Without Borders omschrijft de Vietnamese regering als paranoia, repressief  en angstig voor een instorting van het regime. Op de 2011-2102 Press Freedom index staat Vietnam 172ste van 179 landen.

Foto: Affiche ‘Free Him Now’ voor de Vietnamese blogger Nguyễn Văn Hai, ofwel Điếu Cày

Wanneer wordt de snelwegschutter gepakt?

Nederland kent de snelwegschutter en Wenen de Heckenschütze, de scherpschutter. Deze laatste jaagt sinds 25 augustus de Weners angst aan met een luchtdrukgeweer. Het aantal slachtoffers is tot nu toe 21. Ze hebben geen levensgevaarlijke verwondingen, maar blauwe plekken en bloeduitstortingen. Evenals bij de Nederlandse snelwegschutter ontbreken concrete aanwijzingen. In Wenen is in totaal 22.000 euro uitgeloofd voor de gouden tip. In Nederland 10.000 euro.

Er zijn verschillen. In de Oostenrijkse hoofdstad spreekt woordvoerder Mario Hejl van de Weense politie van een bijzonder verraderlijk en laffe misdaad, besonders hinterlistige und feige Straftat. In Nederland verklaart minister Opstelten op 2 september dat er wellicht helemaal geen snelwegschutter bestaat. Ook omdat technisch onderzoek geen enkel spoor opgelevert. Zo zijn er geen kogeltjes of andere projectielen gevonden. Sommigen denken dat deze draai van de KLPD een meesterzet is om de snelwegschutter uit de tent te lokken. Maar da’s drie weken later nog niet gebeurd.

Washington D.C. kende gedurende drie weken in oktober 2002 de Beltway sniper, de ringwegschutter. Er vielen toen 10 doden. De twee daders John Allen Muhammad en de minderjarige Lee Boyd Malvo werden toen opgepakt. Muhammed is in 2009 ter dood gebracht en Malvo kreeg zesmaal levenslang zonder kans op vrijlating. Verschil is dat er in Wenen en Nederland nog geen doden zijn gevallen. Muhammed schoot met een halfautomatische Bushmaster AR-15. Da’s van een andere orde dan een luchtdrukgeweer.

De schutters en de reacties erop leren ons iets over de verschillende landen. In de VS gaat het over leven en dood, geconcentreerd in drie weken, vallen er tien doden, volgt de klopjacht de regels van de thriller met vraag en antwoord-spel en volgt een afronding met een held die het raadsel oplost. In Oostenrijk wordt de mensen schrik aangejaagd, een psychologe geraadpleegd en de premie verhoogd,  maar is er geen sprake van levensbedreigende situaties. En Nederland? Wij weten niet eens of we eigenlijk wel een schutter hebben.