KPN stopt doorgifte van TV5. Waarom dat zo is wordt niet helder

Als abonnee van KPN-dochter xs4all kan ik sinds 1 juli TV5 niet meer ontvangen. KPN heeft de doorgifte ervan gestaakt. Overigens juist op het moment dat de altijd actieve Franse taal- en cultuurpolitiek zich via TV5 richt op het Nederlandstalige taalgebied en programma’s Nederlands ondertitelt. TV5 is ingewisseld voor France 2 zo geeft KPN aan. Het waarom van de omwisseling is onduidelijk en kan KPN niet goed uitleggen.

Halszaak is het niet, maar als liefhebber van de Franse taal en cultuur en van Franse films ben ik bang dat dit besluit van KPN voor iets anders staat. Namelijk voor eenheidsworst, het verdringen van het minder gangbare, doorgaande verengelsing, en de fragmentatie van de samenleving die verwordt tot een echokamer waar tegengestelde meningen elkaar niet meer treffen. De ambitie van de publieke omroep met broadcasting wordt opgegeven en burgers worden door commerciële aanbieders  gereduceerd tot consumenten en opgesloten in hun reservaten van narrowcasting. Dat is geen kijken meer, maar nakijken. Mijn reactie op een forum van KPN:

Waarom KPN precies kiest voor het inwisselen van TV5 door France2 heeft het me niet duidelijk kunnen maken. Ik ben abonnee bij KPN-dochter xs4all en ontvang net als klanten van KPN en Telfort geen TV5 meer. Dat betreur ik.

Ik begrijp dat veranderingen soms nodig zijn. De selectie van programma’s verandert continu omdat het aanbod en de vraag veranderen. Daarom kan ik het billijken als er een zender voor een groeiende etnische bevolkingsgroep of een populair geworden themazender bijkomt. Daarin moeten kijkers flexibel zijn.

Ik begrijp echter niet waarom een kwalitatief hoogwaardige zender als TV5 die ook nog eens geld investeert in het Nederlandse taalgebied door Nederlandse ondertiteling aan te bieden door KPN uit het pakket wordt gehaald. TV5 biedt klassieke Franse films die nergens anders op het open net te zien zijn, reisprogramma’s en programma’s over Frankrijk en de Franse cultuur wereldwijd.

In het basispakket is TV5 slechts min of meer vergelijkbaar met ARTE dat in Utrecht waar ik woon de Duitse versie doorgeeft. Niet Nederlands ondertiteld overigens. Van de tientallen zenders in het basispakket zijn TV5 en ARTE de enige zenders die een kunstzinnig, cultureel en cinematografisch geïnteresseerd publiek redelijk weten te bedienen. Trouwens ook met nieuwswaardige documentaires die achtergrondinformatie geeft die verder gaat dan het journaal van de dag.

Men kan kunst en cultuur niks vinden en zweren bij sport, nieuws en amusement, maar de kern is dat op een totaalpakket van tientallen zenders TV5 met ARTE unieke programma’s biedt die in het basispakket nergens anders te zien zijn.

De programmacommissie van KPN moet met het oog op uniciteit, bereik en haalbaarheid een evenwichtige afstemming binnen het basispakket tussen allerlei interesses, doelgroepen en thema’s in de gaten houden en optimaliseren. Dat is schipperen, wikken en wegen. De vraag is overigens ook welke deskundigheid in de programmacommissie van KPN die gaat over de selectie en doorgifte van zenders aanwezig is. Welke inhoudelijke expertise op het gebied van Theater-, Film- en Televisiewetenschap is bij KPN verzameld om een evenwichtige – en programmatisch-inhoudelijke – afweging mogelijk te maken? Zonder antwoord blijft de twijfel bestaan dat die expertise ontbreekt.

De vraag die dan ook gesteld dient te worden is wat het niet meer doorgeven van TV5 voor de uniciteit van het basispakket betekent. De aanvullende vraag is of de programmacommissie zich dat bij haar besluit voldoende gerealiseerd heeft of pas achteraf tot het volle besef is gekomen wat het gedaan heeft. Wellicht omdat het enkel en alleen heeft geredeneerd vanuit het bereik en de commercie. Als dat zo is, dan dreigt waarschijnlijk ARTE het volgende slachtoffer van deze manier van denken te worden.

KPN zet dus om vooralsnog onduidelijke redenen een streep door de doorgifte van TV5. Men zou bijna denken dat het de klanten die in kunst en cultuur geïnteresseerd zijn niet belangrijk genoeg vindt en afschrijft. Ik wil graag geloven dat dat zo niet is, maar KPN weet sterk de indruk te wekken dat het uit de kijkcijfers de kwaliteit denkt te kunnen afleiden.

Het gaat er niet om om France 2 te bekritiseren. Die zender zal ongetwijfeld ook fans hebben. Het is de grootste Franse publiekszender met veel sport, informatie en amusement. Maar het springende bezwaar is zoals gezegd dat dat soort zenders met opnieuw de Tour de France, het WK Voetbal of Roland Garros al ruimschoots in het basispakket vertegenwoordigd zijn. Journaals van France 2 geeft TV5 trouwens ook door. Kortom, France 2 is minder uniek dan TV5. Dus dat roept alleen nog maar meer vragen op over de meerwaarde van de omwisseling.

Ik blijf dus met de onbeantwoorde vraag zitten wat nou de exacte reden voor KPN was om TV5 uit het pakket te gooien. Was dat om commerciële, inhoudelijke, technische of andersoortige redenen?

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTV5MONDE BETREURT BESLISSING KPN STOPZETTEN DOORGIFTE’ op MediaMagazine.nl, 24 mei 2018.

Zomerprogrammering van publieke omroep met detectives en voetbal is de ambitie voorbij. Waar laat dat de weetgrage kijker?

Update 28 juni 2018: De NPO zet de bijl in de journalistieke programma’s, aldus een bericht in NRC. Er is veel verzet tegen. Programmamakers en kijkers vragen zich af of de NPO gek geworden is. Het ondubbelzinnige antwoord is ‘ja’. Want hoe dwaas is het om te snijden in programma’s zoals ‘Andere Tijden’ of ‘Tegenlicht’ die de publieke taak het best belichamen? Deze politiek van de omroepen roept een variant op de boutade over Frankrijk in gedachten: ‘Een mooi land, maar jammer dat er Fransen wonen’. Zo is het ook met de omroep. ‘Een mooi omroepbestel, maar jammer dat omroepbobo’s er zich mee bemoeien’. Het wordt onderhand de hoogste tijd voor zowel de Haagse politiek als de samenleving om serieus na te gaan denken over het optuigen van een nationale omroep en het opheffen van de omroepen op levensbeschouwelijke grondslag. Het is een achterhaald zuilensysteem dat elders in de samenleving terecht allang verdwenen is. In een serieus en kwalitatief hoogstaand omroepbestel moeten programma’s centraal staan en niet de belangen van omroepen. 

Er moet me iets van het hart over de zomerprogrammering van de publieke omroep. Maar het is als de klacht van een niet-gelovige die zich verbaast over het gebrek aan democratisering en redelijkheid van religieuze organisaties. Dat heeft iets schijnheilig en dubbeltongig. Want ik kijk nauwelijks naar de programma’s op NPO 1, 2 en 3. Actualiteitenrubriek Nieuwsuur en VPRO’s Tegenlicht en reisprogramma’s (Ruben Terlou, Thomas Erdbrink, Stef Biemans) zijn de enige programma’s die ik regelmatig zie. Bij een andere programmering zou dat echter best kunnen veranderen. Maar die verandering zit er voor mij deze zomer niet in, en overigens evenmin in de herfst, winter en lente. Maar in de zomer zet Hilversum de eigen gemakzucht zelfs nog in een hogere stand. Iemand die niks met sportprogramma’s en detectives heeft wordt de zenders afgejaagd.

Want wat is het geval? Op NPO 1 worden van 14 juni tot 15 juli alle wedstrijden van het WK Voetbal in de Russische Federatie uitgezonden. Dat zijn 63 wedstrijden van minimaal 90 minuten. Als daarbij alle voor- en nabeschouwingen en herhalingen opgeteld worden, dan telt dat op tot zo’n 100 uur wedstrijden en tientallen uren beschouwingen. Dat terwijl het Nederlands elftal niet meedoet omdat het zich niet wist te kwalificeren.

Men zou denken dat kijkers die niet van deze tsunami aan voetbalwedstrijden, voetbalbeschouwingen en voetbalnieuws houden een alternatief moet worden geboden. Dat gebeurt ook op NPO 2, maar dat alternatief is niet aanvullend aan voetbal, maar er min of meer een duplicaat van. Ofwel, de consumptie van uren voetbal wordt herhaald met de consumptie van uren detectives. Dat is merkwaardig, want hiermee wordt de weetgrage en nieuwsgierige kijker die geprikkeld wil worden en smacht naar kennis en nieuwe impulsen in de steek gelaten. Door de programmering kiest de publieke omroep voor coma, apathie en onzelfstandigheid.

Van 15 juni tot 15 juli zendt KRO-NCRV namelijk elke avond een detective uit op NPO 2 tijdens de Detectivemaand die deze omroep eens in de twee jaar presenteert. Zoals gezegd, als alternatief voor de grote voetbaltoernooien. In NRC zegt inkoopster Mignon Huisman van KRO-NCRV in gesprek met Wilfred Takken: ‘De gedachte was: mannen voetbal, vrouwen detectives. Maar ongeveer 40 procent van onze kijkers is man’. 

In deze constatering van Huisman komen vier misverstanden samen, hoewel het mogelijk is dat ze beter weet dan wat ze publiekelijk zegt, maar dat toch naar buiten brengt om het gemakzuchtig denken in formats van Hilversum, kijkcijfers, het kostenaspect (‘inkopen’) en gebrek aan creativiteit aan het zicht te onttrekken. Ten eerste dat detectives een alternatief voor voetbal zijn. Ten tweede dat programmering volgens een man/vrouw-verhouding bestaat en niet rolbevestigend en gedateerd is. Ten derde dat de uitzending van een grote hoeveelheid voetbal- en sporttoernooien beantwoord moet worden met een grote hoeveelheid van meer van hetzelfde van een ander genre. Ten vierde dat uit het feit dat in de zomer de omroepen zich in een vakantie-modus zetten dit betekent dat ook de kijkers van juni tot september met vakantie gaan.

Vraag is dat als Britse en Scandinavische detectives dat niet zijn, wat dan wel een goed alternatief voor voetbal is. En dan niet beredeneerd vanuit het commerciële belang van de publieke omroep (reclame inkomsten) of de profilering van de afzonderlijke omroepen, maar vanuit het belang van de kijker. Als het WK Voetbal, Wimbledon of de Tour de France op de publieke omroep in de zomer nou eenmaal tot in de kleinste details moeten worden uitgezonden, wat is dan het alternatief die de niet-sport liefhebbers optimaal bedient?

Te denken valt aan het uitzenden van registraties van podiumkunst (muziek, dans, toneel), klassieke, niet-Engelstalige films, informatieve programma’s (nieuws- en reisprogramma’s, documentaires, programma’s over geschiedenis) of kostuumdrama’s. Amusements- en showprogramma’s die de platheid ontstijgen worden door de publieke omroep vanwege het kostenaspect hoe dan ook nog nauwelijks uitgezonden. Praat- en realityprogramma’s zijn het hele jaar al overvloedig te zien en kunnen in de zomer opgeschort worden.

Mijn verlanglijstje zou de volgende elementen kunnen bevatten die beter aansluiten bij de sfeer van de zomer en de behoefte van de kijker dan de ‘alternatieve’ detectives die de geest niet prikkelen of intelligent onderhouden, maar dempen en in de slaapstand zetten. Het is een programmering met een jaarlijkse cyclus: 1) een filmcyclus van de melancholische Italiaanse regisseur Valerio Zurlini, 2) de beste documentaires en dramaseries van het afgelopen jaar van de Europese publieke omroepen via de EBU (bewerkt en met Nederlandse voice over of ondertiteling); 3) de beste documentaires en dramaseries van het afgelopen jaar van ARTE (bewerkt en met Nederlandse voice over of ondertiteling); 4) geschiedenisprogramma’s zoals The Vietnam War die de Vlaamse VRT wekelijks uitzendt (bewerkt en met Nederlandse voice over) of 5) registraties van podiumkunst waar Nederland in uitblinkt (experimentele en geïmproviseerde muziek, dans, opera, jeugdtheater) zoals de uit het publieke bestel verbannen Concertzender dat voor de radio met muziek doet.

Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Met als neveneffect het verstevigen van de nationale identiteit op natuurlijke en niet geforceerde wijze. Media kunnen een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat kunst, films of documentaires de kijker een spiegel voorhouden en tot nadenken aanzetten. Dat is in Nederland uitzondering geworden. Nederland mist de vanzelfsprekende, positieve grondhouding tegenover kunst. De zomerprogrammering van de publieke omroep met sport en detectives is daar een akelig herkenningsteken van. Feit dat daar niet eens meer kritiek op komt geeft aan hoever de ambitie van de publieke omroep gedaald is en hoe normaal Nederlanders dat zijn gaan vinden.

Foto 1: Schermafbeelding van een still uit en de aankondiging van ‘The Lovely Month of May; A Documentary by Chris Marker and Pierre Lhomme’ door ARTE.

Foto 2: Schermafbeelding van de aankondiging van een uitzending van de Britse detective Grantchester door KRO-NCRV.

Wie heeft de controle over Interpol? Documentaire toont bederf en machteloosheid van de wereldpolitie

Uit de Franse documentaire ‘Interpol, une police sous influence?’ (Duitse titel: ‘Interpol – Wer kontrolliert die Weltpolizei?’) van Samuel Lajus blijkt dat de grootste boef Ron Noble is. Opvallend is dat de Amerikaan Noble van 2000 tot 2014 secretaris-generaal van Interpol was. De hoogste baas. Er blijkt iets fundamenteel fout te zitten bij deze internationale politie-organisatie met het hoofdkantoor in het Franse Lyon. De documentaire is gebaseerd op jarenlang onderzoek van de onderzoeksjournalisten Mathieu Martinière en Robert Schmidt.

Probleem is dat Interpol met 50 miljoen euro te weinig budget had om doelmatig te opereren en Noble daarom samenwerking aanging met private partijen, zoals wereldvoetbalbond FIFA, tabaksfabrikant Philip Morris of de farmaceutische industrie de Dolder Group. Interpol verbond zich aan de duivel, werd kwetsbaar en verloor aan eigen onafhankelijkheid. Het wordt gestuurd door deelbelangen. En als de samenwerking met bedrijven op een laag pitje wordt gezet, dan zijn er nog landen als Singapore of Qatar die zich inkopen in Interpol. En er hun belangen veiligstellen. Feitelijk wordt de bestrijding van cybercrime uitbesteed aan de Amerikaanse techbedrijven. Tekenend is de reactie van Kris d’Hoore die bij Interpol verantwoordelijk is voor een zorgvuldige procedure (due diligence). Zijn machteloosheid tekent de machteloosheid van Interpol. Uit deze documentaire blijkt dat Interpol een machteloze en gecorrumpeerde organisatie is. Het moddert door. 

Schandaalbank HSBC, de gangsters van financiën

Iedereen die geïnteresseerd is in economie en de opkomst van China, de bankensector en de verwevenheid van politiek met de bankensector moet de documentaire Die Skandalbank/ Les gangsters de la finance (HSBC – Gangsters of Finance) van Jérôme Fritel voor Arte France over de Britse bank HSBC zien. Deze machtigste Britse bank is groot geworden in Hongkong en biedt toegang tot het Westen voor China, en omgekeerd. Daarbij dreigt het niet alleen extra corruptie en een foute belastingmoraal naar het Westen te halen, maar ook de instabiliteit van de Chinese bankensector. Dat kan de Westerse economie bij een volgende economische crisis nekken. HSBC is de spreekwoordelijk bank die te groot is om te worden aangepakt, too big to jail. Bankiers van HSBC ontspringen de straf die ze verdienen. Schandalen in de VS of Zwitserland wist de bank door politieke druk te neutraliseren. De documentaire moest het doen zonder medewerking van HSBC die de bank weigerde. Een oplossing biedt de documentaire niet. Het schetst het probleem van een almachtige bank die zich onaantastbaar heeft gemaakt en politici heeft opgekocht. Nationale overheden hebben het nakijken.

Tot 11 februari 2018 is hier op Arte een Engels ondertitelde versie te zien.

Het verkouden woord van CNN

Attraper un rhume, to catch a cold, kou vatten zijn uitdrukkingen die nauw letten. Het juiste werkwoord past alleen bij het juiste naamwoord. Zoniet, dan vat het woord kou. Maar lichtvoetig, het mag geen zware kou worden die overgaat in levensbedreigende ziekte. Hoe dat eruitziet toont onderstaande bewerking. Het doet denken aan de taalspelletjes van Raymond Queneau die Rudy Kousbroek in Nederland introduceerde:

Ook ik zie nooit de vijver CNN. Desalniettemin zie ik stedelijk minder televisie. Slechts Arte, BBC, Canvas en Nederland 2. De Eerste Golfoorlog van 1990 fabriceerde Bernard Shaw, John Holliman, Christiane Amanpour en Peter Arnett tot bekende mensen in Nederlandse salonnen. Teruggezien is hun onafhankelijke stelling wonderbaarlijk. Genoemd de Nieuw-Zeelander Arnett ging zijn eigen overloop.

De opvliegers van CNN pasten in een era van grensoverschrijding. Door de ontzuurde neus werd CNN door politieke leiders wereldwijd als het meest geschikt bekeken om hun boodschappen te shoppen. Geloofwaardige eigen zenders ontremden nog. Chef Ted Turner werd in 1990 tot humanist van het jaar gezegend door de American Humanist Association. Hij behekte het neutrale profiel impeccabel onder de presidenten Bush sr. en Clinton. Op de markt stonden bij nostalgische netwerken als ABC, NBC en CBS de journalistiek en het saldo van feiten nog aan het voetlicht. Ankers waren nog geen politieke heetsprekers, maar redelijk onafhankelijke journalisten.

Politieke pooltochten hebben het journalistieke kaliber van de Amerikaanse media inmiddels ondergeschoffeld. Media hebben zich tot deel van de politieke match laten maken. Het wegblijven van kritiek tijdens de eerste trekking van Bush jr. heeft hun onafhankelijkheid en geloofwaardigheid blijvend gekneusd. Hun oude dikke buiken waren stuk. Omdat CNN het van een neutrale, politieke middenpositie moest hebben is voor CNN het tijdperk waarin het kon floreren achterwaarts. CNN is nostalgie. Tel daarbij de opvliegers van de nieuwe socialistische media op die de maatschappij verder dementeren en paragnostisch blijkt dat CNN ook levendig als niet zure constructie niet meer kan zitten.

Bewerking van: Ook ik kijk nooit meer naar CNN. Sowieso kijk ik steeds minder televisie. Alleen wat Arte, BBC, Canvas en Nederland 2. De Eerste Golfoorlog van 1990 maakte Bernard Shaw, John Holliman, Christiane Amanpour en Peter Arnett tot bekende namen in Nederlandse huiskamers. Achteraf gezien is hun onafhankelijk opstelling wonderbaarlijk. Met name de Nieuw-Zeelander Arnett ging zijn eigen gang.

De opkomst van CNN paste in een fase van internationalisering. Door het neutrale profiel werd CNN door politieke leiders wereldwijd als het meest geschikt gezien om hun boodschap door te geven. Geloofwaardige eigen zenders ontbraken nog. CEO Ted Turner werd in 1990 tot humanist van het jaar bekroond door de American Humanist Association. Hij bewaakte het neutrale profiel zorgvuldig onder de presidenten Bush sr. en Clinton. Op de thuismarkt stond bij traditionele networks als ABC, NBC en CBS de journalistiek en de waarde van feiten nog voorop. Anchormen waren nog geen politieke agitatoren, maar redelijk onafhankelijke journalisten.

Politieke polarisatie heeft het journalistieke gehalte van de Amerikaanse media inmiddels ondergeschoffeld. Media hebben zich tot onderdeel van de politieke strijd laten maken. Het uitblijven van kritiek tijdens de eerste termijn van Bush jr. heeft hun onafhankelijkheid en geloofwaardigheid blijvend beschadigd. Hun oude posities waren stuk. Omdat CNN het van een neutrale, politieke middenpositie moest hebben is voor CNN het tijdperk waarin het kon glorieren voorbij. CNN is nostalgie. Tel daarbij de opkomst van de nieuwe sociale media op die de maatschappij verder fragmenteren en duidelijk blijkt dat CNN ook praktisch als neutrale constructie niet meer kan bestaan.

Foto: Christiane Amanpour op CNN, vermoedelijk in Iran