Vragen van PvdD Rotterdam: ‘Belasting ontwijken en zich dan voordoen als filantroop’

Zie hier voor schermafbeeldingen van de vragen die op 19 juli 2023 werden gepubliceerd door de gemeente Rotterdam.

De Rotterdamse fractieleider Ruud van der Velden van de Partij voor de Dieren heeft bovenstaande schriftelijke vragen ingediend bij de griffie. Hij verwijst herhaaldelijk naar publicaties in Volkskrant (1 juli 2023; achter betaalmuur) en NRC (16 juli 2023) over de filantropische stichtingen van ‘een vermogende familie die belasting ontwijkt‘. Dat is de familie Van der Vorm.

Van der Velden heeft hierover eerder schriftelijke vragen gesteld, maar zegt de beantwoording ervan door het college ‘nu in beter perspectief‘ te kunnen plaatsen. Verwijzingen naar gemeenteraad.rotterdam werken niet, maar waarschijnlijk verwijst Van der Velden naar de beantwoording van de vragenInvloed filantropie op college‘ op 4 maart 2021.

Van der Velden zet vragen bij de publiekelijke verklaringen van burgemeester Aboutaleb. De burgemeester ziet geen problemen in de belastingontwijking van de Stichting De Verre Bergen en noemt in juli 2023 vragen erover ‘volstrekt irrelevant‘. Hij zegt dat het niet aan hem is om erover ‘een moreel‘ oordeel te vellen.

De strekking van de vragen van Van der Velden gaat verder en verlegt het accent naar het college. Namelijk hoe ‘moreel‘ aanvaardbaar is het van het college inclusief Aboutaleb om geld te aanvaarden van filantropische stichtingen die via fiscale constructies (dividend)belasting ontwijken?

Over directeur Wim Pijbes van de Stichting Droom en Daad stelt Van der Velden ook enkele vragen. Hij wijst erop dat Aboutaleb over Pijbes heeft gezegd dat hij ‘de vernieuwende bril‘ waardeert waarmee Pijbes ‘naar de stad kijkt‘. En voegt Aboutaleb toe: ‘de stad heeft grensverleggende ideeën nodig‘.

Tegelijk lijkt Pijbes het niet zo nauw te nemen met de overheid en de gemeenteraad, zoals uit het artikel in NRC blijkt. Van der Velden over de uitspraken van Pijbes: ‘We achten het voor de gemeenteraad van belang te weten of de gemeente Rotterdam zich inlaat met derden die zich laatdunkend uitlaten over de kwaliteit van democratische besluitvorming.’

Van der Velden wijst ook op de vermenging van ambtenaren en de Stichting De Verre Bergen. Er is sprake van belastingontwijking in het geval van het kapitaal van deze stichting: ‘Met dat kapitaal worden onder het mom van filantropie en zogenoemd voor de ‘goede zaak’ investeringen gedaan in Rotterdam. De investeringen worden besproken in een stuurgroep van gemeenteambtenaren en de stichting. Er worden gemeentelijke doelen mee ondersteund en projecten mee uitgevoerd die tevens onderdeel zijn van het werk van de gemeente.’

In zijn slotvragen vraagt Van der Velden zich af of het voor de gemeente Rotterdam gewenst is om geld te aanvaarden en ‘mede afhankelijk‘ te zijn van ‘kapitaal dat onbelast is, als gevolg van belastingontwijking‘. Dat gaat over de ethiek van het openbaar bestuur.

Hoe de beantwoording door het college ook luidt, het is de verdienste van de artikelen in de Volkskrant en NRC, en deze schriftelijke vragen van Ruud van der Velden dat de Stichting De Verre Bergen en Stichting Droom en Daad in de publieke opinie niet langer onbetwistbaar kunnen claimen aan filantropie te doen. Het nieuwe beeld dat domineert is dat ze op agressieve en ingenieuze wijze aan belastingontwijking doen. Er zit een bittere bijsmaak aan de vorm van filantropie van Van der Vorm. Dat valt nauwelijks nog goed te praten. Niet door Pijbes en al helemaal niet door Aboutaleb.

Twee autochroom glasplaten van Margareta von Österreich-Toskana (1911-1913)

Margareta von Österreich-Toskana, Fotograf am Pordoijoch (Pordoipas), 1911. Collectie: OÖ Landes-Kultur, maar vanwege copyright belemmeringen overgenomen van Europeana.eu. Autochroom Glasplaat.

Het is vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Oostenrijk-Hongarije bestaat nog. Aartshertogin Margareta von Österreich-Toskana trekt met fotoapparatuur door Italië en de dubbelmonarchie. Ze legt zonder dat ze het beseft de laatste vier jaren van de Habsburgse monarchie vast.

Bij de collectie van haar gedigitaliseerde foto’s op de site van erfgoedorganisatie OÖ Landes-Kultur web in Linz staat (vertaald): ‘De unieke bundel autochromen van Margareta van Oostenrijk-Toscane (1881-1965) bevat meer dan 420 foto’s die zijn gemaakt tussen 1910 en 1914. Ze gebruikte het vroege kleurproces van autochrome om stations, scènes en indrukken van haar privéleven vast te leggen. Margaretha van Oostenrijk-Toscane fotografeerde op haar talrijke reizen, portretteerde familieleden en verwanten uit het Huis Habsburg-Lotharingen, (..).’

Margareta von Österreich-Toskana, Straßenszene in Veli Lošinj (Kroatië, toen deel van Hongarije) 1913. Collectie: OÖ Landes-Kultur, maar vanwege copyright belemmeringen overgenomen van Europeana.eu. Autochroom Glasplaat.

Deze foto’s roepen een voorbij verleden op. Met sjieke fotografen die vanaf 1907 tot ongeveer 1932 hun indrukken vastleggen op dat toentertijd nieuwe procedé van (Lumière) autochroom glasplaten. Kleurenfotografie dus. Fotografen lopen in the picture, zoals op de bovenste plaat blijkt. Of hebben bekijks. Twee Kroatische vrouwen zien het nieuwsgierig aan. Met het uitgestrekte Oostenrijk-Hongarije als kruitvat waar iedereen een lont in wil steken. Nog even is het geen oorlog. Nog even.

Rotterdam heeft integriteitsprobleem in contact met filantropische stichtingen Van der Vorm. Gevraagd raadsenquête

Schermafbeelding van deel artikelIn het spoor van de weldoener met 800 miljoen‘ van Joep Dohmen in NRC, 16 juli 2023.

Het is de gemeente Rotterdam die niet best uit het artikelIn het spoor van de weldoener met 800 miljoen‘ tevoorschijn komt. Opgeschreven door Joep Dohmen. NRC deed onderzoek naar belastingconstructies van de filantropische stichtingen van de familie Van der Vorm en doet er verslag van.

Wat voor onregelmatigheden constateert NRC? Het gemeentebestuur verbiedt interne kritiek op de samenwerking met de stichtingen van de familie Van der Vorm, houdt Bibob-onderzoeken tegen, heeft geheim overleg met vertegenwoordigers van deze filantropische stichtingen en geeft ze een voorkeursbehandeling bij verkoop van gemeentelijke panden.

Het gaat in deze kwestie niet om de gulle gever, maar om de ontvanger. Of de ontvangers. Dat zijn allerlei organisaties, maar vooral de sturende rol van de gemeente Rotterdam valt op. Hoewel het de vraag is of het gemeentebestuur nog wel zelf stuurt of zich laat sturen door deze filantropische stichtingen.

Dat alles onttrekt zich aan het democratisch toezicht en zet de raad buitenspel. Ruud van der Velden (PvdD) is het enige raadslid die zich diepgaand zorgen maakt over de hechte band tussen gemeente en de stichtingen van Van der Vorm:

Schermafbeelding van deel artikelIn het spoor van de weldoener met 800 miljoen‘ van Joep Dohmen in NRC, 16 juli 2023.

Het Rotterdamse gemeentebestuur inclusief burgemeester Ahmed Aboutaleb die verantwoordelijk is voor integriteit hebben veel uit te leggen. Of ze daartoe gedwongen zullen worden is echter de vraag. Het is de verdienste van NRC dat dit zichtbaar wordt gemaakt. Deels met nieuwe onthullingen.

Bizar is dat de opstelling van de gemeente in de hechte contacten met deze filantropische stichtingen al jarenlang publiekelijk bekend is, maar er publicitair en politiek geen vervolg aan wordt gegeven. Het valt af te wachten of het artikel van NRC daar verandering in brengt. Of dat het verdwijnt in de Rotterdamse doofpot. Of Rotterdamse desinteresse en apathie.

Kern is hoe ethisch aanvaardbaar het is dat een gemeente privéfondsen aanvaardt die via legale belastingontwijking zijn gevuld. Het wordt er kwalijk op als het Rotterdamse gemeentebestuur onderzoeken tegenhoudt, geheime ambtelijke contacten met vertegenwoordigers van Van der Vorm onderhoudt, gemeentelijke panden onderhands verkoopt en de samenwerking in de publiciteit goedpraat.

Men kan als gemeente fondsen aanvaarden zonder de herkomst ervan goed te praten of transparantie erover te verhinderen. Rotterdam steekt tot nu toe een spaak in het wiel van zorgvuldig bestuur. Rotterdam had uit kunnen leggen dat het het geld van deze stichtingen met tegenzin aanvaardt. Door de omstandigheden gedwongen. Maar dat deed het niet.

Het is een teken aan de wand dat burgemeester Aboutaleb in juni 2023 in een artikel in de Volkskrant zei dat de fiscale constructies ‘volstrekt irrelevant‘ zijn. Tegen NRC komt Aboutaleb daarop terug en zegt nu desgevraagd ‘geen kennis‘ van de constructies te hebben. Aboutaleb lijkt via het hellend vlak moreel naar beneden gegleden. Je kunt dat berekenend en gewiekst noemen, maar ook naïef en onverstandig.

De raad zou via onderzoek moeten beoordelen of het college gewiekst of naïef is. Het probleem is echter dat het dan tegelijk een onderzoek naar de raad zelf wordt. Want de raad heeft jarenlang stilzwijgend ingestemd met de constructies. Het valt te betwijfelen of de gemeenteraad in staat is tot zelfonderzoek en uit de eigen schaduw kan stappen.

Wim Pijbes is een zetbaas met Sinterklaas-achtige allure van een familie van opportunisten die belasting ontwijkt. Zijn soortelijk gewicht is in de publieke opinie onevenredig toegenomen omdat de leden van de familie Van der Vorm communicatie uit de weg gaan. Pijbes is een gladde prater die zich laat zich kennen als anti-democraat die graag belangrijk doet. De paradox is dat hij zegt op te komen voor maatschappelijk-culturele projecten, maar tegelijk de democratische spelregels over inspraak, overleg en machtsdeling ridiculiseert.

Dohmen laat Pijbes aan het eind van het artikel in zijn eigen zwaard vallen. Pijbes zegt: ‘Er valt veel voor te zeggen om alles democratisch te besluiten, maar dan eindigt het toch vaak als een zesje’. Pijbes suggereert voor meer dan een zesje te gaan en de democratische besluitvorming niet al te serieus te nemen. Of te omzeilen. De geheime contacten tussen gemeente en de filantropische stichtingen wijzen daarop.

Het beeld ontstaat dat de gemeente Rotterdam niet zozeer de fout ingaat met het aanvaarden van de schenkingen, maar in het verbergen van de contacten met de filantropische stichtingen. De doofpot wordt bestuurlijk erger dan de zaak zelf.

Transparantie over de contacten met de filantropische stichtingen wordt door het gemeentebestuur bewust afgehouden. Met als enig doel om miljoenen voor projecten binnen te halen. Miljoenen die idealiter via de Belastingdienst bij Rotterdam terecht hadden moeten komen.

Gezien de onregelmatigheden in de contacten met de filantropische stichtingen zou de gemeenteraad een raadsenquête kunnen instellen. Het artikel van NRC en andere publicaties van de afgelopen jaren, zoals van Vers Beton en OPEN Rotterdam lijken voldoende reden voor het houden van zo’n enquête.

Dan kunnen de gemeenteambtenaren die in geheim overleg meewerken aan de constructies opgeroepen worden om gehoord te worden. Dan kan onderzocht worden waarom Bibob-onderzoeken tegen worden gehouden en welke hogere ambtenaren of bestuurders daarvoor verantwoordelijk zijn. Dan kan onderzocht worden waarom de filantropische stichtingen van de familie Van der Vorm niet worden gescreend. Dan kan onderzocht worden hoe de verkoop van gemeentelijke panden aan de filantropische stichtingen is verlopen. Dan kan de rol van burgemeester Aboutaleb als bewaker van integriteit in het gemeentebestuur worden onderzocht.

De landelijke opsporingsdienst FIOD van de Belastingdienst kan aanvullend onderzoek doen naar de belastingconstructies van de familie Van der Vorm om te zien of het allemaal volgens de wet is of er wellicht toch buiten de wet wordt geopereerd.

Wat is de slotsom? De constructies van de familie Van der Vorm scheren langs de rand van de wet. Ze zijn onverbetelijk en niet te corrigeren. Voor de gemeente Rotterdam ligt dat anders. Die heeft zich te houden aan regels van transparantie en goed bestuur. En moreel handelen. Daarin is Rotterdam nalatig geweest.

No Problem (1959)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 4 maart 2012.

In de trailer van Les liaisons dangereuses (1959) van Roger Vadim klinken Thelonious Monk’s hoekige piano en No Problem van Art Blakey. De soundtrack past bij Ascenseur pour l’échafaud (1958) van Louis Malle met Miles Davis en Des femmes disparaissent (1959) van Édouard Molinaro ook met Blakey. Jazz verbeeldde de opstand tegen de orde.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is budpowellheader.jpg
Bud Powell.

In club Saint-Germain spelen op 11 juli 1959 Bud Powell (p), Clark Terry (fl), Pierre Michelot (b), Barney Wilen (ts) en Kenny Clarke (d) No Problem. Sim Copans leidt in. Het trio van Powell wordt met Wilen en Terry tijdelijk uitgebreid om een brede Jazz Messengers sound te krijgen.

Lelijke Festivals: Marcel Westerdiep heeft kritiek op aankleding en inhoud van festivals in Haags Museumkwartier

Post van Marcel Westerdiep op zijn LinkedIn-profiel, 14 juli 2023.

Kritiek op zijn LinkedIn-profiel van voorzitter Marcel Westerdiep van de Haagse Stichting Museumkwartier over de aankleding van festivals met lelijke bouwhekken rond het festivalterrein. Westerdiep ziet ze als belediging voor de omgeving. Hij is directeur van het Escher in het Paleis of beter gezegd, directeur van de Stichting Escher Collectie (zie p. 16) aan het Lange Voorhout dat onderdeel is van het Kunstmuseum Den Haag.

Kern van Westerdieps kritiek is het volgende: ‘Tijd en geld investeren we in meubilair, bewegwijzering, activiteiten die passen bij het gebied etc. etc. Tegelijkertijd blijft de afdeling vergunningen van de gemeente vergunningen afgeven aan evenementen zonder enige eis die recht doet aan de ziel van het gebied. Zelfs niet aan de aankleding van zo’n evenement!‘. Aanleiding voor de kritiek is het bierfestival TAPT, volgens een bericht in het Voorburgs Dagblad.

Westerdiep vraagt zich af of het ‘nou zo moeilijk‘ is voor de gemeente Den Haag ‘om eisen te stellen bij aanvragen voor evenementen‘.

Hij snijdt een probleem aan dat zich in meerdere steden voordoet. Wildgroei van ‘lelijke festivals‘ is een nationaal probleem. Ze krijgen van een niet alerte afdeling vergunningen een vergunning zonder dat er eisen gesteld worden aan de aankleding en inhoud. Of de eisen zijn niet scherp genoeg geformuleerd en de handhaving ervan is afwezig.

Bier-, muziek-, en foodfestivals in de grotere steden zijn niet meer op een hand te tellen. Foodfestival TREK bazuint trots rond: ‘Festival TREK strijkt neer in de acht grootste en mooiste stadsparken van het land!‘. Dat wordt gebracht als prestatie, maar is eerder het omgekeerde. Of iemand moet houden van de braadlucht van verbrand vlees die een week lang in park en buurt blijft hangen.

Een festival kaapt met medeweten van de gemeente een deel van de publieke ruimte. Zonder dat er strenge eisen worden gesteld. Dat laatste is de kern die Westerdiep aansnijdt. Hij is niet tegen dit soort festivals in binnensteden, maar vindt dat er strenge eisen aan gesteld moeten worden. Dat ontbreekt nu. Gemeenten moeten kiezen en zouden moeten stoppen met een ‘twee sporen’-beleid. Dus een buurt upgraden en tegelijk af laten breken door ‘lelijke festivals’.

In het centrum van Utrecht gebeurt hetzelfde op het met het Lange Voorhout vergelijkbare lommerrijke Janskerkhof waar festivals met lelijke bouwhekken de omgeving ontsieren. Waarom laat een gemeente dat passeren? Waarom kunnen deze commerciële festivals die het om omzet en publiciteit te doen is niet verplicht worden om het festivalterrein behoorlijk aan te kleden? Zoals Westerdiep opmerkt.

Ook over de inhoud van deze festivals valt het een en ander te zeggen. Waarom krijgen plat-commerciële festivals een vergunning van gemeenten om de mooiste plekken van een stad tijdelijk in te nemen? Moeten gemeenten zich hier niet op bezinnen? Genotzucht van een minderheid en commercie van de organisator moeten niet vanzelfsprekend exclusieve ruimte verleend worden.

Gevraagd: debat in gemeentebesturen en VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) over de wildgroei van ‘lelijke festivals’ en hoe daar beleidsmatig op geantwoord dient te worden. Het is de verdienste van Marcel Westerdiep dat hij dit onderwerp aan de hand van een Haags voorbeeld heeft geagendeerd.

NOS en Nieuwsuur wijzen uitsluitend naar sociale media als reden voor hetze tegen Kaag. Niet naar rechtse politici en media die de heksenjacht op haar hebben gevoed

‘In 1000 twitterberichten gericht aan Sigrid Kaag kwamen deze termen het vaakst voorbij‘. In artikel ”Terroristenliefje’ en ‘heks’: kritiek op Sigrid Kaag vaak op de persoon‘ van Nieuwsuur, 13 juli 2023.

De NOS was de afgelopen dagen op verschillende media verkeerd bezig over het afscheid van D66-leider Sigrid Kaag. Zelfs het doorgaans journalistiek zorgvuldige Nieuwsuur maakte er een potje van. Het verwees naar ‘sociale media’ die Kaag tot doelwit maakten met beledigingen en bedreigingen. En verder niks.

Dat is echter niet het hele verhaal, zelfs niet het belangrijkste verhaal. De redenen die NOS en Nieuwsuur noemen over de heksenjacht op Kaag zijn zichtbaar onvolledig.

Een redacteur van Nieuwsuur had woordenwolken in kaart gebracht (zie boven) die lieten zien voor wat Kaag op sociale media zoal uitgemaakt werd. Het was een kort, nietszeggend onderdeel dat niets nieuws bracht en geen verbanden legde. Het doofde als een nachtkaars. 

De NOS weet drommels dat de heksenjacht op Kaag op sociale media niet in een vacuüm ontstaat. Dat werd gesuggereerd. Alsof sociale media zichzelf voeden. Nee, ze worden gevoed. In dit geval door rechtse politici en media.

Schermafbeelding van deel artikelAfschuw in Den Haag over reden van Kaags vertrek uit politiek‘ van de NOS, 13 juli 2023.

Nieuwsuur dat altijd naar dwarsverbanden zoekt kijkt deze keer geïsoleerd naar een verschijnsel zonder zich af te vragen wat de oorzaak ervan is. Dat is zo opvallend, dat het de vraag oproept wat Nieuwsuur bezielt. Wat weerhoudt Nieuwsuur ervan om het hele verhaal te vertellen? Komt het onderwerp te dichtbij?

Vele onderzoeken over grensoverschrijdend gedrag op sociale media hebben aangetoond dat het de wisselwerking tussen oude en nieuwe media is die het ongenoegen, de bedreigingen en het complotdenken op sociale media aanjaagt. 

Het is een drietrapsraket. Politici als Wilders of Baudet krijgen in rechtse media ruimte voor hun grensoverschrijdende uitspraken. Deze media zetten soundbites ervan op de eigen sociale media. Die worden vervolgens opgepakt en verder verspreid door rechtse toetsenbordridders.

Ze oriënteren zich op wat gevestigde rechtse media zeggen. Ze geven daar met elkaar hun draai aan. De rechtse media geven legitimiteit aan hun digitale veldtocht. Zonder deze media hebben de toetsenbordridders geen kompas en kunnen ze minder goed opereren en elkaar vinden. In de echokamer van malcontenten resoneert het geluid van rechtse media.

Waarom versimpelen NOS en Nieuwsuur de waarheid over de heksenjacht op Kaag? Rechtse media zoals De Telegraaf met oud-minister Ronald Plasterk, GeenStijl, DDS of het blog van Syp Wynia voedden jarenlang de hetze tegen Kaag. Zie hier mijn commentaar met voorbeelden uit 2021.

Pas door gevestigde media krijgt een hetze vaart. Waarom verzwijgen NOS en Nieuwsuur dit? Het lijkt of ze bang zijn om man en paard te noemen. Durven ze de Telegraaf en andere rechtse media die jarenlang Kaag hebben zwartgemaakt en op haar persoon afgebrand niet bij naam te noemen en aan te spreken op hun gedrag?

Wat meespeelt is dat media beschroomd zijn om elkaar op misstanden aan te spreken. Dat is in de journalistiek not done. Maar als een medium niet durft, dan kan het over een onderwerp beter zwijgen dan er een verkeerd beeld van te scheppen. Nu injecteren NOS en Nieuwsuur het beeld dat sociale media in een vacuüm bestaan en zichzelf voeden. Dat is een fout beeld.

Zo ontstaat niet alleen onvolledige verslaggeving van NOS en Nieuwsuur die de indruk wekt dat durf ontbreekt om door te bijten, maar geven deze publieke media zelfs misinformatie die de nieuwsconsument onvolledig informeert, en op het verkeerde been zet.

NOS en Nieuwsuur doen wat hun verweten wordt door de toetsenbordridders van de sociale media, radicaal-rechtse politici als Wilders en Baudet en rechtse media die niet ophouden om de publieke omroep te framen als links. NOS en Nieuwsuur geven een onvolledig beeld van de werkelijkheid. Door slechte voorbereiding, gemakzucht of lafheid?  

Generaal Popov kritiseert publiekelijk chef generale staf Gerasimov

Het rommelt in de top van het Russische leger. De bevelhebber in de Zaporihzia-regio Generaal-majoor Ivan Popov uitte publiekelijk kritiek op de ondersteuning van de oorlogsvoering door de Defensietop. Die hem vanwege de kritiek schorste, wellicht ontsloeg. Een en ander is nog ongewis.

Het Russische invasieleger zou volgens generaal Popov niet door Oekraïne verslagen worden, maar door de Russische legertop in de rug gestoken zijn. De lezing van Popov is dubieus. Hij heeft geen kritiek op de invasie zelf of op Poetin, maar wel op de manier waarop de oorlog gevoerd wordt. Zie onderstaande video (let op de slechte vertaling).

Popov borduurt voort op de muiterij van Jevgeni Prigozhin. Dat was de top van de ijsberg van het Russische ongenoegen. De ontevredenheid van de Russische commandanten lijkt groot. Prigozjin loopt nog vrij rond, terwijl anderen voor het minste in de gevangenis belanden.

Het vermoeden bestaat dat Prigozjin beschermd is omdat hij belastende informatie over Poetin heeft en dat de Wagner-troepen in Afrika die goud en delfstoffen stelen nodig zijn voor de financiering van de oorlog. In een Russische Federatie waar mede door de dalende inkomsten uit olie en gas een begrotingsoverschot omslaat in een begrotingstekort. Mede door financiële buffers doet dit effect zich pas kennen op de lange termijn. Maar het tekent de problemen voor de financiering van de oorlog.

Vraag is of de oligarchen die om economische redenen een eind aan de oorlog willen hun positie hebben versterkt nu Poetins positie door de muiterij is verzwakt. Hoe dan ook lijken de posities en de onderlinge verhoudingen tussen de belangrijke betrokkenen in politiek, zakenleven, leger en veiligheidsdiensten aan het schuiven te zijn. Waar dat eindigt is onvoorspelbaar. Niet alleen over de vraag wie er aan het langste eind trekt, maar ook wat dat betekent voor de Russisch-Oekraïense oorlog.

Luitenant-generaal Sergei Surovikin die op de hoogte zou zijn geweest van de muiterij van Prigozjin en daar wellicht een actieve rol in speelde is op non-actief gezet door de defensietop. Gevoegd bij het weinig succesvolle optreden van het Russische invasieleger in Oekraïne voedt dat het ongenoegen in de Russische krijgsmacht.

Voor de duidelijkheid, de ontevreden commandanten willen geen eind aan de oorlog, maar een harder en beter gecoördineerd optreden. Dat voedt de speculaties over een coup door het leger en de afzetting van Poetin. Dat vergroot weer de onzekerheid en het onderling wantrouwen tussen de machtigen in de top van de BV Russische Federatie.

Waarom schrijft Rutger Pontzen een recensie over de documentaire ‘Depot – Reflecting Boijmans’?

Schermafbeelding van deel recensie/ column/ opinieVan kritiek of tegenslag geen spoor in documentaire over het Depot Boijmans Van Beuningen‘ van Rutger Pontzen in de Volkskrant, 12 juli 2023.

Kan men een documentairemaker de gekozen invalshoek verwijten? Dat doet de kunstcriticus van de Volkskrant Rutger Pontzen in zijn bespreking van ‘Depot – Reflecting Boijmans’ van Sonia Herman Dolz. Deze documentaire wordt uitgezonden op 13 juli om 22.10 uur op NPO2. 

Pontzen verwijt Dolz een te positieve blik op het onderwerp, de bouw van het Depot van Museum Boijmans in Rotterdam. Het is de vraag waarom Pontzen de vrijheid van Dolz om haar onderwerp te kiezen ter discussie stelt. Zij kiest haar invalshoek en andere regisseurs kiezen bij andere onderwerpen hun invalshoek. 

Documentaires kunnen variëren van een poëtische impressie tot een nauwgezet journalistiek verslag. Het kan allebei. Het een is niet minder dan het ander. Daar denkt Pontzen anders over.

Het zit in Pontzens hoofd hoe het moet en daar baseert hij zijn recensie op. Dat is alsof je het werk van Mark Rothko afmeet aan het werk van Jean-Michel Basquiat. Of in filmtermen, een documentaire van Robert Flaherty aan een documentaire van Laura Poitras over Navalny.

Met zijn veroordeling van Dolz’ invalshoek kiest Pontzen in zijn commentaar zelf een invalshoek die slecht past bij een recensent met een open blik. Hij komt niet met een recensie die streeft naar objectiviteit, maar vestigt de blik op zichzelf met zijn normen en moralisme waar hij Dolz, toenmalig directeur Ex en architect Maas aan afmeet. Interessant voor de Pontzen-kunde, maar waardeloos als onbevooroordeelde bespreking.

Pontzen laat zijn bedoelingen zien door het invoegen van stekelige woorden als ‘omstreden’, ‘ronkend’, ‘charmes‘ (toenmalig directeur Ex) en ‘reïncarnatie‘. Dat oogt kinderachtig en gemakzuchtig. Hij laat zich kennen als hij spreekt over een ‘feelgoodpromotiefilm (..) waarin het duo Ex/Maas een heroïsche status wordt verleend‘. Dat speelt in het hoofd van Pontzen.

Waarom laat Pontzen het er niet bij dat hij het een slechte documentaire vindt? Als dat onderbouwd wordt met filmische argumenten, dan kan een recensent dat doen. Maar zoals steeds in zijn columns maakt Pontzen het onnodig persoonlijk en speelt hij op de man. En de vrouw.

Pontzen raakt in de slotalinea nog verder verwijderd van de documentaire én de werkelijkheid door te suggereren dat Ex vermoedelijk geen camera had binnengelaten in het Van der Steurgebouw. Dat is goedkope retoriek om iemand te associëren met negatieve aspecten. Zo opereert Geert Wilders. Zo’n passage misstaat in een serieuze filmbespreking, zoals veel in Pontzens recensie misstaat.

Waarom schrijft Pontzen zo’n recensie? Waarom blijft hij omkijken in boosheid en moet daar verslag van doen? Hij bevestigt het vermoeden dat hij in zijn columns doet aan creditering van voor- en tegenstanders. Beloning en vergelding. De Volkskrant had beter iemand met verstand van film kunnen vragen voor een recensie van Dolz’ documentaire. Nu is het een verslag over de psyche van Pontzen geworden. Een gemiste kans. Voor iedereen.

Schets in Emmen voor Media Art Museum. Wat moet het worden?

Schermafbeelding van deel artikelPlan voor museum met digitale kunst in Biochron Emmen‘ van Rien Kort op RTV Drenthe, 11 juli 2023.

There we go again. Af en toe duiken er initiatieven op van lokale kunstenaars of kunstminnenden om wat ze een ‘museum‘ noemen in hun woonplaats op te richten. In Nederland dat warempel de hoogste museumdichtheid ter wereld heeft en het bezoek na de jaren van Covid-epidimie een knauw heeft gekregen die nog niet is hersteld. Waar begin je aan?

Nu is er in Emmen een initiatief van de twee kunstenaars Erik Knegt en Annir Sturing om het Museum MAM (Media Art Museum) op te richten. Dat lijkt de voorlopige naam te zijn. 

Vaak lukken die initiatieven niet door gebrek aan maatschappelijk draagvlak, politieke steun of financiering. Of omdat het een slecht uitgewerkte schets is waar niemand op zit te wachten. Toch kan de initiatiefnemers enig lef niet ontzegd worden. Hoewel de vraag is hoe realistisch hun inschatting is over de haalbaarheid. Groot denken is blijkbaar onontkoombaar bij het lanceren van dit soort initiatieven.

Schermafbeelding van deel artikelPlan voor museum met digitale kunst in Biochron Emmen‘ van Rien Kort op RTV Drenthe, 11 juli 2023.

Uit het bericht van RTV Drenthe is onduidelijk of het om een kunsthal, een museum of een toeristische trekpleister gaat. Waarschijnlijk dat laatste. De initiatiefnemers verwijzen naar ‘musea’ in Nederland, Tapei en Tokio. ‘Bewegende beelden in combinatie met geluid dompelen bezoekers daar volledig onder in wonderlijke werelden‘, vat RTV Drenthe samen.

Dat gaat om beleving die door de nieuwe media binnen handbereik is gekomen. Evenementen verkleed als museum lijken een gat in de markt. Daar spelen Knegt en Sturing op in.

Ze komen nog met een ‘volledig plan’ dat ze bij de gemeente Emmen indienen. Uit het bericht in RTV Drenthe blijkt dat een en en ander nog niet uitgewerkt is. Het wordt niet specifiek. Knegt en Sturing verwachten daarna uitgenodigd te worden voor een gesprek. Maar door wie?

Het gemeentebestuur moet voor dat gesprek duidelijkheid proberen te krijgen over wat beide initiatiefnemers voor ogen staat. Dat is van invloed op de vraag uit welk potje de gemeente kan helpen met financiële steun en welke wethouder de gesprekspartner is. 

Een museum dat naast presentatie documenteert, registreert, wetenschappelijk onderzoekt en door aankoop een collectie aanlegt kan in principe een beroep doen op een cultureel potje waar de cultuurwethouder over gaat. Er zullen een of meerdere conservatoren aangesteld moeten worden.

Bij succes kan zo’n museum aanspraak maken om in de landelijke Basisinfrastructuur (BIS) te komen en landelijk structureel subsidie te krijgen. Directeur Harry Tupan van het Drents Museum kan beide initiatiefnemers hier wellicht advies over geven.

Maar een ‘museum‘ dat alleen in naam, maar niet in functie een museum is zal een beroep moeten doen op een economisch of toeristisch potje dat beheerd wordt door de wethouder economische zaken en/of toerisme. Wellicht kan de gemeente zo’n project een start- of ontwikkelsubsidie meegeven om zo’n commercieel project van de grond te helpen tillen. Maar een langlopende bijdrage in de exploitatie lijkt onwaarschijnlijk. 

Als het tot een gesprek komt van een Emmense wethouder met beide initiatiefnemers, dan kan de schets die tegen die tijd hopelijk uitgewerkt is besproken worden. Inclusief het financiële dekkingsplan. Nu maakt de publicatie van RTV Drenthe niet duidelijk waar Knegt en Sturing voor kiezen. Waarschijnlijk voor een commercieel-toeristisch project dat verkleed wordt als museum, maar glashelder is dat niet. 

Vermenging van Thaise, Koreaanse, Chinese en Italiaans-Franse invloeden in non-bericht over culturele toe-eigening: Lisa van Blackpink

De vraag is niet zozeer of ‘Lisa’s Bold Fashion Statement‘ waardering of culturele toe-eigening is, toch een beetje een valse tegenstelling, maar of dit een bericht of een non-bericht is.

Of gaat het om het verzinnen van een controverse met gebruikmaking van sociale media om publicitair te scoren door het merk Bulgari te pitchen? Daar lijkt het sterk op. Een controverse van een kledingmerk die om kleding (attire) draait wijst vooral naar zichzelf.

Het gaat om de van oorsprong Thaise Lalisa Manobal van de Koreaanse pop groep Blackpink die eind juni 2023 een witte satijnen jurk droeg op het Bulgari evenement ‘Serpenti 75 Years of Infinite Tales‘ in Seoul. Lisa is sinds 2020 ambassadeur van Bulgari.

De Thaise Lalisa werkt in Korea als popstar en verhuurt zich als ambassadeur voor een Italiaans-Frans modemerk. De culturele vermenging die in Lisa gepersonifieerd wordt is groot.

Lisa zou vervolgens in haar jurk op het Bulgari-evenement oneigenlijk hebben geleend van de Chinese cultuur. Alsof het dragen van een satijnen jurk voorbehouden is aan Chinese vrouwen. Het gaat werkelijk nergens om.

Het bericht zet vage termen bij elkaar en probeert er een controverse uit te destilleren. Opwinding en aandacht verzekerd.

Dat alles geïnitieerd door de publiciteits- en marketingafdeling van Bulgari. Dat is dubieus omdat het een fout beeld geeft van het serieuze politiek-culturele onderwerp culturele toe-eigening. Waar geen grenzen aan behoren te zijn. Lokale apartheid van cultuur is een conservatief achterhoedegevecht in reactie op het globalisme. Uit commerciële overwegingen vertroebelt Bulgari het debat en voedt dat conservatisme.

De multiculturele Lisa is een door Bulgari slecht gekozen vehikel om te scoren met deze zogenaamde controverse over culturele toe-eigening. Het is een non-bericht waarmee Bulgari voorbijgaat aan wat er leeft in de samenleving. En dan vooral in Oost-Azië.

De opgeklopte controverse is wel effectief. Want het verzekert Chinese aandacht. De Chinese markt die belangrijk is voor Bulgari en holding LVMH. Missie geslaagd ten koste van de zorgvuldigheid en kiesheid van het politieke debat.