Waren Ierse kermisbezoekers in 1925 echt verontwaardigd toen ze merkten dat het weesmeisje van de goocheltruc niet echt doorgezaagd werd?

Het bijschrift bij deze foto is opmerkelijk: ‘Goocheltrucs. “De truc van het doorgezaagde weesmeisje” in Waterford, Ierland 1925. Verontwaardigde kermisbezoekers die de befaamde goocheltruc kwamen zien en de tent afbraken, toen ze merkten dat de juffrouw niet echt doorgezaagd werd. Foto: De oplossing is dat de dame haar benen intrekt in het rechterdeel van de kist, en de assistent een paar namaak onderbenen daarvoor in de plaats legt.

De suggestie van de toelichting is dat Ierse kermisbezoekers in 1925 dachten en zelfs eisten dat het weesmeisje echt doorgezaagd werd. De arme juffrouw. Dat kan niet waar zijn. Zo bloederig kunnen Ierse kermisbezoekers niet zijn. Ze begrijpen best dat de voorraad aan weesmeisjes snel op is als de arme meisjes telkens echt doorgezaagd worden. Want dat overleven ze niet.

Overigens is niet ondubbelzinnig duidelijk dat de kermisbezoekers de tent afbraken vanwege de goocheltruc. Wellicht was er een andere reden. Zoals drank en de drang om eens lekker te knokken.

Het kan best zijn dat de Ierse kermisbezoekers verontwaardigd waren omdat ze vonden dat de truc niet goed uitgevoerd werd en ze te duidelijk zagen dat het nep was. Ze kregen geen waar voor hun geld. Wie een goocheltruc doorziet als nep voelt zich bekocht. Dat doorbreekt het raadsel en het mysterie van iets dat men niet begrijpt, en als toeschouwer ook liever niet echt wil begrijpen.

Gedachte bij foto ‘Een vrouw die genezen werd aan boord van de evangelisatie schepen van de Gemeente des Heeren’ (1927)

Stromingen, evangelisatie. Een vrouw d[i]e genezen werd aan boord van de evangelisatie schepen van de Gemeente des Heeren. De veenarbeider Johannes Orsel (1877-1949) was de grondlegger van deze stroming. Nederland, 1927‘. Collectie: Photo collection illustrated magazine Het Leven (1906-1941).

Religie blijft een ongrijpbaar fenomeen omdat het geschikt is om ruimte aan claims te geven zonder dat de feiten onderzocht worden. Een prediker kan uit de losse pols van alles beweren zonder daar meteen op afgerekend te worden. Tot in het absurde toe. Religie geeft kansen aan beunhazen, gekken, kapers en politieke manipulatoren.

Begrenzing is de sterkte, maar ook zwakte van religie. Met religieuze uitgangspunten zijn godsdiensten in concurrentie met elkaar geconstrueerd door mensen om aan mensen zingeving, troost en samenhang te bieden. Dat had ooit een positieve uitwerking.

In de loop van de eeuwen zijn door invloeden godsdiensten waar gelovigen centraal stonden veranderd in godsdiensten waar het draait om invloed en sterkte van de eigen organisatie. Verticaal is horizontaal geworden.

Als claims grenzeloos zijn, dan is het geloof daarin het ook. Dan kan een godsdienst het sprookjesniveau naderen. Dat is een kwestie van maatvoering. Hoever kan de goedgelovigheid van gelovigen opgerekt worden? Want claims zijn het diepere wezen van religie. Geen afwijking, maar uitvoering van wat het is.

Grenzeloze beweringen waar geen rem op staat kunnen het begrip religie verwateren. Ook voor andersdenkenden. Een religieuze vertegenwoordiger die aantoonbare apekool verkoopt rekt de grenzen op van wat onder religie verstaan wordt. Apekool voedt het wantrouwen over een geloofsleer met vergaande claims.

Men zou kunnen denken dat het opvoeren van de overdrijving en de onwaarheid perfect aansluit bij de huidige tijd. Politici als Trump, Baudet of Poetin schetsen het beeld van zichzelf dat ze zo overtuigd zijn van hun claims dat ze geen tegenspraak verdragen ook als het sterke vermoeden bestaat dat ze zelf de claims niet geloven.

Het is een misverstand dat overdrijving en onwaarheid in het bijzonder aansluiten bij de huidige tijd. Het is iets van alle tijden. Sinds godsdiensten bestaan. Als mensen een geloofsleer construeren, dan kunnen ze dat vermogen ook anders gebruiken. Dat opent de weg naar leugens, verzinsels, bluf en bedrog. Dat kan door iedereen opgepakt worden.

Wie kiest voor een godsdienst plaatst zich in een traditie. Wie binnen zo’n godsdienst claims gelooft vanuit de leerstelling van betreffende godsdienst blijft binnen de traditie. Als de claims volgens gelovigen in ‘eigen kring’ echter ongerijmd en buitensporig worden geacht, dan zaait dat twijfel. Niet zozeer over de claims, maar over de geloofwaardigheid van betreffende godsdienst die ze als geloofswaarheid verkondigt en waarop de twijfel terugslaat.

Complotten tegen Atatürk en spionnen. Nepnieuws van ‘Het Leven’ (1932)

Staatsinrichting Turkije. In 1932 worden in Turkije complotten gesmeed tegen de hervormingsideeën van Mustafa Kemal Pasja (Kemal Atatürk) [1881 – 1938]. Foto: De tuin van de moskee is nog de enige plaats waar de aanhangers van het oude regime hun overtuiging kunnen uitspreken. Maar ook hier zijn spionnen aanwezig… (zie heer geheel links)‘. Collectie: Photo collectie Het Leven (1906-1941).

Het is een merkwaardig bijschrift uit 1932 dat met zichzelf op de loop gaat. Er wordt beweerd dat tegenstanders van Kemal Atatürk alleen nog in de tuin van de moskee (‘nog de enige plaats‘ ) hun overtuiging kunnen uitspreken. Niet thuis? Niet tijdens een wandeling? Niet op het platteland?

Het wordt er nog gekker op als het bijschrijft er zelfs op terugkomt dat de tuin van de moskee nog de enige plek is waar tegenstanders van Atatürk zich vrij kunnen uitspreken. Want het gevaar loert ook daar: ‘Maar ook hier zijn spionnen aanwezig… (zie heer geheel links)‘.

Is deze gentleman een spion die zichtbaar de gesprekken afluistert van tegenstanders van Atatürk om ze vervolgens te verlinken? Of is dit klare fantasie van degene die dit bijschrift schreef? Wensdenken dat stemming maakt.

Een andere foto uit deze serie loogenstraft direct dit bijschrijft als het zegt: ‘Een geheim gesprek op een plein ergens in Turkije. Op de voorgrond een waterpijp‘. Dus de tuin van de moskee is niet de enige plek voor een geheim gesprek of het smeden van complotten tegen het beleid van Atatürk:

Staatsinrichting Turkije. In 1932 worden in Turkije complotten gesmeed tegen de hervormingsideeën van Mustafa Kemal Pasja (Kemal Atatürk) – 1881 – 1938. Foto: Een geheim gesprek op een plein ergens in Turkije. Op de voorgrond een waterpijp‘. Collectie: Photo collectie Het Leven (1906-1941).

Ook een andere foto maakt duidelijk dat de fantasie van de maker van het bijschrift voor publicatie in het geïllustreerde tijdschrift ‘Het Leven‘ niet in dienst staat van de beschrijving van de Turkse werkelijkheid van 1932, maar het te doen is om sensatie. De vraag is suggestief of de man die op het plein voor een moskee naar een andere man kijkt een spion is. Waar is dat op gebaseerd?

Staatsinrichting Turkije. In 1932 worden in Turkije complotten gesmeed tegen de hervormingsideeën van Mustafa Kemal Pasja (Kemal Atatürk) [1881 – 1938]. Foto: Een van de aanhangers van Kemal Atatürk op een plein voor een moskee. Is hij een spion?‘ Collectie: Photo collectie Het Leven (1906-1941).

De foto’s kloppen, maar in combinatie met de bijschriften is het nepnieuws. Die zijn vooringenomen en losgezongen van wat we zien. De bijschriften spreken elkaar ook nog eens tegen. Ze voeren spoken op. Dit is nepnieuws uit 1932 dat blijkbaar stemming maakt tegen de hervormingen van de Turkse regering van Kemal Atatürk. Of dat uit politieke overtuiging is of uit sensatiezucht van toen is voer voor media-historici. Clickbait bestond ook al in 1932.

Gedachten bij twee foto’s met aanvoerder Ta-Ko in Kan-su. China, 1923

Hoe vergankelijk de geschiedenis is leert de beschrijving van bovenstaande foto in de digitale fotocollectie van het Nationaal Archief. Er staat: ‘Aanvoerder Ta-Ko, één van de meeste gevreesde rebellen aanvoerders in West China. China, 1923’. Er zijn in deze collectie nog twee foto’s waarin deze generaal ‘Ta-Ko’ genoemd wordt. De beschrijving van onderstaande foto luidt: ‘Een delegatie komt na de inneming [val] van Kan-su aan Ta-Ko haar onderwerping aanbieden met een witte vlag. Het opschrift luidt vertaald: ‘Dit is de afbeelding van de overgave van de bevelhebber van de troepen vóór Kan-su. Toen hij neerknielde werd een salvo afgegeven en talrijke mensen gedood. Kan-su, China, 1923’.

Wat weten we er zo’n eeuw later nog van en is in ons historische geheugen verankerd? Het was in China de tijd van de krijgsheren, de warlords die van 1916 tot midden jaren 1930 duurde. Een bloedige tijd met veel geweld en wisselende loyaliteiten. Over het grotendeels islamitische Kan-su of Gangsu in Noord-West China  en Ta-Ko valt op internet niets terug te vinden voor iemand zonder achtergrondkennis van deze conflicten. De vele interessante punten over deze chaotische, maar interessante tijd uit de wording van China met hele dynastieën aan krijgsheren kunnen niet tot een doorgaande lijn verbonden worden. Het spoor loopt dood. De tijden zijn te veel veranderd.

Foto 1: Opstanden, revolutie. Aanvoerder Ta-Ko, één van de meeste gevreesde rebellen aanvoerders in West China. China, 1923. Collectie / Archief Het Leven (LEVEN 022)

Foto 2: Opstanden, Revolutie. Een delegatie komt na de inneming [val] van Kan-su aan Ta-Ko haar onderwerping aanbieden met een witte vlag. Het opschrift luidt vertaald: ‘Dit is de afbeelding van de overgave van de bevelhebber van de troepen vóór Kan-su. Toen hij neerknielde werd een salvo afgegeven en talrijke mensen gedood. Kan-su, China, 1923Collectie / Archief Het Leven (LEVEN 022)

Bij foto: ‘Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937’

Zo op het eerste gezicht is er niets opvallends aan deze foto. In een binnenruimte van een woonhuis staan mensen opgepropt. Ze houden hun rechterarm in de lucht gestrekt, als een Hitlergroet. Alsof ze verbinding zoeken met iets of iemand. Enkelen houden hun linkerarm gestrekt. Links vooraan staan drie mannen die de menigte toespreken of toezingen. Rechts vooraan in de hoek bespeelt een zittende man een huisorgel. Een geborduurd doek dat naar de menigte gekeerd is geeft een tekst die begint met ‘Jezus’. Hier is een religieuze bijeenkomst aan de gang. Maar het bijschrift gaat verder en geeft er een zwaardere lading aan: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Waarom is hier sprake van een groep die aan godsdienstwaanzin lijdt? Het is niet makkelijk aan te geven waar godsdienst overgaat in godsdienstwaanzin. Wat is normaal? Dat lijkt afhankelijk van het perspectief van de beschouwer. De steekwoorden bij de foto zijn onder meer ‘extase’, ‘religie’ en ‘overdreven devotie’. Dat roept opnieuw een vraag op, namelijk waar devotie (vroomheid, toewijding) overgaat in overdreven devotie. Dus in toewijding die buitensporig is. Dit is het Hongarije van de autoritaire admiraal Miklós Horthy die toenadering zoekt tot Hitler. Wordt met die notie deze religieuze bijeenkomst gewaardeerd?

Foto: ‘Geloof, religie, excessen. Godsdienstwaanzin. Bijeenkomst van een groep mensen die aan godsdienstwaanzin lijdt. Hongarije, Boedapest, 1937.’ Collectie: .

Bij de foto ‘Strand (..) Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand (..) Nederland, 1941’

Strand. 1941. Een vrouw in geblokte bikini hangt omgekeerd aan de ringen. Kunnen we de steekwoorden van de titel geloven? Die luidt ‘Strand. Badnummer van Het Leven. Serie van 7 foto’s. Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand. Op de achtergrond hoge, ronde. rieten strandstoelen en de zee. Nederland, 1941.’ Het gooit onze verwachtingen omver. Was tijdens de Tweede Wereldoorlog het Noordzeestrand geen Sperrgebiet, verboden gebied? En werd de bikini niet pas in 1946 ontworpen door de Fransman Louis Réard?

Twijfels knagen wat we hier te zien krijgen. Wat hangt de vrouw er trouwens ongemakkelijk en onflatteus bij. We zetten het recht en doen haar recht. Bevrijd uit haar geketende positie. Het is niet om aan te zien zo triest.

Foto’s: Jan Stevens, ‘Strand. Badnummer van Het Leven. Serie van 7 foto’s. Vrouw in geblokte bikini hangend aan ringen op het strand. Op de achtergrond hoge, ronde. rieten strandstoelen en de zee. Nederland, 1941’. Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Bij een foto ‘Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929’

Het bijschrift bij de foto uit de luidt: ‘Schilderkunst : Schildersmodellen : Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929.’ Het is geen halszaak, maar wat is er hindoestaans aan de ‘jonge vrouw’? Dit roept de vraag op hoe nauwkeurig de beschrijving is en waar de toeschrijving ‘hindoestaans’ vandaan komt. Uit de hoge hoed van de geschiedenis?

Foto: ‘Schilderkunst : Schildersmodellen : Hindoestaanse jonge vrouw als schildersmodel in Parijs, hier aan een drankje in een café. Frankrijk, 1929’. Uit: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Bij een foto van het Moslim Festival in het Engelse Woking, 1928

Het bijschrift van deze foto uit de fotocollectie van het voormalige geïllustreerde tijdschrift Het Leven (1906-1941) luidt: ‘Islam. Moslims in gebed [geved] tijdens een feest in Surrey. De schoenen liggen her en der in het gras. Engelse bezoekers kijken toe. Surrey, Engeland, 1928. Het blijkt om de oudste Britse Shah Jahan moskee in Woking te gaan. BFI zegt daarover in een bericht het volgende: ‘The arrival of Islam in Britain was clearly a source of fascination for the newsreel companies (…) We see turbaned men knelt in prayer and embracing each other in a relaxed moment of celebration – probably during the Eid al-Fitr festival, which attracted vast crowds annually.(…) During the annual Eid al-Fitr ceremony, which marks the end of Ramadan, the mosque welcomed hundreds of worshippers from around the country, as well as foreign dignitaries. Here, as in Feast of Eid-ul-Fitr (1924) and Moslem Festival at Woking (1928), prayers take place outside of the mosque itself – perhaps to accommodate the vast numbers of visitors, curious onlookers, and newsreel cameras!

Er zijn op YouTube (‘Moslem Festival at Woking’) veel filmpjes te vinden over deze viering door de jaren heen. Vanaf 1910. Hier is te zien hoe moslims en bezoekers vanuit de moskee naar het door bomen omzoomde grasveld lopen. Later werden er tenten opgebouwd, zoals ook op bovenstaande foto uit 1928 te zien is.

Wat opvalt uit de bioscoopjournalen en de foto’s is de Engelse blik op iets wat als een oriëntaalse sfeer wordt uitgelegd. Het zijn autoriteiten die als gasten de viering bijwonen. Die blik bevat elementen van verwondering, toenadering, gedogen, zelfbevestiging en hegemonie, maar vooral acceptatie. Zo was het 90 jaar geleden. Zoals het toenmalige Nederland bevatte het Britse Rijk meer islamitische dan christelijke onderdanen. Overigens een feit dat in het huidige Nederland en Verenigd Koninkrijk totaal vergeten lijkt. Ze waren in de overzeese gebieden geconcentreerd. Wat zich hier bij de vieringen aan moslims aandient lijkt een bovenlaag van civilisé’s te zijn. Dat sociologische aspect verklaart wellicht mede de blik van de Engelse autoriteiten.

Willy Rhodes, levend begraven in Letland, 1927. Als ‘Messias’ van de sekte

Een bijschrift bij deze foto roept vragen op. Er staat ‘Religieuze stromingen en sekten. Willy Rhodes, de eerste ‘Messias’ van de sekte. Hij levend werd begraven. Riga, Letland, 1927.’ Het is een foto die in 1927 in ‘Het Leven‘ werd gepubliceerd en nu in de collectie van het Geheugen van Nederland is opgenomen. Verdere informatie ontbreekt en is op internet niet te vinden. De suggestie van het bijschrift is dat Willy Rhodes levend begraven zou zijn vanwege zijn geloof. Het is een lot dat een Messias die zich opwerpt als redder vaak treft. Overmoed komt voor de val. Maar in 1927 weet de Amerikaans uitziende Willy Rhodes nog niets van zijn tragisch lot. Als het klopt wat het bijschrift meldt. Met een vreemde zinswending ‘Hij levend werd begraven’. 

In de collectie van Het Leven zijn ook twee foto’s te vinden met een vergelijkbaar onderwerp: ‘Religieuze stromingen en sekten. Doopplechtigheid van de ‘Godsdienst der Elf” waarbij iedereen de rivier door moet waden. Riga, Letland, 1927.’ Maar het valt niet vast te stellen of Willy Rhodes iets te maken had met deze ‘Godsdienst der Elf’ uitmaakt. Waarschijnlijk niet. Dat ziet er toch eerder als een sekte van wederdopers uit.

Religieuze stromingen en sekten zijn van alle tijden. Het blijft knagen, waarom was Willy Rhodes de eerste ‘Messias’ van de sekte? Welke sekte was dat? Waarom is hij blijkbaar uit de geschiedschrijving verdwenen? Is er een reden voor dat hij in de anonimiteit is verdwenen? Hoe was hij in 1927 in Letland terecht gekomen? Wie hebben hem om het leven gebracht en levend begraven? Zijn beide beelden bewaard gebleven? Vragen vragen.

Foto 1: ‘Religieuze stromingen en sekten. Willy Rhodes, de eerste ‘Messias’ van de sekte. Hij levend werd begraven. Riga, Letland, 1927.’ Collectie: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Foto 2: ‘Religieuze stromingen en sekten. Doopplechtigheid van de ‘Godsdienst der Elf” waarbij iedereen de rivier door moet waden. Riga, Letland, 1927. Collectie: Fotocollectie Het Leven (1906-1941).

Is het vrouwenemancipatie als vrouwen voor het eerst ongesluierd of gesluierd de straat opgaan? Of is er geen peil op te trekken?

Typerend voor onze tijd én voor bijna 100 jaar geleden. Wie op Google de titel intypt: ‘Vrouwen, emancipatie. Turkse vrouw voor het eerst ongesluierd in Konstantinopel en Angora. Turkije, plaats onbekend, 1925’ krijgt een alternatief aangeboden: ‘Bedoelde u: Vrouwen, emancipatie. Turkse vrouw voor het eerst gesluierd in Konstantinopel en Angora. Turkije, plaats onbekend, 1925.’ Dat bedoelde ik niet, maar het voldoet blijkbaar aan het verwachtingspatroon van 2017 dat vrouwen niet emanciperen van gesluierd naar ongesluierd, maar van ongesluierd naar gesluierd. De emancipatie van 1925 is blijkbaar niet langer de emancipatie van 2017.

Het is opvallend dat de bijschriften bij beide foto’s beginnen met ‘Vrouwen, emancipatie’ en dat koppelen aan vrouwen die zich ‘voor het eerst ongesluierd’ begeven in de openbare ruimte van Konstantinopel of Angora. Nu Istanbul en Ankara genoemd. Dat is normatief. Het verwijst naar de modernisering van het jonge Turkije dat verwesterde, afstand nam van haar Ottomaanse verleden en in 1925 door een Nederlands weekblad als positief en aanbevelingswaardig werd gezien. De foto’s komen uit de Fotocollectie Het Leven (1906-1941). Foto’s en bijschriften geven een tijdsbeeld. Een en ander duidt erop dat vrouwenemancipatie een kwestie van perspectief is. Het is geen eenrichtingsverkeer en altijd onderhevig aan de politieke mode van het moment.

Foto 1: ‘Vrouwen, emancipatie. Turkse vrouw voor het eerst ongesluierd in Konstantinopel en Angora. Turkije, plaats onbekend, 1925.’

Foto 2: ‘Vrouwen, emancipatie. Turkse vrouw voor het eerst ongesluierd in Konstantinopel en Angora. Turkije, plaats onbekend, 1925. [Links van haar een man aan een bureau met schrijfbenodigdheden]