Salarisverhoging naar 3 miljoen euro van ING-bestuursvoorzitter Hamers beschadigt positie en draagvlak van ING

Bij het artikelSalaris ING-topman van bijna twee naar drie miljoen euro: ‘Hij is Eredivisie, maar werd Jupiler League betaald’ van Sikko Debbenhof voor WNL op 8 maart 2018 plaatste ik onderstaand commentaar:

De kritiek op de forse salarisverhoging van 50% van ING-topman Hamers komt niet voort uit emotie, zoals president-commissaris Jeroen van der Veer het in al zijn simplisme probeert te framen, maar uit een rationele argumentatie.

Er is in politiek, maatschappij en het bedrijfsleven zelf, voortdurend aandacht voor de zelfstandigheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Er bestaat overeenstemming over dat het ongewenst is dat Nederlandse bedrijven die Nederland symboliseren niet uitverkocht moeten worden aan China, een Saoedische oliesjeik of de investeerders op Wall Street.

Kortom, Nederlandse bedrijven zijn gegroeid en geworteld in de Nederlandse economie, maatschappij en politieke verhoudingen. Hoewel de internationalisering niet aan de bedrijven voorbijgaat. Sommige halen meer dan 50% van hun omzet in de VS.

De logica ervan is dat als Nederlandse bedrijven in Nederland een basis willen blijven houden ze daarvoor Nederlands publiek geld nodig hebben. Zoals van de pensioenfondsen.

In de basis behoren dan deze bedijven volgens een model van matiging te opereren. Ook wel het Rijnlands model genoemd. Daarin worden de belangen van alle betrokkenen (aandeelhouder, bedrijf, personeel, directie, overheid, vakbond) op zo’n manier met elkaar in evenwicht gebracht dat geen enkele betrokkene dominant is.

Met de salarisverhoging van 50% voor bestuursvoorzitter Hamers wordt afstand genomen van dat Rijnlandse model. Het evenwicht raakt er door zoek. Indirect bevordert het de uitverkoop van de Nederlandse bedrijven aan raiders die mentaal of cultureel geen enkele boodschap hebben aan het bedrijf ING. Of aan de economische infrastructuur van Nederland met de systeembank ING.

Daarbij dient opgemerkt te worden dat Hamers geen ‘ondernemer’ is die eigen risico loopt, maar gewoon een werknemer van ING met een loonstrookje (plus bonusregeling) zoals alle andere werknemers van ING. Daarom valt niet in te zien waarom hij een loonsverhoging van 50% moet krijgen, terwijl dat voor de andere werknemers 1,7% is.

Van der Veers vergelijking met een topvoetballer is onterecht omdat Hamers als bestuursvoorzitter van ING niet op het veld staat, maar in de bestuurskamer eindverantwoordlijk is voor het bedrijf. Creatieve, geniale mensen binnen ING zijn eerder te vergelijken met topvoetballers omdat ze unieke kwaliteiten toevoegen. In de dealing room of als chef van een afdeling waar het creatief talent zich verzamelt.

Ralph Hamers is in de kern een bediende die het belang van ING dient. Het is lomp dat hij samen met president-commissaris Van der Veer denkt zijn eigen belang te moeten dienen. Het woord dat hierbij past is hybris. De betekenissen van dit woord, te weten hoogmoed, overmoed, grootheidswaanzin, brutaliteit en onbeschaamdheid vatten de actie van Hamers en Van der Veer goed samen. Ze overschatten hun eigen rol en beschadigen ING met hun solo-actie.

Foto: Schermafbeelding van artikel ‘Salaris ING-topman van bijna twee naar drie miljoen euro: ‘Hij is Eredivisie, maar werd Jupiler League betaald’ van Sikko Debbenhof voor WNL, 8 maart 2018.

Incomplete verkenning over vermogensongelijkheid zet de toon

Komedie om geld

Update 25 oktober 2014: FNV en de SP pleiten voor een hogere belasting op vermogens. De SP legt bij monde van kamerlid Farshad Bashir de grens bij 1 miljoen euro, aldus De Volkskrant. Waar de FNV de grens legt is vooralsnog onduidelijk. Het wil drie miljard euro aan extra vermogensheffing ophalen. Deze voorstellen zijn gebaseerd op het debat dat de Frans-Amerikaanse econoom Thomas Piketty heeft aangezwengeld. Maar Piketty denkt groter en wil vooral de hogere vermogens boven de 5 miljoen euro extra belasten. Het valt te vrezen dat SP en FNV vooral geld weg willen halen bij de hogere middenvermogens en geen grip krijgen op de hoogvermogenden. Politieke symboliek die strandt in halfhartigheid. Zie bij reacties voor rekenvoorbeeld. 

Het rapport van de WRR over economische ongelijkheid en een antwoord daarop van de PvdA-kamerleden Henk Nijboer en Ed Groot liggen me zwaar op de maag. Vooral waar het over de vermogensongelijkheid gaat. Bas van Bavel zet dat in een hoofdstuk 4 van het rapport op een rijtje: ‘Nederland is het land van de gelijkheid, de nivellering en de afroming door hoge belastingen. Een egalitair land bij uitstek, zo wil de beeldvorming. Dit beeld is wellicht juist voor de inkomensongelijkheid. Die ligt nog steeds onder het gemiddelde van de oeso-landen (zie hoofdstuk 1). Maar voor de vermogensverdeling, de andere dimensie van economische ongelijkheid, is dit beeld van gelijkheid zeker niet juist, zo wil ik in deze bijdrage laten zien.’

Opvallend voor de toon van Van Bavel is de dubbele betekenis van het woord ‘juist’ dat zowel ‘kloppend’ als ‘rechtvaardig’ betekent. Ik wil best meegaan in Van Bavels betoog dat verontwaardiging naar binnen smokkelt, maar begrijp de onderbouwing niet. Hoe hangen woningbezit, financieel vermogen en pensioenopbouw nou samen? En hoe is dat over leeftijdsgroepen verdeeld? En wat is eigenlijk het specifieke probleem van de ‘niet juiste’ ongelijkheid in de vermogensdeling? Van Bavel geeft toe het niet te weten -veel is giswerk– maar claimt toch met z’n bijdrage een totaalplaatje te laten zien. Op z’n minst verwarrend en op z’n hoogst misleidend.

Beide PvdA’ers Nijboer en Groot gebruiken in hun artikel ‘Lagere lasten op arbeid, grotere vermogens meer vragen’ het hoofdstuk van Van Bavel als onderbouwing voor hun voorstellen. Maar zoals gezegd, Bas van Bavel geeft geen goede onderbouwing over de vermogensongelijkheid, zodat de voorstellen van Nijboer en Groot op hun beurt in de lucht komen te hangen. En die voorstellen liegen er niet om. De sociaal-democraten verwijzen naar hun verkiezingsprogramma en bepleiten ‘een progressieve belasting van 40 procent op rendementen op vermogens boven de 125 duizend euro.’ Wie weet is het een goed idee, maar opnieuw, naar welke onrecht en ongelijkheid die rechtgetrokken moeten worden het nou precies verwijst blijft onduidelijk.

De verkenning van Van Bavel en de voorstellen van de PvdA’ers zijn niet vergeefs. Ze sluiten aan bij denken over inkomensongelijkheid en de verhouding tussen inkomen en vermogen. Volgens Thomas Piketty blijft de groei van arbeid structureel achter bij de groei van vermogen. Hoewel er kritiek is op de onderbouwing van Piketty’s data en z’n wegmoffelen van de veelverdieners in bedrijven die met hun arbeid veel vermogenden passeren. Binnen de Nederlandse verhoudingen zijn de beschietingen van Nijboer en Groot pogingen om de balans iets te verschuiven. Samen met lagere lasten op arbeid, het aanpakken van belastingconstructies in Nederland en de stop op staatssubsidies aan woningen en pensioenen is dat een zinnig debat. Maar om in het midden uit te kunnen komen lopen zowel Van Bavel als Nijboer en Groot wel erg hard van stapel.

Foto: Still uit ‘Komedie om Geld‘ van Max Ophüls, 1936.

Debat Bulgarenfraude met Weekers is afleiding politieke stagnatie

Frans-Weekers-621x328

Een ander probleem is natuurlijk ook dat een poging tot minder bureaucratie zo mislukt. Want iedereen wil minder regeldruk, maar blijkbaar roept dit streven de behendigheid bij allerlei kwaadwillenden op‘, aldus het hoofdredactioneel van het Friesch Dagblad naar aanleiding van de affaire Weekers en de Bulgarenfraude. De basis van het systeem is het vooraf toekennen van toeslagen (huur, zorg en kinderopvang). Daar maken niet alleen Bulgaren misbruik van. CDA’er Pieter Omtzigt verbreedde het debat en eist nu ook opheldering van staatssecretaris Frans Weekers (VVD) over de 280 gevallen van systeemfraude die de FIOD heeft afgehandeld. Op 14 mei vindt het kamerdebat over deze kwestie plaats. Frans Weekers geniet de steun van VVD en PvdA.

Er loopt van alles door elkaar heen. Het imago van de ‘Limburgse’ Weekers die op afstand betrokken was bij het gesjoemel van de Roermondse VVD’er Jos van Rey en een groot billboard kreeg dat moest helpen bij zijn herverkiezing. Weekers vermeend slappe aanpak en ontkennen op de hoogte te zijn van de fraude terwijl zowel zijn ambtenaren als minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken dat wel waren. De spanning in de coalitie tussen VVD en PvdA, inclusief de eerdere redding van VVD-staatssecretaris Fred Teeven door de PvdA. Het boter op het hoofd van de politieke  partijen die zoals het Friesch Dagblad memoreert instemden met voorstellen van Balkenende II (2003-2006) om de regeldruk te verminderen en nu met hun vingertje wijzen.

Maar de kwestie gaat vooral over het verhouding tussen overheid en burger. Hoeveel vertrouwen is volgens de overheid de burger nog waard? Dat ligt aan de inschatting hoeveel misbruik binnen een regeling toelaatbaar is. Wordt bij 5%, 10% of 15% misbruik de bewijslast bij de burger gelegd? Dat omslagpunt zal per regeling verschillen. Fundamenteel is dat de goedwillende burger niet alleen opgescheept wordt met verhoogde regeldruk, maar ook met wantrouwen. En dat vergroot opnieuw de kloof tussen overheid en burger.

Oplossing is om een systeem met keuzevrijheid, minder fraude en regeldruk, vertrouwen in de burger, een inkomenspolitiek naar draagkracht en compassie met de zwakkeren te combineren. Da’s binnen handbereik maar wordt om partijpolitieke redenen geblokkeerd. Het gebrek van de Nederlandse partijpolitiek is dat het voor elke oplossing een probleem zoekt en om electorale redenen met een fijnmazige inkomenspolitiek aan doelgroepenbeleid doet. De oplossing ligt in een vlaktaks waar emeritus-hoogleraar Leo Stevens voor pleit. De verkenning ‘Het fiscale stelsel van de toekomst: eenvoud, neutraliteit en draagkracht‘ uit 2010 dat Stevens met Lars Bovenberg schreef zegt over toeslagen en heffingskortingen dat ze rechtstreeks met de fiscus verrekend kunnen worden. Ook de SGP is voor individualisering en vereenvoudiging van het belastingstelsel.

Op 14 mei komt er dus een debat dat zich onder het mom van ‘systeemfraude’ concentreert op een onhandig opererende staatssecretaris Weekers. Met de paradox dat de term ‘systeemfraude’ dient om de hervorming van het belastingstelsel en een andere systematiek van berekening en uitkering van toeslagen te verhullen. Cynisch en treurig is dat nu al valt te voorspellen dat het debat niet over de onderliggende structuur zal gaan. Partijen die het als afleiding voor hun eigen stilstand en matheid gebruiken zouden feitelijk af moeten treden.

Foto: Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) in de Tweede Kamer, 2013.