Tennis in Suriname (1931-1950)

QQ-30.037.0003‘, 1931-1950. Suriname. Collectie: University of Southern California. Libraries; deelcollectie Basel Mission.

Op deze foto’s wijden missionarissen van de Zwitserse evangelische Basel Mission zich aan tennis. Op een tennisbaan in Suriname. Op de onderste foto is niet duidelijk waarom de persoon rechts op de grond zit. Dat blijkt pas uit de onderste foto. Het is een ballenjongen.

De onderste foto krijgt in de beschrijving het steekwoord ‘domestic servant m’ mee. Niet op voorhand is duidelijk wie ermee bedoeld wordt. Wie is de mannelijke huisbediende? Is dat een van de twee mannen links en de man rechts? Ze zouden van Indiase herkomst kunnen zijn.

Maar zijn het huisbedienden of kennissen? Zijn ze door de missionarissen opgetrommeld om mee te spelen? Maar voor een dubbelspel zijn toch niet meer dan vier personen nodig? Vooral de tweede man van links lijkt zich slecht op zijn gemak te vinden. Is hij de huisbediende? Wie van de zes?

Oude foto’s zijn soms een zoekplaatje.

QQ-30.037.0004‘, 1931-1950. Suriname. Collectie: University of Southern California. Libraries; deelcollectie Basel Mission.

Gedachten bij foto ‘Groepsfoto van de familie bij het vertrek van pater A. Dupont naar de missie op Flores’ (1953)

Groepsfoto van de familie bij het vertrek van pater A. Dupont naar de missie op Flores, 1953. Collectie: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch.

Dit zijn de Aardappeleters van Vincent van Gogh. Met het verschil dat het niet 1885, maar 1953 is en er aan tafel en onder de lamp geen aardappels worden gegeten, maar Gods woord. Dat is eten met de mond dicht, maar de geest open. Ofschoon dat laatste niet te controleren valt.

Dit is een typische foto van het toenmalige Rijke Roomse Leven in Nederland. Dat vooral in Brabant en Limburg opgang maakte. De oudste zoon wordt missionaris in een gebied overzee om de blijde boodschap te verspreiden. Hij neemt in dit tafereel een centrale plaats in.

De jonge pater A. Dupont met kruis op de borst neemt afscheid van zijn familie voor zijn vertrek naar het Indonesische Flores in voormalig Nederlands-Indië. Tot 1859 was dit eiland Portugees, vandaar waarschijnlijk de opvatting dat de rooms-katholieke missie er goede grond kan vinden.

Iedereen kijkt ernstig met de lippen strak op elkaar. Bewust van het gewicht van de situatie. De meesten ontmoeten direct de blik van de fotograaf van persbureau Het Zuiden. Wat anders in zo’n kleine kamer?

Het interieur bestaat uit solide stoelen à la Hendrik Wouda, het typische Smyrna-achtige Desso-tafelkleed, het toestel van de radiodistributie en de lamp boven tafel. Dat is het Nederland van voor de welvaartsgolf van de jaren 1960.

Uit de gezichten met de ronde neuzen valt het gezin Dupont af te leiden. Zo te zien twee zonen en drie dochters. De koude kant poseert zoals het hoort. Klik.

Gedachte bij lantaarnplaat ‘Victim of Congo atrocities, Congo, ca. 1890-1910’

Victim of Congo atrocities, Congo, ca. 1890-1910.’ Collectie: Centre for the Study of World Christianity.

Wreedheden zijn van alle tijden. Het verbaast als iemand beweert dat de huidige tijd nog nooit zo chaotisch, verwarrend of gewelddadig is geweest. Dat is in strijd met de kennis over het verleden.

Toen was vaak een mensenleven niets waard. Het werd uitgewist zonder dat het op sociale media werd genoemd. Hoewel publiciteit toen ook al een rol speelde om onrecht aan de kaak te stellen, zoals deze foto uit Congo van rond 1900 toont.

Het bijschrift bij deze foto is onbewust pijnlijk als het zegt (vertaald): ‘In 1895 hoorde Dr. Harry Guinness uit de eerste hand getuigenverklaringen van amputaties, en raakte betrokken bij de zaak om een einde te maken aan de wreedheden op de plantages, door zich in 1904 aan te sluiten bij de Congo Reform Association. Internationale interventie dwong Leopold II om in hetzelfde jaar af te treden, en hoewel hervormingen begonnen onder zijn opvolger, Albert, zou de verandering in de rubberplantages enige tijd niet van kracht worden.’

Het bijschrift geeft duidelijkheid van wat we zien (vertaald): ‘Zwart-witte lantaarnplaat met een mannelijke missionaris van de Congo Balolo Mission die de arm van een Congolese man vasthoudt. De missionaris is waarschijnlijk de heer Wallbaum, die een licht safaripak en een tropenhelm draagt, en de Congolese man draagt een lendendoek. De missionaris houdt de arm van zijn metgezel bij de elleboog omhoog en wijst naar de ontbrekende hand van de Congolese man.’

Wreedheid, onmenselijkheid, sadisme, onbeschaafdheid, losbandigheid, smeerlapperij is van alle tijden. We zien het nu weer opduiken in Oekraïne waar het Russische leger zich beestachtig misdraagt. Een gedisciplineerd, doelmatig leger is anders. Mensen kwellen elkaar.

Hoewel van wilde dieren wordt gezegd dat ze hun prooi doden voor voedsel en niet uit genot onnodige slachtoffers maken. Ook omdat ze hun lopende voorraadkast niet willen aanspreken als het niet nodig is. Dat doen mensen wel. Dat is onredelijkheid die verder gaat dan het te behalen doel. Het doel verdwijnt uit zicht als de onredelijkheid uitgelegd wordt als redelijkheid.

Rechtvaardiging van onrecht bestaat alleen in de geest van demonen, bloedhonden en kwelgeesten. Of ze nu Attila de Hun, Leopold, Stalin, Hitler, Mao of Poetin heten. Ze zijn van alle tijden. Helaas.

Gedachte bij de foto ‘Remorqueur dans le port de Beira’ (1947-1950)

Emile Kaltenrieder, ‘Remorqueur dans le port de Beira‘, 1940-1950. Collectie: International Mission Photography Archive, ca.1860-ca.1960.

Een sleepboot in de haven van Beira, Mozambique. Het is tussen 1947 en 1950. De protestante Zwitserse missionaris Emile Kaltenrieder die van 1947 tot 1965 in Beira was gestationeerd is de fotograaf.

Meer valt er niet over te zeggen. Ja, Beira was ooit een Arabische nederzetting. Ja, allerlei internationale katholieke en protestante bewegingen waren werkzaam in Mozambique onder het Portugese bewind dat in 1975 eindigde. Missionarissen maakten foto’s tijdens hun reizen.

De compositie wordt omkaderd door schepen. Ze liggen op de rede. Rook komt uit de schoorsteen van de sleepboot die waarschijnlijk vracht vervoert die uit het linkse vrachtschip is gelost.

Het is een gewone momentopname van een Zwitserse missionaris. Wordt hij geïmponeerd door de zee, de vergezichten. de geluiden, de oliestank en het geheel dat hij niet van huis uit kende? Het kan, we kunnen het alleen maar vermoeden. Toch een typische foto die niet raar of vreemd aandoet, maar kenmerkend is omdat het varieert tussen excursie en expeditie. De missie van een Zwitserse missionaris verdwijnt gedeeltelijk achter dit beeld en dat toont zijn menselijkheid.

Gedachte bij de foto ‘Weihnachtsfeier in der Faktorei Bonaku (Kam.). Miss. K. Fuchs, Besuch, Miss. K. Hoffmann. Faktorist v. d. Gesellsch. Nordw. Kam’ (1900-1904)

Johannes Leimenstoll, ‘Weihnachtsfeier in der Faktorei Bonaku (Kam.). Miss. K. Fuchs, Besuch, Miss. K. Hoffmann. Faktorist v. d. Gesellsch. Nordw. Kam.‘, 1900-1904. Collectie: International Mission Photography Archive, ca.1860-ca.1960.

Deze foto is niet zozeer een blijk van culturele toe-eigening, maar van het omgekeerde daarvan: cultureel imperialisme. Het is opvallend dat het hedendaagse debat over identiteit, witte dominantie en etnische minderheden zich concentreert op het verbod, of de claim op het verbod, om elementen van een cultuur door leden van een andere cultuur over te nemen.

Dat kan positief met een beroep op zelfbescherming gezien worden als een logische stap van etnische minderheden in de strijd om emancipatie en gelijkwaardige behandeling. Negatief wordt het beschouwd als een rem op de individuele vrijheid en de expressie van kunstenaars en is het een teken van nieuwe apartheid door vanuit een defensieve reflex nieuwe grenzen op te richten.

Feitelijk is wat er op deze foto uit Kameroen van rond de vorige eeuwwisseling valt te zien bedenkelijker dan culturele toe-eigening zoals dat in het huidige debat wordt opgevat. In dat laatste valt immers ondanks alle kritiek waardering voor een andere cultuur te herkennen, al is het volgens de beschermers ervan door ontlening, kopiëren, jatwerk of verdringing.

Kameroen was tot 1914 een Duitse kolonie en de kolonisator exporteerde de Duitse cultuur, ‘Duitsheid’ en het christendom naar dit West-Afrikaanse land vlak boven de evenaar. ‘Weihnachten in Kamerun‘ is daar het resultaat van. Twee Duitse missionarissen en hun bezoeker in het midden vieren kerstmis. In de titel worden de drie zwarte personen niet genoemd.

Cultureel imperialisme steelt niet van andere culturen, maar legt via dwang een andere cultuur een dominante cultuur op die vreemd is. Dat leidt tot een kerstboom in de tropen die door de kolonisator via instituties als missionarissen als normaal wordt opgelegd. Het is voor de gedomineerde cultuur een kwestie van aanpassing en overleving om hierin mee te gaan. Tegenwoordig zouden we in negatieve zin spreken over de lange arm van het christendom.

NB. De collectie van de internationale missie die is opgenomen in de Digitale Bibliotheek van de University of Southern California is een goudmijn met foto’s uit de periode 1860 tot 1960 over het cultureel imperialisme dat via missionarissen en christendom aan andere volkeren werd opgelegd.