Kwestie Arib is kapstok voor ongenoegen over centrumpolitiek

De kwestie Khadija Arib is simpel. Over deze PvdA-ster gaan al jarenlang verhalen over grensoverschrijdend gedrag jegens kamerpersoneel. Wie zegt dat niet te hebben geweten heeft zitten slapen of liegt.

Of die verhalen waar zijn moet worden uitgezocht. Het is een raadsel waarom dat nu pas in een onderzoek gebeurt, want ze was voorzitter van januari 2016 tot april 2021. Een verklaring kan de corona-pandemie zijn die vele procedures heeft vertraagd.

Van Arib tekent zich uit berichten een profiel af van een goede voorzitter om kamerdebatten te leiden en de orde te handhaven. maar tevens een niet aangenaam individu dat achter de schermen niet alleen het kamerpersoneel intimideerde, maar ook een slechte manager was.

In de zichtbare aspecten van haar functie als Kamervoorzitter was ze goed en in de voor het publiek onzichtbare aspecten was ze slecht. Dat laatste in de zin van gemeen, kwaadaardig en onplezierig.

Positieve beeldvorming leidde bij Arib tot zelfoverschatting. Ze dacht afgelopen week brede steun in kamer en publieke opinie te kunnen krijgen voor haar positie en opende de aanval op de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Maar die steun viel tegen en was anders dan ze ingeschat had. De Telegraaf staat in de campagnestand en roept openlijk om Bergkamps aftreden.

Het was een afleiding van Arib om Bergkamp erbij te betrekken in een poging om de zaak waar het om draait, namelijk het onheus bejegenen van ambtenaren, naar de achtergrond te verdringen.

Arib kreeg aanvankelijk geen steun van haar eigen partij en na de aanvankelijke steun in de vooral rechtse media krijgt nu langzaam de nuancering waar het in de kwestie Arib in de kern om draait de overhand: het handelen van Arib als peoplemanager.

Dat hoeft niet meer onderzocht te worden omdat Arib afscheid heeft genomen als kamerlid. Ze ontneemt zo de kamer de mogelijkheid om haar ter verantwoording te roepen. Overigens zet het kamerbestuur, het presidium het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag voort. Want voor ambtenaren die zich slachtoffer voelen wordt deze kwestie niet beëindigd door weg te lopen.

Aribs voortijdig opstappen was tegen al haar oproepen aan kamerleden in omdat ze er steeds op hamerde dat kamerleden hun termijn af moeten maken. Arib doet nu wat ze anderen verweet.

Bergkamp die niet goed is in het handhaven van de orde in debatten heeft zoals blijkt niks met de kwestie Arib te maken. Dat probeerde Arib er van te maken. Als afleiding voor een onderzoek naar haar eigen fouten.

Rechtse media sprongen gretig op deze kwestie en volgden de agenda van Arib. Simpelweg omdat ze garen kunnen spinnen bij een tweestrijd Arib-Bergkamp. Ze hebben immers een bloedhekel aan D66. Dat gaat niet meer om Arib of Bergkamp, maar om het bashen van links en centrum.

Ook de oppositie links (SP, PvdD) en rechts (BBB, Omtzigt) van de PvdA nam de talking points van Arib over en viel onder verwijzing naar het opkomen voor de democratie in een brief Bergkamp aan.

De absurditeit én de aanval op Bergkamp is goed te zien in onderstaande tweet. Voormalig VVD-kamerlid Ton Elias roept godbetert op om Kees van der Staaij Kamervoorzitter te maken. Deze steile conservatieve christen is notabene lid van de SGP dat van Nederland een theocratie wil maken.

Tweet van NPO Radio 1, 30 september 2022.

Zoals de commentator in het fragment van WNL zegt over Arib: ‘ze oogstte de afgelopen dagen wat lof van verschillende kanten, maar nu klinken er ook andere geluiden door zoals van de ambtenaren in de kamer’.

Arjen Lubach verwoordde in zijn show van 3 oktober 2022 dat ‘andere geluid’ in een item over Arib. Hij stript de afleidingen van deze kwestie waarachter Arib het probeerde te verbergen en toont dat rechts de kwestie voor eigen doeleinden kaapt. Het andere geluid stelt het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag als Kamervoorzitter centraal. Dat past in een democratie waarin niemand boven de wet staat. Ook Khadija Arib niet.

Met haar gambiet heeft Arib zich binnen een week mat gezet. De rechtse pers pruttelt nog door in de hunkering naar Bergkamps scalp en het verdacht maken van de centrumpolitiek. Duidelijk is dat de kwestie Arib over meer gaat dan de kwestie Arib. Het is een kapstok voor het eigen ongenoegen. Wat daar zoal hangt, zegt vooral iets over dat ongenoegen.

Radicale melkveehouders zijn Drama Queens in ketelpak en op trekkers die bovenmatig veel aandacht krijgen

Activistische radicale boeren gooien hun eigen glazen in met acties zoals het blokkeren van snelwegen. Denken ze zo de steun bij het publiek te vergroten? Hun blik is vernauwd. Ze handelen uit een combinatie van kortzichtigheid, frustratie, woede en gebrek aan realiteitszin. Opgestookt en opgejaagd door de agro-industrie en banken die de boeren financieel gevangen houden en populistische radicaal-rechtse partijen als BBB, JA21, PVV, FVD en de SGP.

Het gaat voornamelijk om intensieve melkveehouders die protesteren en zich benadeeld voelen. Ze vatten de aangekondigde maatregelen om de vervuiling met stikstof terug te dringen bijna op als een persoonlijke belediging. Een groot deel van de Nederlandse boeren doet aan fruit-, bloemen-, en groenteteelt en produceert duurzaam en biologisch en is evenwichtig en toekomstgericht. Hun standpunt wordt in de media of het politieke debat onvoldoende gehoord. Radicale veehouders zijn Drama Queens in ketelpak op trekkers die bovenmatig veel aandacht krijgen.

Er wordt door deze boeren en rechts-radicale onruststokers vaak gesteld dat premier Rutte en zijn ministers zijn losgezongen van de realiteit. Maar het zijn vooral de radicale melkveehouders die het zicht op de realiteit zijn kwijtgeraakt. Ze voelen zich slachtoffer van de overheid en zien onvoldoende in dat ze het verdienmodel van de agro-industrie zijn geworden. Maar daar richten ze hun pijlen niet op. Mede omdat de huidige acties door deze agro-industrie worden gefinancierd. Ook radicale boeren bijten niet de hand die hen voedt.

Feiten tellen. Krimp van de veestapel is noodzakelijk om de natuur- en klimaatcrisis aan te pakken. De overheid wil melkveehouders uitkopen. Ze kunnen hun bedrijf stoppen of overstappen op een ander soort productie. Zo’n 80% van de Nederlandse landbouwproductie wordt geëxporteerd. Het is een misverstand dat sanering van de melkveehouderij de voedselvoorziening in gevaar brengt. Integendeel. Het is de intensieve melkveehouderij die de Nederlandse voedselvoorziening in gevaar brengt.

Radicale boeren lijken niet te stoppen met hun wilde acties. De politie handelt terughoudend, terwijl deze boeren de openbare veiligheid in gevaar brengen. Of bestuurders die over het stikstofdossier gaan bedreigen. Het kabinet moet harder optreden vanwege de rechtsgelijkheid en de eigen geloofwaardigheid. De radicale boeren moeten nu de wacht aangezegd worden.

Deze radikalinski’s willen ‘meer respect en minder regels’. Dat klinkt tamelijk puberaal. Want iedere burger wil meer respect en minder regels. Maar dat kan een specifieke beroepsgroep niet alleen bepalen voor anderen en voor heel Nederland. Het kan niet dat de belangen van allen ondergeschikt worden gemaakt aan het belang van een specifieke beroepsgroep, te weten de geradicaliseerde intensieve melkveehouders. Zijn ze nog toerekeningsvatbaar?

Zowel in 2019 als nu hebben media de protesten van de radicale boeren tamelijk welwillend verslaan. Alsof ze bang zijn om een te kritisch geluid te laten horen en zelf tot doelwit van protest te worden. Radicale melkveehouders krijgen weer volop gratis publiciteit, maar desondanks voelen ze zich tekortgedaan. De radicale boeren staan het eerlijke verhaal zelf het meest in de weg. Maar ze begrijpen dat niet of doen in gespeeld onbenul alsof ze het niet begrijpen. Laten we niet in de misleiding door en de beeldvorming van deze imitatie-cowboys van de Lage Landen trappen.

Een sociologische kwakzalver spreekt. Trendwatcher Bakas pleit voor herzuiling

Van trendwatchers als Lidewij Edelkoort en Adjiedj Bakas had ik toch al geen hoge pet op. Wat ze doen is de vrijblijvende analyse zonder verantwoording. Het is het niveau van de sportjournalistiek: de bal is rond. In hun nevelige schimmigheid klopt de uitleg altijd, hoe die ook is. Achteraf wordt nooit gecheckt of openbaar gemaakt of de voorspellingen of trends wel zijn uitgekomen.

Bakas bereikte met zijn pleidooi voor herzuiling een nieuw dieptepunt in zijn hoedanigheid van voorspeller. Of liever gezegd, hij reikt naar een hoogtepunt van absurdisme. Hij passeert met stalen gezicht de grootste komieken die proberen grappig te zijn. Bakas is lachwekkend zonder dat hij het zelf lijkt te beseffen. Dat maakt het zo bijzonder dubbelzinnig. Je denkt steeds ‘waarom beschermt niemand deze man tegen zichzelf?‘. Wie nodigt hem uit als gast? Wie laat hem zijn kunstjes vertonen?

Bakas ziet in herzuiling een middel om polarisatie tegen te gaan. Hij zegt aan het eind van het fragment: ‘In de tijd van de verzuiling had ieder zijn eigen ding. De katholieken hadden hun zuil, de protestanten, de socialisten, de liberalen. En die gingen naar hun eigen winkeltjes, hun eigen restaurants, hun eigen ding. Ik kan me dus heel goed voorstellen, als theaters voortaan zeggen, maandagavond is voor de rode mensen, dinsdagavond voor de gele mensen, woensdagavond voor de groene mensen. Dan gaan we ontbozen‘. Kostelijk is de verbijstering van Barbara Barend die Bakas’ betoog niet serieus lijkt te nemen.

Dit fragment van WNL van 6 december 2021 is zo aardig omdat niet duidelijk wordt of Bakas het serieus meent of ons met zijn pleidooi voor herzuiling voor de gek houdt. Maar laten we aannemen dat hij het meent. Want trendwatchen is zijn verdienmodel en niet het komisch acteren.

Bakas vergeet met zijn vergelijking en teruggang naar de verzuiling dat de breuklijnen in het huidige Nederland anders lopen dan tijden de hoogtijdagen van de verzuiling waar hij naar verwijst. Maar ook tijdens de verzuiling van de jaren 1950 was de verdeling tussen de zuilen lang niet zo strikt en scherp als Bakas suggereert. Verzuiling is geen zak winegums die op kleur kunnen worden gesorteerd.

Bakas is een representant van de maatschappelijk geaccepteerde versie van het koffiedik kijken van futurologen, trend voorspellers, kortom van de klasse van toekomstdeskundigen die zich tooit met wetenschappelijke autoriteit. Bakas is een sociologische kwakzalver die niet alleen de toekomst niet kent, maar evenmin het verleden.

Bakas is een deftige bedrieger die zich van een hogere orde acht dan de volkse bedrieger. Iedere sociale klasse kiest blijkbaar de bedrieger door wie het het liefst bedrogen wil worden. Daarom zegt Bakas toch iets. Via hem laat hij ons in de spiegel van ons eigen absurdisme kijken. Bakas is de hofnar naast de troon die op mag draven om ons te vermaken met zijn onzinverhalen. Dat we daar behoefte aan blijken te hebben is de trend die uitkomt. Ondanks Bakas.

Vuistregel voor media en Tweede Kamer voor omgang met Baudet: Weerspreken als hij daardoor buiten eigen kring verzwakt wordt en anders negeren

Waar de commentator van WNL de uitspraak op baseert dat ‘steeds meer politici worstelen met de uitspraken van Thierry Baudet’ is onduidelijk. Er is geen onderzoek bekend waarin dat onderzocht wordt en deze uitspraak bevestigd wordt. Dit is nattevingerwerk-journalistiek. Hoe dit item past in de stellingname van WNL is eveneens onduidelijk. Opnieuw besteedt WNL aandacht aan Baudet.

De beste strategie om een radicale populist als Baudet, die zich steeds staatsondermijnender en extremistischer uitlaat, aan te pakken is om hem van repliek te dienen als daarvoor goede argumenten bondig en overtuigend gepresenteerd kunnen worden en hem in andere gevallen niet te noemen en geen aandacht te geven. Overigens is de steun voor Baudet al weggezakt en ondervindt hij buiten de eigen kring van hardliners nog nauwelijks waardering. Op radicaal-rechts heeft Geert Wilders het initiatief naar zich toegetrokken ten koste van Baudet.

Kortom, Baudet weerspreken als de inschatting is dat hij daardoor buiten eigen kring verzwakt wordt en negeren als hij niet verzwakt wordt.

Nederlandse media hebben te lang Baudet kritiekloos publiciteit gegeven. Daarbij moet wel gezegd worden dat Baudet de afgelopen jaren snel geradicaliseerd is en pas nu zijn ware aard voor iedereen duidelijk is. Hoewel ook dat de vraag is omdat Baudet zelf zijn eigen aard niet meer lijkt te kennen. Hij is een volksmenner die racistische meningen verkondigt en de rechtsstaat en democratie niet ondubbelzinnig steunt. 

Rassenwaan is het begrip waar Baudet klapwiekend en speels in terecht is gekomen zoals een eend aan het eind van de eendenkooi onvermijdelijk door de kooiker wordt opgevangen.

Sander Schimmelpenninck noemde Baudet in 2019 een fopintellectueel. Baudet zou nooit gecorrigeerd zijn, een groepje jaknikkers om zich heen verzameld hebben en daarom zo geworden zijn zoals hij is: narcistisch en verwaand. Baudet is van eind 2015 in de aanloop naar het Oekraïne-referendum tot 2019 nauwelijks tegengesproken in de media.

Recente reacties zoals die van Humberto Tan van oktober 2021 benadrukken dat die fase definitief voorbij is en Baudet nog weinig krediet heeft in media en samenleving. Baudet heeft zich door eigen toedoen in een doodlopende weg gemanoeuvreerd. 

Net als Trump in de VS heeft Baudet door free publicity van de algemene pers aandacht gekregen en is publicitair kunnen groeien. Om aantrekkelijk te blijven voor redacties moet hij radicaliseren en telkens zijn oude ‘ik’ overtoepen om interessant te blijven. Want een samenhangend programma heeft zijn partij niet. Dat overtoepen is een valkuil waar de radicaal uiteindelijk zelf invalt. Wie met extreme meningen steeds meer afstand neemt van steeds meer mensen verliest uiteindeljk de aansluiting met maatschappij en electoraat. Zoals we zullen zien is het nog een graadje erger omdat hij daarnaast ook afstand neemt van de partijpolitiek.

Baudet is het laatste jaar niet zozeer geradicaliseerd, maar geabsurdeerd om het te omschrijven met een Germanisme dat hem steeds beter past.

Ik ben het eens met Schimmelpenninck dat Baudet een nepintellectueel is die evenmin een goed politicus is. In 2015 heeft Baudet zelf gezegd dat hij geen aanleg en ambitie heeft om politicus te zijn. In de jaren daarna heeft hij dat keer op keer bewezen, maar toch gaat hij in tegenspraak daarmee door als leider van een politieke partij. Waarschijnlijk door gebrek aan alternatief. De politiek is nog zijn enige verdienmodel. Door zijn gedrag en extreme overtuiging zijn de journalistiek en wetenschap voor hem onbereikbaar geworden.

Baudet weet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Of die verwarring schept hij bewust of gedachteloos over zichzelf. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet is dat hij zowel de intellectuele bagage én het prestige mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk mist.

Baudet zit tussen twee stoelen en voelt zich nergens comfortabel. Dat lijden is zijn existentieel ongemak waarmee hij zijn partij treft. Baudet heeft zijn partij hiermee besmet. Met zijn partij blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij inzette op metapolitiek waarmee hij afstand neemt van de partijpolitiek zwalken tussen de twee posities. Zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen. Waarbij het zoals gezegd de vraag is of Baudet zichzelf nog begrijpt.

WNL praat anti-democratische acties van Trump goed

Over het itemWordt Trump opnieuw president van Amerika? ‘Hij weet iets te raken bij mensen‘ van 8 oktober 2021 van WNL heb ik fundamentele kritiek. Het praat Trumps daden goed en doet net alsof er niet iets enorm verkeerd is aan het handelen van deze voormalige president. Vooral na zijn verkiezingsnederlaag van november 2020 heeft Trump tegen de democratische rechtsstaat gehandeld. Dat alleen al diskwalificeert hem als kandidaat-president in 2024. WNL vult een rechts narratief in waarin Trump en de alt-right beweging worden genormaliseerd.

WNL kiest hiermee bewust partij voor Trump en tegen de Amerikaanse democratie. Het item is des te raadselachtiger omdat de aanwezige Amerikadeskundige Koen Petersen objectief is en kennis van zaken heeft. Maar zijn expertise wordt door WNL misbruikt om de eigen rechtse agenda te volgen. Dat is niet alleen slechte journalistiek, maar ook onaardig tegenover deze gast.

Onderzoek van PEW Research maakt trouwens duidelijk dat slechts 44% van de Republikeinen wil dat Trump in 2024 opnieuw de Republikeinse presidentskandidaat is. Dus de kop bij de video ‘Veel Republikeinen staan nog achter Trump‘ is betrekkelijk en van bedenkelijk allooi. Democratische en Onafhankelijke kiezers staan vanzelfsprekend nog afwijzender tegenover hem. Trump die naast het Witte Huis ook de Senaat in 2020 verloor is in realiteit niet de potentiële winnaar die WNL in hem wil zien. Trump is een verliezer die zijn partij in gijzeling heeft genomen.

De redactie van WNL laat door de presentator met de verkeerde vragen te voeren dit item ontsporen richting onnozelheid en promotie van een rechtse agenda. De meest positieve typering van dit item is nog gemakzucht en lamlendigheid. Het is de strategie van WNL: bot door weg te kijken van de urgentie zodat kritiek vanzelf oplost in nietszeggendheid. Het item had beter niet uitgezonden kunnen worden. Mijn reactie bij de video op YouTube:

Wat een verkeerde framing van WNL. Wat wil het daar mee zeggen? Er komt elke dag weer nieuwe informatie naar buiten dat Trump na zijn verlies in november 2020 met illegale middelen een georkestreerde actie voerde om de uitslag te verwerpen. Tot en met het dagelijks bewerken van het ministerie van Justitie en afzonderlijke staten.

Maar welke framing kiest WNL? De electorale aantrekkingskracht van Trump. Alsof een historisch programma aandacht besteedt aan de electorale aantrekkingskracht van Adolf Hitler in de zomer van 1933. Is dat de essentie van wat er nu gebeurt in de Amerikaanse politiek? Volgens WNL blijkbaar wel. Of het heeft in een redactie die dit programma voorbereidt een automatische piloot die niet verder denkt dan de eigen neus lang is.

Het echte nieuws is uiteraard dat Trump met illegale middelen de uitslag wilde verwerpen en daar letterlijk alle middelen voor uit de kast haalde. De passende framing is dat zo iemand niet thuishoort in de Amerikaanse politiek. Trump organiseerde een opstand tegen de Amerikaanse democratie en hoort thuis in de gevangenis.

Het nieuws van zo’n item van WNL zou moeten zijn waarom Trump nog niet gedagvaard is of zelfs in de gevangenis zit. Hij is een anti-democraat die de Amerikaanse samenleving helpt verdelen en verzwakken. De mainstream media die dit niet noemen verzakken hun plicht als poortwachters van de democratie. WNL maakt zich tot deelgenoot aan het belangrijk maken van Trump en het bagatelliseren van zijn opzet om de Amerikaanse democratie omver te werpeen.

In de negen maanden sinds 6 januari 2021 is gedetailleerd en uitgebreid aangetoond wat de ondermijnende rol van Trump was in de bestorming van het Capitool en het bewerken van bestuurders op landelijk en staatsniveau. Media als WNL behoren dit te weten of ze zouden over dit onderwerp moeten zwijgen. 

Het grote raadsel en de actualiteit van de laatste week is waarom de minister van Justitie Merrick Garland zo terughoudend en voorzichtig opereert. Dat resulteerde er afgelopen week zelfs in dat Trump in een interview Garland hiervoor prees. Dat is het nieuws, niet wat de reactie van WNL ervan probeert te maken.

Middenpartijen lijken op elkaar omdat ze door externe factoren op een hoop worden geveegd

Mijn favoriete omroep is WNL dat zoveel rechtse praatjes in haar programma’s heeft. Het is vaak koddig om aan te horen. Meestal valt het ruimschoots binnen de marges van de normale gekte, maar Daniela Hooghiemstra weet dat na 5’15” ruimschoots te overtreffen. Vandaar mijn reactie op YouTube bij dit filmpje:

Daniela Hooghiemstra kijkt met een ouderwetse bril naar de politiek. Ze blijft hangen in de traditioneel sociaal-economische links-rechts tegenstelling en beseft niet dat die inmiddels is verschrompeld en vervangen door andere tegenstellingen. 

Zoals de tegenstelling tussen democratische en anti-democratische partijen die wel of niet ondubbelzinnig de rechtsstatelijkheid en de democratie steunen en doelstellingen hebben die buiten de politieke arena liggen. Anti-democratische partijen zijn FvD, SGP en links-radicale splinters, en in iets mindere mate de PVV. 

Een andere tegenstelling die in het politieke debat de links-rechts tegenstelling verdrongen heeft is de sociaal-culturele tegenstelling tussen conservatief en progressief. Daar valt veel onderscheid in te maken. Zo zijn VVD en CDA conservatieve partijen en FvD, PVV en JA21 post-conservatieve partijen die het conservatisme achter zich gelaten hebben en in de alt-right hoek terecht zijn gekomen. Dat links en progressief of rechts en conservatief niet altijd aan elkaar gekoppeld worden leert ook het profiel van twee partijen. D66 is een progressieve rechtse partij, SP is een conservatieve linkse partij.

Wat Hooghiemstra mist is dat de grote lijnen van de links-rechts politiek niet langer op het Binnenhof worden beslist maar elders. Zoals binnen de EU, de ECB, de OESO, de financiële instellingen en banken (inclusief internationaal opererende investeringsbanken als Goldman Sachs) en in de bestuurskamers van multinationals. Weliswaar zijn die marges die het verschil uitmaken tussen links en rechts niet helemaal verdwenen, maar zijn ze zoveel kleiner geworden dat ze overbrugbaar zijn geworden.

Hoe het wereldbeeld van Hooghiemstra tot stand komt is onduidelijk. Zoals evenmin duidelijk is waar ze nou eigenlijk voor pleit. De paradox is dat ze pleit voor het primaat van de politiek, maar niet inziet dat dit gezag sinds de jaren 1980 is geërodeerd en allang niet meer in die mate bestaat zoals zij het voorstelt. In feite pleit ze met haar uitvergroting van de verschillen tegen de politiek in.

Anders gezegd, in een gemankeerd politiek bestel waar de macht elders ligt zijn de sociaal-economische verschillen steeds meer verworden tot invuloefeningen voor politieke partijen. Dat maakt de tragiek van de mislukte formatie nog grotesker en beschamender dan die op het eerste gezicht al lijkt. Partijleiders maken zichzelf groot en belangrijk, terwijl ze als geen ander weten dat de bulk van de inhoud waar ze over praten elders wordt beslist. Ze houden ook dat misverstand valselijk in de lucht vanwege de claim op hun eigen belangrijkheid. Maar in werkelijkheid zijn ze inwisselbaar in persoon en uitwisselbaar in doel. Dat is hun krediet voor hun toekomst dat ze niet los willen laten. Dat een objectieve commentator meegaat in deze misleiding is uitermate jammer.

Manipulatie van sociale media voor politieke campagnes gaat verder dan het inkopen van advertenties

Dit is een filmpje uit maart 2021 van Stand van Nederland. Uitgezonden door WNL dat zelf zegt een economisch onderzoeksprogramma te zijn. Maakt Stand van Nederland deze claim waar?

Op zoek naar programma’s die gaan over de manipulatie van sociale media door politieke partijen stuitte ik op YouTube bij toeval op dit filmpje. Het gaat niet over manipulatie, maar over de besteding van geld uit de partijkas voor het inkopen van advertenties op vooral Facebook, Instagram en YouTube. Het programma kijkt naar legale, reguliere uitgaven voor advertenties op sociale media en heeft het niet over illegale uitgaven en de manipulatie van sociale media.

Deze uitzending houdt het netjes en suggereert dat de politieke partijen dat ook doen. Maar is dat zo? Als deze partijen al zo geheimzinnig doen over het regulier inkopen van advertenties op sociale media voor hun campagnes, dan kun je aannemen dat ze nog veel geheimzinniger zullen doen over campagnes die bedoeld zijn om de sociale media te manipuleren en het daglicht niet mogen zien. Maar wat in hun zwarte doos zit weten we niet.

Het is bekend dat het Brits-Amerikaanse bedrijf Cambridge Analytica (CA), waarin de radicaal-rechtse, pro-Trump miljardair Robert Mercer een vinger in de pap had, een doorslaggevende rol speelde bij de campagne voor de Brexit en de verkiezing van Trump, beide in 2016. De expertise bestond eruit dat het data-analyse en micro-targeting van kiezers gebruikte voor politieke campagnes. CA deelde kiezers op in aparte doelgroepen en gaf deze per groep via sociale media specifieke, onjuiste fake berichten die succesvol waren omdat ze via negatieve berichtgeving van een bepaalde mening los werden geweekt en gekoppeld werden aan een andere mening.

Omdat deze manipulatie van kiezers over een ethische grens ging en tot een schandaal leidde werd CA in 2018 failliet verklaard en hield op te bestaan. Daarmee is echter geenszins gezegd dat de methoden van CA niet meer gebruikt worden. Integendeel, de medewerkers van CA hebben zich verspreid en hebben in diverse vooral in Londen gevestigde PR-bedrijven een doorstart gemaakt. Noem het post-CA. De reportageWahlkampf undercover‘ van de Duitse publieke omroep ARD toont aan hoe makkelijk het is om een vuile campagne in te kopen. Bij New Century Media kost dat 800.000 euro. CEO Thomas Borwick van Kanto Systems was eerder werkzaam bij CA en AggregateIQ.

De techniek van micro-targeting voor politieke campagnes die bij de opvolgers van CA aanwezig zijn en tot de toentertijd hoogst onwaarschijnlijk geachte pro-Leave Brexit en verkiezing van Trump leidde wordt ingehuurd door politieke partijen, bedrijven en autoritaire regimes, zoals de Russische Federatie, China, Jordanië of Saoedi-Arabië. Want micro-targeting kan niet alleen gebruikt worden om politieke meningen te beïnvloeden en zo een campagne te winnen, maar ook om degenen die die mening hebben in kaart te brengen, op te sporen en te neutraliseren.

In het onder leiding van de Amsterdamse hoogleraar Robert Rogers in 2019 verschenen rapport Politieke en Sociale Media Manipulatie constateerden de onderzoekers geen aanwijzingen te hebben dat er voor de Provinciale Staten- en Europese parlementsverkiezingen van 2019 buitenlandse desinformatiecampagne of nep-actiegroepen waren gevonden. Dat wil praktisch zeggen dat er in Nederland toen geen gebruik werd gemaakt van post-CA PR-bedrijven voor manipulatie van sociale media, maar laat theoretisch die optie toch open. De aanbieders van deze manipulatieve middelen bleven dus buiten beeld.

Nu we twee jaar verder zijn kan het van belang zijn om opnieuw de vraag te stellen door het verbreden van de onderzoeksvraag of Nederlandse politieke partijen in zee gaan met post-CA bedrijven. Wellicht niet met de dure en prestigieuze PR-bedrijven in Londen die een directe doorstart van CA zijn, maar met bedrijven die de technische middelen inmiddels ook tot hun beschikking hebben en voor kleinere politieke partijen betaalbaar zijn. Het zou van belang zijn om dat te onderzoeken voor de Tweede Kamer verkiezingen van maart 2021 die een veelheid aan kleine, succesvolle partijen opleverde.

Terug bij de Stand van Nederland geeft deze korte uitleg aan dat dit programma het meest interessante en het moeilijkst te achterhalen gebruik van sociale media laat liggen. Het programma geeft een aanzet en laat het erbij. Zo kan bij de kijker zelfs het beeld ontstaan dat dat alles is. Zo gaat informatie vermoedelijk onbedoeld over in desinformatie. Dat kan niet de ambitie zijn van een programma dat zich een onderzoeksprogramma noemt.

Een update van deze uitzending zou eruit kunnen bestaan dat bekeken wordt in hoeverre Nederlandse politieke partijen expertise inkopen voor de manipulatie van sociale media door verspreiding van fake news bij bedrijven die een doorstart van CA zijn. In het verlengde daarvan kan aan politici en bestuurders worden gevraagd of het niet de hoogste tijd is dat Nederlandse politieke partijen collectief een convenant ondertekenen waarin ze verklaren dat ze geen gebruik maken van deze inzet van fake news op sociale media door inhuur van post-CA expertise. Op z’n minst zou hier een debat tussen partijen over opgestart moeten worden. Veelzeggend kan het zijn als partijen weigeren hun handtekening onder zo’n convenant te zetten.

WNL doet aan stemmingmakerij en slechte journalistiek door een verkeerd beeld te geven van de Code Diversiteit & Inclusie in de kunstsector. Het beticht overheid van sociale dwang

Journalistiek is soms om somber van te worden als het niveau door de bodem zakt. Je zou denken dat de opdracht van de journalistiek is om te informeren en niet om te desinformeren. Luidt immers niet het eerste aspect van de gedragscode voor journalisten, de Code van Bordeaux die de NVJ als voorbeeld beschouwt de eerbied voor de waarheid? Het publiek heeft recht op de waarheid. Maar in de praktijk blijft daar vaak niks van over. Het is een streven dat niet gehaald wordt.

Het gebazel van gasten in een radioprogramma van WNL toont aan hoe diep de journalistiek is gezonken. Presentator en gasten is het niet om de waarheid te doen, maar om wat anders. Wat dat is blijft in het midden, maar het lijkt erop dat het eerder slordigheid en gebrek aan inhoud is dan kwade wil. Ze corrigeren elkaar niet omdat ze geen kennis van zaken hebben over het onderwerp waar ze over praten en blijkbaar voor uitgenodigd zijn. Met als gevolg dat een gast de grootste onzin kan uitkramen zonder dat het wordt weerlegd. Het resultaat is desinformatie. De luisteraar wordt op het verkeerde been gezet.

Ik luister of kijk bijna nooit naar dit soort programma’s van de Nederlandse omroep. Talkshows op radio en televisie heb ik afgezworen omdat ze niet informeren, maar desinformeren. Vaak gaan ze over triviale zaken die niet relevant zijn. Het is op z’n best amusement in de vorm van journalistiek. Of journalistiek in de vorm van amusement. Op een enkele uitzending van Nieuwsuur of Buitenhof na.

Als het onderwerp me aan het hart gaat kijk ik achteraf terug. Dan zie je journalisten of deskundigen die weten waarover ze praten en ons feiten en inzicht in een specifieke kwestie geven. Dat is wat anders dan het vullen van de zendtijd met leeg geklets zoals WNL doet of het geven van rechtse meningen omdat het nu eenmaal bij het profiel van deze omroep past. Bij WNL kunnen de feiten uit de meningen volgen.

Hoe het anders kan en hoe in de hoeken van de Nederlandse journalistiek wordt geprobeerd om de standaard van de journalistiek hoog te houden bewijst het interview van Twan Huys met de Italiaanse onderzoeksjournalist en maffia-kenner Roberto Saviano in Buitenhof. Het kan gerust onthullend worden genoemd. In 11 minuten toont Saviano overtuigend aan hoe verrot Nederland is, hoe bewust disfunctioneel de Nederlandse politiek is en hoe dat vervolgens door de hele Nederlandse elite wordt genegeerd. Het merkwaardige is dat WNL hetzelfde wil aantonen, maar doorgaans blijft steken in vooroordelen en sjablonen en er dus niet in slaagt om te overtuigen.

Aanleiding is de uitweiding van Volkskrant-journalist Martin Sommer over diversiteit en inclusie in de kunsten. Hij beweert in zijn antwoord (vanaf 6′ 10”) dat de Raad voor Cultuur voor de kunstsector diversiteit en inclusivitiet als norm heeft gesteld. Dat is inderdaad zo, maar het zit anders in elkaar dan hij het voorstelt.

Er is een Advies van de Raad van juni 2020 voor de komende beleidsperiode 2021-2024 waarin het als kaders de toepassing van de codes voor governance, fair practice, diversiteit en inclusie hanteert. Hoe strikt die kaders zullen worden gehandhaafd is de vraag omdat ook in het verleden instellingen structureel subsidie kregen zonder zich volledig aan de code voor diversiteit en inclusie te houden. Ook bij een verkeerde opvatting door Sommer van deze code is het niet aantoonbaar dat instellingen die zich er niet aan houden geen subsidie krijgen zoals hij stellig beweert. Dat klopt niet omdat het in strijd met de praktijk is.

Sommer slaat de plank mis omdat hij niet weet wat de Code Diversiteit en Inclusie inhoudt. Hij associeert erover in clichés zonder kennis van zaken. Als politieke journalist maakt hij het politiek. Hij valt terug in zijn eigen niche omdat hij een ander perspectief niet (ver)kent. Sommer berijdt zijn stokpaardjes en vliegt uit de bocht.

Juist deze gedragscode is in een nieuwe versie verbreed om bezwaren tegen een te enge, politieke opvatting ervan tegen te gaan. Gezien het brede scala van deelnemende instellingen die betrokken was bij de formulering ervan is het ook logisch dat die verbreding de uitkomst is. In Nederland polderland wil iedereen die aan tafel meepraat immers de eigen doelstelling in het eindresultaat terugvinden. De Code Diversiteit en Inclusie is een compromis. Geen radicaal, maar een gematigd standpunt.

De Code Diversiteit & Inclusie in de culturele sector waarin de hele kunstsector samenwerkt heeft als normen gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Het zijn dus niet uitsluitend de actuele politieke identiteitsonderwerpen als huidskleur, etniciteit en sekse die alleenzaligmakend zijn zoals Sommer suggereert en zijn gasten en de moderator niet corrigeren. Niet alleen Sommer blijkt niet te weten wat de code inhoudt, zijn gasten weten het evenmin.

Dit radioprogramma is niet zozeer een belediging voor de intelligentie van de gasten en de programmakers, maar een belediging voor de intelligentie van de luisteraars. De pseudo-deskundigen gijzelen de ether en laten zich verleiden om uitspraken over onderwerpen te doen waar ze niets van afweten. Dat resulteert in gebazel.

Het werkt voor de publieke opinie averechts als een radioprogramma met journalistieke ambities er zo’n puinzooi van maakt. De onderwerpen identiteitspolitiek en cancelcultuur zijn te belangwekkend om ze voor een massamedium zo slordig en eenzijdig te behandelen. Bijkomend effect is dat de kunstsector en de kunstinstellingen worden weggezet als onzelfstandig en ondergeschikt aan politieke doeleinden, terwijl het juist dit radioprogramma is dat politiek bedrijft door de werking van de kunstsector verkeerd voor te stellen.

Keklik Yücel heeft kritiek op samenwerking van PvdA met GroenLinks. Ze wenst minder identiteitspolitiek en meer waarden

Op de PvdA heb ik nooit gestemd. Dat is niet omdat ik tegen het sociaal-democratische gedachtengoed ben, maar omdat ik er voor ben. Omdat in mijn ogen bij de PvdA dat gedachtengoed wordt verwaarloosd ontbreekt voor mij de noodzaak om op de PvdA te stemmen. Integendeel, door op de PvdA te stemmen zou ik me juist vereenzelvigen met een PvdA die zich keert tegen het sociaal-democratische gedachtengoed. De befaamde ideologische veren. Sinds het leiderschap van Wim Kok (vanaf 1986) is de PvdA steeds meer vervreemd geraakt van haar beginselen.

De kiezers zien dat feilloos in en hebben in grote getale afscheid van de partij genomen. Want ook zij zien geen noodzaak meer om op de PvdA te stemmen die niet meer is wat het zegt te zijn. Het is de vraag of het huidige leiderschap van de PvdA zelf nog weet waar het voor staat.

De paradox is dat de PvdA in een identiteitscrisis verkeert omdat het te veel aandacht geeft aan identiteit. De kritiek is dat door de samenwerking met GroenLinks de crisis waarin de PvdA verkeert alleen nog maar groter wordt. Oud PvdA-Kamerlid Keklik Yücel wijst in gesprek met WNL die samenwerking af omdat volgens haar de sociaal-culturele thema’s (verworvenheden, liberaal-democratische waarden, individuele vrijheden) bij GroenLinks niet in goede handen zijn. Zij legt dat in de video vanaf 5’20” uit.

Keklik Yücel beseft dat ze als PvdA’er onderhand behoort tot een minderheid binnen haar partij. Zij heeft met onder meer Asis Aynan, Femke Lakerveld en Eddy Terstall in 2018 een manifest gepubliceerd en is sinds die tijd betrokken bij de beweging Vrij Links. Het is min of meer een doorstart van een eerdere kritische groep PvdA’ers (2008-2018) die zich met onder meer Terstall en Marcel Duyvestijn verenigden als Liefdevol Lid. Maar de genegenheid voor de PvdA vanaf die vrijzinnige flank lijkt gaandeweg afgenomen en de afstand groter.

Men kan Vrij Links opvatten als de PvdA in ballingschap, De ondertitel van het manifest uit 2018 geeft aan waar het Vrij Links om gaat en waar het volgens haar bij de huidige PvdA aan schort: ‘EEN VRIJ EN ONBELEMMERD DEBAT, EEN LEVENSBESCHOUWELIJK-NEUTRALE STAAT, SECULIER ONDERWIJS VOOR ALLE KINDEREN EN EEN HERWAARDERING VAN INDIVIDUELE VRIJHEID.’

Keklik Yücel geeft de nummer 9 op de lijst van GroenLinks als voorbeeld van de verkeerde weg die volgens haar die partij is ingeslagen en waarom PvdA nooit met GroenLinks hecht kan samenwerken. Dat gaat niet alleen om genoemde Kauthar Bouchallikht die verdacht wordt van islamistische sympathieën, maar om GroenLinks die vanwege electorale redenen iemand met die achtergrond ondanks brede kritiek uit GroenLinks haar toch handhaaft. Deze partij kiest hiermee eenzijdig voor marketing en oppervlakkigheid en tegen de waarden waar Yücel voor pleit en die ze graag bij de PvdA opnieuw ingevoerd zou zien.

Ik schreef in een commentaar van december 2020 over de kwestie Kauthar Bouchallikht: ‘Er moet maar eens een echte linkse, vrijzinnige partij in Nederland komen. Het is tamelijk absurd voor het seculiere Nederland waar het hele politieke landschap is verkaveld in aparte onderdelen voor elke overtuiging dat zo’n eenduidig vrijzinnige partij niet bestaat. Het valt Kauthar Bouchallikht niet aan te rekenen dat ze haar opvattingen heeft (die zijn te karakteriseren als islamitisch-fundamentalistisch), maar wel dat GroenLinks met haar kandidatuur volhoudt dat het vrijzinnig en seculier is.’

Keklik Yücel concludeert terecht dat zo’n echte linkse, vrijzinnige partij waar de politieke filosofie van het secularisme niet alleen in de marketing, maar in de waarden het uitgangspunt is door de steeds hechtere samenwerking van de PvdA met GroenLinks verder uit zicht raakt.

Wie doordenkt ziet in de blokkade van twee linkse partijen door CDA-leider Hoekstra en VVD-leider Rutte een succesvolle actie om PvdA en GroenLinks verder van zichzelf te vervreemden. Deze linkse partijen wringen zich in bochten om te voldoen aan de voorwaarden van beide rechtse partijen. Ze denken slim te zijn, maar vooral de PvdA is de tuinman uit de parabel die voor de dood vlucht om hem in Ishafan in de armen te lopen. De oud-PvdA’ers van VrijLinks zien aan de zijlijn de verwording van hun partij met spijt en ontsteltenis aan.

Persoonlijk hoop ik ooit de dag mee te maken dat er in Nederland een geloofwaardige, echte, linkse, vrijzinnige partij is waar ik mijn stem op kan uitbrengen. Ik vrees echter dat het een vergeefse wens zal blijven.

VVD en CDA zijn de pubers van de Nederlandse politiek. Ze vertragen formatie omdat ze op zoek zijn naar een eigen identiteit

CDA-leider Wopke Hoekstra op het Binnenhof. Augustus 2021.
BEELD ANP

Er klinkt steeds meer kritiek op de traag verlopende onderhandelingen voor een nieuw kabinet. Op 17 maart 2021 vonden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Dat is inmiddels meer dan vijf maanden geleden. Er is nog geen zicht op een doorbraak. De indruk ontstaat steeds meer dat de politieke partijen uitsluitend met zichzelf en elkaar bezig zijn en de wereld om zich heen vergeten. Maar die wereld draait door ondanks de schijnbewegingen van de Nederlandse politiek.

In zijn column van 24 augustus 2021 in NRC constateert Tom-Jan Meeus dat de rechtse partijen een meerderheid van 81 zetels hebben. Dus het is van tweeën een. Of beide rechtse partijen VVD en CDA die nu deelnemen aan de besprekingen gaan volmondig voor een rechts kabinet dat hun voorkeur verdient en waar ze zich sterk voor zeggen te willen maken. Of ze laten die ambitie varen en gaan niet voor zo’n rechts kabinet en aanvaarden de deelname van centrumpartij D66 en de twee linkse partijen PvdA en GroenLinks. Een andere keuze is er niet.

Meeus zegt: ‘Links had decennia de reputatie verdeeld en ontoeschietelijk te zijn, nu is vooral rechts daar goed in. Een volbloed rechts kabinet zou afspraken met complotdenkers (FVD/corona), EU-sceptici (JA21 wil uit de euro) en een wegens groepsbelediging veroordeelde voorman (Wilders) vergen. Dan zijn Ploumen en Klaver natuurlijk een eitje‘. Kortom, het lijkt er verdacht veel op dat VVD en CDA geen volbloed rechts kabinet nastreven omdat de rechtse partijen PVV, FvD, Van Haga, SGP, JA21 en BBB te instabiel en te weinig constructief zijn. Maar Rutte en vooral Hoekstra houden ten onrechte vol dat PvdA en GroenLinks instabiel zijn.

Er is nog het aspect van de getalsverhoudingen tussen partijen in een kabinet dat ik naar aanleiding van een mediaoptreden van CDA’er Madeleine van Toorenburg in een commentaar van 6 juni 2021 noemde. Het is begrijpelijk dat PvdA en GroenLinks dat tot nu toe in de publiciteit niet naar voren hebben gebracht omdat het gaat over hun eigen nietige positie. Dat zou wel verhelderend zijn.

Schermafbeelding van deel commentaarCDA en VVD vertragen formatie door te duwen op rechterkant en PvdA en GL samen uit te sluiten‘ van 6 juni 2021.

Bij de vorming van een kabinet draait het bij het formuleren van het regeerakkoord en de verdeling van de kabinetsposten om de zwaarte van de afzonderlijke partijen. Die weegt door in de resultaten. Niet toevallig hebben de grootste partijen VVD en D66 in juni 2021 van informateur Mariëtte Hamer de opdracht gekregen om een proeve van regeerakkoord te schrijven dat nu het werkdocument is voor de onderhandelingen.

In een nieuw kabinet Rutte-Kaag zullen PvdA en GroenLinks weinig in de melk te brokkelen hebben met hun in totaal 17 zetels. Vergelijk dat met de liberale as in dat kabinet van VVD en D66 van 58 zetels. Dat is 3,4 zoveel als beide linkse partijen. Of vergelijk het met de rechtse as van VVD en CDA met 49 zetels. Dat is 2,3 zoveel als beide linkse partijen.

Waar zijn VVD en CDA bang voor? Voor de eigen lusteloosheid, sloomheid en stuurloze drift?

Het is simpel. Of beide rechtse partijen kiezen voor een op en top rechts kabinet met onder meer PVV, FvD en rechtse splinters. Of ze kiezen voor een centrumkabinet met D66, PvdA en GroenLinks. Want D66 heeft een kabinet met de ChristenUnie geblokkeerd en uit wat bekend is uit de proeve van regeerakkoord zal de ChristenUnie zich daar niet in kunnen vinden. Zo moeilijk is het niet voor VVD en CDA om aan hun achterban uit te leggen dat PvdA en GroenLinks in een nieuw kabinet getalsmatig weinig in de melk te brokkelen hebben en dat het landsbelang nu vraagt om voortgang.

De aarzelende aanpak van de evacuatie uit Kabul roept de vraag op hoe minister Kaag sinds mei 2021 de regiodirectie DAO/ZA heeft aangestuurd en hoe de inlichtingendiensten het kabinet hebben geïnformeerd over de toestand in Afghanistan en wat het kabinet daarmee heeft gedaan. Het heeft in elk geval niet gehandeld zoals Frankrijk deed. Hoeveel tijd heeft premier Rutte de afgelopen drie maanden aan Afghanistan besteed? Dat is de schaduwzijde van de Nederlandse politiek die op het Binnenhof kringetjes om zichzelf draait als een adolescent die op zoek is naar een eigen identiteit.

Voor welk probleem blijven VVD en CDA een oplossing zoeken? Het lijkt er steeds meer op dat ze niet weten wie ze zijn.