Advertentie roept op tot terugroepen Ruf naar Stedelijk. Welke lobby zit erachter, hoe gewenst en bestuurlijk zorgvuldig is het?

Een groep binnen- en buitenlandse mensen uit de kunstwereld doet een oproep in een advertentie in Het Parool. Ze roepen Beatrix Ruf om op terug te keren naar het Stedelijk Museum ‘vanwege haar artistiek visie‘. Op 17 oktober 2017 kondigde het museum in een persbericht aan dat Ruf had besloten per direct terug te treden als directeur. De oproep is opmerkelijk omdat er momenteel twee onderzoeken lopen naar goed bestuur, transparantie en nevenfuncties, en naar de naleving van de beloningsregelgeving en de Wet Normering Topinkomens. Een persbericht van 18 december 2017 geeft de positie van de Raad van Toezicht: ‘De Raad wil wachten met de benoeming van de nieuwe directie tot na afronding van de onderzoeken en tot na het advies van de Amsterdamse Kunstraad over de positionering van het Stedelijk Museum. Ook de benoeming van een nieuwe voorzitter en een nieuw lid van de Raad van Toezicht zal pas daarna plaatsvinden.’

De advertentie doorkruist willens en wetens deze planning. Vraag is van wie het initiatief komt en of Ruf erin gekend is. De advertentie geeft aan wat er verkeerd is aan het Stedelijk. Lobbygroepen proberen elkaar de loef af te steken en hun gelijk te halen. Daarbij speelt dat ondertekenaars zich ermee profileren en sommigen zich naar voren dringen door alvast voor te sorteren op een terugkomst van Ruf. Of een Ruf-achtige directeur. Bestuurlijk is het onverstandig om op de uitkomsten van de onderzoeken vooruit te lopen. Stel dat Ruf niet ongeschonden uit de onderzoeken komt, dan komt het Stedelijk van de regen in de drup. Ondertekenaars die beter zouden moeten weten beschadigen vooral hun eigen geloofwaardigheid met het lenen van hun naam.

Foto: Schermafbeelding van advertentieRoep Ruf Terug’ in Het Parool, 17 februari 2018.

NRC inventariseert wat er mis is in de directie van het Stedelijk. Maar wat is de dieperliggende oorzaak voor het jarenlang falen?

Het is geen geheim dat het al jaren rommelt in de top van het Stedelijk Museum (SM) in Amsterdam. Het is een slangenkuil. Velen sleuren eraan om het op orde te krijgen, maar dat wil niet lukken. De paradox is dat het SM een roemrijk verleden heeft, maar daar niet de essentie uithaalt voor nu. Het museum loopt over van ambitie en een complex dat ook dat andere gevallen Amsterdamse icoon Ajax teistert. Namelijk zelfoverschatting en een teveel aan goochem. Die grenzeloze ambitie vertaalt zich in de keuze door de Raad van Toezicht van de laatste twee directeuren (Goldstein en Ruf). Die moesten per se buiten de grenzen gevonden worden terwijl geschikte Nederlandse directeuren konden doorschuiven. Met als gevolg dat er directeuren worden geparachuteerd met een netwerk in de internationale kunstwereld of -handel, maar zonder een Amsterdams of Nederlands netwerk. Dit roept de vraag op wie toezicht houdt op de Raad van Toezicht. Daan van Lent en Arjen Ribbens zetten het voor NRC op een rijtje in een eerste artikel van een tweeluik over het museum.

Directe aanleiding voor het tweeluik is het afscheid van zakelijk directeur Karin van Gils die uit nood geboren tijdens het directoraat van Goldstein per 1 januari 2013 tot algemeen directeur werd benoemd. Daarna verscheen nooit een persbericht dat meldde dat ze dat niet langer was. Alleen dat al geeft de chaos, de slechte communicatie, de competentiestrijd in de top en de zorgwekkende rol van de Raad van Toezicht aan.

Van Lent en Ribbens omschrijven het prachtig, maar toch ontbreekt er iets. Wellicht komt dat nog in het tweede deel aan de orden. Wekt het artikel geen valse tegenstelling als het over de koers van het SM zegt: ‘Een breed opererende instelling, die mikt op zo veel mogelijk bezoekers en zo hoog mogelijke eigen inkomsten? Of een museum waarin bezoekcijfers ondergeschikt zijn aan een voortrekkersrol op het terrein van jonge internationale kunst?’ Is dat nou de essentie, de keuze tussen deze twee smaken? Is er niet meer?

Wie teruggaat in de recente geschiedenis van het SM en probeert te achterhalen wat de directeuren Sandberg, De Wilde en Beeren in de gouden tijd (1945-1990) met het SM deden raakt aan begrippen als ‘enthousiasme’, ‘urgentie’, ‘openheid’, ‘midden in de eigen tijd’ en ‘maatschappelijk betrokken’. Uiteraard was dat in een andere tijd met een ander Amsterdam, een ander Nederland, en een minder geglobaliseerde internationale kunstwereld met andere machtsverhoudingen. Toch wordt bij dat verleden onvoldoende aangehaakt. Het is wat anders dan de marketing van Van Gils of de kunstgeschiedenis van Ruf. Of zoals Jan Christiaan Braun of Rob van Koningsbruggen zouden zeggen, de verborgen kunsthandel van Ruf en de Raad van Toezicht.

Anders gezegd, het SM moet teruggaan naar de eigen kern van toen. En daaraan 25% van het DNA van het Van Abbemuseum (politieke urgentie en betrokkenheid), 25% van Boijmans (hoog tempo in de programmering, en dynamiek) en 25% van het Haags Gemeentemuseum (intelligente publieksvoorstellingen) aan toevoegen.

En 19 miljoen euro subsidie per jaar valt uit de toon bij Boijmans en het Haags Gemeentemuseum die het ongeveer met de helft doen en iets minder dan 10 miljoen euro krijgen. Met 19 miljoen is meer te doen. Om te beginnen kan er de trap mee schoongeveegd worden door de Raad van Toezicht aan de kant te zetten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDe twee directeuren van het Stedelijk konden nooit goed met elkaar overweg’ van Daan van Lent en Arjen Ribbens in NRC, 5 oktober 2017.

De verzakelijking van het Stedelijk Museum heeft uiteraard niets te maken met …

Zo op het oog losstaande feiten hebben uiteraard niets met elkaar te maken. Zoals de verzakelijking die zich manifesteert in de band van het Stedelijk Museum (SM) en particuliere betrokkenheid.

Jan Christiaan Braun wijst er sinds 2002 in advertenties en opinie-artikelen in de media op. Dos Elshout zet het op een rijtje in het promotieonderzoekDe Moderne museumwereld in Nederland’ (2015).

De verzakelijking heeft uiteraard niets te maken met het vertrek per 1 oktober 2017 van Algemeen Directeur Karin van Gilst die door het SM in het persbericht over haar vertrek om onduidelijke redenen ‘zakelijk directeur‘ wordt genoemd.

De verzakelijking heeft uiteraard niets te maken met de verbouwing van de benedenzaal voor de vaste collectie die opnieuw vertraging heeft opgelopen, aldus De Volkskrant. Artistiek directeur Beatrix Ruf stelde dat die verbouwing in mei 2017 afgerond zou zijn.

De verzakelijking heeft uiteraard niets te maken met de programmering van Ruf.

De verzakelijking heeft uiteraard niets te maken met de grip op het beleid van Raad van Toezicht, sponsors en de gemeente Amsterdam.

De verzakelijking heeft uiteraard niet te maken met bovenstaande foto die op de trap van het SM is genomen. Modeontwerper Dennis Diem met aan zijn zijde Zofia Hanna ‘in een ontwerp uit zijn laatste collectie ‘Les Antoinettes’’ aldus Stadswild.

Het SM als plek voor leuke dingen heeft uiteraard niets te maken met verzakelijking. Of met een museum dat in de voorhoede van het maatschappelijke of artistieke debat opereert. Kunst als Human Interest en belangrijke bijzaak krijgt in het SM vorm. Als een rechtse hobby.

Foto: Modeontwerper Dennis Diem met aan zijn zijde Zofia Hanna in een ontwerp uit zijn laatste collectie ‘Les Antoinettes’ op de trap van het Stedelijk Museum, zomer 2017.

Stedelijk Museum als oefenstof voor McKinsey. De ultieme mislukking?

Stedelijk-Museum-Amsterdam-Business-Course-19487

Het is u wellicht ontgaan, maar het Stedelijk Museum staat voor een complex vraagstuk dat om een creatieve oplossing vraagt. Dus geen gewone oplossing voor een gewoon vraagstuk, nee, een creatieve oplossing voor een complex vraagstuk. Alsof een vraagstuk niet altijd complex en een oplossing niet altijd creatief is. In de voodoo-taal van de consultancy worden situaties tot problemen, en problemen tot complexe problemen  gemaakt om de urgentie van de consultant te benadrukken. Die de oplossing achteloos in de achterzak heeft zitten. In theorie. Juist omdat deze urgentie in werkelijkheid niet bestaat moet de noodzaak voor ingrijpen in taal gecreëerd worden. Vooral met adjectieven, dat scalpel van de moderne bedrijfsstrateeg dat feitelijk een bot mes is. De toelichting is een voorschot op een niet bestaand probleem dat in de toekomst voor veel geld verkocht kan worden. In een cyclus van overtolligheid en rondpompen van pseudo waarheden.

Van 7 t/m 9 oktober 2015 organiseert strategy consultancybureau McKinsey & Company een uitdagende Business Course voor topstudenten. Tijdens de business course zullen de deelnemers meedenken over de strategie van het Stedelijk Museum in Amsterdam.’ aldus de aankondiging. Het geeft te denken als een organisatie als het Stedelijk Museum onderwerp van een business course wordt. Het is een teken dat het er niet optimaal loopt. Op welk gemis in de directie van het Stedelijk wijst dit? Wat heeft het museum erbij te winnen behalve het verstevigen van de relatie met McKinsey? De strategie van het Stedelijk als oefenstof voor studenten. Arm Stedelijk Museum. Waarom kan het in eigen huis die strategie niet gewoon zelf ontwikkelen?

Foto: Aankondiging van Business Course ‘Studenten denken mee over strategie Stedelijk Museum’.

Gongslag: Stedelijk Museum markeert marketing met Matisse

Klappen voor jezelf. Zo kan het overduidelijk ook. Niets om je voor te schamen. Artistiek directeur van het Stedelijk Museum Beatrix Ruf opent op 26 maart met een gongslag de handel op de Amsterdamse beurs. Dat ter gelegenheid van de opening van de Matisse-tentoonstelling. Hoofdsponsor Rabobank Amsterdam slaat mee. Ruf lijkt er zelf wat beduusd van. Opvallend is dat bij de Engelstalige versie van het filmpje van AEX het algemeen directeur Karin van Gilst is die op de gong slaat. Ach, het dondert niet, een kniesoor die daar op let. Want deze klap is voor het Stedelijk Museum een daalder waard. Da’s de hoofdzaak. Het hoort erbij. Es klappt.

MT500 2014: Genoeg redenen om niet te komen. Over lui denken

C630x400_853cd318b99c5a7f93244fee3ce0dc7a-1393594157

Moeilijk om niet cynisch te worden als iemand hoog opgeeft van managers. Volgens Management Team (MT) zijn Karin van Gilst en Daan Roosegaarde bijzonder. Ze ‘leren je daadwerkelijk anders te denken‘. Een forse claim die om forse bewijsvoering vraagt. Niet niks als iemand je zomaar daadwerkelijk anders leert denken. Hoe vaak in een mensenleven komt dat voor? Hoe maakt MT daarom de claim waar? MT: ‘Niet alleen zijn het zeer inspirerende mensen, ze weten ook precies waar en hoe ondernemingen anders naar hun business kunnen kijken. Aha-erlebnissen en Eurekagevoelens gegarandeerd.’ Maar ‘anders naar een business kijken‘ is iets anders dan iemand ‘daadwerkelijk anders leren denken‘. MT lijkt verstrikt geraakt in eigen luchtfietserij.

De eerste -ironisch bedoelde- zin is  al hilarisch: ‘Kunstenaars en andersdenkenden leiden alleen maar af van je core business.‘ Het moet niet gekker worden: ‘kunstenaars’ en ‘andersdenkenden’ als outcasts voor de moderne manager. Als schrikbeeld of voorbeeld. In een vlot geschreven aankondiging zegt Rob Roelofs dat men niet om MT’s jaarlijkse ‘event’ MT500 heen kan. Alweer een forse claim. Blijkbaar het handelsmerk van MT. Het suggereert dat de bedrijfskunde -of managementwetenschap- toch niet aan bewijsvoering toekomt. Dus MT kan beweren wat het wil. Ongestraft, want alleen managers onder elkaar nemen hun beroep serieus. Critici ervan laten na om met repliek te komen. Want een gelovige die heilig gelooft spreek je evenmin tegen.

Roelofs kabbelt onder omkering van waarden verder zonder iets aan te tonen of te verklaren. Over innovatie (‘een uitgeholde term die door iedere beperkte middlemanager gebezigd wordt‘) of netwerken (‘Handjes schudden, kaartjes uitwisselen, Linkedin-contacten toevoegen‘). Maar wees gerust lezer: ‘Bij MT500 komt de crème de la crème van managend Nederland.‘  Wow, ‘de crème de la crème’. Jammergenoeg ontbreken namen zodat niet duidelijk wordt wie dat dan wel mogen zijn. Concreet wil het maar niet worden. Tja, managers, hè?

Voor elke sukkel die nog niet doorheeft hoe essentieel MT500 is omdat het de bezoeker daadwerkelijk anders leert denken volgt het ultieme argument: ‘MT500 is een live experience waaruit je een jaar later nog kennis en energie put.‘ Tsjonge, hoe is het mogelijk? Alweer een forse claim. Na de les om daadwerkelijk anders te gaan denken en het feit dat men niet om MT500 heen kan, put men een jaar later nog kennis en energie uit MT500.

Ofwel, MT500 als het eeuwigdurende draaiende vliegwiel van de managementwetenschap. Wie intelligent is zou wel gek zijn om niet te komen. Maar wacht even … wat heeft iemand die daadwerkelijk anders heeft leren denken nog te zoeken bij MT500? Want waarom zou zo iemand zich in de kudde begeven om te leren dat kuddedenken gedateerd is? MT500 is de ultieme leugen van onwaarachtigheid voor onnadenkende managers.

Foto: MT500.